Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de voorwaarden en de procedure tot de erkenning van buitenlandse studiebewijzen uitgereikt in het hoger onderwijs

  • goedkeuringsdatum
    14 juni 2013
  • publicatiedatum
    B.S.18/07/2013
  • zie ook
  • datum laatste wijziging
    30/11/2018

COORDINATIE

(1) B.Vl.R. van 03/07/2015 (B.S. 04/08/2015) detail
Besluit van de Vlaamse Regering tot fusie van het intern verzelfstandigd agentschap Agentschap voor Hoger Onderwijs, Volwassenenonderwijs en Studietoelagen en het intern verzelfstandigd agentschap Agentschap voor Kwaliteitszorg in Onderwijs en Vorming
;

(2) B.Vl.R. van 13/11/2015 (B.S. 07/12/2015) detail
Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 14 juni 2013 betreffende de voorwaarden en de procedure tot de erkenning van buitenlandse studiebewijzen uitgereikt in het hoger onderwijs
;

(3) B.Vl.R. van 26/10/2018 (B.S. 30/11/2018) detail
Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 14 juni 2013 betreffende de voorwaarden en de procedure tot de erkenning van buitenlandse studiebewijzen uitgereikt in het hoger onderwijs, ter uitvoering van de Benelux Beschikking M (2018) 1 van 25 januari 2018
;

De Vlaamse Regering,

Gelet op het decreet van 4 april 2003 betreffende de herstructurering van het hoger onderwijs in Vlaanderen, in het bijzonder 88;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de Begroting, gegeven op 17 april 2013;

Gelet op advies nr. 53.266/1 van de Raad van State, gegeven op 23 mei 2013, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Overwegende het Verdrag van de Raad van Europa en de UNESCO betreffende de erkenning van diploma's hoger onderwijs in de Europese Regio van 11 april 1997, goedgekeurd bij decreet van 15 december 2006 en geratificeerd op 22 juli 2009;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Onderwijs, Jeugd, Gelijke Kansen en Brussel;

Na beraadslaging,

Besluit :

HOOFDSTUK I. - Definities

Artikel 1.

In dit besluit wordt verstaan onder :

1° erkenning van de volledige gelijkwaardigheid : een formele beslissing van gelijkschakeling door de bevoegde overheidsdienst in Vlaanderen van een buitenlands studiebewijs met het overeenstemmende Vlaams hogeronderwijsdiploma, de kwalificatie van de graad en in voorkomend geval de specificatie;

2° erkenningsautoriteit : [1B.Vl.R. van 03/07/2015
B.S. 04/08/2015
het Agentschap voor Hoger Onderwijs, Volwassenenonderwijs, Kwalificaties en Studietoelagen1B.Vl.R. van 03/07/2015
B.S. 04/08/2015
] dat bevoegd is voor de erkenning van de gelijkwaardigheid van buitenlandse studiebewijzen als vermeld in artikel 4 van het besluit van de Vlaamse Regering van 24 april 2009 tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap Agentschap voor Kwaliteitszorg in Onderwijs en Vorming;

3° onderwijsinstelling : een publieke of private instelling die hoger onderwijs aanbiedt dat erkend is door een bevoegde overheid als behorende tot hun hogeronderwijssysteem eventueel via registratie of accreditatie;

4° leerresultaten van de opleiding leidende tot het buitenlands studiebewijs : de leerresultaten bedoeld van het Nationaal Kwalificatie Raamwerk (NQF) in het kader van het Overkoepelend Raamwerk voor Kwalificaties in de Europese Hoger Onderwijs Ruimte (EHEA) goedgekeurd tijdens de Bergen Conferentie van de Europese Ministers bevoegd voor hoger onderwijs op 19 en 20 mei 2005 en die werden gevalideerd door een onafhankelijke accreditatieorganisatie;

5° leerresultaten van de opleiding leidende tot het Vlaams hogeronderwijsdiploma : de domeinspecifieke leerresultaten, zoals bepaald in artikel 16 van het decreet betreffende de kwalificatiestructuur van 30 april 2009 en zoals bepaald in artikel 5bis van het decreet van 30 april 2004 betreffende de flexibilisering van het hoger onderwijs in Vlaanderen en houdende dringende hogeronderwijsmaatregelen en die de Vlaamse hogeronderwijsinstellingen gezamenlijk op basis van de niveaudescriptoren zoals bepaald in artikel 58, § 2, van het decreet van 4 april 2003 betreffende de herstructurering in het hoger onderwijs, hebben beschreven onder coördinatie van de Vlaamse Universiteiten en Hogescholen Raad en die werden gevalideerd door de Nederlands-Vlaamse accreditatieorganisatie;

6° niveaudescriptoren : de descriptoren, vermeld in artikel 58 van het decreet van 4 april 2003 betreffende de herstructurering van het hoger onderwijs in Vlaanderen en de descriptoren 5, 6, 7 en 8 vermeld in het decreet betreffende de kwalificatiestructuur van 30 april 2009;

7° niveaugelijkwaardigheid : een formele beslissing van niveaugelijkschakeling door de bevoegde overheidsdienst in Vlaanderen van het niveau van een buitenlands studiebewijs met het overeenstemmende Vlaams niveau, namelijk het niveau van een diploma van gegradueerde of het niveau van een graad van bachelor of het niveau van een graad van master of het niveau van een graad van doctor op basis van de niveaudescriptoren;

8° studiebewijs : elk diploma, getuigschrift, attest, graad of certificaat uitgereikt door een hogeronderwijsinstelling dat het succesvol voltooien van een hogeronderwijsopleiding attesteert;

9° Vlaams hogeronderwijsdiploma : het diploma van gegradueerde, het diploma van leraar, de graad van bachelor, de graad van master en de graad van doctor.

HOOFDSTUK II. - Erkenning volledige gelijkwaardigheid

Afdeling 1. - Principes

Art. 2.

Iedere houder van een buitenlands studiebewijs heeft het recht op een onderzoek naar de erkenning van de volledige gelijkwaardigheid van het buitenlands studiebewijs op voorwaarde dat de aanvrager :

1° hetzij zijn woonplaats heeft in het Vlaams Gewest of in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;

2° hetzij zijn woonplaats elders heeft, en kan aantonen dat de aanvraag gebeurt met het oog op tewerkstelling in het Vlaams Gewest of in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

De houder van een buitenlands studiebewijs dient daartoe een aanvraag in bij de erkenningsautoriteit.

Art. 3.

De erkenningsautoriteit erkent elk buitenlands studiebewijs als volledig gelijkwaardig met een Vlaams hogeronderwijsdiploma tenzij er een substantieel verschil is.

Afdeling 2. - Substantieel verschil

Art. 4.

§ 1. De bewijslast van het substantieel verschil ligt bij de erkenningsautoriteit.

§ 2. De houder van het buitenlands studiebewijs dient te goeder trouw alle adequate informatie over het buitenlands studiebewijs te verstrekken, zodat de erkenningsautoriteit het onderzoek naar de erkenning van de volledige gelijkwaardigheid van het buitenlands studiebewijs kan voeren.

Art. 5.

§ 1. Het substantieel verschil kan uitsluitend betrekking hebben op vier elementen. Die vier elementen zijn het niveau van het buitenlands studiebewijs, de leerresultaten, de studieomvang en de kwaliteit van de opleiding leidende tot het buitenlands studiebewijs.

§ 2. Met leerresultaten worden bedoeld de leerresultaten van de opleiding leidende tot het buitenlands studiebewijs. Die leerresultaten worden vergeleken met de leerresultaten van de opleiding leidende tot het Vlaams hogeronderwijsdiploma.

Bij ontstentenis van onderwijskwalificaties worden de opleidingsprofielen bepaald krachtens het decreet van 15 juni 2007 betreffende het volwassenenonderwijs als referentiekader gebruikt.

Bij ontstentenis van de domeinspecifieke leerresultaten worden de referentiekaders van de visitatierapporten als bedoeld in artikel 51 van hetzelfde decreet als referentiekader gebruikt.

Bij ontstentenis van de leerresultaten van de opleiding leidende tot het buitenlands studiebewijs wordt de inhoud van het opleidingsprogramma of van de essentiële opleidingsonderdelen die leiden tot het buitenlands studiebewijs vergeleken met de inhoud van het opleidingsprogramma of met de essentiële opleidingsonderdelen die leiden tot het Vlaams hogeronderwijsdiploma.

§ 3. Met niveau wordt het kwalificatieniveau van het studiebewijs in de kwalificatiestructuur of de opleidingsstructuur van het hoger onderwijs bedoeld.

§ 4. Met studieomvang wordt de studieduur van de opleiding bedoeld, eventueel uitgedrukt in een aantal studiepunten dat vertaald kan worden via het European Credit Transfer System. De studieduur omvat de eenheden van de onderwijs-, leer- en evaluatieactiviteiten waarmee de studieomvang wordt uitgedrukt.

§ 5. Met kwaliteit wordt de kwaliteit van het opleidingsprogramma bedoeld, waaronder de kwaliteit van het afstudeerprojecten de wijze van evalueren, of de kwaliteit van de uitreikende hogeronderwijsinstelling, eventueel gewaarborgd door een onafhankelijke kwaliteitswaarborginstantie.

Afdeling 3. - De beslissingen

Art. 6.

Elk erkenningsonderzoek resulteert in een erkenningsbeslissing waarin de erkenningsautoriteit aangeeft of het buitenlands studiebewijs al dan niet gelijkwaardig is met een Vlaams hogeronderwijsdiploma.

Art. 7.

Bij de vaststelling van een substantieel verschil kan de erkenningsautoriteit relevante beroepservaring en andere relevante onderwijservaring van de houder van het buitenlands studiebewijs als compensatiemaatregel aanvaarden en het buitenlands studiebewijs erkennen.

Art. 8.

De erkenningsautoriteit rapporteert jaarlijks over de beslissingen aan de minister bevoegd voor onderwijs

HOOFDSTUK III. - Niveaugelijkwaardigheid

Art. 9.

§ 1. Iedere houder van een buitenlands studiebewijs heeft het recht op een niveaugelijkwaardigheid op voorwaarde dat de aanvrager :

1° hetzij zijn woonplaats heeft in het Vlaams Gewest of in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;

2° hetzij zijn woonplaats elders heeft, en kan aantonen dat de aanvraag gebeurt met het oog op tewerkstelling in het Vlaams Gewest of in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

§ 2. De houder van het buitenlands studiebewijs dient te goeder trouw alle adequate informatie over het buitenlands studiebewijs te verstrekken, zodat de erkenningsautoriteit het onderzoek naar de niveaugelijkwaardigheid van het buitenlands studiebewijs kan voeren.

§ 3. De erkenningsautoriteit stelt vast op welk kwalificatieniveau het buitenlands studiebewijs zich bevindt, namelijk op het niveau van een diploma van gegradueerde of op het niveau van een graad van bachelor of op het niveau van een graad van master of op het niveau van een graad van doctor.

[2B.Vl.R. van 13/11/2015
B.S. 07/12/2015

§ 4. [3B.Vl.R. van 26/10/2018
B.S. 30/11/2018
Conform de Benelux Beschikking M (2015) 3 van het Benelux Comité van Ministers betreffende de automatische wederzijdse generieke niveauerkenning van diploma's hoger onderwijs, aangevuld door de Benelux Beschikking M (2018) 1 van 25 januari 2018, worden de volgende studiebewijzen, die uitgereikt worden in het hoger onderwijs, automatisch als niveaugelijkwaardig beschouwd:

1° Franse Gemeenschap van België: het diploma "brevet d'enseignement supérieur", het diploma "grade académique de bachelier", het diploma "grade académique de master" en het diploma "grade de docteur", verleend op grond van promotie, van de Franse Gemeenschap van België worden automatisch als niveaugelijkwaardig beschouwd met respectievelijk het diploma of de graad gegradueerde uitgereikt in het hoger beroepsonderwijs, de graad bachelor, de graad master en de graad doctor van de Vlaamse Gemeenschap;

2° Duitstalige Gemeenschap van België: het "Diplom Bachelor" en, in voorkomend geval, het diploma op niveau 5 van het Europees Kwalificatieraamwerk, het diploma op niveau 7 van het Europees Kwalificatieraamwerk en het diploma op niveau 8 van het Europees Kwalificatieraamwerk van de Duitstalige Gemeenschap van België, worden automatisch als niveaugelijkwaardig beschouwd met respectievelijk de graad bachelor en, in voorkomend geval, het diploma of de graad gegradueerde uitgereikt in het hoger beroepsonderwijs, de graad master en de graad doctor van de Vlaamse Gemeenschap;

3° Koninkrijk der Nederlanden: het getuigschrift associate degree, het getuigschrift bachelor, het getuigschrift master en de graad van doctor verleend op grond van promotie van het Koninkrijk der Nederlanden worden automatisch als niveaugelijkwaardig beschouwd met respectievelijk het diploma of de graad gegradueerde uitgereikt in het hoger beroepsonderwijs, de graad bachelor, de graad master en de graad doctor van de Vlaamse Gemeenschap;

4° Groothertogdom Luxemburg: het "brevet de technicien supérieur" of het "diplôme d'études supérieures générales", het "diplôme de bachelor", het "diplôme de master" en het "diplôme de doctorat" van het Groothertogdom Luxemburg worden automatisch als niveaugelijkwaardig beschouwd met respectievelijk het diploma of de graad gegradueerde uitgereikt in het hoger beroepsonderwijs, de graad bachelor, de graad master en de graad doctor van de Vlaamse Gemeenschap.

De automatische niveaugelijkwaardigheid, vermeld in het eerste lid, is ook van toepassing op de studiebewijzen van het met goed gevolg voltooid hebben van een erkende opleiding in het hoger onderwijs aan een erkende instelling hoger onderwijs in een Benelux-lidstaat vóór de invoering van de bachelor-masterstructuur, op voorwaarde dat dergelijke getuigschriften in die Benelux-lidstaat wettelijk gelijkgeschakeld zijn met het niveau van bachelor of master.

3B.Vl.R. van 26/10/2018
B.S. 30/11/2018
]

2B.Vl.R. van 13/11/2015
B.S. 07/12/2015
] (voetnoot 1)

Art. 10.

De erkenningsautoriteit rapporteert jaarlijks over de niveaugelijkwaardigheden aan de Vlaamse minister bevoegd voor het onderwijs.

HOOFDSTUK IV. - Procedures

Art. 11.

§ 1. De erkenningsautoriteit hanteert aanvraagformulieren die de in te dienen documenten en informatie opsomt voor het onderzoek naar de erkenning van de volledige gelijkwaardigheid van buitenlandse studiebewijzen en de niveaugelijkwaardigheid. De erkenningsautoriteit bevestigt formeel de ontvangst van de aanvraag. De bewijslast dat er in de aanvraag documenten en informatie ontbreken, ligt bij de erkenningsautoriteit.

De erkenningsautoriteit dient specifiek de ontbrekende documenten op te vragen aan de aanvrager.

§ 2. De erkenningsautoriteit kan extra documenten opvragen en ook een individueel interview afnemen van de aanvrager, in het geval van een authenticiteitscontrole van de vereiste ingediende documenten of in het geval de vereiste ingediende documenten toch onvoldoende informatie bevatten om een erkenningsonderzoek te voeren.

§ 3. De erkenningsautoriteit sluit het erkenningsonderzoek ambtshalve af indien uiterlijk 6 maanden na het indienen van de aanvraag, zoals vermeld in artikel 2, niet alle opgevraagde documenten en informatie worden ingediend.

Art. 12.

Documenten origineel opgesteld in het Nederlands, Engels, Frans en Duits worden door de erkenningsautoriteit aanvaard zonder beëdigde vertaling. De erkenningsautoriteit kan aan de houder van een buitenlands studiebewijs een beëdigde vertaling opvragen van documenten die niet in origineel werden geredigeerd in het Nederlands, Engels, Frans of Duits. De kosten van de beëdigde vertalingen zijn voor de rekening van de houder van het buitenlands studiebewijs.

Art. 13.

§ 1. Voor asielzoekers, vluchtelingen, subsidiair-beschermden en personen die zich in een vergelijkbare situatie bevinden zoals vermeld in artikel VII van het Verdrag van de Raad van Europa en de UNESCO betreffende de erkenning van diploma's hoger onderwijs in de Europese Regio van 11 april 1997, die niet alle documenten en informatie kunnen indienen of opvragen in hun thuisland, biedt de erkenningsautoriteit een aangepaste flexibele procedure aan voor de erkenning van de volledige gelijkwaardigheid van buitenlandse studiebewijzen en de niveaugelijkwaardigheid.

§ 2. De erkenningsautoriteit kan aan experts vragen om op basis van een gesprek met de asielzoekers, vluchtelingen subsidiair-beschermden en personen die zich in een vergelijkbare situatie bevinden zoals vermeld in artikel VII van het Verdrag van de Raad van Europa en de UNESCO betreffende de erkenning van diploma's hoger onderwijs in de Europese Regio van 11 april 1997, een advies te verlenen over het buitenlands studiebewijs.

Art. 14.

§ 1. De erkenningsautoriteit kan aan Vlaamse Centra voor Volwassenonderwijs, Vlaamse hogescholen, Vlaamse universiteiten, een commissie van experts of aan individuele experts advies vragen over het buitenlands studiebewijs. Het advies kan gebaseerd zijn op een gesprek met de houder van het buitenlands studiebewijs.

§ 2. De erkenningsautoriteit selecteert de experts op basis van hun vakinhoudelijke expertise van hun kennis van de onderwijssystemen van een land of regio en stelt die aan. De erkenningsautoriteit legt in een reglement de procedure en de criteria vast voor het aanstellen van experts en voor de vergoeding ervan. Dit reglement wordt ter goedkeuring voorgelegd aan de Vlaamse Regering. Dit reglement wordt bekend gemaakt minstens via de website van de erkenningsautoriteit.

§ 3. De erkenningsautoriteit kan, met instemming van de houder van het buitenlands studiebewijs, de volledige gelijkwaardigheid afhankelijk maken van een bekwaamheidsonderzoek, zoals bedoeld in artikel 39 en 40 van het decreet betreffende de flexibilisering van het hoger onderwijs in Vlaanderen en houdende dringende hogeronderwijsmaatregelen van 30 april 2004. De kosten van dit bekwaamheidsonderzoek zijn ten laste van de houder van het buitenlands studiebewijs.

Art. 15.

§ 1. De beslissing voor de erkenning van de volledige gelijkwaardigheid van buitenlandse studiebewijzen wordt binnen de 4 maanden na het ontvangen van al de nodige informatie en documenten genomen. De afhandelingstermijn wordt specifiek en op voorhand meegedeeld door de erkenningsautoriteit.

§ 2. De niveaugelijkwaardigheidsbeslissing wordt binnen de 2 maanden na het ontvangen van al de nodige informatie en documenten genomen. De afhandelingstermijn wordt specifiek en op voorhand meegedeeld door de erkenningsautoriteit.

§ 3. Met het oog op toepassing van artikel 11, § 2 kan de erkenningsautoriteit de afhandelingstermijn uitzonderlijk verlengen omwille van een authenticiteitscontrole.

§ 4. De erkenningsautoriteit rapporteert om de zes maanden over deze afhandelingstermijnen aan de Vlaamse minister bevoegd voor onderwijs.

Art. 16.

De procedure tot de erkenning van de volledige gelijkwaardigheid van buitenlandse studiebewijzen en de niveaugelijkwaardigheid worden uitgewerkt door de erkenningsautoriteit en bekend gemaakt via verscheidene publiek toegankelijke fora.

HOOFDSTUK V. - Verzoek tot heroverweging

Art. 17.

§ 1. De houder van het buitenlands studiebewijs kan een verzoek tot heroverweging van de erkenningbeslissing en de niveaugelijkwaardigheid, instellen binnen een vervaltermijn van 30 dagen die ingaat de dag na kennisname van de initiële beslissing van de erkenningsautoriteit en uiterlijk de eenendertigste dag na de dag van een kennisgeving van de betrokken beslissing. Daarbij kunnen geen nieuwe elementen of documenten aan het dossier toegevoegd worden.

De procedure van het verzoek tot heroverweging wordt verder uitgewerkt door de erkenningsautoriteit en bekend gemaakt via verscheidene publiek toegankelijke fora.

§ 2. De erkenningsautoriteit vermeldt in elke erkenningbeslissing en de niveaugelijkwaardigheid de modaliteiten van het verzoek tot heroverweging en de afhandelingstermijn.

§ 3. Het verzoek tot heroverweging leidt tot :

1° de gemotiveerde afwijzing van het verzoek tot heroverweging op grond van de onontvankelijkheid ervan

2° een beslissing die de oorspronkelijke beslissing op gemotiveerde wijze bevestigt, of herziet.

De bevestiging of de herziening van de erkenningsbeslissing wordt aan houder van het buitenlands studiebewijs ter kennis gebracht binnen een termijn van vijftien kalenderdagen, die ingaat de dag na deze waarop het verzoek tot heroverweging is ingesteld.

HOOFDSTUK VI. - Slotbepalingen

Art. 18.

Het besluit van de Vlaamse Regering van 14 oktober 1992 houdende vaststelling van de voorwaarden tot en van de procedure van de erkenning van de volledige gelijkwaardigheid van buitenlandse diploma's en studiegetuigschriften met de diploma's van de academische graden met uitzondering van de academische graden van de eerste cyclus en het besluit van de Vlaamse Regering van 10 juni 1997 houdende de vaststelling van de voorwaarden voor en de procedure tot individuele erkenning van de volledige gelijkwaardigheid van buitenlandse diploma's of studiegetuigschriften met de diploma's, uitgereikt door de hogescholen in de Vlaamse Gemeenschap worden opgeheven.

Art. 19.

Dit besluit treedt in werking op 1 september 2013.

Art. 20.

De Vlaamse minister, bevoegd voor het Onderwijs, is belast met de uitvoering van dit besluit.

- (1): Wat het Koninkrijk der Nederlanden betreft, is dit besluit enkel van toepassing op het land Nederland, overeenkomstig artikel 6 van de Benelux Beschikking M (2015) 3 van het Benelux Comité van Ministers betreffende de automatische wederzijdse generieke niveauerkenning van diploma's hoger onderwijs van 18 mei 2015 en artikel 4 van de Benelux Beschikking M (2018) 1 van het Benelux Comité van Ministers van 25 januari 2018 tot aanvulling van beschikking M (2015) 3 betreffende de automatische wederzijdse generieke niveauerkenning van diploma's hoger onderwijs. (B.Vl.R. 26/10/2018; B.S. 30/11/2018)