Besluit van de Vlaamse Regering tot erkenning van de onderwijskwalificatie "graduaat industriële onderhoudstechniek"

  • goedkeuringsdatum
    17 januari 2014
  • publicatiedatum
    B.S.24/02/2014
  • datum laatste wijziging
    24/02/2014

De Vlaamse Regering,

Gelet op het decreet van 30 april 2009 betreffende de kwalificatiestructuur, artikel 15 en 15/1, gewijzigd bij het decreet van 12 juli 2013;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 11 januari 2013 houdende de uitvoering van het decreet betreffende de kwalificatiestructuur van 30 april 2009 inzake de erkenning van beroepskwalificaties en inzake de erkenning van onderwijskwalificaties voor het secundair na secundair onderwijs en het hoger beroepsonderwijs, artikel 16, 17 en 18;

Gelet op het advies van AKOV, gegeven op 3 oktober 2013;

Gelet op het advies van de Commissie HBO, gegeven op 25 oktober 2013;

Gelet op het erkenningsadvies van het Agentschap voor Kwaliteitszorg in Onderwijs en Vorming, gegeven op 21 november 2013;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 17 december 2013;

Overwegende het besluit van de Vlaamse Regering van 3 mei 2013 tot erkenning van de beroepskwalificatie onderhoudstechnicus;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Onderwijs, Jeugd, Gelijke Kansen en Brussel;

Na beraadslaging,

Besluit :

Artikel 1.

De onderwijskwalificatie "graduaat industriële onderhoudstechniek", ingeschaald op niveau 5 van de Vlaamse kwalificatiestructuur, wordt erkend. De onderwijskwalificatie "graduaat industriële onderhoudstechniek" is ondergebracht in het studiegebied "industriële wetenschappen en technologie" van het hoger beroepsonderwijs. De studieomvang van de onderwijskwalificatie bedraagt negentig studiepunten.

Art. 2.

De competenties van de onderwijskwalificatie "graduaat industriële onderhoudstechniek" zijn opgenomen in de beroepskwalificatie "onderhoudstechnicus", erkend bij het besluit van de Vlaamse Regering van 3 mei 2013 tot erkenning van de beroepskwalificatie onderhoudstechnicus.

Art. 3.

De Vlaamse minister, bevoegd voor het onderwijs, is belast met de uitvoering van dit besluit.