Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de herverdeling van de vrijgekomen subsidieerbare deelnemersuren voor de organisatie van persoonlijke ontwikkelingstrajecten

  • goedkeuringsdatum
    12 juli 2013
  • publicatiedatum
    B.S.07/08/2013
  • zie ook
  • datum laatste wijziging
    02/10/2014

COORDINATIE

(1) B.Vl.R. van 20/06/2014 (B.S. 02/10/2014)

De Vlaamse Regering,

Gelet op het decreet van 10 juli 2008 betreffende het stelsel van leren en werken in de Vlaamse gemeenschap, artikel 95, § 1 en § 2, gewijzigd bij de decreten van 8 juli 2011 en 23 december 2011;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 9 juli 2013;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Onderwijs, Jeugd, Gelijke Kansen en Brussel;

Na beraadslaging,

Besluit :

Artikel 1.

Voor [1B.Vl.R. van 20/06/2014
B.S. 02/10/2014
de schooljaren 2013-2014 en 2014-20151B.Vl.R. van 20/06/2014
B.S. 02/10/2014
] worden de vrijgekomen subsidieerbare deelnemersuren voor de organisatie van persoonlijke ontwikkelingstrajecten als volgt herverdeeld :

1° Werkingsgebied regionaal overlegplatform Antwerpen

Organisatie

Oorspronkelijk aantal deelnemersuren

Herverdeling

Aangepast aantal deelnemersuren

a) Arktos

56.843,50

- 10.000

46.843,50

b) Lejo

37.878

+ 10.000

47.878

c) Profo

15.360

+ 1.000

16.360

2° Werkingsgebied regionaal overlegplatform Midden-West-Vlaanderen

Organisatie

Oorspronkelijk aantal deelnemersuren

Herverdeling

Aangepast aantal deelnemersuren

Groep Intro

6.941,40

+ 2.500

9.441,40

3° [1B.Vl.R. van 20/06/2014
B.S. 02/10/2014
Werkingsgebied regionaal overlegplatform Brugge

Organisatie

Oorspronkelijk aantal deelnemersuren

Herverdeling

Aangepast aantal deelnemersuren

Groep Intro

13.593,60

+ 3.000

16.593,60

1B.Vl.R. van 20/06/2014
B.S. 02/10/2014
]

4° Werkingsgebied regionaal overlegplatform Westhoek

Organisatie

Oorspronkelijk aantal deelnemersuren

Herverdeling

Aangepast aantal deelnemersuren

a) Groep Intro

10.629,10

- 3.000

- 2.500

5.129,10

b) Profo

7.680

- 1.000

6.680

Art. 2.

De minister, bevoegd voor het onderwijs, is belast met de uitvoering van dit besluit.