Besluit van de Vlaamse regering houdende de vorming van het personeel van de centra voor leerlingenbegeleiding

  • goedkeuringsdatum
    19 SEPTEMBER 2003
  • publicatiedatum
    B.S.30/10/2003
  • zie ook
  • datum laatste wijziging
    01/09/2018

COORDINATIE

(1) Decr. van 18/12/2009 (B.S. 30/12/2009) detail
Decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2010
;

(2) B.Vl.R. van 28/10/2016 (B.S. 29/12/2016) detail
Gecodificeerde decreten sommige bepalingen voor het onderwijs
;

(3) B.Vl.R. van 15/06/2018 (B.S. 09/08/2018) detail
Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 26 januari 2001 betreffende de mandaten van directeur, algemeen directeur en coördinerend directeur in het niet-tertiair onderwijs en het besluit van de Vlaamse regering van 19 september 2003 houdende de vorming van het personeel van de centra voor leerlingenbegeleiding
;

De Vlaamse regering,

Gelet op het decreet van 1 december 1998 betreffende de centra voor leerlingenbegeleiding, inzonderheid op artikel 81bis , ingevoegd bij het decreet van 14 februari 2003;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën van 18 april 2003;

Gelet op het protocol nr. 499 van 17 juli 2003 houdende de conclusies van de onderhandelingen gevoerd in de gemeenschappelijke vergadering van Sectorcomité X en van de onderafdeling "Vlaamse Gemeenschap" van afdeling 2 van het Comité voor de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten;

Gelet op het protocol nr. 267 van 17 juli 2003 houdende de conclusies van de onderhandelingen gevoerd in het overkoepelende onderhandelingscomité bedoeld in het decreet van 5 april 1995 tot oprichting van onderhandelingscomités in het vrij gesubsidieerd onderwijs;

Gelet op het advies nr. 35.763/1/V van de Raad van State, gegeven op 19 augustus 2003, met toepassing van artikel 84, § 1, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Overwegende dat in het protocol betreffende de onderhandelingen die op 29 en 30 maart 2001 gevoerd werden betreffende een akkoord van sectorale sociale programmatie voor de jaren 2001 en 2002 voor de sector onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap tussen de Vlaamse regering en de representatieve vakorganisaties ACOD, FCSOD en VSOA, een bepaling werd opgenomen met betrekking tot de vorming van het personeel van de centra voor leerlingenbegeleiding;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Onderwijs en Vorming,

Na beraadslaging,

Besluit :

HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.

[3B.Vl.R. van 15/06/2018
B.S. 09/08/2018

Dit besluit is van toepassing op de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel, het ondersteunend personeel en het technisch personeel, vermeld in artikel 2, § 1, van het decreet rechtspositie personeelsleden gemeenschapsonderwijs van 27 maart 1991 en artikel 4, § 1, a), van het decreet rechtspositie personeelsleden gesubsidieerd onderwijs van 27 maart 1991, die tewerkgesteld zijn in een centrum voor leerlingenbegeleiding dat gefinancierd of gesubsidieerd wordt door de Vlaamse overheid en die aan een van de volgende voorwaarden voldoen:

1° vastbenoemd zijn;

2° tijdelijk aangesteld zijn voor doorlopende duur;

3° tijdelijk aangesteld zijn voor bepaalde duur voor een periode van minstens 104 dagen.

3B.Vl.R. van 15/06/2018
B.S. 09/08/2018
]

HOOFDSTUK II. - Vormingsplan

Art. 2.

[3B.Vl.R. van 15/06/2018
B.S. 09/08/2018
Elk centrum stelt voor het komende schooljaar een vormingsplan op als vermeld in artikel 62, 4°, van het decreet van 27 april 2018 betreffende de leerlingenbegeleiding in het basisonderwijs, het secundair onderwijs en de centra voor leerlingenbegeleiding. Dat jaarlijkse vormingsplan is voorwerp van onderhandelingen in het bevoegde lokaal comité.3B.Vl.R. van 15/06/2018
B.S. 09/08/2018
]

Art. 3.

Het vormingsplan bevat volgende onderdelen :

1° de wijze waarop vorming afgestemd wordt op de werking van het centrum;

2° de finaliteit en de specificatie van de vorming voor alle personeelsleden, individueel of per groep;

3° de eventuele bijkomende vormingsactiviteiten per personeelslid.

Art. 4.

Het vormingsplan is een onderdeel van de doorlichting van het centrum, [2B.Vl.R. van 28/10/2016
B.S. 29/12/2016
bedoeld in het decreet betreffende de kwaliteit van onderwijs.2B.Vl.R. van 28/10/2016
B.S. 29/12/2016
] Bij de doorlichting wordt het vormingsplan ter beschikking gesteld van de visitatiecommissie.

HOOFDSTUK III. - Organisatie van de vorming

Art. 5.

Alle voltijds tewerkgestelde personeelsleden hebben recht op tien werkdagen vorming per schooljaar, voor- zover ze effectief tewerkgesteld zijn. Voor personeelsleden die geen volledig schooljaar zijn tewerkgesteld, wordt het aantal vormingsdagen pro rata berekend, voorzover ze effectief tewerkgesteld zijn. Voor personeelsleden die deeltijds zijn tewerkgesteld, wordt het aantal vormingsdagen eveneens pro rata berekend, voorzover ze effectief tewerkgesteld zijn.

Niet opgebruikte vormingsdagen kunnen enkel naar het volgende schooljaar worden overgedragen. Er kunnen maximaal 3 dagen worden overgedragen. Voor personeelsleden die deeltijds of geen volledig schooljaar zijn tewerkgesteld, wordt het aantal maximaal over te dragen dagen pro rata berekend, voor zover ze effectief tewerkgesteld zijn.

Art. 6.

[1Decr. van 18/12/2009
B.S. 30/12/2009
...1Decr. van 18/12/2009
B.S. 30/12/2009
]

HOOFDSTUK IV. - Slotbepalingen

Art. 7.

Dit besluit treedt in werking op 1 september 2003.

Art. 8.

De Vlaamse minister, bevoegd voor Onderwijs, is belast met de uitvoering van dit besluit.