Koninklijk besluit van 29 augustus 1966 tot vaststelling en indeling van de ambten van het administratief personeel van het onderwijs, georganiseerd door de Vlaamse Gemeenschap.

  • goedkeuringsdatum
    29 AUGUSTUS 1966
  • publicatiedatum
    B.S.31/08/1966
  • zie ook
  • datum laatste wijziging
    10/10/2000

(opschrift gewijzigd bij B.Vl.R. 10-5-1995)

(voetnoot 1)

(voetnoot 2)

COORDINATIE

K.B. 15-7-1969 - B.S. 25-7-1969

K.B. 1-12-1970 - B.S. 31-12-1970

Decr. 13-7-1994 - B.S. 31-8-1994

B.Vl.R. 10-5-1995 - B.S. 25-7-1995

B.Vl.R. 9-5-1996 - B.S. 25-7-1996

BOUDEWIJN, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 22 juni 1964, betreffende het statuut van de personeelsleden van het Rijksonderwijs, inzonderheid op de artikelen 2 en 3;

Gelet op het advies van de Syndicale Raad van Advies;

Gelet op de wet van 23 december 1946, houdende instelling van een Raad van State, inzonderheid op artikel 2, lid 2;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Op de voordracht van Onze Minister van Franse Cultuur, van Onze Minister van Nederlandse Cultuur, van Onze Minister van Nationale Opvoeding en van Onze Minister-Staatssecretaris voor Nationale Opvoeding,

Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.

De ambten die mogen uitgeoefend worden door de leden van het administratief personeel [van het onderwijs, georganiseerd door de Vlaamse Gemeenschap] zijn :

B.Vl.R. van 10-5-1995

bode-kamerbewaarder;

suppoost;

suppoost-kopiist;

hoofdsuppoost;

[eerste hoofdsuppoost];

K.B. van 1-12-1970

klerk;

klerk-typist(e);

klerk-stenotypist(e);

eerste klerk;

[eerste hoofdklerk];

K.B. van 1-12-1970

[rekenplichtig correspondent];

K.B. van 15-7-1969

[geselecteerd rekenplichtig correspondent];

K.B. van 15-7-1969

opsteller;

secretaris-rekenplichtige;

[eerste opsteller];

K.B. van 1-12-1970

eerste secretaris-rekenplichtige;

assistent-bibliothecaris;

beheerder-secretaris;

[eerste klerk-typist(e)];

K.B. van 1-12-1970

[eerste klerk-stenotypist(e)];

K.B. van 1-12-1970

Art. 2.

De ambten vastgesteld in artikel 1 zijn als volgt ingedeeld in wervingsambten, selectieambten en bevorderingsambten :

1° wervingsambten zijn de ambten van :

bode-kamerbewaarder;

suppoost;

klerk;

klerk-dactylograaf;

klerk-stenotypist(e);

[rekenplichtig correspondent];

K.B. van 15-7-1969

opsteller;

secretaris-rekenplichtige;

2° selectieambten zijn de ambten van :

suppoost-kopiist;

hoofdsuppoost;

eerste klerk;

[geselecteerd rekenplichtig correspondent];

K.B. van 15-7-1969

[eerste opsteller];

K.B. van 1-12-1970

eerste secretaris-rekenplichtige;

[eerste klerk-typist(e)];

K.B. van 1-12-1970

[eerste klerk-stenotypist(e)];

K.B. van 1-12-1970

3° bevorderingsambten zijn ambten van :

eerste hoofdsuppoost;

[eerste hoofdklerk];

K.B. van 1-12-1970

assistent-bibliothecaris;

beheerder-secretaris.

Art. 3.

Het ambt van klerk-typist(e) vervangt het ambt van typist(e), uitgeoefend op 1 september 1966 door de leden van het administratief personeel van de Rijksonderwijsinrichtingen en waaraan de weddeschaal 301 is verbonden krachtens het koninklijk besluit van 22 juli 1964, houdende bezoldigingsregeling van het personeel der ministeries.

Art. 4.

Het ambt van klerk-stenotypist(e) vervangt het ambt van steno-typist(e), uitgeoefend op 1 september 1966, door de leden van voormeld personeel en waaraan de weddeschaal 302 is verbonden krachtens het hoger vernoemd besluit van 22 juli 1964.

Art. 5.

Het ambt van eerste secretaris-rekenplichtige vervangt het ambt van adjunct-secretaris-rekenplichtige uitgeoefend op 1 september 1966 door de leden van voormeld personeel en waaraan de weddeschaal 211 is verbonden krachtens het hoger vernoemd besluit van 22 juli 1964.

Art. 6.

Voor de toepassing van dit besluit omvat de Rijksonderwijsinrichting het internaat dat eraan is toegevoegd.

Art. 7.

Opgeheven worden : ...

Art. 8.

Dit besluit treedt in werking op 1 september 1966.

Art. 9.

Onze Minister van de Franse Cultuur, Onze Minister van de Nederlandse Cultuur, Onze Minister van Nationale Opvoeding en Onze Minister-Staatssecretaris voor Nationale Opvoeding zijn, ieder wat hem betreft belast met de uitvoering van dit besluit.

- (1): Houdt op van toepassing te zijn op het hoger onderwijs met volledig leerplan; met uitzondering van de vastbenoemde leden van het meesters-, vak- en dienstpersoneel die hun ambt te persoonlijke titel behouden ingevolge de toepassing van artikel 333 van het decreet van 13 juli 1994 betreffende de hogescholen in de Vlaamse Gemeenschap. (Decr. 13-7-1994; Art. 366, 2°)

- (2): Opgeheven, voor zover het betrekking heeft op de hogescholen; met uitzondering van de vastbenoemde leden van het administratief personeel die hun ambt te persoonlijken titel behouden ingevolge de toepassing van artikel 294 van het decreet van 13 juli 1994 betreffende de hogescholen in de Vlaamse Gemeenschap. (B.Vl.R. 9-5-1996; Art. 2, 23° )