OPGEHEVEN : Besluit van de Vlaamse Regering houdende vastlegging van
een lijst van algemene resultaatsindicatoren voor het Aanmoedigingsfonds hoger
onderwijs voor de periode 2008-2011
goedkeuringsdatum
18 JULI 2008
publicatiedatum
B.S.23/10/2008
datum laatste wijziging
13/02/2017
COORDINATIE
Opgeheven door Decr. 23-12-2016 - B.S. 13-2-2017
De Vlaamse Regering,
Gelet op het decreet van 14 maart 2008 betreffende de financiering
van de werking van de hogescholen en de universiteiten in Vlaanderen,
inzonderheid op artikel 44, § 2;
Gelet op het
advies van de VVS over het Aanmoedigingsfonds, gegeven op 6 maart 2008, en
aangevuld bij brief van 2 juni 2008;
Gelet op het
advies van de VLOR over de invulling van het Aanmoedigingsfonds, gegeven op 15
april 2008;
Gelet op het advies van de VLHORA
aangaande de lijst van algemene resultaatsindicatoren van het
aanmoedigingsfonds voor beleidsspeerpunten van 29 mei 2008;
Gelet op het advies van de VLIR inzake de resultaatsindicatoren
van het Aanmoedigingsfonds van 3 juni 2008;
Gelet
op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de Begroting, gegeven op
27 juni 2008;
Gelet op het verzoek om
spoedbehandeling, gemotiveerd door de omstandigheid dat artikel 44 van het
decreet van 14 maart 2008 betreffende de financiering van de werking van de
hogescholen en de universiteiten stelt dat de Vlaamse Regering uiterlijk op 30
juni 2008, na advies van de VLOR, VLIR, VLHORA en VVS, de lijst moet
vaststellen van algemene resultaatsindicatoren, gecombineerd met de laattijdige
goedkeuring van dit financieringsdecreet en met de data van ontvangst van de
vereiste adviezen;
Gelet op het advies 44.818/1
van de Raad van State, gegeven op 1 juli 2008, met toepassing van artikel 84,
§ 1, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van
State;
Op voorstel van de Vlaamse minister van
Werk, Onderwijs en Vorming;
Na beraadslaging,
Besluit :
Artikel 1.
De lijst van algemene resultaatsindicatoren in
het kader van het Aanmoedigingsfonds voor beleidsspeerpunten in het hoger
onderwijs is voor de periode 2008-2011 de volgende :
1° de
hoger onderwijsinstelling heeft de doelstellingen inzake het verhogen van de
instroom, het verbeteren van de doorstroom en het bevorderen van een
succesvolle uitstroom in het hoger onderwijs, in het bijzonder voor studenten
die afkomstig zijn uit ondervertegenwoordigde groepen in het hoger onderwijs,
zoals opgenomen in de beheersovereenkomst, gerealiseerd.
In de
tweede reeks beheersovereenkomsten - vanaf 2011 - worden deze doelstellingen
gepreciseerd in concrete streefcijfers (percentage waarmee de instroom,
doorstroom en uitstroom van de beoogde doelgroepen is verbeterd).
2° de hoger onderwijsinstelling beschikt over een
beleidsplan inzake gelijke kansen en diversiteit. Dit beleidsplan geeft de
strategische doelstelling van de instelling weer inzake gelijke kansen en
diversiteit. Het is verder geconcretiseerd in operationele doelstellingen en in
een actieplan.
3° de hoger onderwijsinstelling verzamelt
systematisch gegevens over de doelgroepen waarop ze haar beleid inzake gelijke
kansen en diversiteit toespitst.
4° de hoger
onderwijsinstelling heeft een systeem van monitoring opgezet : de activiteiten
en de resultaten zijn op geregelde tijdstippen geëvalueerd op basis van de
evaluatiecriteria, vermeld in de beheersovereenkomst. Die evaluaties worden
besproken binnen de beleidsorganen van de instelling. Indien nodig werd er
tijdig bijgestuurd.
5° de hoger onderwijsinstelling heeft
de doelgroepen structureel betrokken bij het beleid inzake gelijke kansen en
diversiteit en bij de concrete initiatieven.
6° de hoger
onderwijsinstelling heeft stappen gezet naar een in de instelling verankerde
inclusieve aanpak. De instelling heeft maatregelen genomen (financiële,
technische of op het gebied van HR) om de duurzaamheid van de opgezette
initiatieven te bevorderen. Er zijn structuren opgezet, waardoor het
diversiteitsbeleid transparant, zichtbaar en werkbaar
wordt.
7° de hoger onderwijsinstelling heeft gezorgd voor
een uitwisseling van expertise binnen de instelling, associatie, en eventueel
op Vlaams niveau.
Art. 2.
De Vlaamse Regering richt een werkgroep op met
vertegenwoordigers van de in artikel 44, § 2, van het decreet van 14 maart
2008 betreffende de financiering van de werking van de hogescholen en de
universiteiten in Vlaanderen genoemde raden en koepels.
Deze
werkgroep krijgt de opdracht om :
1° op basis van de
inbreng van elke hoger onderwijsinstelling over haar activiteiten inzake
instroom, doorstroom en uitstroom van doelgroepen, de tussentijdse
kwantitatieve en kwalitatieve evaluatie voor te bereiden van de uitvoering van
de beheersovereenkomsten, die in het kader van
artikel 45 van
hetzelfde decreet zijn gesloten, en hierover jaarlijks te rapporteren aan de
Vlaamse Regering;
2° ter voorbereiding van de opmaak van de
beheersovereenkomsten, die in het kader van artikel 45 van hetzelfde decreet
voor de periode 2011-2016 zullen worden gesloten, een advies uit te brengen
over een aangepaste lijst met objectief meetbare kwantitatieve en kwalitatieve
algemene resultaatsindicatoren.
Art. 3.
Mede op basis van het in artikel 2 bedoelde
advies en van de dan beschikbare resultaten uit de tussentijdse evaluaties van
de uitvoering van de beheersovereenkomsten, die voor de periode 2008-2011 zijn
gesloten in het kader van artikel 45 van het decreet van 14 maart 2008
betreffende de financiering van de werking van de hogescholen en de
universiteiten in Vlaanderen, formuleert de Vlaamse Regering ter voorbereiding
van de beheersovereenkomsten die voor de periode 2011-2016 zullen worden
gesloten, uiterlijk op 31 december 2010 een aangepaste lijst van algemene
resultaatsindicatoren in het kader van het Aanmoedigingsfonds voor
beleidsspeerpunten in het hoger onderwijs.
Art. 4.
De Vlaamse minister, bevoegd voor het
Onderwijs, is belast met de uitvoering van dit besluit.