OPGEHEVEN : Besluit van de Vlaamse regering houdende vaststelling van de voorwaarden voor de financiering of subsidiëring van de ambten van het bestuurs- en ondersteunend personeel van de centra voor volwassenenonderwijs.

  • goedkeuringsdatum
    01 DECEMBER 2000
  • publicatiedatum
    B.S.14/03/2001
  • datum laatste wijziging
    17/06/2011

COORDINATIE

B.Vl.R. 18-7-2003 - B.S. 24-10-2003

opgeheven door Decr. 27-5-2011 - B.S. 17-6-2011

De Vlaamse regering,

Gelet op het decreet van 2 maart 1999 tot regeling van een aantal aangelegenheden van het volwassenenonderwijs, inzonderheid artikel 55;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor begroting, gegeven op 26 mei 2000;

Gelet op het protocol nr. 373 van 28 augustus 2000 houdende de conclusies van de onderhandelingen die gevoerd werden in de gemeenschappelijke vergaderingen van sectorcomité X en van onderafdeling "Vlaamse Gemeenschap" van afdeling 2 van het comité voor de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten op 13 en 26 juni en 4 juli 2000;

Gelet op het protocol nr. 148 van 28 augustus 2000 houdende de conclusies van de onderhandelingen die gevoerd werden in de vergaderingen van het overkoepelend onderhandelingscomité vrij gesubisidieerd onderwijs op 13 en 26 juni en 4 juli 2000;

Gelet op het verzoek om spoedbehandeling, gemotiveerd door de omstandigheid dat het besluit absoluut noodzakelijk is voor de goede werking van het volwassenenonderwijs in uitvoering van het decreet van 2 maart 1999 tot regeling van een aantal aangelegenheden van het volwassenenonderwijs en door het feit dat het onmogelijk is het besluit te laten ingaan in de loop van een schooljaar, waardoor de ingangsdatum reeds is voorzien op 1 september 2000;

Gelet op het advies van de Raad van State L. 30.682/1, gegeven op 26 september 2000 met toepassing van artikel 84, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Onderwijs en Vorming;

Na beraadslaging,

Besluit :

Artikel 1.

Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :

1° afdeling : het structuuronderdeel, bedoeld in artikel 3, § 1, van de wet van 29 mei 1959 tot wijziging van sommige bepalingen van de onderwijswetgeving;

2° centrum : een centrum voor volwassenenonderwijs dat onderwijs voor sociale promotie inricht, met dien verstande dat, indien het bestuurshandelingen betreft, het bestuur wordt bedoeld;

3° lesurencursist : de vermenigvuldiging van het aantal lestijden van een module of van een leerjaar met het aantal financierbare of subsidieerbare cursisten;

4° lokaal comité : het inzake arbeidsvoorwaarden en personeelsleden bevoegde lokaal overlegorgaan of onderhandelingsorgaan.

Art. 2.

Voor de vaststelling van het aantal ambten voor een bepaald schooljaar wordt dezelfde referteperiode in acht genomen als vermeld in artikel 48, 85 of 86 van het decreet van 2 maart 1999 tot regeling van een aantal aangelegenheden van het volwassenenonderwijs.

Art. 3.

Voor het schooljaar 1999-2000 worden :

1° volgende ambten toegekend :

a) een voltijds ambt directeur indien het centrum tenminste 120.000 lesurencursist totaliseert en indien het centrum minder dan 120.000 lesurencursist totaliseert 1/20 ambt directeur per volledige reeks van 6.000 lesurencursist;

b) een voltijds ambt adjunct-directeur per volledige reeks van 480.000 lesurencursist en 3/10 ambt adjunct-directeur per volledige reeks van 144.000 lesurencursist voor elke onvolledige reeks van 480.000 lesurencursist;

c) 1/10 ambt administratief medewerker per volledige reeks van 20.000 lesurencursist;

d) 1/10 ambt technisch adviseur per volledige reeks van 14.000 lesurencursist.

2° voor de vaststelling van het aantal ambten technisch adviseur worden enkel de uren praktische vakken en de daaraan gekoppelde lesurencursist in aanmerking genomen van de afdelingen geordend in volgende studiegebieden : auto, boekbinden, bouw, decoratieve technieken, diamantbewerking, grafische technieken, hout, juwelen, koeling en warmte, lederbewerking, mechanica - elektriciteit, meubelrestauratie - houtsnijden, orthopedische technieken, smeden, textiel, voeding.

Art. 4.

Vanaf het schooljaar 2000-2001 worden :

1° volgende ambten toegekend :

a) een voltijds ambt directeur indien het centrum tenminste 120.000 lesurencursist totaliseert en indien het centrum minder dan 120.000 lesurencursist totaliseert 1/20 ambt directeur per volledige reeks van 6.000 lesurencursist;

b) indien het centrum tenminste 150.000 lesurencursist totaliseert : 1/20 ambt adjunct- directeur per volledige reeks van 27.500 lesurencursist [waarbij in een centrum met hoger onderwijs en secundair onderwijs 1/20 ambt adjunct-directeur hoger onderwijs wordt toegekend per volledige schijf van 27.500 lesuren-cursist gegenereerd in het hoger onderwijs en 1/20 adjunct-directeur secundair onderwijs wordt toegekend per volledige schijf van 27.500 lesuren-cursist gegenereerd in het secundair onderwijs. Hierbij wordt het gedeelte lesuren-cursist boven de laatste volledige schijf van 27.500 lesuren-cursist gegenereerd in het hoger onderwijs gevoegd bij het aantal lesuren-cursist in het secundair onderwijs.];

c) 1/10 ambt administratief medewerker per volledige reeks van 20.000 lesurencursist;

d) 1/10 ambt technisch adviseur per volledige reeks van 22.000 lesurencursist.

2° voor de vaststelling van het aantal ambten technisch adviseur worden enkel de lesurencursist in aanmerking genomen van de afdelingen geordend in volgende studiegebieden : auto, boekbinden, bouw, confectie, decoratieve technieken, diamantbewerking, fotografie, grafische technieken, hout, juwelen, koeling en warmte, land- en tuinbouw, lichaamsverzorging, maritieme opleidingen, mechanica - elektriciteit, meubelrestauaratie - houtsnijden, muziekinstrumentenbouw, orthopedische technieken, smeden, textiel, voeding.

B.Vl.R. van 18-7-2003

Art. 5.

§ 1. Naast de toekenning van een aantal ambten volgens de bepalingen van artikel 3 wordt vanaf het schooljaar 2000-2001 aan elk centrum tevens een puntenenveloppe toegekend. Deze puntenenveloppe kan enkel aangewend worden voor de ambten van adjunct-directeur, administratief medewerker, technisch adviseur en technisch adviseur-coördinator. Elke volledige reeks van 3.500 lesurencursist geeft recht op één punt.

§ 2. De volgende ambten vereisen het volgende aantal punten :

1° adjunct-directeur : 140 punten voor een voltijds ambt en 7 punten voor 1/20 ambt;

2° administratief medewerker met salarisschaal 158 : 100 punten voor een voltijds ambt en 10 punten voor 1/10 ambt;

3° administratief medewerker met salarisschaal 122 : 90 punten voor een voltijds ambt en 9 punten voor 1/10 ambt;

4° technisch adviseur : 120 punten voor een voltijds ambt en 12 punten voor 1/10 ambt;

5° technisch adviseur-coördinator : 130 punten voor een voltijds ambt en 13 punten voor 1/10 ambt.

§ 3. Aan personeelsleden, die geheel of gedeeltelijk ter beschikking gesteld zijn wegens ontstentenis van betrekking in het ambt van adjunct-directeur, administratief medewerker, technisch adviseur of technisch adviseur-coördinator en die niet gereaffecteerd of wedertewerkgesteld kunnen worden, moet een aantal punten toegewezen worden zodat zij niet langer ter beschikking gesteld blijven.

§ 4. Indien na toepassing van § 3 nog punten beschikbaar zijn, kan het centrum vrij deze punten aanwenden rekening houdend met de in § 2 vermelde puntenwaarden. Bovendien kan een centrum een aantal punten overdragen naar een ander centrum. Een overdracht van punten naar een volgend schooljaar is niet mogelijk.

§ 5. Bij een fusie van centra wordt het puntenkrediet berekend op de samengevoegde lesurencursist van de fusionerende centra.

§ 6. De aanwending van het puntenkrediet wordt in het lokaal comité onderhandeld.

Art. 6.

Elk tiende ambt administratief medewerker geeft recht op een volume van 3,6 uur van zestig minuten. Het totaal aantal uren administratief medewerker waarop een centrum recht heeft na toepassing van de bepalingen van de artikelen 3 en 4 van dit besluit en van artikel 76 van het decreet wordt afgerond naar de hogere eenheid.

Art. 7.

Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 september 1999.

Art. 8.

De Vlaamse minister, bevoegd voor onderwijs, is belast met de uitvoering van dit besluit.