Koninklijk besluit houdende uitvoering van de artikelen 1,
b, en 4, van de wet van 1 september 1980 betreffende de toekenning en de
uitbetaling van een vakbondspremie aan sommige personeelsleden van de
overheidssector.
goedkeuringsdatum
26 SEPTEMBER 1980
publicatiedatum
B.S.01/10/1980
datum laatste wijziging
15/12/2006
(opschrift gewijzigd bij K.B.
20-7-2005)
COORDINATIE
(1)
K.B. van 13/04/1982 (B.S. 24/04/1982)
(2)
K.B. van 25/01/1983 (B.S. 08/02/1983)
(3)
K.B. van 14/05/1984 (B.S. 26/05/1984)
(4)
K.B. van 02/05/1985 (B.S. 15/05/1985)
(5)
K.B. van 07/11/1987 (B.S. 25/11/1987)
(6)
K.B. van 28/04/1989 (B.S. 13/05/1989; err. 05/07/1989)
(7)
K.B. van 02/08/1990 (B.S. 31/08/1990)
(8)
K.B. van 31/10/1990 (B.S. 23/11/1990)
(9)
K.B. van 10/09/1991 (B.S. 15/11/1991)
(10)
K.B. van 17/10/1991 (B.S. 15/11/1991)
(11)
K.B. van 11/10/1996 (B.S. 06/11/1996)
(12)
K.B. van 22/10/1998 (B.S. 28/10/1998)
(13)
K.B. van 07/01/2001 (B.S. 27/01/2001)
(14)
K.B. van 04/12/2001 (B.S. 21/12/2001)
(15)
K.B. van 17/12/2002 (B.S. 21/12/2002)
(16)
K.B. van 08/12/2004 (B.S. 28/12/2004)
(17)
K.B. van 20/01/2005 (B.S. 03/02/2005)
(18)
K.B. van 20/07/2005 (B.S. 29/07/2005)
(19)
K.B. van 27/12/2005 (B.S. 30/12/2005)
(20)
K.B. van 11/12/2006 (B.S. 15/12/2006)
BOUDEWIJN, Koning der Belgen,
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 1 september 1980 betreffende
de toekenning en de uitbetaling van een vakbondspremie aan sommige
personeelsleden van de overheidssector, inzonderheid op de artikelen 1, b en 4,
2° ;
Gelet op het advies van de Raad van
State;
Op de voordracht van Onze Eerste Minister,
van Onze Minister van Begroting en van Onze Minister van Openbaar Ambt en op
het advies van onze in Raad vergaderde Ministers,
Hebben Wij besloten en besluiten
Wij :
Artikel 1.
In de bepalingen die volgen dient
te worden verstaan :
1° onder de wet : de wet
van 1 september 1980 betreffende de toekenning en de uitbetaling van een
vakbondspremie aan sommige personeelsleden van de overheidssector;
2°
[onder "referentiejaar" : het kalenderjaar
waarop de premie betrekking heeft en waarin het personeelslid als
bijdragebetalend lid beschouwd wordt, overeenkomstig
artikel 4 van het
koninklijk besluit van 30 september 1980 betreffende de toekenning en de
uitbetaling van een vakbondspremie aan sommige personeelsleden van de
overheidssector.]
Art. 2.
De instellingen van openbaar nut
en de openbare instellingen bedoeld in artikel 1, b, van de wet zijn deze
waarvan de lijst gegeven wordt in de bijlage bij dit besluit.
Art. 3.
De bepalingen van dit besluit
zijn van toepassing :
- op de instellingen van
openbaar nut en openbare instellingen bedoeld in artikel 2 van dit
besluit;
-
[op de diensten bedoeld in artikel 1,
c, d en h, van de wet.]
Art. 4.
Het bedrag van de bijdrage,
bedoeld in artikel 4, 2° , van de wet wordt voor elk van de referentiejaren
1977, 1978 en 1979 vastgesteld op 530 F per personeelslid dat op 30 juni 1978
tot het personeelsbestand behoorde.
[Het bedrag
van de bijdrage, bedoeld in artikel 4, 2° , van de wet wordt voor de
referentiejaren 1980, 1981 en 1982 gezamelijk, vastgesteld op 570 F per
personeelslid dat op 30 juni 1981 tot het personeelsbestand behoorde.]
[Het bedrag van de bijdrage, bedoeld in artikel 4, 2° , van de
wet wordt
[voor elk van de referentiejaren 1983, 1984, 1985 en 1986]
,
vastgesteld op 400 F per jaar en per personeelslid dat op 30 juni van het
overeenkomstig referentiejaar tot het personeelsbestand behoorde.]
[Het bedrag van de bijdrage bedoeld in artikel 4, 2° , van de
wet wordt voor het referentiejaar 1987 vastgesteld op 455 F en voor het
referentiejaar 1988
[...]
op 510 F per jaar en per personeelslid dat op 30
juni van het overeenkomstig referentiejaar tot het personeelsbestand behoorde.]
[Het bedrag van de bijdrage, bedoeld in artikel 4, 2° , van de
wet wordt voor het referentiejaar 1989
[...]
vastgelegd op 570 F per jaar en
per personeelslid dat op 30 juni van het overeenkomstig referentiejaar tot het
personeelsbestand behoorde.]
[Het bedrag van de bijdrage, bedoeld in artikel 4, 2° van de
wet wordt voor de referentiejaren 1991 en 1992 vastgesteld op 740 F per jaar en
per personeelslid dat op 30 juni van het overeenkomstig referentiejaar tot het
personeelsbestand behoorde.]
[Het bedrag van de bijdrage, bedoeld in artikel 4, 2° van de
wet wordt voor de referentiejaren 1993 en 1994 vastgesteld op 855 F per jaar en
per personeelslid dat op 30 juni van het overeenkomstig referentiejaar tot het
personeelsbestand behoorde.]
[Het bedrag van de bijdrage, bedoeld in artikel 4, 2° van de
wet wordt voor de referentiejaren 1995 en 1996 vastgesteld op 975 F per jaar en
per personeelslid dat op 30 juni van het overeenkomstig referentiejaar tot het
personeelsbestand behoorde.]
[Het bedrag van de bijdrage, bedoeld in artikel 4, 2° van de
wet wordt voor de referentiejaren 1997 en 1998 vastgesteld op 1.150 F per jaar
en per personeelslid dat op 30 juni van het overeenkomstig referentiejaar tot
het personeelsbestand
behoorde.]
[Het
bedrag van de bijdrage, bedoeld in artikel 4, 2°, van de wet wordt voor de
referentiejaren 1999 en 2000 vastgesteld op 1 600 BEF (39,67 EUR) per jaar en
per personeelslid dat op 30 juni van het overeenkomstig referentiejaar tot het
personeelsbestand
behoorde.]
[Het
bedrag van de bijdrage, bedoeld in artikel 4, 2°, van de wet wordt voor de
referentiejaren 2001 en 2002 vastgesteld op 43,06 EUR per jaar en per
personeelslid dat op 30 juni van het overeenkomstig referentiejaar tot het
personeelsbestand
behoorde.]
[Het
bedrag van de bijdrage, bedoeld in artikel 4 van de wet wordt voor het
referentiejaar 2003, 2004 en 2005 vastgesteld op 45,39 EUR per jaar en per
personeelslid dat op 31 maart van het overeenkomstig referentiejaar tot het
personeelsbestand
behoorde.]
[Het
bedrag van de bijdrage, bedoeld in artikel 4 van de wet wordt voor het
referentiejaar 2006 alsmede voor elk van de volgende referentiejaren
vastgesteld op 46,55 EUR per jaar en per personeelslid dat op 31 maart van het
overeenkomstig referentiejaar tot het personeelsbestand
behoorde.]
Art. 5.
§ 1.
[De bijdragen
bedoeld in artikel 4 van de wet zijn verschuldigd vóór 5 januari
van het jaar dat volgt op het referentiejaar.
De
bijdragen verschuldigd door de diensten bedoeld in artikel 1, c en h, van de
wet worden geïnd door de RSZ-PPO.
De
bijdragen verschuldigd door de overige organismen worden geïnd door de
Federale Overheidsdienst Kanselarij van de Eerste Minister die deze overdraagt
aan de Thesaurie.
]
[Vanaf het referentiejaar 1998, dienen de bijdragen, bedoeld in
artikel 4, 2° van de wet te worden overgedragen aan de Thesaurie uiterlijk
op 31 januari van het jaar volgend op het referentiejaar.]
§ 2. In afwijking
van het bepaalde in § 1 vallen de bijdragen met betrekking tot de
referentiejaren 1977, 1978 en 1979 ten laste van het begrotingsjaar 1980, en
moeten uiterlijk op 31 maart 1981 overgedragen worden aan het Fonds voor
vakbondspremies.
[§ 3. Telkens als de
in artikel 2 van dit besluit bedoelde lijst met terugwerkende kracht wordt
aangevuld, bepaalt de Eerste Minister de datum waarop de verschuldigde
bijdragen met betrekking tot de voorbije referentiejaren uiterlijk zullen
worden
overgedragen.]
[[§ 4. In afwijking
van het bepaalde in § 1 vallen de bijdragen met betrekking tot de
referentiejaren 1980, 1981 en 1982 ten laste van het begrotingsjaar 1983 en
moeten ze uiterlijk op 30 juni 1983 overgedragen worden aan het Fonds voor
vakbondspremies.]]
[
§ 5. In afwijking
van het bepaalde in § 1 vallen de bijdragen met betrekking tot het
referentiejaar 1987 van de instellingen die met ingang van genoemd
referentiejaar aan de in artikel 2 bedoelde lijst zijn toegevoegd ten laste van
het begrotingsjaar 1989 en moeten ze uiterlijk op 30 juni 1989 overgedragen
worden aan het Fonds voor vakbondspremies.
In
afwijking van het bepaalde in § 1, vallen de bijdragenverhogingen met
betrekking tot het referentiejaar 1987 die het gevolg zijn van het bepaalde in
artikel 4, vierde lid, ten laste van het begrotingsjaar 1989 en moeten ze
uiterlijk op 30 juni 1989 overgedragen worden aan het Fonds voor
vakbondspremies.
]
[
§ 6. In afwijking
van het bepaalde in § 1, vallen de bijdragen met betrekking tot het
referentiejaar 1989 van de instellingen die met ingang van genoemd
referentiejaar aan de in artikel 2 bedoelde lijst zijn toegevoegd, ten laste
van het begrotingsjaar 1991 en moeten ze uiterlijk op 30 juni 1991 overgedragen
worden aan het Fonds voor vakbondspremies.
In
afwijking van het bepaalde in § 1, vallen de bijdragenverhogingen met
betrekking tot het referentiejaar 1989 die het gevolg zijn van het bepaalde in
artikel 4, vijfde lid, ten laste van het begrotingsjaar 1991 en moeten ze
uiterlijk op 30 juni 1991 overgedragen worden aan het Fonds voor
vakbondspremies.
]
[§ 7. In afwijking
van het bepaalde in § 1 vallen de bijdragen met betrekking tot de
referentiejaren 1995 en 1996 ten laste van het begrotingsjaar 1996, en moeten
uiterlijk op 31 oktober 1996 overgedragen worden aan het "Fonds van
vakbondspremies".]
[§ 8. In afwijking
op het bepaalde in § 1 dienen de bijdrageverhogingen met betrekking tot
het referentiejaar 1997 te worden overgedragen aan de Thesaurie uiterlijk op 31
oktober
1998.]
[§ 9. In afwijking op het
bepaalde in § 1 dienen de bijdrageverhogingen met betrekking tot het
referentiejaar 1999 te worden overgedragen aan de Thesaurie uiterlijk op 31
januari
2001.]
[§ 10. In afwijking op het bepaalde in §
1 dienen de bijdrageverhogingen met betrekking tot de referentiejaren 2001 en
2002 te worden overgedragen aan de Thesaurie uiterlijk op 31 januari
2003.]
[§ 11. In afwijking op het bepaalde in §
1 dienen de bijdrageverhogingen met betrekking tot de referentiejaren 2003 en
2004 te worden overgedragen
[...]
uiterlijk op 31 januari
2005.]
[§ 12.
[...]
]
Art. 6.
Dit besluit treedt in werking de
dag waarop het in het Belgisch Staatsblad is bekendgemaakt.
Art. 7.
Onze Ministers en
Staatssecretarissen zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van
dit besluit.
BIJLAGE
Algemeen Fonds
voor Schoolgebouwen;
Autonome Haven van
Charleroi;
Autonome Haven van Luik;
Autonome Haven van Namen;
[...]
Belgische Dienst voor Bedrijfsleven en Landbouw;
Belgische Dienst voor de Buitenlandse Handel;
Belgische Radio en Televisie, Nederlandse
uitzendingen;
[Belgische Rundfunk- und
Fernsehzentrum der deutschsprachige Gemeinschaft;]
Belgisch instituut
voor normalisatie;
Bijzondere Verrekenkas voor
gezinsvergoedingen ten bate van de arbeiders der diamantnijverheid;
Bijzondere Verrekenkas voor gezinsvergoedingen
ten bate van de arbeiders der scheepsrederij;
Bijzondere Verrekenkas voor gezinsvergoedingen ten bate van de
arbeiders der ondernemingen voor binnenscheepsvaart;
Bijzondere Verrekenkas voor gezinsvergoedingen ten bate van de
arbeiders der ondernemingen voor scheepsherstelling;
Bijzondere Compensatiekas voor kindertoeslagen van de
zeevaartgewesten;
Centrale Dienst voor sociale en
culturele actie ten behoeve van de leden van de militaire gemeenschap;
Centrale Raad voor het Bedrijfsleven;
[Commissariaat-generaal voor de Interfederale
Samenwerking van de Vlaamse Gemeenschap;]
Commissariat général
à la coopération interfederale;
Controledienst voor de Verzekeringen;
Dienst voor Scheepsvaart "Office de la Navigation";
[...]
Dienst voor Overzeese Sociale
Zekerheid;
Dienst voor Regeling der Binnenvaart;
[...]
[Economische en Sociale Raad van het
Waalse Gewest;]
Economisch Sociaal Instituut voor de Middenstand;
Fonds voor Arbeidsongevallen;
Fonds
voor de Beroepsziekten;
Fonds voor de bouw van
ziekenhuizen en medisch-sociale inrichtingen;
Gewestelijke
Economische Raad voor Brabant;
Gewestelijke
Ontwikkelingsmaatschappij voor de arrondissementen Halle-Vilvoorde en Leuven;
Gewestelijke Ontwikkelingsmaatschappij voor de
provincie Antwerpen;
Gewestelijke
Ontwikkelingsmaatschappij voor de provincie Limburg;
Gewestelijke Ontwikkelingsmaatschappij voor de provincie
Oost-Vlaanderen;
Gewestelijke
Ontwikkelingsmaatschappij voor de provincie West-Vlaanderen;
Gewestelijke Ontwikkelingsmaatschappij voor het arrondissement
Brussel-Hoofdstad;
Gewestelijke
Ontwikkelingsmaatschappij voor Wallonië;
Hoge Raad voor de Middenstand;
Hoge
Raden voor het gezin en de derde leeftijd;
Hulp-
en Informatiebureau voor gezinnen van militairen;
Hulp- en Voorzorgskas voor zeevarenden onder Belgische vlag;
Hulpkas voor Werkloosheidsuitkeringen;
Hulpkas voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering;
Identificatiedienst;
Kamers van Ambachten en Neringen;
Instituut tot aanmoediging van het Wetenschappelijk Onderzoek in
Nijverheid en Landbouw;
Instituut voor
Verbetering van de Arbeidsvoorwaarden;
Koninklijke Muntschouwburg;
Nationaal Gedenkteken van het Fort van Breendonk;
Nationaal Geografisch Instituut;
Nationaal Instituut voor de Huisvesting;
Nationaal Instituut voor de Extractiebedrijven;
Nationaal Orkest van België;
Nationaal Pensioenfonds voor Mijnwerkers;
Nationaal Waarborgsfonds voor Schoolgebouwen;
Nationaal Werk voor Kinderwelzijn;
[...]
Federale Arbeidsraad;
Federale Dienst voor de Afzet van Land- en Tuinbouwprodukten;
Federale Kas voor Bediendenpensioenen;
Federale Landmaatschappij;
Federale
Maatschappij der Waterleidingen;
Federale
Maatschappij voor de Huisvesting;
Federale
Zuiveldienst;
Maatschappij der Brugse
Zeevaartinrichtingen;
N.V. Zeekanaal en
Haveninrichtingen van Brussel;
Planbureau;
Pool van de zeelieden ter koopvaardij;
Proefbank voor Vuurwapens te Luik;
[Radio-Télévision belge de la
Communauté française;]
Regie der Belgische Rijkskoel- en
Vriesdiensten;
Regie der Gebouwen;
Regie der Luchtwegen;
Regie der Posterijen;
Regie van
Telegraaf en Telefoon;
Regie voor Maritiem
Transport;
Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening;
Rijkskas voor jaarlijkse vakantie;
Rijksdienst voor kinderbijslag voor Werknemers;
[Rijksdienst voor Sociale Zekerheid;]
[Rijksdienst voor Sociale Zekerheid van de provinciale en
plaatselijke overheidsdiensten;]
[Rijksdienst voor pensioenen;]
Rijksfonds voor
sociale reclassering van de minder-validen;
Rijksinstituut voor Sociale Verzekeringen der Zelfstandigen;
Rijksinstituut voor Grondmechanica;
Rijksdienst voor Ziekte- en
Invaliditeitsverzekering;
Rijkskas voor Rust- en
Overlevingspensioenen;
[Sociaal-Economische Raad
van Vlaanderen;]
Voorschottenfonds voor schadeloosstelling voor
schade veroorzaakt door het winnen en pompen van grondwater;
Waterzuiveringsmaatschappij van het kustbekken;
Wegenfonds;
[...]
[
Openbare
Afvalstoffenmaatschappij voor het Vlaamse Gewest;
Vlaamse Waterzuiveringsmaatschappij;
Nationaal Instituut voor oorlogsinvaliden, oud-strijders en
oorlogsslachtoffers;
]
[
[...]
Faculté polytechnique de Mons;
[...]
Limburgs Universitair
Centrum;
[...]
Universitaire instelling te Antwerpen.
]
[
Koninklijke Schenking;
[...]
Federale instelling voor radioactief afval en
Splijtstoffen;
Paleis voor Schone Kunsten.
]
[Brusselse Huisvestingsmaatschappij;]
[Instituut voor Veterinaire Keuring]
[
Amortisatiefonds
van de leningen van de sociale huisvesting;
Brusselse Gewestelijke Dienst voor arbeidsbemiddeling;
Brusselse Gewestelijke Economische en Sociale
Raad;
Brussels Instituut voor milieubeheer;
Centre hospitalier universitaire de Liège;
Centrum voor informatica voor het Brusselse
Gewest;
Commissariaat-generaal bij de
Interfederale Betrekkingen;
Dienst voor Geboorte
en Kinderen;
Fonds ter voorkoming en vergoeding
van schade veroorzaakt bij het winnen en pompen van grondwater;
Fonds voor de bouw van ziekenhuizen en van
medisch-sociale instellingen van de Franse Gemeenschap;
Investeringsfonds ter verdeling van de subsidies voor bepaalde
werken, leveringen en diensten die in het Vlaamse Gewest door of op initiatief
van de gemeenten worden uitgevoerd;
Kind en
Gezin;
Universitair ziekenhuis Gent;
Vlaams Commissariaat-generaal voor Toerisme;
Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en
Beroepsopleiding;
Vlaamse
Huisvestingsmaatschappij;
Vlaamse
Landmaatschappij;
Vlaamse Maatschappij voor
Watervoorziening;
Vlaamse Maatschappij voor
Waterzuivering;
Vlaams Fonds voor de Bouw van
Ziekenhuizen en Medisch-Sociale Instellingen;
Waals Fonds van voorschotten voor het herstel van schade
veroorzaakt door de grondwaterwinning en oppomping;
Waalse Maatschappij voor Watervoorzieningen;
Waalse Regionale Maatschappij voor de Huisvesting.
]
[
De administratieve diensten van de Autonome Raad voor het
Gemeenschapsonderwijs (ARGO);
Office
communautaire et régional de l'emploi et de la formation professionnelle
(FOREM);
De Dienst voor Infrastructuurwerken voor
het gesubsidieerd onderwijs.
]
[
Elke hierna niet vermelde publiekrechtelijke
rechtspersoon waarop het door de wet van 19 december 1974 tot regeling van de
betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel bepaald
stelsel, toepasselijk werd verklaard;
De diensten
van het College van de Vlaamse Gemeenschapscommissie;
De diensten van het College van de Franse Gemeenschapscommissie;
De diensten van het verenigd College van de
Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie;
Kruispuntbank van de sociale zekerheid.
]