Besluit van de Vlaamse Regering tot erkenning van de beroepskwalificatie bouwplaatsmachinist

  • goedkeuringsdatum
    21 februari 2014
  • publicatiedatum
    B.S.02/05/2014
  • datum laatste wijziging
    02/05/2014

De Vlaamse Regering,

Gelet op het decreet van 30 april 2009 betreffende de kwalificatiestructuur, artikel 12, vervangen bij het decreet van 1 juli 2011;

Gelet op het erkenningsadvies van het Agentschap voor Kwaliteitszorg in Onderwijs en Vorming, gegeven op 3 februari 2014;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 7 februari 2014;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Onderwijs, Jeugd, Gelijke Kansen en Brussel en de Vlaamse minister van Financiën, Begroting, Werk, Ruimtelijke Ordening en Sport;

Na beraadslaging,

Besluit :

Artikel 1.

De beroepskwalificatie van bouwplaatsmachinist, ingeschaald op niveau 4 van de Vlaamse kwalificatiestructuur, wordt erkend. De beschrijving, opgenomen in de bijlage die bij dit besluit is gevoegd, omvat de definitie en de bijbehorende competenties.

Art. 2.

De Vlaamse minister, bevoegd voor het onderwijs, en de Vlaamse minister, bevoegd voor het tewerkstellingsbeleid, zijn, ieder wat hem of haar betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

BIJLAGE

Beschrijving van de beroepskwalificatie van bouwplaatsmachinist (m/v) (BK00116) als vermeld in artikel 1.

1. GLOBAAL

a. Titel

Bouwplaatsmachinist (m/v)

b. Definitie

Een bouwplaatsmachinist bestuurt en bedient een bouwplaatsmachine teneinde graafwerken, grondverzet, verdichtingen, kleine hijsopdrachten en/of verplaatsingen van materialen (aarde, grint, rotsen, stenen, zand, geprefabriceerde bouwelementen, buizen,...) uit te voeren op bouwplaatsen.

c. Niveau

4

d. Jaartal

2014

2. COMPETENTIES

2.1 Opsomming competenties

BASISACTIVITEITEN

Werkt in teamverband (co00787)

- Communiceert effectief en efficiënt

- Wisselt informatie uit met collega's en verantwoordelijken

- Overlegt over de voorbereiding, uitvoering en afwerking van de opdracht

- Rapporteert aan leidinggevenden

- Werkt efficiënt samen met collega's

- Volgt aanwijzingen van verantwoordelijken op

- Past zich flexibel aan (verandering van collega's, ...)

Werkt met oog voor kwaliteit (co00788)

- Evalueert zijn eigen werkzaamheden kwalitatief en kwantitatief, en stuurt desnoods bij

- Gaat zuinig om met materialen, gereedschappen en tijd en vermijdt verspilling

- Houdt zich aan de regels voor traceerbaarheid van producten en uitgevoerde werken door het bijhouden van de etiketten en markering van de gebruikte materialen

Werkt met oog voor welzijn, veiligheid en milieu (co00789)

- Herkent en signaleert gevaarlijke situaties, neemt gepaste maatregelen bij ongelukken en meldt ongevallen en incidenten volgens interne procedures

- Past de voorschriften met betrekking tot netheid en hygiëne toe

- Werkt ergonomisch

- Controleert de aanwezigheid van en gebruikt PBM's en CBM's (persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen) volgens de specifieke voorschriften

- Ziet er op toe dat veiligheids- en milieuvoorschriften worden gerespecteerd

- Herkent, voorkomt en beschermt tegen specifieke risico's zoals gevaarlijke en schadelijke stoffen (cement en hulpstoffen, kwartsstof, asbesthoudende producten, ...), lawaai, brand en explosies

- Sorteert afval volgens de richtlijnen en vraagt om informatie in geval van twijfel

- Gebruikt water voor taken en schoonmaak efficiënt

SPECIFIEKE ACTIVITEITEN

Bereidt de werkzaamheden met de bouwplaatsmachine voor (co00790)

- Ontvangt en begrijpt de uit te voeren opdracht

- Verzamelt de nodige documenten voor de opdracht

- Richt de eigen werkplek en het werkterrein in volgens voorschriften en/of instructies en houdt daarbij rekening met de algemene werforganisatie en de logische werkvolgorde

- Kiest de geschikte machine en machine-uitrusting of past deze aan

- Brengt de bouwplaatsmachine in werkpositie

- Controleert of er zich binnen de werkzone geen voorwerpen, hoogspanningskabels of ander hindernissen bevinden

- Plaatst signalisatie

Transporteert de bouwplaatsmachine (co00791)

- Rijdt met een bouwplaatsmachine een dieplader op en af

- Zekert de bouwplaatsmachine op een dieplader

- Voorziet de nodige signalisatie

- Rijdt zuinig en defensief met een bouwplaatsmachine over de openbare weg

Bedient GPS of boordcomputer (co00792)

- Gebruikt GPS bij transport

- Gebruikt GPS of boordcomputer bij afgravingen en grondverzet

Communiceert met helpers en leidinggevenden (co00793)

- Communiceert vooraf over de werkopdracht

- Communiceert tijdens de werkopdracht (met seinen en/of radio)

Voert grondverzet en graafwerken uit (co00794)

- Bedient de bouwplaatsmachine

- Richt het terrein in en zet het af

- Maakt het terrein bouwrijp

- Graaft uit en graaft af

- Aardt de oppervlakte of uitgraving aan

- Hoogt terreinen op

- Verdicht gronden

Graaft sleuven en bouwputten (co00795)

- Graaft op basis van plaatsaanduiding

- Graaft om hindernissen (o.m. nutsvoorzieningen) heen

- Vult de sleuf of bouwput terug op

- Nivelleert opgevulde sleuven of putten

Profileert (co00796)

- Zet taludprofielen uit

- Graaft taluds af volgens profiel

- Schoont sloten op

- Nivelleert met de bouwplaatsmachine

- Nivelleert met een specifieke nivelleermachine

Slaat lasten aan bij hijswerkzaamheden met een bouwplaatsmachine (co00797)

- Controleert lasten op zichtbare gebreken

- Controleert of een last opgetild kan worden

- Controleert het hijsgereedschap

- Slaat de lasten veilig aan

- Balanceert de last uit

Voert hijswerkzaamheden uit met de bouwplaatsmachine (co00798)

- Kiest de hijsuitrusting

- Bedient de bouwplaatsmachine met het oog op hijswerk

- Bepaalt de plaats waar de elementen moeten komen

- Plaatst elementen

Vervoert materiaal (co00799)

- Stelt de bouwplaatsmachine op en laadt het materiaal zo efficiënt mogelijk

- Vervoert de ladingen via een zo economisch mogelijke route

- Stort de lading

Voert graafwerken voor rioleringen uit (co00800)

- Graaft op basis van plaatsaanduiding

- Graaft om hindernissen heen (o.m. nutsvoorzieningen)

- Voert schoringen uit

- Vult de rioleringssleuven terug op

- Nivelleert opgevulde sleuven of putten

Voert sloop- en afbraakwerken uit (co00801)

- Richt de aangepaste werkzone in en onderhoudt deze (in overleg met de bouwplaatsleiding)

- Voert sloop- en afbraakwerken uit

- Sorteert en stockeert sloopafval volgens de richtlijnen en vraagt om informatie in geval van twijfel

Rondt de werkzaamheden uitgevoerd met de bouwplaatsmachine af (co00802)

- Parkeert de bouwplaatsmachine

- Zet de bouwplaatsmachine stop en schakelt de besturing uit

- Verlaat de bedieningspost

- Laat de bouwplaatsmachine veilig achter of maakt ze klaar voor de terugweg

- Laat de werkplaats proper achter

Voert dagelijkse controles en onderhoud van de bouwplaatsmachine uit (co00803)

- Controleert de bouwplaatsmachine voor ingebruikname

- Voert dagelijks onderhoud uit

- Voert kleine herstellingen uit

- Signaleert defecten

- Signaleert de nood tot specifieke controles, herstellingen en onderhoud

- Reinigt de bouwplaatsmachine

Vervult administratieve taken (co00804)

- Vult werkblad en andere administratieve documenten in

- Bewaart en let op de aanwezigheid van keuringsdocumenten

2.2 Beschrijving van de competenties/activiteiten aan de hand van de descriptorelementen

2.2.1 Kennis

- Basiskennis rekenen (inhoudsmaten, soortelijk gewicht, volumes,...)

- Basiskennis van elektriciteit

- Basiskennis van het vakjargon in het Nederlands en in een tweede landstaal

- Basiskennis van specifieke risico's van asbest, kwartsstof en andere gevaarlijke producten

- Kennis van milieuzorgsystemen en -voorschriften in functie van de eigen werkzaamheden

- Kennis van de bouwplaatsorganisatie

- Kennis veiligheids-, gezondheids-, hygiëne- en welzijnsvoorschriften

- Kennis van specifieke risico's van elektriciteit, lawaai, trillingen, brand en explosies

- Kennis van veilige en ergonomische hef-, til- en werktechnieken

- Kennis van PBM's en CBM's

- Kennis van (veiligheids)pictogrammen

- Kennis van de voorschriften rond afvalbeheer

- Kennis van een geoptimaliseerd verbruik en recuperatie van water, materialen en energie

- Kennis van werkdocumenten, het werkblad en andere administratieve documenten: persoonlijke documenten, boorddocumenten en machine-instructieboek

- Kennis van technische voorschriften en aanbevelingen in functie van de eigen werkzaamheden

- Kennis van controle- en meetmethoden en -instrumenten

- Kennis van kwaliteitsnormen, waarden en toleranties

- Kennis van technologie van hydraulische, pneumatische en elektrische systemen, dieselmotoren en bewegingsoverbrenging

- Kennis van de diverse bouwplaatsmachines en hun karakteristieken, meer bepaald hun wendbaarheid, verplaatsbaarheid, kracht, graaf- en laadvermogen, type en bereik van gieken

- Kennis van de karakteristieken, de toepassingen en de voor- en nadelen van diverse aandrijvingen: rupsen en banden

- Kennis van de verschillende uitrustingen voor de verschillende werkfuncties (graven, grijpen, hijsen, duwen, laden,...)

- Kennis van de technieken voor het aanbrengen van de hulp- en uitrustingsstukken

- Kennis van de reglementering voor ladingzekeren

- Kennis van de toestand van het wegennet en toegelaten belasting op openbare wegen

- Kennis van wettelijke beperkingen bij (uitzonderlijk) vervoer over de openbare weg

- Kennis van de wegcode

- Kennis van de principes van ecodriving en defensief rijden

- Kennis van de eisen en verantwoordelijkheden bij het uitvoeren van een veiligheidsfunctie (1)

- Kennis van het gebruik van communicatiemiddelen

- Kennis van de genormaliseerde hand- en armseinen

- Kennis van signalisatie

- Kennis van de eisen aan opstelplaatsen: horizontaal, stabiel, vaste grond, vrij van obstakels en buiten de verkeerscirculatie

- Kennis van de invloed van de werkfunctie op de opstelling

- Kennis van preventiemaatregelen tegen het risico op omkantelen

- Kennis van de start- en stopprocedures

- Kennis van de normale werkingstoestand van de machine

- Kennis van de positie en de werkingsnorm (normale peil) van elementen als motoroliepeil, oliepeil van hydraulische kringloop, koelvloeistofpeil, banden- of rupsspanning, brandstofpeil, luchtfilter, ...

- Kennis van de onderdelen waarbij zich op korte of lange termijn slijtageverschijnselen voordoen

- Kennis van het toepassingsgebied en de geldigheid van vergunningen en keuringen

- Kennis van de reglementering inzake speciale controles door erkende controleorganismen.

- Kennis van de technieken, de producten en het materieel gebruikt bij klein onderhoud en reiniging

- Kennis van de preventieve veiligheids- en milieumaatregelen bij tanken en de maatregelen bij vervuiling door tanken of lekken

- Kennis van wie voor welke herstellingen verantwoordelijk is

- Kennis van het werkblad en meer specifiek de rubriek "defecten"

- Kennis van planlezen

- Kennis van verschillende taludprofielen en profielen van sleuven en bouwputten

- Kennis van het doel en de betekenis van de topografische aanduidingen

- Kennis van de toepassingsmogelijkheden van GPS bij grondverzet en graafwerken

- Kennis van de bediening van een GPS

- Kennis van de opgelegde afmetingen en toegestane afwijkingen bij graaf- en nivelleerwerken

- Kennis van nivellerings- en verdichtingseisen in het lastenkohier

- Kennis van de laadcapaciteit van een dumper

- Kennis van de optimale zwenkhoek bij het vullen van een dumper

- Kennis van de optimale positie van een dumper bij het laden

- Kennis van de procedures om een vastgeraakt voertuig los te maken met oog op het voorkomen van beschadiging en het niet nodeloos laten slepen door een andere machine

- Kennis van de wettelijke vereisten voor hijstoestellen

- Kennis van de lastentabel van machines die voor hijswerk ingezet worden

- Kennis van specifieke schoringstechnieken bij het uitvoeren van rioleringswerken

- Kennis van de bijzondere uitvoeringstechnieken eigen aan afbraakwerken

- Grondige kennis van de onderdelen van de bouwplaatsmachine, de bedienings- en besturingsmechanismen (hendels, pedalen, instrumenten) en hun respectievelijke functies;

- Grondige kennis van de draagkracht van de ondergrond en de bodemgesteldheid

- Grondige kennis van de risico's en preventiemaatregelen bij het werken in de buurt van uitgravingen, oevers, grachten, stapels, de aanwezigheid van mensen, verkeer, boven- en ondergrondse leidingen, kabels, buizen en andere obstakels

2.2.2 Vaardigheden

Cognitieve vaardigheden

- Het mondeling en/of schriftelijk kunnen rapporteren met de leidinggevende

- Het efficiënt kunnen communiceren met collega's, klanten en derden: kunnen overleggen over de voorbereiding, uitvoering en afwerking van de opdracht en afstemmen van de eigen werkzaamheden op de activiteiten van anderen (bouwteam)

- Het kunnen communiceren met hand- en armseinen en/of radio

- Het kunnen controleren van de aanwezigheid van en kunnen gebruiken van PBM's en CBM's volgens de specifieke voorschriften

- Het kunnen herkennen, voorkomen en beschermen tegen specifieke risico's van gevaarlijke stoffen (cement en hulpstoffen, kwartsstof, asbesthoudende producten, ...)

- Het kunnen herkennen, voorkomen en beschermen tegen specifieke risico's zoals elektriciteit, lawaai, trillingen, brand en explosies

- Het kunnen herkennen en signaleren van gevaarlijke situaties, nemen van gepaste maatregelen bij ongelukken en melden van ongevallen en incidenten

- Het kunnen opzoeken en raadplegen van beschikbare en betrouwbare informatiebronnen

- Het kunnen uitvoeren van de werkopdracht volgens de planning en timing

- Het kunnen bepalen van de benodigde materialen, gereedschappen en machines

- Het kunnen inrichten van de eigen werkplek volgens voorschriften en/of instructies en rekening houdend met de algemene bouwplaatsorganisatie en de logische werkvolgorde

- Het zorgzaam, efficiënt en veilig kunnen omgaan met materialen, gereedschappen en machines

- Het kunnen sorteren van afval (asbest, staal, beton, ...) volgens de richtlijnen

- Het alert kunnen handelen bij opmerken van gevaarlijke stoffen (asbest e.a.) of situaties: direct de bouwplaatsleiding verwittigen en veiligheidszone(s) afbakenen

- Het kunnen plaatsen en onderhouden van signalisatie

- Het kunnen begrijpen, controleren en gebruiken van de werkopdracht en de nodige werkdocumenten

- Het (in de eigen taal) kunnen lezen van de bedieningshandleiding en begrijpen van bedienings-, controle- en onderhoudsvoorschriften

- Het kunnen opsporen van mechanische en elektrische defecten, onregelmatigheden in het functioneren van de onderdelen en uitrustingen van de bouwplaatsmachine

- Het kunnen interpreteren van geluidssignalen en de verschillende controle- en signalisatielampjes

- Het kunnen controleren van banden- of rupsspanning, de luchtdruk, de verschillende vloeistofpeilen, lekken in leidingen en slangen, de volledigheid en slijtage van de uitrustingen

- Het kunnen vaststellen, benoemen en verslag uitbrengen van de aard van slijtage en defecten

- Het kunnen zekeren van de bouwplaatsmachine op een dieplader

- Het kunnen bepalen van de meest efficiënte route, zichzelf kunnen oriënteren

- Het kunnen bedienen van een GPS

- Het zuinig en defensief kunnen rijden op de openbare weg, met respect voor de wegcode

- Het kunnen rekening houden met de afmetingen van de bouwplaatsmachine in het verkeer

- Het kunnen inschatten van de staat van wegdek en/of ondergrond op openbare weg en privéterreinen (beschadiging en vastrijden voorkomen)

- Het kunnen bepalen van een geschikte opstelplaats voor het begin van de werkzaamheden

- Het kunnen opstellen van de machine

- Het kunnen informeren naar en controleren van de terreinomstandigheden en de omgeving (eventuele ondergrondse en bovengrondse leidingen, kabels, buizen, ... en andere obstakels)

- Het vooraf kunnen inschatten van gevaren bij sloopwerkzaamheden (instabiliteit van de ondergrond of de machine, aanwezigheid van boven- en ondergrondse leidingen, kabels, buizen, vallende brokstukken...) en zo nodig de werkwijze aanpassen

- Het bij sloopwerkzaamheden kunnen voorkomen van schade aan omringende gebouwen, openbare weg, ...

- Het kunnen inschatten van terreinmoeilijkheden en zowel het rijgedrag als rijsnelheid en het rijtraject hieraan aanpassen (spoorvorming, gladde of onstabiele trajecten vermijden)

- Het kunnen op- en afrijden van hellingen met zware last, rekening houdend met de zwaartepuntverdeling

- Het kunnen gebruik maken van het differentieelslot bij het rijden op moeilijke terreinen

- Het kunnen loskrijgen van een vastgeraakt voertuig

- Het zodanig kunnen storten van lading dat het aanduiding geeft voor de volgende stortbeurt

- Het kunnen nagaan of niemand zich in de nabijheid van de machine bevindt

- Het kunnen kiezen van de machine-uitrusting (gieklengte, baktype, de monteerbare en verstelbare onderdelen) met oog op het af te leggen traject, de te verrichten bewegingen, de terreinpositie en de functie (opheffen, uitgraven, afgraven, ...)

- Het kunnen manoeuvreren met inachtname van de rentabiliteit van de bewegingen, de laadcapaciteit en de stabiliteit

- Het zo kort mogelijk kunnen houden van een laadcyclustijd door keuze van de optimale zwenkhoek en door optimaal positioneren

- Het kunnen werken binnen de marge van toegestane afwijkingen

- Het kunnen ontzoden, rooien en wegnemen van natuurlijke hindernissen met de aangewezen bouwplaatsmachine

- Het kunnen begrijpen van topografische aanduidingen: interpreteren van visuele coördinaten (zichtlatten, een door een werkdraad uitgezette richtlijn of andere) of de indicatoren van een laserontvanger

- Het kunnen opstellen van zichtlatten

- Het kunnen uitzetten van de richtlijn met behulp van een werkdraad of zandstraal

- Het kunnen instellen of bijstellen van laserzendapparatuur

- Het kunnen uitgraven en afgraven in vloeiende gesynchroniseerde bewegingen met voortdurend zicht op de uitgezette piketten of voortdurende feedback van de laserontvanger

- Het kunnen opvolgen en uitvoeren van de aanwijzingen van GPS en boordcomputer

- Het met de machine naar een diepte kunnen toe werken, haaks en binnen een veiligheidsmarge

- Het kunnen opvullen of aanvullen van een bestaande uitgraving tot een gewenst niveau

- Het kunnen verdelen in opeenvolgende lagen van de aangevoerde of opgehoopte aarde

- Het kunnen uitspreiden van aanvullingen (rots, zand) voor weinig draagkrachtige gronden

- Het kunnen aanleggen van een ophoging volgens opgegeven hoek en met aangepaste en juist ingestelde uitrusting

- Het kunnen verdichten van een egaal uitgespreid oppervlak

- Het kunnen bepalen van een taludhelling

- Het kunnen graven tot een nieuw profiel over de hele breedte van een sloot, in één vloeiende beweging

- Het kunnen aanpassen van wielpositie en bladinstelling (uitrusting) aan de staat van de ondergrond (draagkracht, hardheid)

- Het op basis van de verkregen informaties kunnen opsporen en blootleggen van de obstakels in een uit te graven sleuf

- Het in opeenvolgende lagen en vanuit het laagste punt stroomopwaarts kunnen graven van een sleuf, zonder de nutsvoorzieningen te beschadigen

- Het kunnen effenen van de bodem en schoonmaken van de randen van een sleuf

- Het kunnen verwittigen van de bevoegde verantwoordelijken bij het opgraven van kabels, geraamten, springtuigen, ...

- Het kunnen beoordelen en controleren van hijsgereedschap en te hijsen lasten

- Het kunnen raadplegen van de lastentabel met oog op het niet overschrijden van het hijsvermogen van de machine

- Het kunnen bepalen van de wijze van aanslaan

- Het kunnen starten en stopzetten van de bouwplaatsmachine volgens de procedure

- Het kunnen opvolgen van de bedrijfsvoorschriften in verband met het achterlaten van de bouwplaatsmachine

- Het kunnen invullen van werkbladen en andere administratieve documenten

- Het nauwkeurig kunnen bijhouden van uitgevoerde taken, gewerkte uren, urenteller machine, gebruikt materiaal, gebruikte oliën, vetten en gasolie, technische defecten aan de machine, staat van het hijsgereedschap

- Het kunnen nagaan en signaleren van uitgevoerde en uit te voeren controles

- Het kunnen bewaren en nagaan van de aanwezigheid van het medisch attest Probleemoplossende vaardigheden

- Het kwalitatief en kwantitatief kunnen evalueren en desnoods bijsturen van zijn eigen werkzaamheden

- Het gepast kunnen reageren op vastgestelde problemen met betrekking tot kwaliteit, veiligheid, milieu, proces en techniek rekening houdend met de voorschriften/procedures

Motorische vaardigheden

- Het kunnen toepassen van de juiste ergonomische hef- en tiltechnieken

- Het kunnen gebruiken van ladders en steigers volgens de veiligheidsregels en herkennen en signaleren van gebreken

- Het permanent rij- en gebruiksklaar kunnen houden van de bouwplaatsmachine: smeren van onderdelen en uitrustingen volgens smeerplan, bijvullen van vloeistofpeilen,...

- Het kunnen tanken onder veilige omstandigheden

- Het kunnen gebruiken van een oil spill kit

- Het kunnen vergrendelen of blokkeren van de beweegbare onderdelen bij transport van de bouwplaatsmachine

- Het op aangeven van de leidinggevende kunnen indelen van een terrein in bouw- en werkruimte, met name de aan te brengen platformen voor containers, parking en doorgangen van en naar bouwputten

- Het kunnen hanteren van de onderdelen, de bedienings- en besturingsmechanismen op beheerste, synchrone en veilige manier

- Het kunnen aanbrengen van de hulp- en uitrustingsstukken

- Het kunnen rijden zonder schokken

- Het kunnen uitvoeren van hijsbewegingen zonder schommelen en binnen de veiligheidszone van de machine

- Het zelf kunnen herstellen van eenvoudige mechanische defecten: vastzetten van losse onderdelen, vrijmaken van smeernippels, vervangen van filters of leidingen, herstellen van verlichting van de machine...

- Het kunnen reinigen van het materieel en de stuurcabine

2.2.3 Context

Omgevingscontext

- Dit beroep wordt uitgeoefend op bouwplaatsen (woningbouw, utiliteitsbouw, bruggen- en wegen-, spoor- en waterbouw)

- Dit beroep wordt meestal in team uitgeoefend, waarbij de nodige flexibiliteit belangrijk is om zich aan te passen aan wijzigingen van planning, omgeving, en klimatologische omstandigheden.

- De werkopdracht en het eindresultaat wordt strikt afgebakend en er heersen in veel gevallen strikte deadlines, wat resultaatgerichtheid, stressbestendigheid, concentratie, flexibiliteit en doorzettingsvermogen vraagt.

- De bouwsector kent veel reglementeringen, normen, aanbevelingen, codes van goede praktijk en technische voorlichtingsfiches inzake kwaliteit, veiligheid, gezondheid, hygiëne, welzijn, milieu en duurzaam bouwen.

- De situatie op de werkplek kan het dragen van lasten, contact met gevaarlijke producten en werken in moeilijke houdingen en omstandigheden impliceren.

- De werkplek kan impliceren dat er in de nabijheid van boven- en ondergrondse leidingen, het verkeer en andere gevaarlijke situaties gewerkt moet worden.

Handelingscontext

- Oog hebben voor kwaliteit en de tevredenheid van de klant door met zorg, precisie en toewijding te werken.

- Aandacht hebben voor gevaarlijke situaties, veiligheidssignalisatie op de bouwplaats respecteren en PBM's en CBM's met zorg plaatsen, gebruiken en onderhouden.

- Omzichtig omgaan met grondstoffen en producten, rekening houdend met veiligheids-, en milieuvoorschriften..

- Het bijblijven met de (technologische) ontwikkelingen binnen de sector vergt leergierigheid en het volgen van (verplichte) opleidingen.

- Het werken in een veiligheidsfunctie betekent een verhoogde aandacht voor de veiligheid en gezondheid van andere werknemers van de onderneming of van ondernemingen van buitenaf.

- Gedurende de werkzaamheden de omgeving en de bewegingen van de bouwplaatsmachine zeer oplettend opvolgen.

- Gedurende de werkzaamheden informatie uitwisselen en duidelijke instructies geven.

2.2.4 Autonomie

- Is zelfstandig in :

- het uitstippelen van de meest efficiënte route

- het veilig, zuinig en defensief rijden met een bouwplaatsmachine

- het controleren of er in veilige omstandigheden kan gewerkt worden

- het veilig opstellen van een bouwplaatsmachine

- het opstarten van de bouwplaatsmachine

- het veilig bedienen van de bouwplaatsmachine

- het vervullen van administratieve taken

- het controleren van de kwaliteit en kwantiteit van zijn werk

- het reinigen en onderhouden van de bouwplaatsmachine

- het signaleren van defecten

- het afronden van de werkzaamheden

- het veilig achterlaten van de bouwplaatsmachine

- Is gebonden aan :

- een ontvangen werkopdracht en tijdsplanning

- veiligheids-, gezondheids-, kwaliteits- en milieuvoorschriften, codes van goede praktijk, technische voorschriften, productfiches en verkeersregels

- afspraken met betrekking tot zijn eigen werkzaamheden met collega's en derden

- instructies van de leidinggevende

- Doet beroep op :

- de leidinggevende voor de werkopdracht, gegevens, planning, leveringen, melden van problemen en gevaarlijke situaties en bijkomende instructies.

- helpers op de bouwplaats bij het aanslaan en loskoppelen van lasten bij hijswerkzaamheden

- een meer bevoegd persoon indien hij een probleem niet opgelost krijgt of te maken krijgt met werkzaamheden die buiten zijn bevoegdheid vallen.

- (onderhouds)technieker en/of derden bij storingen, technische interventies, controles en/of onderhoud aan de bouwplaatsmachine

2.2.5 Verantwoordelijkheid

- Het werken in teamverband

- Het werken met oog voor kwaliteit

- Het werken met oog voor welzijn, veiligheid en milieu

- Het voorbereiden van de werkzaamheden met de bouwplaatsmachine

- Het transporteren van de bouwplaatsmachine

- Het bedienen van GPS of boordcomputer

- Het communiceren met helpers en leidinggevenden

- Het uitvoeren van grondverzet en graafwerken

- Het graven van sleuven en bouwputten

- Het profileren

- Het aanslaan van lasten bij hijswerkzaamheden met een bouwplaatsmachine

- Het uitvoeren van hijswerkzaamheden met de bouwplaatsmachine

- Het vervoeren van materiaal

- Het uitvoeren van graafwerken voor rioleringen

- Het uitvoeren van sloop- en afbraakwerken

- Het afronden van de werkzaamheden uitgevoerd met de bouwplaatsmachine

- Het uitvoeren van dagelijkse controles en onderhoud van de bouwplaatsmachine

- Het vervullen van administratieve taken

- Het vervullen van een veiligheidsfunctie

2.3 Vereiste attesten

De bouwplaatsmachinist is verplicht in het bezit van :

- een medisch attest voor het uitvoeren van een veiligheidsfunctie

- een rijbewijs C bij het besturen van een bouwplaatsmachine over de openbare weg

Verder zijn er geen verplichte attesten, maar voor het uitoefenen van bepaalde werkzaamheden en/of risicovolle taken zijn bepaalde attesten en/of certificaten vereist, zoals VCA, ...

Het is steeds aangeraden de vigerende wetgeving te raadplegen, daar deze onderhevig kan zijn aan veranderingen.

Nota

(1) Onder veiligheidsfunctie verstaat men elke werkpost waar motorvoertuigen, kranen, rolbruggen, hijstoestellen van welke aard ook, of machines die gevaarlijke installaties of toestellen in werking zetten, bestuurd worden voor zover dit de veiligheid en gezondheid van andere werknemers van de onderneming of van ondernemingen van buitenaf in gevaar kan brengen. Meer informatie op: http://www.werk.belgie.be/detailA_Z.aspx?id=1358