OPGEHEVEN : Besluit van de Vlaamse Regering betreffende het tijdelijk project zorgondersteuning in de centra voor leerlingenbegeleiding

  • goedkeuringsdatum
    05 MAART 2004
  • publicatiedatum
    B.S.05/11/2004
  • datum laatste wijziging
    13/02/2017

COORDINATIE

Opgeheven door Decr. 23-12-2016 - B.S. 13-2-2017

De Vlaamse Regering,

Gelet op het decreet van 1 december 1998 betreffende de centra voor leerlingenbegeleiding, inzonderheid op de artikelen 82 en 83;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de Begroting, gegeven op 4 juli 2003;

Gelet op het protocol nr. 512 van 12 september 2003 houdende de conclusies van de onderhandelingen die gevoerd werden in de gemeenschappelijke vergadering van het sectorcomité X en van onderafdeling "Vlaamse Gemeenschap" van afdeling 2 van het comité voor de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten;

Gelet op het protocol nr. 280 van 12 september 2003 houdende de conclusies van de onderhandelingen die gevoerd werden in het overkoepelend onderhandelingscomité;

Gelet op het advies 36.164/1 van de Raad van State, gegeven op 11 december 2003 met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, van de gecoördineerde wetten van de Raad van State;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Onderwijs en Vorming;

Na beraadslaging,

Besluit :

HOOFDSTUK I. - Algemeen

Artikel 1.

Dit besluit is van toepassing op de door de Vlaamse Gemeenschap gefinancierde en gesubsidieerde centra voor leerlingenbegeleiding en op hun permanente ondersteuningscellen.

Art. 2.

Dit tijdelijk project heeft tot doel om via de centra voor leerlingenbegeleiding het zorgbeleid binnen de scholen en de scholengemeenschappen van het basisonderwijs te ondersteunen.

Art. 3.

Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :

1° scholen : de scholen voor het basisonderwijs;

2° scholengemeenschap : de scholengemeenschap basisonderwijs bedoeld in artikel 3, 52°bis, van het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997, zoals gewijzigd bij het decreet betreffend het landschap basisonderwijs van 2 juli 2003;

3° zorgbeleid : het zorgbeleid zoals bedoeld in de artikelen 153quinquies tot en met 153octies van hetzelfde decreet.

HOOFDSTUK II. - Toekenning en aanwending van aanvullende omkaderingsgewichten

Art. 4.

Aan de centra en/of de permanente ondersteuningscel worden binnen de vastgestelde begrotingskredieten aanvullende omkaderingsgewichten toegekend, indien gelijktijdig aan de volgende voorwaarden voldaan wordt :

1° het centrumnet dient een globaal aanwendingsplan in uiterlijk op 1 september 2003;

2° het centrum of de permanente ondersteuningscel engageert zich uitdrukkelijk om de doelstellingen in dit globale aanwendingsplan te realiseren.

Art. 5.

Het globale aanwendingsplan bevat :

1° een beschrijving van de visie die de centra en de permanente ondersteuningscel zullen hanteren t.a.v. het ondersteunen van een zorgbeleid binnen de scholen en de scholengemeenschap;

2° de manier waarop gewerkt wordt, rekening houdend met de werkingsprincipes en de strategische doelstellingen van het decreet van 1 december 1998 betreffende de centra voor leerlingenbegeleiding, op de volgende actieterreinen :

- het ondersteunen van de school bij het uitwerken van een visie op een lokaal zorgbeleid en het opzetten van een lokale zorgstructuur; - het versterken van de deskundigheid van leerkrachten en CLB-personeelsleden, op het vlak van signaaldetectie, remediëring en schoolondersteuning;

- het samen met het schoolteam begeleiden van leerlingen, op het vlak van vraagverheldering, diagnose, begeleiding en waar nodig doorverwijzing naar het externe netwerk van hulpverleners;

- de samenwerking met de pedagogische begeleiding;

3° de wijze van verdeling van de omkaderingsgewichten.

Art. 6.

Het engagement van het centrum en de permanente ondersteuningscel blijkt uit :

1° het beleidsplan of -contract afgesloten met de scholen van het werkgebied;

2° de aanwending van het aanvullend omkaderingsgewicht binnen het globale aanwendingsplan;

3° voor de permanente ondersteuningscel : de concrete ondersteuning van de centra op het vlak van visieontwikkeling en nascholing.

Art. 7.

De centra en/of permanente ondersteuningscellen rapporteren jaarlijks vóór 30 september over het gebruik tijdens het vorige schooljaar van de met toepassing van dit besluit toegekende aanvullende omkaderingsgewichten.

De inhoud van het globale aanwendingsplan en de rapportering erover wordt in de maand oktober van de schooljaren 2004-2005 en 2005-2006 beoordeeld door een beoordelingscommissie, samengesteld uit leden van de onderwijsinspectie, leden van het departement Onderwijs en externe deskundigen.

Art. 8.

§ 1. De aanvullende omkaderingsgewichten voor zorgondersteuning bedragen voor alle centrumnetten samen 88,6 omkaderingsgewichten. Deze worden toegekend voor de schooljaren 2003-2004 tot en met 2005-2006.

§ 2. De aanvullende omkaderingsgewichten worden tijdens het schooljaar 2003-2004 als volgt toegekend :

1° voor de centra en de permanente ondersteuningscel van het centrumnet van het Gemeenschapsonderwijs : 29,5 aanvullende omkaderingsgewichten;

2° voor de centra en de permanente ondersteuningscel van het officieel gesubsidieerde centrumnet : 5,6 aanvullende omkaderingsgewichten;

3° voor de centra en de permanente ondersteuningscel van het vrij gesubsidieerde centrumnet : 53,5 aanvullende omkaderingsgewichten.

§ 3. De aanvullende omkaderingsgewichten worden tijdens het schooljaar 2004-2005 als volgt toegekend :

1° voor de centra en de permanente ondersteuningscel van het centrumnet van het Gemeenschapsonderwijs : 23,3 aanvullende omkaderingsgewichten;

2° voor de centra en de permanente ondersteuningscel van het officieel gesubsidieerde centrumnet : 6,15 aanvullende omkaderingsgewichten;

3° voor de centra en de permanente ondersteuningscel van het vrij gesubsidieerde centrumnet : 59,15 aanvullende omkaderingsgewichten.

§ 4. De aanvullende omkaderingsgewichten worden tijdens het schooljaar 2005-2006 als volgt toegekend :

1° voor de centra en de permanente ondersteuningscel van het centrumnet van het Gemeenschapsonderwijs : 20,2 aanvullende omkaderingsgewichten;

2° voor de centra en de permanente ondersteuningscel van het officieel gesubsidieerde centrumnet : 6,4 aanvullende omkaderingsgewichten;

3° voor de centra en de permanente ondersteuningscel van het vrij gesubsidieerde centrumnet : 62 aanvullende omkaderingsgewichten.

Art. 9.

De aanvullende omkaderingsgewichten zijn op 1 september 2003 prioritair bestemd voor de personeelsleden die op 31 augustus 2003 werkzaam waren als :

- contractueel personeelslid van het departement Onderwijs binnen de centra, de permanente ondersteuningscel of elders binnen het centrumnet;

- personeelslid zoals bedoeld in artikel 17, eerste lid, 4°, van het besluit van 4 februari 2000 van de Vlaamse Regering betreffende de overdracht van personeel van de psycho-medisch-sociale centra of de centra voor medisch schooltoezicht naar de centra voor leerlingenbegeleiding en dat nog niet is toegewezen in een centrum voor leerlingenbegeleiding.

De plaats van tewerkstelling op 1 september 2003 wordt vastgesteld door het centrumnet na raadpleging van het personeelslid en het centrum en/of de permanente ondersteuningscel.

Art. 10.

Het centrumnet maakt vóór de start van ieder schooljaar een overzicht van de personeelsleden bedoeld in artikel 9 die op 1 september van dat schooljaar niet als tijdelijke personeelsleden worden tewerkgesteld in een centrum, een permanente ondersteuningscel of een onderwijsinstelling, voorzover deze personeelsleden niet uit dienst zijn. Voor ieder personeelslid op deze lijst wordt het omkaderingsgewicht vastgesteld, rekening houdend met het arbeidsvolume op 31 augustus 2003. Deze lijst rangschikt de personeelsleden volgens geldelijke anciënniteit in aflopende volgorde.

Deze personeelsleden komen, zolang zij geen tijdelijke aanstelling hebben binnen de personeelsformatie van een centrum en/of een permanente ondersteuningscel, prioritair in aanmerking voor een aanstelling binnen dit tijdelijk project.

Indien het totale omkaderingsgewicht van de personeelsleden bedoeld in het eerste lid, groter is dan de aanvullende omkaderingsgewichten bedoeld in artikel 8, zijn per centrumnet de betrekkingen waarin de personeelsleden staan met de laagste anciënniteit, na drie maanden niet langer subsidieerbaar of financierbaar en dit tot het totale omkaderingsgewicht kleiner is dan of gelijk is aan het aanvullende omkaderingsgewicht.

Indien het totale omkaderingsgewicht van de personeelsleden bedoeld in het eerste lid, kleiner is dan de aanvullende omkaderingsgewichten bedoeld in artikel 8, kunnen nieuwe personeelsleden binnen dit project worden aangesteld, telkens voor de duur van het lopende schooljaar.

Art. 11.

Onder de hierna vermelde gevallen zal de financiering of subsidiëring onmiddellijk stop gezet worden :

1° als vastgesteld wordt dat het globale aanwendingsplan niet nageleefd wordt;

2° als de engagementen niet worden nagekomen.

HOOFDSTUK III. - Slotbepalingen

Art. 12.

Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 september 2003.

Art. 13.

De Vlaamse minister, bevoegd voor het Onderwijs, is belast met de uitvoering van dit besluit.