OPGEHEVEN : Koninklijk besluit tot vaststelling van de voorwaarden waaronder de houders van de benoemingsbrief ter vervanging van het brevet van officier der artillerie of der genie, die uit de Applicatieschool komt (specialiteit bouwkunde) de graad van burgerlijk metallurgisch ingenieur kan behalen.

  • goedkeuringsdatum
    03 MEI 1968
  • publicatiedatum
    B.S.22/08/1968
  • datum laatste wijziging
    13/02/2017

COORDINATIE

Opgeheven door Decr. 23-12-2016 - B.S. 13-2-2017

BOUDEWIJN, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wetten op het toekennen van de academische graden en het programma van de universitaire examens, gecoördineerd op 31 december 1949, inzonderheid op de artikelen 1, 31 en 34;

Gelet op de wet van 23 december 1946 houdende instelling van een Raad van State, inzonderheid op artikel 2;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Op de voordracht van Onze Minister van Nationale Opvoeding en van Onze Minister-Staatssecretaris voor Nationale Opvoeding,

Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.

De houder van de benoemingsbrief ter vervanging van het brevet van officier der artillerie of der genie, die uit de Applicatieschool komt (specialiteit bouwkunde) en de graad van burgerlijk metallurgisch ingenieur wenst te behalen, legt een examen af dat de volgende vakken omvat :

1° de beginselen der analytische scheikunde en aanvullingen;

2° de industriële scheikunde en aanvullingen;

3° de algemene metallurgie en de siderurgie;

4° de metallografie en aanvullingen;

5° de aanvullingen der metallurgie (siderurgie en metalen buiten het ijzer), met inbegrip van de elektrometallurgie;

6° de fysische scheikunde, met inbegrip van de thermo- en de elektrochemie;

7° de elektriciteit en haar toepassingen op de nijverheid (aanvullingen);

8° de technologie (partim : metalen);

9° de staat- en sociale huishoudkunde;

10° de beginselen van het nijverheidsrecht.

Deze vakken zijn het voorwerp van twee examens en van ten minste twee jaren studie.

De examinandus moet bovendien bij het eindexamen een werk indienen over een vraagstuk in verband met één der vakken van de voornoemde groep.

Art. 2.

Onze Minister van Nationale Opvoeding en onze Minister-Staatssecretaris voor Nationale Opvoeding zijn belast met de uitvoering van dit besluit.