Koninklijk besluit houdende toekenning van een gewaarborgde
bezoldiging aan sommige personeelsleden van de
rijksonderwijsinrichtingen.
goedkeuringsdatum
30 SEPTEMBER 1975
publicatiedatum
B.S.19/02/1976
datum laatste wijziging
10/10/2000
BOUDEWIJN,
Koning der Belgen,
Aan allen die nu zijn en
hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de
artikelen 29 en 67 van de Grondwet;
Gelet op de
wet van 22 juni 1964 betreffende het statuut der personeelsleden van het
rijksonderwijs;
Gelet op het koninklijk besluit
van 29 augustus 1966 houdende het statuut van de leden van het administratief
personeel en van het meesters-, vak- en dienstpersoneel van de
rijksinrichtingen voor kleuteronderwijs, voor lager, buitengewoon, middelbaar,
technisch, kunst- en normaalonderwijs;
Gelet op
het koninklijk besluit van 1 december 1970 houdende bezoldigingsregeling van
het administratief personeel, het meesters-, vak- en dienstpersoneel van de
rijksinrichtingen voor kleuteronderwijs, voor lager, buitengewoon, middelbaar,
technisch, kunst- en normaalonderwijs, zoals het gewijzigd werd door het
koninklijk besluit van 28 januari 1975;
Gelet op
het advies van de Syndicale Raad van Advies van het Ministerie van Nationale
Opvoeding en Franse Cultuur;
Gelet op het advies
van de Syndicale Raad van Advies van het Ministerie van Nationale Opvoeding en
Nederlandse Cultuur;
Gelet op het akkoord van
Onze Staatssecretaris voor Openbaar Ambt, gegeven op 17 juni 1975;
Gelet op het akkoord van Onze Staatssecretaris
voor Begroting, gegeven op 19 augustus 1975;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12
januari 1973, inzonderheid op artikel 3, eerste lid;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Op de voordracht van Onze Ministers van Nationale Opvoeding, van
Onze Minister van Nederlandse Cultuur en van Onze Minister van Franse Cultuur,
Hebben Wij besloten
en besluiten Wij :
Artikel 1.
Dit
besluit is van toepassing op de personeelsleden die onderworpen zijn aan het
koninklijk besluit van 1 december 1970 houdende bezoldigingsregeling van het
administratief personeel, het meesters-, vak- en dienstpersoneel van de
rijksinrichtingen voor kleuteronderwijs, voor lager, buitengewoon, middelbaar,
technisch, kunst- en normaalonderwijs.
Art. 2.
Onverminderd de bepalingen van voornoemd koninklijk besluit van 1 december
1970, zoals het gewijzigd werd door het koninklijk besluit van 28 januari 1975,
worden de bepalingen van het koninklijk besluit van 29 juni 1973 houdende
toekenning van een gewaarborgde bezoldiging aan sommige personeelsleden van de
ministeries, onder dezelfde voorwaarden en in dezelfde mate, van toepassing
verklaard op sommige personeelsleden die onder de regeling vallen van dit
statuut.
Art. 3.
Dit
besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1972.
Art. 4.
Onze Ministers van Nationale Opvoeding, Onze Minister van Nederlandse Cultuur
en Onze Minister van Franse Cultuur zijn, ieder wat hem betreft, belast met de
uitvoering van dit besluit.