OPGEHEVEN : Koninklijk besluit tot vaststelling, wat
betreft het Nederlands kunstonderwijs, van de voorwaarden tot en de procedure
van het verlenen van de gelijkwaardigheid van buitenlandse diploma's en
studiegetuigschriften.
goedkeuringsdatum
10 OKTOBER 1973
publicatiedatum
B.S.15/06/1974
datum laatste wijziging
01/09/2011
COORDINATIE
opgeheven
door Decr. 1-7-2011 - B.S. 30-8-2011
BOUDEWIJN, Koning der Belgen,
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 19 maart 1971 betreffende de
gelijkwaardigheid van de buitenlandse diploma's en studiegetuigschriften;
Gelet op de wet van 23 december 1946 houdende
instelling van een Raad van State, inzonderheid op artikel 2, lid 2;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Op de voordracht van Onze Minister van
Nederlandse Cultuur en Vlaamse Aangelegenheden,
Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.
Het verlenen van de
gelijkwaardigheid bepaald bij artikel 1 van de wet van 19 maart 1971 mag in
geen enkel geval tot gevolg hebben :
a) dat
studiën, waarvan het peil van de vorming niet ten minste gelijk is aan dat
van gelijkwaardige Belgische studies, worden erkend;
b) dat aan de verzoeker de toelating wordt gegeven tot studies
waartoe hij in het land waar het diploma of getuigschrift werd uitgereikt, geen
toegang heeft.
Art. 2.
Bij gebrek aan algemene
maatregelen beslist de Minister die de Nederlandse Cultuur in zijn bevoegdheid
heeft, ten opzichte van elk bepaald geval, over de gelijkwaardigheid van
buitenlandse studieperiodes, examens, studiegetuigschriften en diploma's met
Belgische studieperiodes, examens, studiegetuigschriften en diploma's van het
kunstonderwijs van het Nederlands taalstelsel, voor zover de verzoeker, in
voorkomend geval, zijn studies wenst te vervolgen in een onderwijsinrichting
die tot de bevoegdheid van voornoemde Minister behoort.
Art. 3.
Voor de gevallen die niet
geregeld zijn bij algemene bepalingen, wordt de aanvraag van gelijkwaardigheid
ingediend bij de Minister die de Nederlandse Cultuur in zijn bevoegdheid heeft,
hetzij rechtstreeks, hetzij door bemiddeling van het hoofd van de
onderwijsinrichting.
De aanvraag mag ingediend
worden vóór, tijdens of na de studiën die de belanghebbende
voornemens is te doen, doet of gedaan heeft in een inrichting van buitenlands
stelsel.
Art. 4.
De gelijkwaardigheid wordt
verleend op gemotiveerd advies :
1° van de
Homologatiecommissie ingesteld bij artikel 9 van de gecoördineerde wetten
op het toekennen van de academische graden en het programma van de
universitaire examens, wat betreft het hoger secundair kunstonderwijs met
volledig leerplan ingericht volgens het koninklijk besluit van 10 februari
1971;
2° van de inspectie artistieke vakken
in de onderwijsinrichtingen voor kunstonderwijs, wat betreft de andere niveaus
van het kunstonderwijs met volledig leerplan en de niveaus van het
kunstonderwijs met beperkt leerplan
Art. 5.
Onze Minister van Nederlandse
Cultuur en Vlaamse Aangelegenheden is belast met de uitvoering van dit besluit.