Koninklijk besluit betreffende de samenstelling en de
werking van de Commissie voor de vakbondspremies.
goedkeuringsdatum
21 APRIL 1983
publicatiedatum
B.S.05/05/1983
datum laatste wijziging
10/10/2000
BOUDEWIJN,
Koning der Belgen,
Aan allen die nu zijn en
hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet
van 1 september 1980 betreffende de toekenning en de uitbetaling van een
vakbondspremie aan sommige personeelsleden van de overheidssector, inzonderheid
op artikel 6, §§ 2 en 3, en op artikel 10;
Gelet op het koninklijk besluit van 30 september 1980 betreffende
de toekenning en de uitbetaling van een vakbondspremie aan sommige
personeelsleden van de overheidssector, inzonderheid op artikel 20;
Gelet op het koninklijk besluit van 24 december
1964 tot vaststelling van de vergoedingen wegens verblijfkosten toegekend aan
de leden van het personeel der ministeries;
Gelet
op het koninklijk besluit van 18 januari 1965 houdende algemene regeling inzake
reiskosten;
Gelet op het akkoord van Onze
Minister van Begroting, gegeven op 5 oktober 1982;
Gelet op het advies van de Raad van State;
Op de voordracht van Onze Eerste Minister, van Onze Minister van
Openbaar Ambt en van Onze Staatssecretaris voor Openbaar Ambt en op het advies
van Onze in Raad vergaderde Ministers,
Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.
§ 1. De Commissie
voor de vakbondspremies genoemd in artikel 20 van het koninklijk besluit van 30
september 1980 betreffende de toekenning en de uitbetaling van een
vakbondspremie aan sommige personeelsleden van de overheidssector, bestaat uit
een voorzitter en twee leden, door Ons benoemd, op de gezamelijke voordracht
van Onze Eerste Minister en van Onze Minister van Openbaar Ambt, onder de
magistraten van de rechterlijke macht.
§ 2. De voorzitter
moet hebben doen blijken van de kennis van het Nederlands en van het Frans. De
andere leden moeten, door hun diploma, bewijzen dat zij de examens van het
doctoraat in de rechten hebben afgelegd, de ene in het Nederlands, de andere in
het Frans.
Art. 2.
De Commissie stelt haar
huishoudelijk reglement op en legt het ter goedkeuring voor aan de Eerste
Minister en aan de Minister van Openbaar Ambt.
Art. 3.
De Commissie beraadslaagt op
geldige wijze wanneer twee leden aanwezig zijn. Zij beslist bij eenparigheid
van stemmen.
Art. 4.
De werkingskosten van de
Commissie en van haar diensten vallen ten laste van het Fonds voor
vakbondspremies.
De leden van de Commissie
bekomen de vergoedingen wegens reis- en verblijfkosten overeenkomstig de
bepalingen die gelden voor het personeel der ministeries. Ze worden daartoe
gelijkgesteld met de ambtenaren ingedeeld in de rangen 15 tot 17.
Art. 5.
De Eerste Minister stelt, na
advies van de voorzitter van de Commissie, een termijn vast voor de indiening
van de verslagen bedoeld in artikel 22 van het koninklijk besluit van 30
september 1980.
Art. 6.
Onze Eerste Minister, Onze
Minister van Openbaar Ambt en Onze Staatssecretaris voor Openbaar Ambt zijn,
ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.