OPGEHEVEN : Besluit van de Vlaamse regering houdende vaststelling van
bijkomende voorschriften voor het bepalen van het aantal financierbare
eenheden, de wijze van controle van de echtheid van de verstrekte gegevens en
van de vorm waarin de universiteiten hun inschrijvingen jaarlijks aan het
departement Onderwijs meedelen.
goedkeuringsdatum
08 MAART 1995
publicatiedatum
B.S.23/06/1995
datum laatste wijziging
02/09/2013
COORDINATIE
opgeheven door Decr. XXIII, 19-7-2013 - B.S. 27-8-2013
De Vlaamse regering,
Gelet op het decreet van 12 juni 1991 betreffende de
universiteiten in de Vlaamse Gemeenschap, inzonderheid op artikel 134;
Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister
bevoegd voor begroting, gegeven op 23 januari 1995;
Gelet op het advies van de Raad van State;
Op voorstel van de Vlaamse minister van Onderwijs en
Ambtenarenzaken;
Na beraadslaging,
Besluit :
HOOFDSTUK I. - Definities
Artikel 1.
In dit besluit wordt verstaan
onder :
1° "decreet" : het decreet van 12
juni 1991 betreffende de universiteiten in de Vlaamse Gemeenschap.
2° "besluit van de Vlaamse regering van 3
juni 1992" : het besluit van de Vlaamse regering houdende vaststelling, voor de
universiteiten in de Vlaamse Gemeenschap, van de berekeningswijze van de
studiepunten en van de minimale voorwaarden van overdracht van examencijfers en
van de voorwaarden voor het aanvullen van een jaarprogramma met
opleidingsonderdelen van een volgend jaarprogramma.
3° "GAS-opleiding" : opleiding van het voortgezet academisch
onderwijs leidend tot de academische graad van gediplomeerde in de aanvullende
studiën zoals bepaald in artikel 8 van het decreet.
4°
"GGS-opleiding": opleiding van het voortgezet academisch onderwijs leidend tot
de academische graad van gediplomeerde in de gespecialiseerde studiën
zoals bepaald in artikel 8 van het decreet.
5° "regelmatige student" : de student die op 1 februari van
het academiejaar dat het begrotingsjaar voorafgaat regelmatig ingeschreven is
met het oog op het werkelijk volgen van een bij of krachtens het decreet
erkende academische opleiding, GAS-opleiding, GGS-opleiding,
doctoraatsopleiding, lerarenopleiding en specifieke opleiding in de
huisartsgeneeskunde of ingeschreven is met het oog op het afleggen van het
examen van doctor en voldoet aan de toelatings- en inschrijvingsvoorwaarden
bepaald in hoofdstuk III van het decreet.
6°
"50-75 % regel" : de regel bedoeld in artikel 135, tweede lid, 2), en derde lid
van het decreet.
HOOFDSTUK II. - De lijsten der ingeschreven
studenten
Art. 2.
De universiteit stelt
vóór 1 maart van het academiejaar dat het begrotingsjaar
voorafgaat, de lijsten van de regelmatige studenten vast.
Art. 3.
Studenten die overeenkomstig
de regelgeving inzake vrijstellingen verkorting van studieduur verkrijgen,
worden ingeschreven in het laatste studiejaar van de desbetreffende cyclus
indien de duur van het aldus verkorte programma één jaar
voltijdse studie omvat.
Indien de duur van het
aldus verkorte programma twee jaar voltijdse studie omvat, wordt de student de
eerste maal ingeschreven in het voorlaatste jaar van de betreffende cyclus.
Indien de duur van het aldus verkorte opleidingsprogramma overeenkomt met de
duur van de tweede cyclus dan wordt de student de eerste maal ingeschreven in
het eerste studiejaar van de tweede cyclus.
Indien de duur van het aldus verkorte programma drie jaar
voltijdse studie omvat, wordt de student de eerste maal ingeschreven in het
tweede voorlaatste jaar van de betreffende cyclus. Indien de duur van het aldus
verkorte opleidingsprogramma overeenkomt met de duur van de tweede cyclus dan
wordt de student de eerste maal ingeschreven in het eerste studiejaar van de
tweede cyclus.
Art. 4.
Studenten die overeenkomstig
het bepaalde in het besluit van de Vlaamse regering van 3 juni 1992 een
individueel aangepast jaarprogramma volgen met overdracht van examencijfers,
worden ingeschreven in het studiejaar dat ze nog dienen af te ronden. De
toevoeging van opleidingsonderdelen van het hogere studiejaar geeft geen
aanleiding tot een afzonderlijke of bijkomende inschrijving.
HOOFDSTUK III. - De tabellen met statistische
gegevens
Art. 5.
Uiterlijk op 1 maart van het
academiejaar dat het begrotingsjaar voorafgaat, maakt de universiteit de
gevraagde statistische gegevens op door middel van zes tabellen waarvan het
model als bijlage bij dit besluit is gevoegd.
Art. 6.
De studenten die ingeschreven
zijn voor het programma van een gemeenschappelijk eerste jaar van twee of meer
kandidaatsopleidingen dienen in de tabellen verdeeld te worden over de
desbetreffende opleidingen overeenkomstig het bepaalde in artikel 142bis van
het decreet.
HOOFDSTUK IV. - Bijzondere
voorschriften
Art. 7.
Voor het bepalen van de
regelmatige inschrijvingen per academiejaar bedoeld in artikel 132, 1° ,
van het decreet en voor de toepassing van artikel 133, 1° , van hetzelfde
decreet, worden de inschrijvingen waarvoor overeenkomstig artikel 43, § 3,
zevende lid, van het decreet, bijkomende inschrijvingsgelden worden betaald,
niet in aanmerking genomen.
Art. 8.
Indien voor een bestaande
opleidingscyclus vastgesteld wordt dat het aantal studenten berekend over het
lopende en het voorgaande academiejaar, de rationalisatienorm niet bereikt,
worden de studenten ingeschreven in het eerste jaar van de cyclus niet meer
meegerekend voor het berekenen van het aantal financierbare eenheden.
Vanaf het volgend academiejaar gelden de
voorschriften inzake programmatie. Indien het aantal studenten de
programmatienorm niet bereikt, worden de studenten ingeschreven in het eerste
en tweede jaar van die cyclus niet meer meegerekend; de volgende jaren wordt
dit herhaald tot de volledige cyclus niet meer gefinancierd wordt.
Zodra het aantal studenten de programmatienorm
bereikt, wordt de volledige opleidingscyclus opnieuw financierbaar.
Art. 9.
§ 1. Inzake de
toepassing van de 50 % - 75 % regel geldt dat voor de bepaling van de
reële studieomvang de opleidingsonderdelen waarvoor vrijstelling werd
verkregen of overdracht van examencijfers werd toegestaan niet meegerekend
worden. De opleidingsonderdelen van het hogere studiejaar die de student kan
volgen, worden wel meegerekend voor zover ze beantwoorden aan de voorwaarden
bepaald in het besluit van de Vlaamse regering van 2 juni 1992.
§ 2. Studenten
die zich laten inschrijven voor een deeltijdse opleiding worden voor de helft
van de in artikel 135, § 1, 1° van het decreet vermelde punten
aangerekend ook in het geval zij vrijstellingen of overdracht van examencijfers
hebben verkregen.
Art. 10.
De academische opleiding tot
licentiaat in het notariaat wordt geacht een zelfstandige opleiding te zijn ten
opzichte van de opleiding tot licentiaat in de rechten.
HOOFDSTUK V. - Bekendmaking en controle van de
gegevens
Art. 11.
Uiterlijk op 1 maart van het
academiejaar dat het begrotingsjaar voorafgaat, deelt het universiteitsbestuur
de lijst van de regelmatig ingeschreven studenten en de tabellen met de
statistische gegevens mee aan de commissaris van de Vlaamse regering. De
tabellen worden gelijktijdig overgemaakt aan het departement Onderwijs
(afdeling Universitair Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek).
Art. 12.
De commissaris gaat de
echtheid van de gegevens na.
Binnen een termijn
van dertig dagen na de ontvangst van de lijsten en tabellen en uiterlijk op 1
april bezorgt de commissaris zijn verslag met eventuele opmerkingen aan de
Minister tot wiens bevoegdheid het onderwijs behoort en aan het departement
Onderwijs (Afdeling Universitair Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek). Een
afschrift van dit verslag wordt meegedeeld aan het universiteitsbestuur.
Het College van commissarissen waakt daarenboven
over de eenvormige toepassing van dit besluit door de universiteiten.
Art. 13.
Binnen een termijn van
vijftien dagen na ontvangst van het verslag deelt het universiteitsbestuur aan
de commissaris en aan het departement Onderwijs (afdeling Universitair
Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek) zijn standpunt mee in verband met de
gemaakte opmerkingen.
De oorspronkelijke tabellen
worden aangepast aan de opmerkingen van de commissaris in zover hierover geen
betwisting bestaat.
Art. 14.
De Minister tot wiens
bevoegdheid het onderwijs behoort beslecht de hangende geschillen. Binnen een
termijn van vijfenveertig dagen na de ontvangst van het standpunt van het
universiteitsbestuur deelt hij zijn beslissing mee aan het
universiteitsbestuur.
Art. 15.
Het departement Onderwijs
publiceert jaarlijks de gegevens betreffende de studentenbevolking aan de
universiteiten in de Vlaamse Gemeenschap in de vorm van een brochure.
HOOFDSTUK VI. - Slotbepalingen
Art. 16.
In het besluit van de Vlaamse
regering van 3 juni 1992 houdende vaststelling, voor de universiteiten in de
Vlaamse Gemeenschap, van de berekeningswijze van de studiepunten en van de
minimale voorwaarden van overdracht van examencijfers en van de voorwaarden
voor het aanvullen van een jaarprogramma met opleidingsonderdelen van een
volgend jaarprogramma wordt een artikel 2bis ingevoegd luidend als volgt : ...
Art. 17.
Dit besluit heeft uitwerking
met ingang van 1 oktober 1994.
Art. 18.
De Vlaamse minister, bevoegd
voor het onderwijs, is belast met de uitvoering van dit besluit.
- (1):
De bijlagen bij dit besluit
verschenen in het Belgisch Staatsblad dd. 23-6-1995.