OPGEHEVEN : Besluit van de Vlaamse Regering houdende vaststelling, voor
de universiteiten in de Vlaamse Gemeenschap, van de berekeningswijze van de
studiepunten en van de minimale voorwaarden van overdracht van examencijfers en
van de voorwaarden voor het aanvullen van een jaarprogramma met
opleidingsonderdelen van een volgend jaarprogramma.
goedkeuringsdatum
03 JUNI 1992
publicatiedatum
B.S.28/07/1992
datum laatste wijziging
13/02/2017
COORDINATIE
B.Vl.R. 8-3-1995 - B.S. 23-6-1995
B.Vl.R. 6-7-2001
- B.S. 3-1-2002
Decr. 14-2-2003 - B.S.
1-7-2003
Opgeheven door Decr. 23-12-2016 - B.S. 13-2-2017
De Vlaamse Regering,
Gelet op het decreet van 12 juni 1991 betreffende de
universiteiten in de Vlaamse Gemeenschap, inzonderheid op de artikelen 13, 45
en 53;
Gelet op het advies van de Vlaamse
Interuniversitaire Raad gegeven op 31 maart 1992;
Gelet op het advies van de Raad van State;
Op voorstel van de Gemeenschapsminister van Onderwijs en
Ambtenarenzaken;
Na beraadslaging,
Besluit :
HOOFDSTUK I. - Definities
Artikel 1.
In dit besluit wordt verstaan
onder :
1° decreet : het decreet van 12 juni
1991 betreffende de universiteiten in de Vlaamse Gemeenschap;
2° studiejaar : een structuuronderdeel van een opleiding
omvattend een samenhangend geheel van ten minste 1.500 en ten hoogste 1.800
uren onderwijs- of andere studieactiviteiten;
3° voltijds jaarprogramma : een deel van een
opleidingsprogramma, dat het programma van één studiejaar
uitmaakt;
4° deeltijds jaarprogramma : een
helft van een jaarprogramma;
5°
opleidingsonderdeel : een deel van een voltijds/deeltijds jaarprogramma
waarvoor één examencijfer kan worden toegekend;
6° vrijstelling : de ontheffing van een opleidingsonderdeel
uit een opleidingsprogramma, op grond van eerder met goed gevolg afgelegde
examens;
7° overdracht van examencijfer : de
overdracht van een examencijfer naar een latere deliberatieperiode van
hetzelfde academiejaar of naar het eerstvolgend academiejaar waarin een
inschrijving genomen wordt;
8° normstudent :
het begrip dat het geheel van afspraken omvat over de student, die alle
kenmerken inzake voorkennis, begaafdheid, motivatie en studiehabitus vertoont
van de doelgroep waarop de programmering van een opleiding is gericht;
9° studietijd : de in uren weergegeven tijd
die van de normstudent gevergd wordt voor de onderwijs- en studieactiviteiten
van een opleidingsprogramma of een deel daarvan;
10° studiepunt : de eenheid waarmee op grond van de studietijd
de omvang van elk opleidingsonderdeel in een opleidingsprogramma of studiejaar
wordt uitgedrukt;
11° studieomvang : het
aantal studiepunten toegekend aan een opleidingsprogramma of een studiejaar.
Uitgedrukt in uren bedraagt de studieomvang van een studiejaar ten minste 1.500
en ten hoogste 1.800 uren;
12° slagen voor
een voltijds/deeltijds jaarprogramma : het met goed gevolg afleggen van de
examens van een voltijds/deeltijds jaarprogramma verminderd met de
opleidingsonderdelen waarvoor vrijstelling werd verleend.
HOOFDSTUK II. - Toekennen van studiepunten aan
studiejaren en opleidingsonderdelen
Art. 2.
De studieomvang van elk
studiejaar bedraagt zestig studiepunten.
Eén studiepunt wordt begroot op 25 tot 30 uren studietijd.
Per opleidingsonderdeel worden uitsluitend hele
en ten minste drie studiepunten toegekend.
Voor
elk studiejaar wordt de studietijd aangegeven.
Het universiteitsbestuur gaat geregeld de overeenstemming na
tussen de begrote en de werkelijke studietijd.
[Art. 2bis.
Het programma van een
deeltijdse opleiding [[in de eerste en tweede cyclus]] wordt bepaald door de
onderverdeling van het programma van de overeenstemmende voltijdse opleiding in
een deel I en een deel II. De studieomvang van een deeltijdse opleiding,
uitgedrukt in studiepunten, kan variëren van 28 tot 32 voorzover de
studieomvang van de deeltijdse opleiding uitgedrukt in uren onderwijs- en
andere activiteiten valt binnen de vork 750-900.]
B.Vl.R. 8-3-1995; [[ ]]
B.Vl.R.
van 6-7-2001
HOOFDSTUK III. - Examencijfers en overdracht van
examencijfers
[...]
Decr.
van 14-2-2003
HOOFDSTUK IV. - Samenstelling en studieomvangvan een
individueel aangepast voltijds/deeltijds jaarprogramma
Art. 6.
§ 1. Aan de
voltijdse/deeltijdse student voor wie door overdracht van examencijfers of door
vrijstellingen de studieomvang van zijn voltijds/deeltijds jaarprogramma met
ten minste één derde verminderd werd, kan het
universiteitsbestuur het volgen van een individueel aangepast
voltijds/deeltijds jaarprogramma toestaan.
Voor
de toepassing van dit artikel wordt onder individueel aangepast
voltijds/deeltijds jaarprogramma verstaan, een voltijds/deeltijds jaarprogramma
verminderd met de opleidingsonderdelen waarvoor ofwel vrijstelling werd
verleend ofwel overdracht van examencijfers werd toegestaan en dat uitgebreid
werd met opleidingsonderdelen uit het volgend voltijds/deeltijds jaarprogramma.
§ 2. De
studieomvang van het individueel aangepast voltijds/deeltijds jaarprogramma mag
niet groter zijn dan de studieomvang van het voltijds/deeltijds jaarprogramma
waaraan de opleidingsonderdelen zijn toegevoegd. In uitzonderlijke gevallen kan
hierover door de bevoegde organen van de betrokken instelling anders beslist
worden. Het universiteitsbestuur legt in de onderwijsregeling bedoeld in
artikel 45 van het decreet hieromtrent nadere regels
vast.
HOOFDSTUK V. - Slotbepalingen
Art. 7.
Dit besluit treedt in werking
op 1 oktober 1992 met uitzondering van hoofdstuk II dat in werking treedt bij
de aanvang van het academiejaar 1993-1994.
Art. 8.
De Gemeenschapsminister van
Onderwijs en Ambtenarenzaken is belast met de uitvoering van dit besluit.