OPGEHEVEN : Besluit van de Vlaamse regering houdende maatregelen ter uitvoering van het project "geïntegreerde opvang van kinderen van zigeuners of woonwagenbewoners" in het basisonderwijs.

  • goedkeuringsdatum
    22 DECEMBER 1993
  • publicatiedatum
    B.S.24/03/1994
  • datum laatste wijziging
    04/12/2012

COORDINATIE

B.Vl.R. 10-5-1995 - B.S. 21-7-1995

B.Vl.R. 9-7-1996 - B.S. 20-8-1996

opgeheven door B.Vl.R. 12-10-2012 – B.S. 4-12-2012

De Vlaamse regering,

Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1990 tot hervorming der instellingen, inzonderheid op artikel 1, § 1;

Gelet op het protocol van 9 december 1993 houdende de conclusies van de onderhandelingen, die gevoerd. werden in de gemeenschappelijke vergadering van Sectorcomité X en van onderafdeling "Vlaamse Gemeenschap" van afdeling 2 van het comité voor de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister bevoegd voor begroting, gegeven op 24 november 1993;

Gelet op de wetten van de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, gewijzigd bij de wet van 9 augustus 1980;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat de betrokken onderwijsinstellingen binnen de kortst mogelijke termijn op de hoogte moeten zijn om het project "geïntegreerde opvang van kinderen van zigeuners of woonwagenbewoners" in het basisonderwijs te kunnen uitvoeren;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Onderwijs en Ambtenarenzaken;

Na beraadslaging,

Besluit :

Artikel 1.

Dit besluit is van toepassing op de scholen voor gewoon en buitengewoon kleuter- en lager onderwijs georganiseerd of gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap.

Art. 2.

[Ten behoeve van het project "geïntegreerde opvang van kinderen van zigeuners of woonwagenbewoners" wijst de Vlaamse minister, bevoegd voor het onderwijs, drie scholen aan. De aanwijzing geldt telkens voor één schooljaar.]

(voetnoot 1) B.Vl.R. van 9-7-1996

Art. 3.

Op vraag van de inrichtende macht van de in artikel 2 van dit besluit genoemde scholen kan de Vlaamse Gemeenschap aanvullende lestijden toekennen.

Art. 4.

[De betrokken scholen kunnen slechts aanspraak maken op de in artikelen 5 en 7 toegekende voordelen op voorwaarde dat de directie van de school een aanwendingsplan voorlegt dat door het departement onderwijs moet worden goedgekeurd.

De minister beoordeelt het aanwendingsplan.

Het aanwendingsplan houdt de volgende verbintenissen in :

1° de school derwijze te organiseren dat de voor het project in aanmerking komende leerlingen stapsgewijze in het normale schoolleven geïntegreerd worden;

2° het onderwijs Nederlands voor alle leerlingen te geven uitgaande van de principes van het taalvaardigheidsonderwijs;

3° de principes van het intercultureel onderwijs systematisch door te voeren voor alle leerlingen;

4° begeleiding en evaluatie te aanvaarden die worden georganiseerd door de minister;

5° een samenwerkingsverband uit te bouwen met de gemeente en/of met het OCMW en met het "Vlaams overleg woonwagenbewoners" en desgevallend met een erkende socio-culturele of welzijnsinstelling, vastgelegd in een concrete overeenkomst;

6° het aantal kinderen van zigeuners of woonwagenbewoners dat lessen volgt, te vermelden in het aanwendingsplan;

7° een planning op te stellen voor de implementatie van de verzamelde know-how in het reguliere onderwijs van de school.

Indien één van deze verbintenissen ontbreekt, worden de voordelen vervat in de artikelen 5 en 7 van het besluit, niet toegekend.]

B.Vl.R. van 10-5-1995

Art. 5.

Indien aan de in artikel 4 van dit besluit gestelde voorwaarden wordt voldaan, worden per school 48 aanvullende lestijden toegekend.

Art. 6.

De overeenkomstig artikel 5 van dit besluit toegekende aanvullende lestijden mogen uitsluitend worden aangewend voor onderwijsactiviteiten van het project en de daaraan verbonden acties.

Art. 7.

Aan de in artikel 2 van dit besluit genoemde scholen en indien aan de in artikel 4 van dit besluit gestelde voorwaarden wordt voldaan, wordt een bijkomende werkingstoelage ten behoeve van de projectwerking en ten bedrage van F 100 000 per schooljaar toegekend.

Art. 8.

Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 september 1993.

Art. 9.

De Vlaamse minister bevoegd voor het onderwijs is belast met de uitvoering van dit besluit.

- (1): Een besluit van 14 september 2001 van de Vlaamse minister van Onderwijs en Vorming en dat uitwerking heeft met ingang van 1 september 2001 bepaalt dat ten behoeve van het project "geïntegreerde opvang van kinderen van zigeuners of woonwagenbewoners" voor het schooljaar 2001-2002 volgende scholen worden aangeduid :- de gesubsidieerde gemeentelijke basisschool, Ulensstraat 83 te 1080 Sint-Jans-Molenbeek;- de basisschool van het gemeenschapsonderwijs, Vlierbeeklaan 1 te 3010 Kessel-Lo;- de gesubsidieerde gemeentelijke basisschool, Leo Dartelaan 11 te 3001 Heverlee.(B.S. 10-10-2001)