Besluit van de Vlaamse regering betreffende de organisatie
van uren die geen lesuren zijn in het buitengewoon secundair
onderwijs
[en over sommige
aspecten van de personeelsomkadering in het buitengewoon secundair onderwijs]
goedkeuringsdatum
26 JANUARI 1999
publicatiedatum
B.S.23/03/1999
datum laatste wijziging
03/01/2023
COORDINATIE
(1)
B.Vl.R. van 02/09/2022 (B.S. 27/12/2022)
De Vlaamse regering,
Gelet op het decreet van 9 juli 1998 betreffende het onderwijs IX,
inzonderheid op artikel 41;
Gelet op het
koninklijk besluit nr. 65 van 20 juli 1982 tot vaststelling van de wijze waarop
de ambten van het bestuurs- en onderwijzend personeel worden bepaald in de
inrichtingen voor buitengewoon onderwijs, inzonderheid op artikel 21;
Gelet op het akkoord van de Inspectie van
Financiën, gegeven op 14 oktober 1998;
Gelet
op de wetten van de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973,
inzonderheid op artikel 3, § 1, gewijzigd bij de wetten van 4 juli 1989 en
4 augustus 1996;
Gelet op de dringende
noodzakelijkheid;
Overwegende dat het organiseren
van uren die geen lesuren zijn in het buitengewoon secundair onderwijs aan een
reële behoefte beantwoordt;
Op voorstel van
de Vlaamse minister van Onderwijs en Ambtenarenzaken;
Na beraadslaging,
Besluit :
[Hoofdstuk 1. Organisatie van uren die geen lesuren zijn in het buitengewoon secundair onderwijs]
Artikel 1.
In het buitengewoon secundair
onderwijs kunnen uren worden georganiseerd die geen lesuren zijn. Deze uren
worden aangewend voor bijzondere pedagogische taken.
Alle ambten van leraar komen hiervoor in aanmerking.
Art. 2.
De uren die geen lesuren zijn,
kunnen worden geput uit :
1° het
lesurenpakket, dat berekend is op basis van de richtgetallen en waarop het
aanwendingspercentage werd toegepast;
2° het
pakket uren-klassendirectie dat buiten het lesurenpakket is toegekend.
Art. 3.
Over de organisatie van uren die
geen lesuren zijn, is overleg binnen de participatieorganen noodzakelijk.
De organisatie ervan dient zo te gebeuren dat
controle door de onderwijsinspectie steeds mogelijk is.
Art. 4.
Uren die geen lesuren zijn,
worden gelijkgesteld met één van de vakken of specialiteiten die
voorkomen in het buitengewoon secundair onderwijs. De gelijkstelling is
afhankelijk van het bekwaamheidsbewijs van het personeelslid.
Art. 5.
De uren die geen lesuren zijn,
worden gefinancierd of gesubsidieerd overeenkomstig de salarisschalen verbonden
aan de opgeheven vakken of specialiteiten en het bekwaamheidsbewijs waarover de
leraar die deze uren geeft, beschikt.
[Hoofdstuk 2. De opleidingen van het buitengewoon secundair onderwijs, verwant aan land- en tuinbouw,
waarvoor er een noodzaak is om culturen, serres of veestapel uit te baten of te onderhouden]
[
Art. 5/1.
Een lijst met structuuronderdelen buitengewoon secundair onderwijs, opleidingsvorm 4, uit het
studiegebied of studiedomein land- en tuinbouw, waarvoor er een noodzaak is om culturen, serres of veestapel uit te
baten of te onderhouden, wordt vastgesteld. Die lijst is opgenomen in bijlage 1, die bij dit besluit is gevoegd.
[
Art. 5/2.
Een lijst met structuuronderdelen buitengewoon secundair onderwijs, opleidingsvorm 3, verwant aan
land- en tuinbouw, waarvoor er een noodzaak is om culturen, serres of veestapel uit te baten of te onderhouden, wordt
vastgesteld. Die lijst is opgenomen in bijlage 2, die bij dit besluit is gevoegd.
]
]
[Hoofdstuk 3. Slotbepalingen]
Art. 6.
Dit besluit heeft uitwerking met
ingang van 1 september 1997.
Art. 7.
De Vlaamse minister, bevoegd voor
het onderwijs, is belast met de uitvoering van dit besluit.
[Bijlage 1.]
Overzicht van de structuuronderdelen in opleidingsvorm 4 waarvoor er een noodzaak is om culturen, serres of veestapel uit te baten of onderhouden.
[Bijlage 2.]
Overzicht van de structuuronderdelen in opleidingsvorm 3 waarvoor er een noodzaak is om culturen, serres of veestapel uit te baten of onderhouden.