OPGEHEVEN : Besluit van de Vlaamse Regering houdende goedkeuring van de geselecteerde tijdelijke projecten rond studie- en beroepskeuze en rond werkplekleren

  • goedkeuringsdatum
    26 OKTOBER 2007
  • publicatiedatum
    B.S.03/12/2007
  • datum laatste wijziging
    01/09/2010

COORDINATIE

B.Vl.R. 27-6-2008 - B.S. 10-9-2008

opgeheven door Art. 5 van ditzelfde besluit

De Vlaamse Regering,

Gelet op het decreet van 9 december 2005 betreffende de organisatie van tijdelijke projecten in het onderwijs, inzonderheid op artikel 3, 5, § 1, en op artikel 6, § 2, ingevoegd bij het decreet van 22 juni 2007;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 19 oktober 2007 betreffende de organisatie van tijdelijke projecten rond studie- en beroepskeuze en rond werkplekleren;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de Begroting, gegeven op 26 oktober 2007;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Werk, Onderwijs en Vorming;

Na beraadslaging,

Besluit :

Artikel 1.

In dit besluit wordt verstaan onder het besluit van 19 oktober 2007 : het besluit van de Vlaamse Regering van 19 oktober 2007 betreffende de organisatie van tijdelijke projecten rond studie- en beroepskeuze en rond werkplekleren.

Art. 2.

De naamlijst van de leden van de selectiecommissie, vermeld in artikel 7 van het besluit van 19 oktober 2007, is als bijlage I bij dit besluit gevoegd.

Art. 3.

De lijst van de tijdelijke projecten rond studie- en beroepskeuze en rond werkplekleren die, op voordracht van de selectiecommissie, voor de periode van 1 november 2007 tot en met 31 augustus 2010 worden goedgekeurd, zoals vermeld in artikel 5 van het besluit van 19 oktober 2007, is als bijlage II bij dit besluit gevoegd.

[Art. 3bis.

§ 1. In § 2 tot en met § 4 staat een exhaustieve opsomming van alle mogelijke afwijkingen van de vigerende wettelijke, decretale en reglementaire bepalingen binnen de tijdelijke projecten met een motivatie.

§ 2. Voor de scholen en leerlingen van het basisonderwijs gelden de hiernavolgende bepalingen :

1° in afwijking van artikel 20, § 2, 2°, van het decreet Basisonderwijs van 25 februari 1997 : het deelnemen aan onderwijsactiviteiten in andere scholen binnen hetzelfde project, mits dat voorafgaandelijk meegedeeld is aan de personen die het ouderlijk gezag uitoefenen of die de leerling in rechte of in feite onder hun bewaring hebben. In voorkomend geval blijft het principe gelden dat een leerling slechts in één school ingeschreven kan zijn;

2° in afwijking van artikel 153sexies, § 3, § 4 en § 5, van het decreet Basisonderwijs van 25 februari 1997 : het overdragen van de puntenenveloppen om een zorgbeleid te voeren, en om ICT-ondersteuning en administratieve ondersteuning te bieden, van het basisonderwijs naar het secundair onderwijs binnen hetzelfde project. Punten die worden overgedragen, moeten worden geput uit het aantal punten dat in aanmerking komt voor overdracht naar de scholengemeenschap. Die punten kunnen in het secundair onderwijs aangewend worden voor ondersteunend personeel als vermeld in het decreet van 14 juli 1998 houdende diverse maatregelen met betrekking tot het secundair onderwijs en tot wijziging van het decreet van 25 februari 1997 betreffende het basisonderwijs.

De motivering van de noodzaak tot een afwijking als vermeld in punt 1°, is de volgende : lesbijwoning in verschillende onderwijsinstellingen biedt de gelegenheid de opgebouwde expertise van elke afzonderlijke instelling ten voordele van het leer- en opvoedingsproces van de jongere te benutten.

De motivering van de noodzaak tot een afwijking als vermeld in punt 2°, is de volgende : de rol van het ondersteunend personeel kan voor een project een kritieke succesfactor zijn. Punten van het beleids- en ondersteunend personeel overdraagbaar maken van het basis- naar het secundair onderwijs kan daarbij in onderwijsniveauoverschrijdende projecten een adequaat hulpmiddel zijn.

§ 3. Voor de scholen en leerlingen van het secundair onderwijs gelden de hiernavolgende bepalingen :

1° in afwijking van artikel 2 van het koninklijk besluit nr. 2 van 21 augustus 1978 tot vaststelling van het maximumaantal lestijden per week in het voltijds secundair onderwijs, en van artikel 5 van het besluit van de Vlaamse Regering van 6 december 2002 met betrekking tot de organisatie van het buitengewoon secundair onderwijs van opleidingsvorm 3 : het niet-opleggen van een maximumaantal wekelijkse lestijden per structuuronderdeel voor financiering of subsidiëring;

2° in afwijking van artikel 48, 2°, van het decreet van 31 juli 1990 betreffende het onderwijs II, en van artikel 4, § 2, en artikel 5, § 2, van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 juli 2002 betreffende de organisatie van het voltijds secundair onderwijs : het laten volgen van lessen door leerlingen in andere onderwijsinstellingen die aan hetzelfde project deelnemen, mits dat voorafgaandelijk meegedeeld is via het schoolreglement en na instemming van de betrokken leraars van de andere onderwijsinstellingen. In voorkomend geval :

a) blijft het principe van de unieke inschrijving in één onderwijsinstelling en structuuronderdeel onverkort vooropstaan;

b) zijn de leraars van de andere onderwijsinstellingen, als ze niet tot dezelfde inrichtende macht behoren, die aan de leerling hebben lesgegeven, ambtshalve raadgevend in de begeleidende en delibererende klassenraad van de onderwijsinstelling van inschrijving;

c) zijn de leraars van de andere onderwijsinstellingen, als ze wel tot dezelfde inrichtende macht behoren, die aan de leerling hebben lesgegeven, ambtshalve stemgerechtigd in de begeleidende en delibererende klassenraad van de onderwijsinstelling van inschrijving;

3° in afwijking van artikel 48, 2°, van hetzelfde decreet van 31 juli 1990 : het flexibel, al dan niet leerjaaroverschrijdend, invullen of differentiëren van wekelijkse lessentabellen bij periode, leerlingengroep of individuele leerling, mits de toelatings- of begeleidende klassenraad voor leerlingen een gunstige beslissing heeft genomen. In voorkomend geval :

a) blijft het principe van de unieke inschrijving in één onderwijsinstelling en structuuronderdeel onverkort vooropstaan;

b) moeten de leerplandoelstellingen bereikbaar blijven;

4° in afwijking van artikel 48, 2°, van hetzelfde decreet van 31 juli 1990 : het individueel vrijstellen van het volgen van bepaalde programmaonderdelen van een bepaald structuuronderdeel, dat al dan niet wordt overgezeten, mits de toelatingsklassenraad een gunstige beslissing neemt omdat de leerling al geslaagd is voor die programmaonderdelen in het secundair onderwijs. In voorkomend geval moet de gedeeltelijk alternatieve wekelijkse lessentabel minstens achtentwintig lestijden omvatten;

5° in afwijking van artikel 48, 2°, van hetzelfde decreet van 31 juli 1990 : het individueel vrijstellen van het volgen van bepaalde programmaonderdelen in het derde leerjaar van de derde graad van het technisch of het kunstsecundair onderwijs, georganiseerd in de vorm van een specialisatiejaar, mits de toelatingsklassenraad een gunstige beslissing neemt op basis van elders verworven competenties of kwalificaties. In voorkomend geval moet de gedeeltelijk alternatieve wekelijkse lessentabel minstens achtentwintig lestijden omvatten;

6° in afwijking van artikel 48, 2°, van hetzelfde decreet van 31 juli 1990 : het spreiden van het programma in het derde leerjaar van de derde graad van het technisch of het kunstsecundair onderwijs, georganiseerd in de vorm van een specialisatiejaar, over twee schooljaren. In voorkomend geval :

a) wordt na het eerste schooljaar alleen een attest van regelmatige lesbijwoning uitgereikt;

b) wordt voor de normering inzake financiering of subsidiëring, rationalisatie en programmatie de leerling elk schooljaar voor een halve eenheid in aanmerking genomen;

7° in afwijking van artikel 49, 1°, van hetzelfde decreet van 31 juli 1990 : het uitbreiden van de tweejarige structuur van de eerste graad naar een driejarige structuur, mits dat voorafgaandelijk meegedeeld is via het schoolreglement. In voorkomend geval :

a) is voor inschrijving, elk schooljaar opnieuw en telkens na kennisname van het gemotiveerde advies van de toelatingsklassenraad, het voorafgaande schriftelijke akkoord vereist van de personen die het ouderlijk gezag uitoefenen of in rechte of in feite de minderjarige leerling onder hun bewaring hebben;

b) wordt het derde leerjaar geacht zich te bevinden op het niveau van het tweede leerjaar van de eerste graad, dat is opgebouwd uit basisopties;

c) wordt het oriënteringsattest van het eerste respectievelijk het tweede leerjaar vervangen door een attest van regelmatige lesbijwoning, dat van rechtswege toelating verleent tot het tweede respectievelijk het derde leerjaar als dat leerjaar onder de toepassing van de afwijkende regeling valt;

d) wordt aan elke leerling, als hij dat nog niet in zijn bezit heeft, op het einde van het eerste leerjaar een getuigschrift van basisonderwijs uitgereikt;

e) wordt aan elke leerling op het einde van het derde leerjaar een getuigschrift van de eerste graad van het secundair onderwijs uitgereikt, samen met een oriënteringsattest A of B;

f) beslist de delibererende klassenraad van het eerste respectievelijk het tweede leerjaar alsnog om een oriënteringsattest toe te kennen aan elke leerling die het leerjaar heeft beëindigd en die voor het einde van de eerste graad overstapt naar een onderwijsinstelling die of een structuuronderdeel dat niet onder toepassing van de afwijkende regeling valt;

8° in afwijking van artikel 50 van hetzelfde decreet van 31 juli 1990 : het invoeren, ongeacht de graad, de onderwijsvorm of het structuuronderdeel, van aspecten van modulaire onderwijsinrichting zoals die door de decreet- of regelgever worden vastgelegd;

9° in afwijking van artikel 51, laatste gedachtestreepje, van hetzelfde decreet van 31 juli 1990, en van het besluit van de Vlaamse Regering van 24 mei 2002 inzake de organisatie van onthaalonderwijs voor anderstalige nieuwkomers in het gewoon voltijds secundair onderwijs : het organiseren van een tweede onthaaljaar, voorbehouden aan leerlingen die het eerste onthaaljaar hebben gevolgd. In voorkomend geval :

a) omvat de wekelijkse lessentabel maximaal vierendertig lestijden, waaronder :

1) twee lestijden godsdienst, niet-confessionele zedenleer, eigen cultuur en religie of cultuurbeschouwing (de laatste twee vakken zijn voorbehouden aan het vrij onderwijs);

2) minstens acht lestijden Nederlands voor nieuwkomers.

De overige lestijden worden door de klassenraad ingevuld afhankelijk van de individuele leerling;

b) vindt de studiebekrachtiging plaats naar analogie van de studiebekrachtiging in een leerjaar van de eerste graad, afhankelijk van de individuele leerling;

c) worden geen specifieke uren-leraar toegekend;

d) wordt voor de toepassing van alle andere wettelijke, decretale en reglementaire bepalingen het tweede onthaaljaar gelijkgesteld aan het eerste onthaaljaar;

10° in afwijking van artikel 53, § 1, en artikel 54, § 1 en § 3, van hetzelfde decreet van 31 juli 1990 : het niet-koppelen van de respectieve basisvormingen van de eerste graad aan een minimumaantal wekelijkse lestijden;

11° in afwijking van artikel 57, § 3, van hetzelfde decreet van 31 juli 1990 : het aanwenden van uren-leraar voor de aanwerving van voordrachtgevers ten belope van maximaal 5 % van het voor de onderwijsinstelling beschikbare pakket uren-leraar. In voorkomend geval wordt de vergoeding van die voordrachtgevers geregeld conform de bepalingen, vigerend in het deeltijds beroepssecundair onderwijs;

12° in afwijking van artikel 57, § 3, van hetzelfde decreet van 31 juli 1990 : het realiseren van wekelijkse lessentabellen, met eventuele vakkenintegratie, op basis van met lesuren gelijkgestelde uren, meer bepaald in de vorm van bijzondere pedagogische taken;

13° in afwijking van artikel 7, § 1, artikel 28 en 38 van het decreet van 14 juli 1998 houdende diverse maatregelen met betrekking tot het secundair onderwijs en tot wijziging van het decreet van 25 februari 1997 betreffende het basisonderwijs : het zonder normering programmeren van structuuronderdelen onder bestaande benamingen, nieuwe benamingen of een benaming proeftuin en, met uitzondering van de eerste graad, de rangschikking van die structuuronderdelen binnen de bestaande studiegebieden of in een studiegebied proeftuin. In voorkomend geval :

a) moet het aldus opgerichte structuuronderdeel worden afgebouwd na beëindiging van het tijdelijke project, tenzij andersluidende overheidsbeslissing;

b) wordt, zo het structuuronderdeel een nieuwe benaming of de benaming proeftuin draagt, als leerlingencoëfficiënt binnen de vaststellingsregeling van de lerarenomkadering de coëfficiënt genomen van het structuuronderdeel dat inhoudelijk het dichtst aanleunt bij het geprogrammeerde structuuronderdeel;

14° in afwijking van artikel 98, § 1, en artikel 98bis , § 1, van hetzelfde decreet van 14 juli 1998 : het overdragen van punten ondersteunend personeel van het secundair onderwijs naar het basisonderwijs binnen hetzelfde project. Die punten kunnen in het basisonderwijs aangewend worden voor beleids- en ondersteunend personeel als vermeld in het decreet Basisonderwijs van 25 februari 1997;

15° in afwijking van bijlage III bij het besluit van de Vlaamse Regering van 21 december 2007 betreffende de studiegebieden en structuuronderdelen in het voltijds secundair onderwijs : het organiseren van tweepolige structuuronderdelen in de derde graad van het algemeen secundair onderwijs op basis van alle mogelijke combinaties van bestaande polen;

16° in afwijking van bijlage III tot en met XXXI bij hetzelfde besluit van de Vlaamse Regering van 21 december 2007 : het herindelen van bestaande structuuronderdelen binnen bestaande studiegebieden;

17° in afwijking van artikel 8, § 4, van het decreet van 18 januari 2002 betreffende de eindtermen, de ontwikkelingsdoelen en de specifieke eindtermen in het voltijds gewoon en buitengewoon secundair onderwijs en van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 november 2006 tot vaststelling van de goedkeuringscriteria en indieningsmodaliteiten van de leerplannen : het hanteren van leerplannen zonder de vigerende goedkeuringsregeling in aanmerking te nemen;

18° in afwijking van artikel 2, 1°, a), van het besluit van de Vlaamse Regering van 24 mei 2002 inzake de organisatie van onthaalonderwijs voor anderstalige nieuwkomers in het gewoon voltijds secundair onderwijs : het definiëren van een anderstalige nieuwkomer als een leerling die uiterlijk op 31 december na de aanvang van het schooljaar enerzijds minstens elf jaar is en anderzijds geen achttien jaar geworden is. In voorkomend geval worden, louter voor de leerlingen die op basis van de vermelde afwijking instromen, geen specifieke uren-leraar toegekend;

19° in afwijking van artikel 6, § 1, van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 juli 2002 betreffende de organisatie van het voltijds secundair onderwijs : het toelaten als regelmatige leerling tot het eerste leerjaar A zonder het zesde leerjaar van het lager onderwijs te hebben gevolgd mits :

a) de toelatingsklassenraad een gunstige beslissing neemt op basis van screening van de leerling;

b) de personen akkoord gaan die het ouderlijk gezag uitoefenen of in rechte of in feite de minderjarige leerling onder hun bewaring hebben;

20° in afwijking van artikel 24, § 1, van hetzelfde besluit van de Vlaamse Regering van 19 juli 2002 : het toelaten als regelmatige leerling tot het derde leerjaar van de derde graad van het technisch of het kunstsecundair onderwijs, georganiseerd in de vorm van een specialisatiejaar, mits de toelatingsklassenraad een gunstige beslissing neemt op basis van elders verworven competenties of kwalificaties;

21° in afwijking van hetzelfde besluit van de Vlaamse Regering van 19 juli 2002 : het uitstellen van delibererende klassenraden in de eerste, de tweede, respectievelijk de derde graad tot het einde van het tweede leerjaar van de graad in kwestie. In voorkomend geval :

a) wordt het oriënteringsattest van het eerste leerjaar van de graad in kwestie vervangen door een attest van regelmatige lesbijwoning, dat van rechtswege toelating verleent tot het tweede leerjaar van die graad als dat leerjaar onder de toepassing van de afwijkende regeling valt. Bij dat attest wordt de eventuele beslissing van de begeleidende klassenraad gevoegd om in het hogere leerjaar een aangepast leertraject te volgen;

b) beslist de delibererende klassenraad van het eerste leerjaar van de graad in kwestie alsnog om een oriënteringsattest toe te kennen aan elke leerling die het leerjaar heeft beëindigd en die voor het einde van de graad overstapt naar een onderwijsinstelling die of een structuuronderdeel dat niet onder de toepassing van de afwijkende regeling valt;

c) wordt in de eerste graad aan elke leerling, als hij dat nog niet in zijn bezit heeft, een getuigschrift van basisonderwijs uitgereikt op het einde van het eerste leerjaar;

22° in afwijking van hetzelfde besluit van de Vlaamse Regering van 19 juli 2002 : het toelaten als regelmatige leerling tot een hoger leerjaar niettegenstaande tekorten voor bepaalde programmaonderdelen, mits de toelatingsklassenraad een gunstige beslissing neemt in overleg met de delibererende klassenraad van het leerjaar waaruit de leerling komt. In voorkomend geval :

a) moeten de tekorten worden weggewerkt voor het einde van de graad waarbinnen het hogere leerjaar zich bevindt;

b) wordt de uitreiking van een oriënteringsattest vervangen door de uitreiking van een attest van regelmatige lesbijwoning in afwachting van het wegwerken van de tekorten;

c) beslist de delibererende klassenraad van het leerjaar waarin een attest van regelmatige lesbijwoning werd uitgereikt, alsnog om een oriënteringsattest toe te kennen aan elke leerling die, zonder dat de tekorten zijn weggewerkt, overstapt naar een onderwijsinstelling die of een structuuronderdeel dat niet onder de toepassing van de afwijkende regeling valt;

d) wordt in de eerste graad aan elke leerling, als hij dat nog niet in zijn bezit heeft, een getuigschrift van basisonderwijs uitgereikt op het einde van het eerste leerjaar;

23° in afwijking van artikel 56, § 1, van hetzelfde besluit van de Vlaamse Regering van 19 juli 2002 : het niet-organiseren van een geïntegreerde proef op het einde van het schooljaar mits tijdens het schooljaar permanent geïntegreerd wordt gewerkt.

De motivering van de noodzaak tot een afwijking als vermeld in punt 1°, 2°, 3° en 10°, is de volgende : de flexibele samenstelling van leerprogramma's impliceert de mogelijkheid tot het doorbreken van de rigide indeling in graden, leerjaren, onderwijsvormen, studiegebieden en structuuronderdelen. Flexibiliteit betekent ook de mogelijkheid tot spreiding van studiebelasting en tot alternerende lesbijwoning in verschillende onderwijsinstellingen. Door die opportuniteiten moeten persoonlijke talenten, competenties en interesses van leerlingen optimaal tot ontwikkeling kunnen komen, waardoor leermotivatie wordt gestimuleerd. Op die wijze kan een voedingsbodem worden gecreëerd voor een studieloopbaan waarin veelvuldige school- of studieverandering, leerachterstand, zittenblijven en, ten slotte, ongekwalificeerde uitstroom maximaal worden teruggedrongen. Door handhaving van principes, zoals eindtermen, ontwikkelingsdoelen en minimale basisvorming, en door behoud van de reguliere eindstudiebekrachtiging wordt het evenwicht bewaakt tussen een dynamisch en vernieuwend onderwijs op maat enerzijds en onderwijskwaliteit en civiele onderwijseffecten anderzijds.

De motivering van de noodzaak tot een afwijking als vermeld in punt 4°, is de volgende : het hanteren van een ruimer lokaal vrijstellingenbeleid moet in een efficiëntere en effectievere tijdsbesteding resulteren. Door de lesverstrekking te focussen op programmaonderdelen die voor de betrokken leerling nieuw zijn of remediëring vereisen, kan zijn belangstelling gewekt blijven en kunnen zijn tekorten worden weggewerkt, wat essentiële elementen zijn voor een optimale studieloopbaan.

De motivering van de noodzaak tot een afwijking als vermeld in punt 5°, 6° en 20°, is de volgende : de specialisatiejaren van de derde graad technisch en kunstsecundair onderwijs worden bevolkt door leerlingen die al gediplomeerd en niet meer leerplichtig zijn. Specialisatiejaren zijn kwalificatieverhogend, worden gewaardeerd door het bedrijfsleven en bevorderen de tewerkstellingsperspectieven. De aantrekkingskracht van die specialiatiejaren verhogen door maatregelen te nemen op het vlak van toeleiding en invulling, maar ook door opleiding én werk combineerbaar te maken, kan positieve effecten sorteren voor (potentiële) werknemers en werkgevers.

De motivering van de noodzaak tot een afwijking als vermeld in punt 7°, is de volgende : de eerste graad secundair onderwijs is een scharniergraad tussen het lager en secundair onderwijs en belangrijk in de opstap naar en studiekeuze in de hogere leerjaren. Falen in de eerste graad kan structureel negatieve gevolgen hebben voor de verdere studieloopbaan, zodat bij uitstek in die graad preventief opgetreden moet worden. Uitbreiding van twee naar drie leerjaren met doorstroomgarantie moet meer ruimte geven voor leerplanafwerking en individuele opvang en begeleiding en vermijdt het emotioneel geladen zittenblijven.

De motivering van de noodzaak tot een afwijking als vermeld in punt 8°, is de volgende : door het volledige secundaironderwijslandschap toegankelijk te maken voor modulaire onderwijsaspecten, kan een groei worden gerealiseerd in gekwalificeerde uitstroom, in afstemming op de arbeidsmarkt, in transparantie van het onderwijsaanbod, in tussentijdse succesbelevingen van leerlingen en in hun stimulans tot levenslang leren.

De motivering van de noodzaak tot een afwijking als vermeld in punt 9° en 18°, is de volgende : door de strikte begrenzing weg te nemen dat onthaalonderwijs voor anderstalige nieuwkomers een eenjarige opleiding is en voorbehouden aan plus 12-jarigen, kan het rendement van die specifieke onderwijsvoorziening worden verhoogd. Daaronder wordt verstaan dat nieuwkomers, na een intensief taalbad, ook op leeftijd in het secundair onderwijs kunnen stappen, respectievelijk dat nieuwkomers via een tweede onthaaljaar nog steeds intensief taalonderricht kunnen krijgen, waardoor ze nadien over betere slaagkansen beschikken.

De motivering van de noodzaak tot een afwijking als vermeld in punt 11°, is de volgende : onderwijsinstellingen en lerarenteams staan voor de permanente uitdaging om de leerstof op een boeiende en eigentijdse wijze te verwerken. Inschakeling van schoolexterne voordrachtgevers, die het onderwijs levensechter maken en een horizonverruimende dimensie aanbrengen, past in het streven naar gepaste pedagogisch-didactische werkvormen. Omgekeerd kan confrontatie met het onderwijsproces ook voor voordrachtgevers een meerwaarde genereren, zodat een win-winsituatie ontstaat.

De motivering van de noodzaak tot een afwijking als vermeld in punt 12°, is de volgende : leerstofpakketten catalogiseren in vakken en daarop een vakkenrubricering toepassen, gebeurt in de huidige stand van zaken vooral op grond van personeelsregelgeving. Onderwijstrends gaan echter steeds vaker in de richting van integratie van vakken, met onder meer multidisciplinaire of thematische aanpak en vervaging van het strikte onderscheid tussen theorie en praktijk. Les- en verwante onderwijsopdrachten onder de noemer van bijzondere pedagogische taken plaatsen, kan uitkomst bieden om onderwijskundige vernieuwingen te verzoenen met toepassing van de vigerende personeelsregelgeving. Daarenboven biedt de techniek van de met lesuren gelijkgestelde uren, waaronder bijzondere pedagogische taken ressorteren, de mogelijkheid aan de inrichtende macht om het inzetten van het juiste personeelslid op de juiste plaats op te voeren, rekening houdend met ervaring, deskundigheid en motivatie.

De motivering van de noodzaak tot een afwijking als vermeld in punt 13°, is de volgende : onderwijs moet gelijke tred kunnen houden met socio-economische, technologische, maatschappelijke en demografische ontwikkelingen. Programmatie van het opleidingenaanbod is een van de instrumenten daartoe. Door programmaties procedure- en normloos te maken, kunnen onderwijsverstrekkers die techniek eenvoudiger hanteren.

De motivering van de noodzaak tot een afwijking als vermeld in punt 14°, is de volgende : de rol van het beleids- en ondersteunend personeel, in voorkomend geval toegespitst op specifieke ambten binnen die formatie, kan voor een project een kritieke succesfactor zijn. Punten ondersteunend personeel overdraagbaar maken van het secundair naar het basisonderwijs kan daarbij in onderwijsniveauoverschrijdende projecten een adequaat hulpmiddel zijn.

De motivering van de noodzaak tot een afwijking als vermeld in punt 15° en 16°, is de volgende : het huidige opleidingenaanbod ligt, gerangschikt in studiegebieden, limitatief en eenduidig voor alle onderwijsorganisatoren vast. Herverdeling van dat aanbod, onder meer op basis van belangstellingsdomeinen, kan de transparantie ervan verhogen, de attractiviteit van onderwijsinstellingen of opleidingen doen toenemen, studiekeuzes verbeteren en de schoolorganisatie optimaliseren.

De motivering van de noodzaak tot een afwijking als vermeld in punt 17°, is de volgende : voor leerplannen, als leidraad voor lesgevers, kunnen worden toegepast, moet een gefaseerde goedkeuringsprocedure worden doorlopen tot op overheidsniveau. Het opheffen van die procedure kan bijdragen tot meer zekerheid voor de leerplanmakers, grondigere voorbereiding van implementatie door de gebruikers en snellere bijsturing bij gewijzigde omstandigheden of nieuwe behoeften. Onverkort behoud van het principe van de eindtermen of ontwikkelingsdoelen moet borg staan voor onderwijskwaliteit.

De motivering van de noodzaak tot een afwijking als vermeld in punt 19°, is de volgende : de toegang van leerlingen tot het eerste leerjaar A van het secundair onderwijs is momenteel gebaseerd op het beginsel van vrij naadloze instroom vanuit de lagere school. Die formele voorwaarde kan echter een miskenning inhouden van de intrinsieke capaciteiten van de jongere en daardoor zijn secundaire studieloopbaan nodeloos remmen. Aan de hand van een aanvullende instappiste kan een mogelijk terechte startpositie worden bedongen.

De motivering van de noodzaak tot een afwijking als vermeld in punt 21°, 22° en 23°, is de volgende : leerlingenevaluatie en de daarop aansluitende studiebekrachtiging is leerjaargebonden. Slagen is meestal noodzakelijk om de horizontale of verticale overstap naar het hogere leerjaar te kunnen zetten. Van situaties waarin leerlingen vaak niet op alle programmaonderdelen tekorten hebben of waarin leerplannen meer graad- dan jaarplannen zijn, maakt de bestaande regelgeving op de onderwijsorganisatie al te veel abstractie. Door aan onderwijsorganisatoren en inzonderheid klassenraden meer alternatieven op het vlak van evaluatie te verlenen, kan die evaluatie meer op de concrete schoolpraktijk worden geënt en, niet het minst, kunnen leerlingen meer vanuit hun capaciteiten dan vanuit hun gebreken worden benaderd.

§ 4. Voor de personeelsleden van het basisonderwijs en het secundair onderwijs gelden de hiernavolgende bepalingen :

1° het schoolbestuur of de inrichtende macht kan voor de aanstelling van een vastbenoemd personeelslid via een verlof om tijdelijk een andere opdracht uit te oefenen, afwijken van de volgorde, vermeld in artikel 34, § 1, A, 6°, B, 6°, en C, 6°, in artikel 36, § 2, A, 4°, B, 4°, en C, 4°, en in artikel 36bis , § 2, A, 4°, B, 8°, en C, 4°, van het besluit van de Vlaamse Regering van 29 april 1992 betreffende de verdeling van betrekkingen, de terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking, de reaffectatie, de wedertewerkstelling en de toekenning van een wachtgeld of wachtgeldtoelage;

2° in het gemeenschapsonderwijs kan de raad van bestuur bij gemotiveerde beslissing afwijken van artikel 28 en 28bis van het decreet Rechtspositie Personeelsleden Gemeenschapsonderwijs;

3° in het gesubsidieerd onderwijs kan het schoolbestuur of de inrichtende macht bij gemotiveerde beslissing afwijken van artikel 33, § 1, van het decreet Rechtspositie Personeelsleden Gesubsidieerd Onderwijs.

De motivering van de noodzaak tot een afwijking als vermeld in punt 1°, is de volgende : vastbenoemde personeelsleden die voor de duur van het project een andere opdracht uitoefenen dan hun opdracht van vaste benoeming, moeten daarvoor een verlof nemen om tijdelijk een andere opdracht uit te oefenen. De scholen zijn verplicht om voorrang te geven aan tijdelijke personeelsleden voor ze vastbenoemden met een verlof aanstellen. Dat beperkt hun mogelijkheid om voor het project het personeelslid aan te stellen dat beschikt over de beste capaciteiten en ook om dat personeelslid te behouden gedurende het hele project. De projectscholen krijgen daarom de mogelijkheid om voorrang te geven aan hun eigen vastbenoemde personeelsleden boven tijdelijke personeelsleden.

De motivering van de noodzaak tot een afwijking als vermeld in punt 2°, is de volgende : tijdelijke personeelsleden van het gemeenschapsonderwijs die ingezet worden in het project, worden beschermd voor de duur van het project. Zonder de afwijking loopt de projectschool het risico dat een ander personeelslid uit de scholengemeenschap kandideert en benoemd wordt in de betrekking, waardoor het project in gevaar komt.

De motivering van de noodzaak tot een afwijking als vermeld in punt 3°, is de volgende : tijdelijke personeelsleden van het gesubsidieerd onderwijs die ingezet worden in het project, worden beschermd gedurende het hele project. Zonder de afwijking loopt de projectschool het risico dat een ander personeelslid uit de scholengemeenschap kandideert en benoemd wordt in de betrekking, waardoor het project in gevaar komt.]

B.Vl.R. van 27-6-2008

[Art. 3ter.

§ 1. In bijlage III, die bij dit besluit is gevoegd, worden de afwijkingen vermeld die, geput uit de exhaustieve lijst, per afzonderlijk project mogen worden toegepast. Het project in kwestie wordt aangegeven met een verwijzing naar het volgnummer van het project in bijlage II, die bij dit besluit is gevoegd. Voor de afwijkingen wordt verwezen naar de punten in kwestie, vermeld in artikel 3bis , § 2, § 3 of § 4, naargelang van het geval.

§ 2. Als de bevoegde inspectie, verificatie of administratie of de stuurgroep de toepassing van een afwijking vaststelt die manifest geen verband houdt met de eigenheid en concrete doelstellingen van het project, dan moet, na de beslissing van die stuurgroep, aan die afwijking binnen een redelijke termijn een einde worden gesteld. Een redelijke termijn houdt rekening met de belangen van leerlingen én personeel en vrijwaart het intrinsieke karakter van het project.]

B.Vl.R. van 27-6-2008

Art. 4.

Aan de projecten met volgnummer 1 tot en met 2 in bijlage II wordt met ingang van 1 november 2007 tot en met 30 juni 2010 driekwart van een voltijdse betrekking van het niveau basisonderwijs toegekend, zoals vermeld in artikel 9 en 11 van het besluit van 19 oktober 2007.

Aan de projecten met volgnummer 3 tot en met 6 in bijlage II wordt met ingang van 1 november 2007 tot en met 30 juni 2010 een halftijdse betrekking van het niveau secundair onderwijs toegekend, zoals vermeld in artikel 9 en 11 van het besluit van 19 oktober 2007.

Aan de projecten met volgnummer 7 tot en met 19 in bijlage II wordt met ingang van 1 november 2007 tot en met 30 juni 2010 driekwart van een voltijdse betrekking van het niveau secundair onderwijs toegekend, zoals vermeld in artikel 9 en 11 van het besluit van 19 oktober 2007.

Art. 5.

Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 oktober 2007 en houdt op van kracht te zijn op 31 augustus 2010.

Art. 6.

De Vlaamse minister, bevoegd voor het Onderwijs, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Bijlage I - Samenstelling van de selectiecommissie voor tijdelijke projecten rond studie- en beroepskeuze en rond werkplekleren

Namens de Onderwijsinspectie :

Mevr. Els GALLIN, de heer Roger VANDEVOORDE

Namens het Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming :

Mevr. Naomi WAUTERICKX

Mevr. Kristel VAN DAMME-SOETHEER (bij dossiers niveau basisonderwijs)

Mevr. Nicole SPELEERS (bij dossiers niveau secundair onderwijs), voorzitter

Namens het Gemeenschapsonderwijs :

Mevr. Lut STROOBANTS

Namens de representatieve verenigingen van schoolbesturen en inrichtende machten van het gesubsidieerd officieel onderwijs :

de heer Bob LOISEN

Namens de representatieve verenigingen van schoolbesturen en inrichtende machten van het gesubsidieerd vrij onderwijs :

de heer Carl SNOECX

Namens de representatieve vakorganisatie ACOD :

de heer Raf DE WEERDT

Namens de representatieve vakorganisatie VSOA :

de heer Luc VAN DEN BOSCH

Namens de representatieve vakorganisatie COV :

Mevr. Marianne COOPMAN

Namens de representatieve vakorganisatie COC :

de heer Michel VAN UYTFANGHE

Als externe expert in studie- en beroepskeuze :

de heer André SIMOENS

Als externe expert in de problematiek van de aansluiting van het onderwijs op de arbeidsmarkt :

de heer Lieven DESMET

Namens de centra voor leerlingenbegeleiding :

Mevr. Yolande SCHULPEN

Bijlage II - Lijst van tijdelijke projecten rond studie- en beroepskeuze en rond werkplekleren voor de periode van 1 november 2007 tot en met 31 augustus 2010

1. De honderd talen(ten) van het kind. Een project over talentenverkenning, -ontwikkeling en -verdieping in het kader van een coherente studie- en beroepskeuze.

Algemeen thema : Studie- en beroepskeuze

Beschrijving : Dit project stelt een onderwijssysteem voor dat gebaseerd is op het ontwikkelen van talenten en bekwaamheden. Om dit te kunnen realiseren voorzien ze een samenwerking tussen de derde graad basis- en de eerste graad secundair onderwijs. De leerstof van de basisvorming zal doorheen deze vier jaren uitgewerkt worden in modules in functie van een betere keuze naar onderwijsvormen en studierichtingen in de tweede graad van het secundair onderwijs. Alle modules worden opgebouwd volgens het principe van het beheersingsleren. Hierbij maken ze gebruik van een portfolio voor de leerling. Ook de attestering wordt uitgesteld naar het einde van deze vierjarige cyclus.

Deelnemende onderwijsinstellingen :

* Gemeentelijke basisschool "’t Centrum" 3530 Houthalen-Helchteren

* Gemeentelijke basisschool "De Griffel" 3530 Houthalen-Helchteren

* Filip Neri Middenschool 3530 Houthalen-Helchteren

* Sint-Pauluscollege 3530 Houthalen-Helchteren

2. SCHL ZKT TLT

Algemeen thema : Studie- en beroepskeuze

Beschrijving : Met dit project willen de deelnemende scholen de studiekeuze en het studieadvies beter op elkaar laten aansluiten. Om dit te doen zijn er drie grote fasen in het project. In een eerste fase worden enkele gegevens op een statistisch correcte wijze in kaart gebracht door een onderzoek betreffende studiekeuze en studieadvies en een nulmeting van een aantal toetsresultaten. In een tweede fase worden acties ondernomen om de hypotheses uit de eerste fase weg te werken. Binnen deze tweede fase worden vier grote problemen aangepakt, namelijk het beperkte zicht van leerlingen en leerkrachten op de eigen competenties, het beperkte zicht van verschillende doelgroepen op de structuur van het secundair onderwijs, de aansluiting van het secundair op het basisonderwijs en de beïnvloeding van socio-culturele achtergronden op de studiekeuze en het studieadvies. In fase drie wordt er een meting van de effecten uitgevoerd.

Deelnemende onderwijsinstellingen :

* Basisschool Bokrijk 3600 Genk

* Basisschool Boxbergheide 3600 Genk

* Basisschool Bret-Gelieren 3600 Genk

* Basisschool Broederschool 3600 Genk

* Basisschool Driehoeven 3600 Genk

* Basisschool Mater Dei 3600 Genk

* Basisschool Mickey Mouse- De Sleutel 3600 Genk

* Basisschool Sint-Albertus 3600 Genk

* Basisschool Sint-Jan 3600 Genk

* Basisschool Sint-Jozef meisjes 3600 Genk

* Basisschool Sint-Jozef jongens 3600 Genk

* Sint-Martinusschool 3600 Genk

* Basisschool Sint-Michiel 3600 Genk

* Kleuterschool Termien 3600 Genk

* Lagere school Termien 3600 Genk

* Basisschool Oud-Waterschei 3600 Genk

3. Stages als wederzijdse bestuiving van talenten in bedrijven en HPO

Algemene thema's : Studie- en beroepskeuze en werkplekleren

Beschrijving : Dit project wil zich vooral toespitsen op het werkplekleren. Binnen deze as willen de deelnemende scholen enerzijds werk maken van uitgebreide, intensieve en geïndividualiseerde stages als tool om talenten te versterken en werkpunten bij zowel leerlingen als leerkrachten bij te schaven. Anderzijds wil het project zich richten op kwaliteitsvol werkplekleren door de evaluatie van de competenties tijdens de stages te verfijnen, bedrijfsstages te organiseren en bedrijven naar de school te halen. Daarnaast wordt er, op de as studie- en beroepskeuze, naar een betere bekendmaking van HPO gestreefd en een meer flexibele overgang van HPO naar de arbeidsmarkt, ook voor studenten met een handicap.

Deelnemende onderwijsinstellingen :

* Sint-Amandscollege A2 8500 Kortrijk

4. Kwaliteitsvol werkplekleren in social profit

Algemeen thema : Werkplekleren

Beschrijving : Dit project wil werkplekleren systematisch en kwaliteitsvol integreren in de verschillende opleidingstrajecten. Daartoe zullen de leerdoelen worden bepaald die in het kader van competentieontwikkeling en levenslang leren binnen het werkplekleren dienen behaald te worden. Ook zullen er instrumenten worden uitgewerkt voor (self)assessment van de leerling en de opvolging hiervan door de stagementoren en de school. Het beleidsvoerend vermogen van de school wordt versterkt inzake mentoring. Daarnaast wordt de structurele relatie met het werkveld uitgebouwd in de vorm van een praktijk-leergemeenschap waarin onderwijs en arbeidsorganisaties de kans krijgen om te groeien naar een lerende organisatie.

Deelnemende onderwijsinstellingen :

* HIVSET secundair onderwijs 2300 Turnhout

5. LogSafe

Algemene thema's : Studie- en beroepskeuze en werkplekleren

Beschrijving : Het project omvat twee domeinen : veiligheid en logistiek. De algemene doelstelling van de deelnemende scholen is het ontwikkelen van talenten bij de leerlingen en deze te blijven stimuleren door op het terrein kwaliteitsvol werkplekleren uit te bouwen. In samenwerking met tal van diensten kunnen leerlingen uit het TSO, BSO en aansluitend ASO-richtingen zowel op school als op de werk- en opleidingsvloer kennis maken met professionaliteitsontwikkeling.

Deelnemende onderwijsinstellingen :

* ALTEA Genk (K.A. + TA2 De Wijzer) 3600 Genk

* KTA2 Genk (TA2 De Wijzer) 3600 Genk

* MS1 Genk 3600 Genk

6. Erasmusproject Werkplekleren voor Toerismeleerlingen (EWT)

Algemeen thema : Werkplekleren

Beschrijving : In dit project wordt een samenwerking tussen de sector en de secundaire toerismescholen uitgebouwd rond werkplekleren. Om dit te realiseren wordt een overlegplatform gecreëerd waar de toeristische sector en de deelnemende scholen samen wegen, strategieën en methodieken zoeken om eindtermen, leerdoelen en -inhouden de basis te laten vormen voor een systeem van werkplekleren. Dit moet uitmonden in een gemeenschappelijk gedragen plan dat tot uitwerking kan komen binnen dit project.

Deelnemende onderwijsinstellingen :

* KA Erasmus Deinze 9800 Deinze

7. Competentieportfolio voor alle onderwijsniveaus in het Leonardo Lyceum

Algemeen thema : Studie- en beroepskeuze

Beschrijving : Het project wil een aanzet geven om de huidige onderwijsmethode om te schakelen naar competentiegestuurd onderwijs. Het evaluatie- en rapporteringssysteem zal als hefboom worden gebruikt om dit veranderingsproces op gang te krijgen. De deelnemende scholen werken samen met het basisonderwijs en het CLB om het eigen rapporteringsysteem en leerlingvolgsysteem te vernieuwen en uit te breiden met een elektronisch portfolio. Dit portfolio beschrijft de competenties van de leerlingen en creëert ruimte voor zelfreflectie. Het gebruik van deze portfolio zien zij als een mogelijkheid om een brede eerste graad uit te bouwen.

Deelnemende scholen :

* Leonardo Lyceum/Quellinstraat 2018 Antwerpen

* Leonardo Lyceum/Esemnegen 2020 Antwerpen

* Leonardo Lyceum/Pestalozzi 2020 Antwerpen

* Leonardo Lyceum/Groensport 2600 Antwerpen

* Leonardo Lyceum/SITO 5 2020 Antwerpen

* Leonardo Lyceum/SITO 7 2018 Antwerpen

* Leonardo Lyceum/SPIA 2020 Antwerpen

* Leonardo Lyceum/CDO 2600 Antwerpen

* De Wereldreiziger 2018 Antwerpen

8. Werkplekleren in de zorgsector : voor leerlingen en leraren SO. Optimaliseren van het proces van studieoriëntering en -begeleiding in de derde graad SO

Algemene thema's : Studie- en beroepskeuze en werkplekleren

Beschrijving : Dit project wil via de inbreng van werkplekleren in de verschillende onderwijsvormen van de derde graad secundair onderwijs het studiekeuzeproces optimaliseren. In samenwerking met zorginstellingen in de Leuvense regio, het VCLB en VIVO willen de deelnemende scholen methodieken en lesmaterialen ontwikkelen voor leraren om leerlingen voor te bereiden op inleefmomenten en stages. Met dit project willen ze een structureel netwerk creëren tussen het hoger en secundair onderwijs en de zorginstellingen zodat informatie over de visie en evolutie in de gezondheidszorgberoepen doorstroomt naar het onderwijsveld.

Deelnemende onderwijsinstellingen :

* H.-Drievuldigheidscollege 3000 Leuven

* H.-Hartinstituut 3001 Heverlee

* Paridaensinstituut 3000 Leuven

* Sint-Franciscusinstituut voor verpleegkunde 3000 Leuven

9. Onderwijs/arbeidskansen/bedrijf voor leerlingen 7BSO : "Talenten matchen aan functieprofielen"

Algemene thema's : Studie- en beroepskeuze en werkplekleren

Beschrijving : Dit project wil leerlingen BSO met een goede basiskennis de kans geven om, naast een specifieke algemene vorming en het aanscherpen van de nodige arbeidsattitudes zowel op school als in de bedrijven, 'technisch specifieke beroepsbekwaamheid' te verwerven zodat ze na hun afstuderen onmiddellijk in het arbeidsveld kunnen stappen. Daarnaast wil men leerkrachten een voldoende aantal dagen laten meelopen in de bedrijven (jobschaduwen) om zo te leren wat ondernemen is in de dagdagelijkse realiteit. De betrokken organisaties (VoKa, Streekplatform,...) worden intensief bij de uitwerking en voortgang van het project betrokken.

Deelnemende onderwijsinstellingen :

* VTI-2 Aalst 9300 Aalst

* VTI-3 Aalst 9300 Aalst

* KTA-1 Aalst 9300 Aalst

* KTA-2 Aalst 9300 Aalst

* KTA Liedekerke 1770 Liedekerke

10. Ervaringsgericht leren. Naar een geïntegreerde aanpak in TSO en BSO via werkplekleren.

Algemeen thema : Werkplekleren

Beschrijving : In dit project wordt werkplekleren op verschillende niveaus behandeld : op het niveau van de leerling, van de leerkracht en zijn school en ten slotte ook binnen een netwerk- of samenwerkingsverband. Met dit project wil men niet alleen een kwaliteitsvol begeleidings- en evaluatiesysteem voor stages voor leerlingen ontwikkelen, ook de leerkrachten krijgen de kans om bedrijfsstages te doorlopen. Hierin zijn zowel onderwijs- als andere externe partners (RTC, VDAB, FVB, bedrijfswereld,...) belangrijk. Binnen dit project wordt er ook getracht op een efficiënte manier ideeën uit te wisselen tussen verschillende scholen.

Deelnemende onderwijsinstellingen :

* KTA GITO-Merelbeke 9820 Merelbeke

* KTA De Nijverheidsschool Gent 9000 Gent

* KTA 2 St. Amandsberg 9040 Gent

* KTA Tuinbouwschool Melle 9090 Melle

11. WIJZER : je persoonlijke routeplanner. Werk-wijzer (Werkplekleren), Leer-wijzer (Portfolio van attitudes en vaardigheden), Kies-wijzer (Studie- en beroepskeuzebegeleiding)

Algemene thema's : Studie- en beroepskeuze en werkplekleren

Beschrijving : Het project wil leerlingen beter voorbereiden op hun toekomst door hen niet alleen een betere kennis van de inhoud van studierichtingen en beroepen te laten verwerven maar ook zichzelf beter te leren kennen en daaraan te leren werken. Dit project werkt onderwijsvormoverschrijdend. Om dit te realiseren wordt er ten eerste een instrument ontwikkeld dat in alle scholen hanteerbaar is : een portfolio. Ten tweede zal studiekeuzebegeleiding een inherent onderdeel vormen van het secundair onderwijstraject. Ten derde wordt werkplekleren ingebouwd in alle studierichtingen in het kader van competentiegericht onderwijs en het ondersteunen van het studiekeuzeproces.

Deelnemende onderwijsinstellingen :

* De Pleinschool A 8500 Kortrijk

* De Pleinschool B 8500 Kortrijk

* De Pleinschool C 8500 Kortrijk

* De Pleinschool D 8500 Kortrijk

12. De Schakel

Algemeen thema : Studie- en beroepskeuze

Beschrijving : Dit project stimuleert de samenwerking tussen basis-, secundair en hogeschoolonderwijs. Een nieuwe aanpak voor technologie en wetenschap worden vanuit de middenschool gestimuleerd door middel van bezoeken, doe- en denkdagen, het ondersteunen van leerkrachten uit de basisschool bij technologie,... Hiermee wensen de deelnemende scholen naar het brede veld van betrokkenen bij het onderwijs, technologie en wetenschappen voor te stellen als een positieve keuze.

Deelnemende onderwijsinstellingen :

* Ursulinen Mechelen Basisschool 2800 Mechelen

* Sint-Lambertusschool Muizen 2812 Muizen

* Sint-Romboutscollege Basisschool 2800 Mechelen

* Scheppersinstituut Basisschool 2800 Mechelen

* Sint-Katarinaschool 2860 Sint-Katelijne-Waver

* Basisschool Hagelstein 2860 Sint-Katelijne-Waver

* TSM Mechelen - autonome eerstegraadschool 2800 Mechelen

13. De talentenkaart

Algemeen thema : studie- en beroepskeuze

Beschrijving : Dit project streeft drie grote doelen na in het studiekeuzeproces : 'bewust worden', 'bewust kiezen' en 'bewust realiseren'. Met hun instrument, dat de bedoeling heeft om competenties te registreren, willen ze drie doelgroepen bereiken. Ten eerste is er de student die ze vertrouwen in en bewustzijn van het eigen kunnen willen bijbrengen. Vervolgens wil dit project de onderwijswereld betrekken met als doel het onderwijstraject via competentieontwikkelend leren te optimaliseren. Tot slot is er de input van de bedrijfswereld, waardoor dit project de inzetbaarheid van potentiële werknemers op de arbeidsmarkt vlotter wil laten verlopen.

Deelnemende onderwijsinstellingen :

* Heilig Hart College Wezembeek-Oppem 1970 Wezembeek-Oppem

* Stedelijke Humaniora Dilsen 3650 Dilsen-Stokkem

* Scheppersinstituut Mechelen 2800 Mechelen

* GITO Tervuren 3080 Tervuren

14. Gemotiveerd!

Algemeen thema : studie- en beroepskeuze

Beschrijving : Dit project wil op het vlak van studie- en beroepenkeuze enkele initiatieven bundelen, verbreden en koppelen aan nieuwe inzichten. De deelnemende scholen willen op een handelingsgerichte manier zorgen voor een betere 'leerzorg' en 'keuzebegeleiding' van de leerlingen. Om dit te realiseren gebeurt er onder andere een gemeenschappelijke opvolging van de uitstroom, het optimaliseren van het studieaanbod afgestemd op de onderwijsbehoeften van de leerlingen,... Hierbij wordt een samenwerking tussen basis-, secundair en buitengewoon onderwijs gestimuleerd binnen de Gentse regio samen met een aantal strategische partners.

Deelnemende onderwijsinstellingen :

* HTI Sint-Antonius 9000 Gent

* IVV Sint-Vincentius 9000 Gent

* Kunsthumaniora Sint-Lucas 9000 Gent

* Sint-Barbaracollege I 9000 Gent

* Sint-Barbaracollege 9000 Gent

* Sint-Bavohumaniora middenschool 9000 Gent

* Sint-Bavohumaniora 9000 Gent

* Sint-Janscollege eerste graad 9040 Sint-Amandsberg

* Sint-Janscollege 9040 Sint-Amandsberg

* Sint-Lievenscollege 9000 Gent

* VHS Sint-Joris 9000 Gent

* VISO Mariakerke 9030 Mariakerke

* VISO Gent 9000 Gent

* College van de Paters Jozefieten 9090 Melle

* Don Boscocollege eerste graad 9052 Zwijnaarde

* Don Boscocollege 9052 Zwijnaarde

* Don Bosco Technisch Instituut eerste graad 9051 Sint-Denijs-Westrem

* Don Bosco Technisch Instituut 9051 Sint-Denijs-Westrem

* Humaniora Nieuwen Bosch 9000 Gent

* Onze-Lieve-Vrouwcollege 9050 Ledeberg

* Onze-Lieve-Vrouwe-Instituut 9000 Gent

* Sint-Franciskusinstituut 9090 Melle

* Sint-Geertruidinstituut Campus Crombeen 9000 Gent

* Sint-Geertruidinstituut Campus Maria Middelares 9000 Gent

* Sint-Pietersinstituut 9000 Gent

* Sint-Franciscus Evergem 9940 Evergem

* Sint-Franciscus Doornzele 9940 Doornzele

* Sint-Laurensinstituut – ASO 9060 Zelzate

* Technisch Instituut Sint-Laurens 9060 Zelzate

* Visitatie Mariakerke (Broeders van Liefde) 9030 Mariakerke

* EDUGO Campus De Brug 9041 Oostakker

* EDUGO Campus De Toren 9041 Oostakker

* EDUGO Campus Glorieux technisch instituut 9041 Oostakker

* Sint-Paulusinstituut eerste graad 9000 Gent

* Sint-Paulusinstituut 9000 Gent

15. Competentielabo's in het Leonardo Lyceum

Algemeen thema : Werkplekleren

Beschrijving : De deelnemende scholen werken samen aan dit project met bedrijven en instellingen om te komen tot een betere afstemming van het onderwijsaanbod op de arbeidsmarkt en de vervolgstudies. Er wordt onderzocht welke competenties vereist zijn in specifieke jobs en vervolgstudies die relateren aan de opleidingen. Ook zullen er werkvormen en evaluatie-instrumenten ontwikkeld worden die deze competenties kunnen detecteren en implementeren in de opleidingen.

Deelnemende scholen :

* Leonardo Lyceum/Quellinstraat 2018 Antwerpen

* Leonardo Lyceum/Esemnegen 2020 Antwerpen

* Leonardo Lyceum/Pestalozzi 2020 Antwerpen

* Leonardo Lyceum/Groensport 2600 Antwerpen

* Leonardo Lyceum/SITO 5 2020 Antwerpen

* Leonardo Lyceum/SITO 7 2018 Antwerpen

* Leonardo Lyceum/SPIA 2020 Antwerpen

* Leonardo Lyceum/CDO 2600 Antwerpen

16. Competentieportfolio van kleuter tot student

Algemeen thema : studie- en beroepskeuze

Beschrijving : De bedoeling van dit project is om de leerlingen van de betrokken scholen van in de kleuterschool te leren kiezen en te leren reflecteren over hun keuzes en de consequenties ervan. Ook de competenties van de leerlingen worden in kaart gebracht om hen onder andere bij deze keuze te helpen. Dit willen de deelnemende scholen realiseren door bestaande initiatieven samen te brengen en op elkaar af te stemmen. Ook wordt een instrument ontwikkeld waardoor elke leerling aan het einde van zijn studieloopbaan beschikt over een individuele portfolio met zijn talenten en competenties.

Deelnemende onderwijsinstellingen :

* BS ’t Molentje 2500 Lier

* BS Stadspark 2500 Lier

* BS Bisterveld 2560 Kessel

* BS Berchlaer 2590 Berlaar

* Leefschool Dagpauwoog 2590 Berlaar

* BS De Zevensprong 2560 Nijlen

* BSBO De Balderschool = ’t Vestje 2590 Berlaar

* Middenschool Anton Bergmann 2500 Lier

* KTA ’t Spui 2500 Lier

* KA A. Vanderpoorten 2500 Lier

17. Werkplekleren : aftasten van mogelijkheden en beperkingen

Algemeen thema : Werkplekleren

Beschrijving : Dit project bestaat uit vier deelprojecten die plaatsvinden op elk van de campussen. Een eerste deelproject richt zich op een inhoudelijke verbetering van de stages door de introductie van werkplekleren voor verschillende nijverheidsrichtingen. Een tweede deelproject wil in een eerste fase de opleiding van de leerlingen in de studierichting Verzorging beter laten aansluiten bij concrete arbeidssituaties. In een tweede fase wil men het werkplekleren ook introduceren voor de leerlingen van het studiedomein Handel en de studierichting Techniek Wetenschappen. Het derde deelproject beoogt de leerlingen meer competent de overstap naar de arbeidsmarkt te laten maken. Het richt zich op de studierichtingen 7e jaar logistiek, 7e jaar publiciteit en illustratie en de 3de graad Jeugd- en gehandicaptenzorg. Het laatste deelproject richt zich op leerlingen van de studierichting Humane Wetenschappen die een stage doorlopen in een instelling of dienst met als doel kennis te maken met verschillende disciplines binnen hun werkveld.

Deelnemende scholen :

* WICO - 126193 Campus TIO 3900 Overpelt

* WICO - 126251 Campus Sint-Maria 3910 Neerpelt

* WICO - 39818 Campus Mater Dei 3900 Overpelt

* WICO - 39801 Campus Mater Dei 3900 Overpelt

18. Begeleiding en studiekeuzebegeleiding in de B-stroom

Algemeen thema : Studie- en beroepskeuze

Beschrijving : Het project wil de bestaande initiatieven binnen het LOP Diest in de deelnemende scholen bundelen en intensifiëren. Hiermee willen de deelnemende scholen een zinvolle plaats in het onderwijsaanbod garanderen voor iedere leerling in de B-stroom in Diest. Ook het efficiënt begeleiden van leerlingen in hun studiekeuze in een continu leertraject en het creëren van de mogelijkheden om leerlingen hun talenten te laten ontdekken en op basis daarvan een zinvolle studiekeuze te maken binnen, kadert hierbinnen. Dit gebeurt in samenwerking met het bedrijfsleven. Het invoeren van een digitaal portfolio in de B-stroom en het onderzoeken van de mogelijkheid om een portfolio ook in het basisonderwijs in te voeren behoren eveneens tot de vooropgestelde acties.

Deelnemende onderwijsinstellingen :

* Diocesane Middenschool 3290 Diest

* Middenschool van het gemeenschapsonderwijs 3290 Diest

* Eerste graad Voorzienigheid 3290 Diest

* Vrij Technisch Instituut Voorzienigheid 3290 Diest

* Vrij Technisch Instituut Mariëndaal 3290 Diest

* Koninklijk Technisch Atheneum 1 3290 Diest

* Koninklijk Technisch Atheneum 2 3290 Diest

19. Met dank aan Einstein en Gezelle!

Algemeen thema : Studie- en beroepskeuze

Beschrijving : Met dit project willen de deelnemende scholen gericht werken aan de loopbaanbegeleiding van leerlingen bij de overgang van het basis- naar het secundair onderwijs en aan de professionalisering van leerkrachten. Men wil leerlingen van het 6e leerjaar kennis laten maken met de verschillende technologische opleidingen en beroepen en de discontinuïteit wegwerken in de curricula bij de overgang van basis- naar secundair onderwijs. Ook wil men ervoor zorgen dat leerlingen hun eigen competenties kennen en ontplooien op creatieve wijze zodat ze deze inzichten kunnen hanteren bij de keuze van de toekomstige studierichting.

Deelnemende onderwijsinstellingen :

* BS De blokkendoos 2630 Aartselaar

* BS Hoeksteen en ’t Krekeltje 2850 Boom

* BS Park 2850 Boom

* BS ’t Venneke 2830 Willebroek

* BS ’t Pleintje 2830 Willebroek

* BS HIMO 2830 Willebroek

* BS Tovertuin 2830 Willebroek

* BS Klim-Op 2830 Willebroek

* BS ’t Kasteeltje 2870 Puurs

* BS De schorre 2890 Sint-Amands

* BS De Linde 2880 Bornem

* Middenschool Den brandt 2850 Boom

* Atheneum Willebroek 2830 Willebroek

* SSGO Klein-Brabant 2880 Bornem

BIJLAGE III - Lijst van afwijkingen

Project

Artikel 3bis, § 2

Artikel 3bis, § 3

Artikel 3bis, § 4

1

-

-

-

2

-

-

-

3

-

-

-

4

-

1°, 2°, 3°, 4°, 5°, 6°, 7°, 8°, 11°, 12°, 13°, 14°, 21°, 23°

-

5

-

8°, 11°

-

6

-

8°, 12°, 17°, 22°, 23°

7

2°, 3°, 4°, 8°, 9°, 13°, 17°, 18°, 21°

-

8

-

-

1°, 3°

9 (*)

-

2°, 3°, 4°, 8°, 12°, 13°, 16°, 17°, 23°

1°, 2°

10 (**)

-

1°, 2°, 3°, 4°, 5°, 6°, 7°, 8°, 9°, 10°, 11°, 12°, 13°, 16°, 17°, 18°, 20°, 21°, 22°, 23°

1°, 2°

11

-

-

-

12

-

-

-

13

-

-

-

14

-

-

-

15

2°, 3°, 4°, 8°, 9°, 13°, 17°, 18°, 21°

-

16

-

-

-

17

-

2°, 12°, 17°, 23°

1°, 3°

18

-

-

-

19

-

-

-

(*) Deze afwijkingen mogen niet toegepast worden in VTI 2 Aalst en VTI 3 Aalst.

(**) Deze afwijkingen mogen slechts concreet worden toegepast op voorwaarde dat ze vooraf opnieuw worden onderhandeld in het lokale comité.