Besluit van de Vlaamse regering betreffende de verdeling
van personeelsleden die ten behoeve van het secundair onderwijs met verlof zijn
voor de ondersteuning van de lokale comités.
goedkeuringsdatum
09 MAART 1999
publicatiedatum
B.S.08/05/1999
datum laatste wijziging
10/10/2000
De Vlaamse
regering,
Gelet op het decreet van 14 juli 1998
houdende diverse maatregelen met betrekking tot het secundair onderwijs en tot
wijziging van het decreet van 25 februari 1997 betreffende het basisonderwijs,
inzonderheid op de artikelen 156 en 158;
Gelet op
het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor begroting, gegeven op 5
oktober 1998;
Gelet op het protocol nr. 319 van
24 november 1998 houdende de conclusies van de onderhandelingen gevoerd in de
gemeenschappelijke vergadering van Sectorcomité X en de onderafdeling
"Vlaamse Gemeenschap" van afdeling 2 van het comité voor de provinciale
en plaatselijke overheidsdiensten;
Gelet op het
protocol nr. 96 van 24 november 1998 houdende de conclusies van de
onderhandelingen, gevoerd in het overkoepelend onderhandelingscomité
vrij gesubsidieerd onderwijs;
Gelet op het advies
van de Raad van State gegeven op 17 december 1998, met toepassing van artikel
84, eerste lid, 2° van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op voorstel van de Vlaamse minister van Onderwijs
en Ambtenarenzaken;
Na beraadslaging,
Besluit :
Artikel 1.
Elke vakorganisatie, aangesloten
bij een in de Sociale Economische Raad van Vlaanderen vertegenwoordigde
syndicale organisatie, kan beschikken over personeelsleden uit het onderwijs
met verlof wegens opdracht in het belang van het onderwijs of een verlof wegens
vakbondsopdracht, om de lokale comités van het secundair onderwijs te
ondersteunen.
Art. 2.
De 15 hiertoe toegekende
personeelsleden worden als volgt verdeeld :
1. de
Federatie van de Christelijke Syndicaten der Openbare Dienst kan over 10
personeelsleden beschikken;
2. de Algemene
Centrale der Openbare Diensten kan over 4,5 personeelsleden beschikken;
3. het Vrij Syndicaat voor het Openbaar Ambt kan
over 0,5 personeelslid beschikken.
Art. 3.
Dit besluit heeft uitwerking met
ingang van 1 september 1998.
Art. 4.
De Vlaamse minister, bevoegd voor
het onderwijs, is belast met de uitvoering van dit besluit.