Besluit van de Vlaamse Regering betreffende het
ondersteuningsaanbod voor gelijke onderwijskansen in het buitengewoon
basisonderwijs
goedkeuringsdatum
30 OKTOBER 2009
publicatiedatum
B.S.28/12/2009
datum laatste wijziging
09/08/2021
COORDINATIE
(1)
B.Vl.R. van 12/10/2012 (B.S. 04/12/2012)
(2)
B.Vl.R. van 20/07/2018 (B.S. 27/08/2018)
(3)
B.Vl.R. van 09/07/2021 (B.S. 09/08/2021)
De Vlaamse Regering,
Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der
instellingen, artikel 20;
Gelet op het decreet
Basisonderwijs van 25 februari 1997, artikel 180;
Gelet op het decreet van 28 juni 2002 betreffende gelijke
onderwijskansen-I, artikel VI.22 tot en met VI.28, ingevoegd bij het decreet
van 8 mei 2009;
Gelet op het besluit van de
Vlaamse Regering van 14 juli 1998 betreffende het tijdelijk project
onderwijsvoorrang in het gewoon basisonderwijs, voor wat betreft het
buitengewoon onderwijs;
Gelet op het akkoord van
de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 16 juni 2009 en 10
september 2009;
Gelet op protocol 709 van 3 juli
2009 houdende de conclusies van de onderhandelingen die gevoerd werden in de
gemeenschappelijke vergadering van Sectorcomité X en van onderafdeling
Vlaamse Gemeenschap van afdeling 2 van het comité voor de provinciale en
plaatselijke overheidsdiensten;
Gelet op protocol
475 van 3 juli 2009 houdende de conclusies van de onderhandelingen die gevoerd
werden in de vergadering van het overkoepelende onderhandelingscomité
van het vrij gesubsidieerd onderwijs;
Gelet op
advies 47.210/1 van de Raad van State, gegeven op 8 oktober 2009, met
toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1° van de
gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op voorstel van de Vlaamse minister Onderwijs, Jeugd, Gelijke
Kansen en Brussel;
Na
beraadslaging,
Besluit :
HOOFDSTUK I. - Inleidende bepalingen
Artikel 1.
Dit besluit is van toepassing op het
buitengewoon basisonderwijs, gefinancierd of gesubsidieerd door de Vlaamse
Gemeenschap.
Art. 2.
In dit besluit wordt verstaan onder
:
1° aanvullende lestijden : de aanvullende lestijden
vermeld in artikel 138, § 1,
6°, van het decreet Basisonderwijs.
2°
[...]
3°
[concentratiegraad: de procentuele verhouding tussen :
a) het aantal regelmatige leerlingen in type basisaanbod en type 3 dat beantwoordt aan de in artikel 139undecies,
§ 1, 1° van het decreet bedoelde gelijkekansenindicator die niet :
- binnen het niet rechtstreeks toegankelijke aanbod, als vermeld in artikel 2, § 1, 40°, van het decreet van
12 juli 2013 betreffende de integrale jeugdhulp gebruik maken van de module verblijf in een multifunctioneel centrum,
als vermeld in artikel 10 van het besluit van de Vlaamse Regering van 26 februari 2016 houdende erkenning en
subsidiëring van multifunctionele centra voor minderjarige personen met een handicap;
- in een internaat buitengewoon onderwijs vermeld in deel III, hoofdstuk 4, afdeling 1, onderafdeling 2, van de
codificatie sommige bepalingen voor het onderwijs van 28 oktober 2016 ingeschreven zijn;
b) het totale aantal regelmatige leerlingen in type basisaanbod en type 3 van een school, berekend op 1 februari van
het voorafgaande schooljaar, die niet :
- binnen het niet rechtstreeks toegankelijke aanbod, als vermeld in artikel 2, § 1, 40°, van het decreet van
12 juli 2013 betreffende de integrale jeugdhulp gebruik maken van de module verblijf in een multifunctioneel centrum,
als vermeld in artikel 10 van het besluit van de Vlaamse Regering van 26 februari 2016 houdende erkenning en
subsidiëring van multifunctionele centra voor minderjarige personen met een handicap;
- in een internaat buitengewoon onderwijs vermeld in deel III, hoofdstuk 4, afdeling 1, onderafdeling 2, van de
codificatie sommige bepalingen voor het onderwijs van 28 oktober 2016 ingeschreven zijn;
]
4° decreet :
het
decreet Basisonderwijs van 25 februari
1997;
5°
[...]
6° gelijkekansenindicatoren : de
gelijkekansenindicatoren bedoeld in artikel 139undecies, § 1, van het
decreet;
7°
[...]
[Leerlingen type 1, die vallen onder de toepassing van
[artikel 15, § 5]
, van het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997 en die voldoen aan de gelijkekansenindicator, vermeld in artikel 139undecies, § 1, 1°, van het voormelde decreet, worden voor de toepassing van dit besluit beschouwd als leerlingen type basisaanbod.]
HOOFDSTUK II. -
Gelijkekansenindicatoren
Art. 3.
[...]
Art. 4.
De gewichten van de
gelijkekansenindicatoren worden in toepassing van
artikel 139undecies, §
3, van het decreet vastgelegd als volgt :
1° de
indicator "de moeder is niet in het bezit van een diploma secundair onderwijs,
een studiegetuigschrift van het tweede jaar van de derde graad van het
beroepssecundair onderwijs of van een daarmee gelijkwaardig studiebewijs" heeft
een gewicht van 0,8;
2° de indicator "de taal die de
leerling in het gezin spreekt, is niet het Nederlands" heeft een gewicht van
0,4, en dit enkel in combinatie met de andere
indicator.
HOOFDSTUK III. - Toekenning van de
middelen
Art. 5.
Elke leerling die beantwoordt aan
één of meerdere gelijkekansenindicatoren krijgt een bepaald
gewicht. Het aantal punten dat een school genereert, is de som van het gewogen
aantal leerlingen van die school.
Art. 6.
§ 1. Het totaal aantal aanvullende
lestijden wordt in toepassing van artikel 139terdecies, § 1, van het decreet
als volgt berekend :
SigmaL =
[0,233]
x
SigmaP
Waarbij,
SigmaL = totaal aantal
aanvullende lestijden.
SigmaP= totaal aantal punten van de
verschillende scholen met een concentratiegraad van ten minste 40
%.
§ 2. Het totaal aantal aanvullende
lestijden per school wordt als volgt berekend :
a) [afgerond
(
[0,233]
x P)] = L, waarbij
P = aantal punten per school; dit is
0 als de concentratiegraad < 40 % is.
L= Lestijden voor 1
school.
Scholen waarvoor [afgerond (
[0,233]
x P)] < 6, krijgen
geen lestijden, de lestijden die hierdoor vrijkomen, worden bijkomend verdeeld
over de scholen waarvoor
[afgerond (0,203 x P)] >=
6.
b) Het definitief aantal lestijden per school wordt dan
berekend als volgt :
Ldef = (SigmaL2/SigmaP2 +
[0,233]
) x
P2
Waarbij :
Ldef = definitief aantal lestijden
voor een school.
SigmaL2 = som van L voor scholen waar L < 6
en de concentratiegraad >= 40 % is.
SigmaP2 = totaal aantal
punten van de scholen waar L >= 6 en de concentratiegraad >= 40 %
is.
P2 = aantal punten per school voor scholen waar L >= 6
en de concentratiegraad >= 40 %.
§ 3.
[...]
Art. 7.
Het aantal aanvullende lestijden dat een
school door vermenigvuldiging van het aantal punten met het aantal aanvullende
lestijden per punt verkrijgt, wordt afgerond :
1° naar de
hogere eenheid als het eerste cijfer na de komma groter is dan
vier;
2° naar de lagere eenheid als het eerste cijfer na de
komma gelijk is aan of kleiner is dan vier.
Art. 8.
[...]
Art. 9.
[...]
Art. 10.
De toegekende aanvullende lestijden, zoals
bedoeld in artikel 6
[...]
, worden steeds aangewend in het ambt van
kleuteronderwijzer ASV, het ambt van onderwijzer ASV of het ambt van
leermeester algemene en sociale vorming, specialiteit lichamelijke opvoeding.
De aanvullende lestijden kunnen ook worden toegekend aan de directeur of de
adjunct-directeur met lesopdracht.
HOOFDSTUK IV. - Aanwending van de
middelen
Afdeling 1.
[...]
Art. 11.
[...]
Afdeling 2.
[...]
Art. 12.
[...]
Art. 13.
[...]
Afdeling 3.
[...]
Art. 14.
[...]
Art. 15.
[...]
HOOFDSTUK V. - Slotbepalingen
Art. 16.
Dit besluit heeft uitwerking met ingang
van 1 september 2009.
Art. 17.
De Vlaamse minister, bevoegd voor het
onderwijs, is belast met de uitvoering van dit
besluit.