Besluit van de Vlaamse regering betreffende het financieel
en materieel beheer van de Vlaamse Onderwijsraad.
goedkeuringsdatum
20 JULI 1994
publicatiedatum
B.S.21/10/1994
datum laatste wijziging
10/10/2000
De Vlaamse
regering,
Gelet op het decreet van 31 juli 1990
betreffende het onderwijs-II, inzonderheid op artikel 152;
Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor
begroting, gegeven op 19 juli 1994;
Gelet op de
dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat
zonder uitstel maatregelen moeten worden genomen voor het correct opstellen en
interpreteren van de rekeningen;
Op voorstel van
de Vlaamse minister van Onderwijs en Ambtenarenzaken;
Na beraadslaging,
Besluit :
HOOFDSTUK I. - Inleidende bepalingen
Artikel 1.
§ 1. Dit
besluit regelt het financieel en materieel beheer van de Vlaamse Onderwijsraad.
§ 2. De
bepalingen betreffende de rijkscomptabiliteit zijn van toepassing op de Vlaamse
Onderwijsraad, tenzij in dit besluit anders is
bepaald.
HOOFDSTUK II. - De begroting
Art. 2.
De Vlaamse Onderwijsraad
maakt jaarlijks een begroting op van de ontvangsten en de uitgaven, volgens de
richtlijnen verstrekt door de Vlaamse regering.
Het begrotingsjaar begint op 1 januari en eindigt op 31 december
van hetzelfde jaar.
Art. 3.
De begroting wordt
onderverdeeld in twee delen :
- de
ontvangsten;
- de uitgaven.
Ze omvat alle inkomsten en alle uitgaven, welke de
herkomst en de oorzaak ervan ook mogen zijn.
Art. 4.
De ontvangsten bestaan uit :
1. het over te dragen saldo;
2. de dotatie van de Vlaamse Gemeenschap;
3. de sommen die de Vlaamse Onderwijsraad gedurende het
betreffende begrotingsjaar zal ontvangen;
4. de
schenkingen en legaten;
5. andere toevallige
inkomsten.
Art. 5.
De uitgaven hebben betrekking
op de sommen die tijdens het begrotingsjaar verschuldigd zijn wegens
verbintenissen ontstaan tijdens het begrotingsjaar en wegens overgedragen
verbintenissen van vorige begrotingsjaren.
Art. 6.
Het ontwerp van begroting van
de Vlaamse Onderwijsraad wordt opgemaakt door de algemene raad en goedgekeurd
door de Vlaamse minister bevoegd voor het onderwijs en door de Vlaamse minister
bevoegd voor financiën en begroting.
De
begroting wordt aan de Vlaamse Raad meegedeeld in bijlage aan het ontwerp van
decreet houdende de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap.
Art. 7.
De goedkeuring van de
begroting van de Vlaamse Onderwijsraad is verworven door de afkondiging van het
decreet houdende de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap.
Ingeval de begroting van de Vlaamse Gemeenschap
niet is goedgekeurd voor de aanvang van het begrotingsjaar, mogen dezelfde
verrichtingen als deze die voor de vorige begroting waren toegestaan, worden
uitgevoerd naar rato van 1/12 per maand vanaf 1 januari.
HOOFDSTUK III. - Comptabiliteit en aflegging der
rekeningen
Art. 8.
Uiterlijk op 30 april na het
jaar van de dienst waarop ze betrekking hebben worden door de algemene raad
opgesteld :
- een rekening van uitvoering van de
begroting;
- een beheersrekening;
- een staat van activa en passiva.
Deze rekeningen worden goedgekeurd door de Vlaamse minister
bevoegd voor het onderwijs, die ze overmaakt aan de Vlaamse minister bevoegd
voor financiën en begroting. Deze maakt ze vóór 31 mei van
hetzelfde jaar over aan het Rekenhof.
HOOFDSTUK IV. - Beheer
Art. 9.
Het bedrag van de uitgaven
mag het bedrag van de ontvangsten niet overschrijden, en het dient tevens
binnen de grenzen van de goedgekeurde limitatieve kredieten te blijven.
Overschrijding van de limitatieve kredieten moet
voorafgaandelijk door de Vlaamse minister bevoegd voor het onderwijs worden
toegestaan op advies van respectievelijk de commissaris van de Vlaamse regering
bij de Vlaamse Onderwijsraad, en de Vlaamse minister bevoegd voor
financiën en begroting.
Art. 10.
Op het einde van het
begrotingsjaar worden overgedragen :
- het
kassaldo;
- de vastgestelde
rechten;
- de nog openstaande
verbintenissen.
HOOFDSTUK V. - Controle
Art. 11.
Het Rekenhof en de
Administratie Financiën en Begroting van het ministerie van de Vlaamse
Gemeenschap kunnen de comptabiliteit ter plaatse controleren. Zij mogen zich te
allen tijde alle bewijsstukken, staten, inlichtingen of toelichtingen doen
verstrekken betreffende de ontvangsten, de uitgaven, de activa en de schulden.
De uitgaven worden vereffend en betaald zonder
tussenkomst van het Rekenhof.
HOOFDSTUK VI. - Slotbepalingen
Art. 12.
Dit besluit heeft uitwerking
met ingang van 1 januari 1994.
Art. 13.
De Vlaamse minister, bevoegd
voor het onderwijs en de Vlaamse minister, bevoegd voor begroting, zijn, ieder
wat hem/haar betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.