Besluit van de Vlaamse Regering tot erkenning van de beroepskwalificatie rioollegger

  • goedkeuringsdatum
    22 mei 2015
  • publicatiedatum
    B.S.30/09/2015
  • datum laatste wijziging
    30/09/2015

De Vlaamse Regering,

Gelet op het decreet van 30 april 2009 betreffende de kwalificatiestructuur, artikel 12, vervangen bij het decreet van 1 juli 2011;

Gelet op het erkenningsadvies van het Agentschap voor Kwaliteitszorg in Onderwijs en Vorming, gegeven op 7 april 2015;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 28 april 2015;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Onderwijs en de Vlaamse minister van Werk, Economie, Innovatie en Sport;

Na beraadslaging,

Besluit :

Artikel 1.

De beroepskwalificatie van rioollegger, ingeschaald op niveau 3 van de Vlaamse kwalificatiestructuur, wordt erkend. De beschrijving, opgenomen in de bijlage die bij dit besluit is gevoegd, omvat de definitie en de bijbehorende competenties.

Art. 2.

De Vlaamse minister, bevoegd voor het onderwijs, en de Vlaamse minister, bevoegd voor het tewerkstellingsbeleid, zijn, ieder wat hem of haar betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

BIJLAGE

Beschrijving van de beroepskwalificatie van rioollegger (m/v) (BK0185) als vermeld in artikel 1

1. GLOBAAL

a. Titel

`Rioollegger (m/v)'

b. Definitie

`De rioollegger plaatst regen- en afvalwatersystemen in sleuven en bouwputten teneinde de leidingen voor regenwater, huishoudelijk, stedelijk en industrieel afvalwater aan te leggen, te onderhouden en/of te herstellen.'

c. Niveau

3

d. Jaartal

2015

2. COMPETENTIES

2.1. Opsomming competenties

BASISACTIVITEITEN

Werkt in teamverband (co 01480)

- Communiceert effectief en efficiënt

- Wisselt informatie uit met collega's en verantwoordelijken

- Overlegt over de voorbereiding, uitvoering en afwerking van de opdracht

- Rapporteert aan leidinggevenden

- Werkt efficiënt samen met collega's

- Volgt aanwijzingen van verantwoordelijken op

- Past zich flexibel aan (verandering van collega's, ...)

Werkt met oog voor kwaliteit (co 01481)

- Evalueert de eigen werkzaamheden kwalitatief en kwantitatief, en stuurt desnoods bij

- Gaat zuinig om met materialen, gereedschappen en tijd en vermijdt verspilling

- Houdt zich aan de regels voor traceerbaarheid van producten en uitgevoerde werken door het bijhouden van de etiketten en markering van de gebruikte materialen

Werkt met oog voor welzijn, veiligheid en milieu (co 01482)

- Herkent en signaleert gevaarlijke situaties, neemt gepaste maatregelen bij ongelukken en meldt ongevallen en incidenten volgens interne procedures

- Past de voorschriften met betrekking tot netheid en hygiëne toe

- Werkt ergonomisch

- Controleert de aanwezigheid van en gebruikt PBM's en CBM's (1) (1 PBM's en CBM's = persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen) volgens de specifieke voorschriften

- Ziet er op toe dat veiligheids- en milieuvoorschriften worden gerespecteerd

- Herkent, voorkomt en beschermt tegen specifieke risico's zoals gevaarlijke en schadelijke stoffen (cement en hulpstoffen, kwartsstof, asbesthoudende producten, ...), lawaai, brand en explosies

- Sorteert afval volgens de richtlijnen en vraagt om informatie in geval van twijfel

- Gebruikt water voor taken en schoonmaak efficiënt

Gebruikt machines en gereedschappen (co 01483)

- Selecteert te gebruiken machines en gereedschappen

- Controleert de machines en gereedschappen voor gebruik

- Gebruikt machines en gereedschappen op een veilige en efficiënte manier

- Onderhoudt en reinigt de machines en gereedschappen na gebruik

Bereidt de eigen werkzaamheden voor (co 01484)

- Ontvangt en begrijpt de uit te voeren opdracht

- Verzamelt de nodige documenten voor de opdracht

- Plant de eigen werken en bepaalt de werkvolgorde

- Kiest de geschikte machine en machine-uitrusting

Richt de mobiele bouwplaats in (co 01485)

- Controleert of er zich binnen de werkzone geen voorwerpen, ondergrondse leidingen, kabels, buizen, hoogspanningskabels of ander hindernissen bevinden

- Richt de eigen werkplek en de mobiele bouwplaats in volgens voorschriften en/of instructies en houdt daarbij rekening met de veiligheid, de algemene bouwplaats-organisatie, de verkeerssituatie, de logische werkvolgorde en het tijdstip van de werken

- Plaatst en controleert de elektriciteits-, verlichtings- en veiligheidsvoorzieningen en de aanwezigheid van tijdelijke wegmarkeringen

- Voorziet de nodige ruimte voor het stallen van de wegenbouwmachines op de mobiele bouwplaats

- Begeleidt het laden en lossen van de wegenbouwmachines

- Begeleidt de bevoorrading en de opslag van materialen, materieel en gereedschappen op de mobiele bouwplaats

- Slaat materialen, materieel en gereedschappen op de mobiele bouwplaats op

Signaleert de werken op een veilige wijze (co 01486)

- Houdt rekening met de wettelijke verplichtingen en lokale procedures

- Controleert de aanwezigheid van tijdelijke wegmarkeringen

- Bakent de aangepaste rijvakken af

- Stelt de vaste en mobiele signalisatie op

- Voert onderhoud en controles van de signalisatie en verlichting uit

- Breekt de signalisatie en verlichting af

- Meldt af en geeft de bouwplaats vrij na afronding van de werkzaamheden

Communiceert met helpers en leidinggevenden (co 01487)

- Communiceert vooraf over de werkopdracht

- Communiceert tijdens de werkopdracht met genormaliseerde hand- en armseinen

- Communiceert tijdens de werkopdracht met aangepaste communicatiemiddelen

Voert kwaliteitscontroles uit of laat die uitvoeren (co 01488)

- Voert visuele controles uit

- Brengt geplaatste of verwerkte materialen in gereedheid om externe kwaliteitscontrole op uit te laten voeren

- Stuurt indien nodig de werkzaamheden bij

Vervult administratieve taken (co 01489)

- Vult werkblad en andere administratieve documenten in

- Bewaart en let op de aanwezigheid van keuringsdocumenten

Rondt de werkzaamheden af (co 01490)

- Ruimt het gehanteerde gereedschap, materieel en de machines zorgvuldig op, reinigt en onderhoudt ze

- Controleert bij het verlaten van de bouwplaats de algemene en specifieke signalisatie

- Verwijdert bij het verlaten van de bouwplaats vuil, modder en eventueel afval

SPECIFIEKE ACTIVITEITEN

Bereidt graafwerkzaamheden voor (co 01491)

- Breekt bestaande bestratingen en voetpaden uit

- Sorteert, stockeert en recupereert sloopafval volgens de richtlijnen

- Controleert of er zich binnen de werkzone geen voorwerpen, ondergrondse leidingen, kabels, buizen, hoogspanningskabels of andere hindernissen bevinden

- Neemt plantekeningen van de ondergrond en stratenplan door

- Helpt bij het graven van proefsleuven of sonderingen

Voert sleuven en bouwputten uit (co 01492)

- Zet de richting en de hoogte van de sleuven en de bouwputten uit

- Helpt de bouwplaatsmachinist bij het op diepte graven van de rioolsleuf en de bouwputten

- Beschermt of verlegt bestaande ondergrondse leidingen, kabels en buizen

- Controleert afmetingen en stabiliteit van de uitgravingen

- Brengt een beschoeiing aan in de sleuven en de bouwputten

- Voert de aarde af

- Bemaalt de bodem van sleuven en bouwputten

- Brengt een fundering op de bodem van de sleuf en in de bouwputten aan

Bereidt de buizen en de plaatsing voor (co 01493)

- Zet de te leggen leidingen uit

- Controleert buizen en afdichtingsringen op beschadigingen en netheid

- Kort, indien nodig, buizen af

- Bereidt de verbindingen en aansluitingen voor

- Maakt de moffen en spieën van de buizen schoon

- Brengt, indien nodig, een overtrek (of `kous') aan

- Controleert de vorige gelegde buis en maakt deze vrij

Plaatst en verbindt rioolleidingen (co 01494)

- Brengt de geschikte hijsvoorzieningen aan

- Plaatst rioolleidingen in de sleuven

- Controleert hoogte, uitlijning en afschot van de sleufbedding

- Corrigeert de ligging van de buis

- Verbindt de buizen van de rioolleidingen

- Brengt de andere aansluitingen tot stand

Plaatst prefab rioolputten en sluit deze aan (co 01495)

- Brengt het ondervlak op hoogte

- Controleert prefab rioolputten op beschadigingen

- Brengt de geschikte hijsvoorzieningen aan

- Plaatst prefab rioolputten

- Werkt de prefab rioolputten aan binnen- en buitenkant af

- Brengt de aansluitingen tot stand

- Maakt de aansluitingen en putten waterdicht

Voert in situ rioolputten uit en sluit deze aan (co 01496)

- Brengt het ondervlak op hoogte

- Metselt in situ rioolputten

- Werkt de rioolputten aan binnen- en buitenkant af

- Brengt de aansluitingen tot stand

- Maakt de aansluitingen en putten waterdicht

Vult sleuven en bouwputten aan en verdicht deze (co 01497)

- Voert een laatst visuele controle uit van waterdichtheid, hoogte, afschot en aansluitingen

- Verwijdert beschoeiingselementen en stempels uit de sleuven

- Voorziet de rioolputten van een afdekking

- Bedt de rioolbuizen in

- Brengt vrijliggende kabels en nutsleidingen terug in hun oorspronkelijke toestand

- Vult de sleuven aan in verschillende lagen (onderstopping, zijaanvulling en afdekking van de buizen)

- Verdicht de lagen

Onderhoudt, reinigt en herstelt (co 01498)

- Voert periodiek onderhoud en reinigingen aan bestaande riolen uit

- Voert visuele controles uit en meldt tekortkomingen en/of beschadigingen

- Brengt de riolen en rioolputten in gereedheid om inspecties (al of niet met camera) op uit te laten voeren

- Herstelt gedetecteerde tekortkomingen

2.2. Beschrijving van de competenties/activiteiten aan de hand van de descriptorelementen

2.2.1. Kennis

- Basiskennis rekenen (inhoudsmaten, soortelijk gewicht, volumes, ...)

- Basiskennis van elektriciteit (begrippen en eenheden)

- Basiskennis van specifieke risico's van asbest, kwartsstof en andere gevaarlijke producten

- Basiskennis van de kwaliteitsproeven en het gehanteerde instrumentarium (bv. test van de verdichting van de sleuf, test op waterdichtheid van rioolbuizen, fototesten en boringen ter controle van nutsleidingen en -kabels, ...)

- Basiskennis van de reglementering inzake speciale controles door erkende controleorganismen

- Kennis van milieuzorgsystemen en -voorschriften in functie van de eigen werkzaamheden

- Kennis van de bouwplaatsorganisatie

- Kennis veiligheids-, gezondheids-, hygiëne- en welzijnsvoorschriften

- Kennis van specifieke risico's van elektriciteit, lawaai, trillingen, brand en explosies

- Kennis van veilige en ergonomische hef-, til- en werktechnieken

- Kennis van PBM's en CBM's (2) (2 PBM's en CBM's = persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen)

- Kennis van (veiligheids)pictogrammen

- Kennis van de voorschriften rond afvalbeheer

- Kennis van een geoptimaliseerd verbruik en recuperatie van water, materialen en energie

- Kennis van werkdocumenten, het werkblad en andere administratieve documenten

- Kennis van het standaardbestek, technische voorschriften en aanbevelingen in functie van de eigen werkzaamheden

- Kennis van controle- en meetmethoden en -instrumenten

- Kennis van kwaliteitsnormen, waarden en toleranties

- Kennis van keuringen, BENOR en/of COPRO-merken en producten onderworpen aan voorafgaande controles

- Kennis van het doel, de procedures en accreditaties voor camera-inspecties van rioolnetten

- Kennis van de veiligheidsrisico's en aangepaste maatregelen bij visuele inspecties (o.a. risico's van werken in besloten ruimte)

- Kennis van de gebruikelijke vakterminologie

- Kennis van het meet- en uitzetmaterieel (bv. laser, jalons, zichtjes, piketten, meter, meetlat, meetveer, meetband, meetwiel, ...)

- Kennis van de toepassingsmogelijkheden en bediening van GPS, theodoliet, hoogte- en afstandsmeter en rioollaser

- Kennis van de technische voorschriften voor de te gebruiken materialen

- Kennis van de voor de uitvoering van het werk vereiste hoeveelheden materialen en materieel

- Kennis van aanduidingen van toegangswegen en stapelplaatsen op een plan

- Kennis van de veiligheidsvoorschriften bij de levering van groot materiaal (vb. buizen, ..)

- Kennis van de regels en voorschriften ter bescherming van opgeslagen materialen en materieel

- Kennis van de maatregelen en voorzorgen om schade aan installaties of nutsleidingen te voorkomen

- Kennis van de preventiemaatregelen ter bescherming, instandhouding en integriteit van bestaande constructies en werken (geodetische palen, waterpasverkenmerken, grenspalen, merktekens, beplantingen en beplantingswerken, ...)

- Kennis van de wettelijke bepalingen i.v.m. plaatsing en verwijdering van signalisatie van werken en verkeersbelemmeringen afhankelijk van het type wegen en lokale regelgeving

- Kennis van de betekenis van de verkeersborden en de andere signalisatiemiddelen (bv. hekken, bakens, verkeerskegels, aanduiding van begin en einde van de werken, ...)

- Kennis van planlezen (legende, schaalaanduidingen, symbolen, topografische en geografische aanduidingen, ... )

- Kennis van de beschikbare online databanken voor digitale plannen

- Kennis van apparatuur voor detectie van ondergrondse leidingen

- Kennis van de parameters die de richting (plaats en ligging) en hoogte (diepte) van de sleuf bepalen

- Kennis van het belang van de situering van putten t.o.v. de leidingen (of t.o.v. het gebouw wanneer het om huisaansluitingen gaat)

- Kennis van de verschillende types graafmachines voor het graven van sleuven (hydraulische graafmachine, minigraver, ...)

- Kennis van de afbakening in verantwoordelijkheden voor graafwerken tussen bouwplaatsmachinist en rioollegger

- Kennis van de genormaliseerde hand- en armseinen

- Kennis van de invloed van de hoeveelheid gronddekking, het afschot van de riolering, de grondsoort, de breedte, ... op de diepte van sleuven en putten

- Kennis van de grondmechanische problemen die zich kunnen voordoen (bv. verzakkingen)

- Kennis van de veiligheidsvoorschriften bij graafwerken

- Kennis van veiligheidseisen voor een talud

- Kennis van de bijzondere omstandigheden die invloed hebben op de veiligheid van een sleuf (waterbezwaar, bovenbelasting langs de insteek, gelaagdheid van de grond, trillingen door het wegverkeer, onvoldoende stabiliteit van de sleuf, ...)

- Kennis van de omstandigheden waaronder het aanbrengen van een beschoeiing noodzakelijk is (bv. slechte ondergrond, loodrecht gegraven sleuf, te veel verkeer dicht bij de sleuf, de rioolsleuf moet lange tijd open blijven, ...)

- Kennis van de verschillende beschoeiingstechnieken en -systemen

- Kennis van de verschillende soorten stempels

- Kennis van de verschillende grondsoorten

- Kennis van verschillende pompen en bemalingssystemen en hun toepassingen

- Kennis van het toepassingsgebied van de verschillende soorten funderingen

- Kennis van de parameters die de aard van een fundering beïnvloeden (aard van de ondergrond, lengte en breedte van de te plaatsen put, lengte en diameter van de voorziene buizen, ...)

- Kennis van de eigenschappen van beton en (gestabiliseerd) zand voor de fundering van riolen en rioolputten

- Kennis van de technieken voor het storten van beton en (gestabiliseerd) zand voor de fundering van riolen en rioolputten

- Kennis van het aanmaken van mortel en metseltechnieken in functie van rioolputten

- Kennis van bekistingstechnieken in functie van rioolputten

- Kennis van de eigenschappen van de uit verschillende materialen vervaardigde buizen en rioolonderdelen (beton, cement, kunststof of PVC, grès, ...)

- Kennis van het hijsmaterieel: bv. de hijshaak, de hijsbalk, de stroppen, de hijsband, ...

- Kennis van veiligheidseisen bij het hijsen en verplaatsen van rioolonderdelen

- Kennis van de soorten verbindingen en dichtingen die vereist zijn bij de gebruikte buizen en putten

- Kennis van het gereedschap dat bij het ineenschuiven van de buizen kan gebruikt worden, m.n. de graafmachine, de tirfor, het stootijzer en de schop

- Kennis van de verschillende rioolputten (inspectieput, ontvangputten, vervalput, ...) en hulpstukken (ontluchtingspijpen, zinkers, bochten, reukafsnijders, verloopstukken, ...) en de mogelijke aansluitingen erop

- Kennis van specifieke aansluitingen van het rioolnet (op wacht- en bufferbekkens, waterzuiveringsinstallaties, infiltratievoorzieningen, oever- en grachtaansluitingen, huisaansluitingen, ...)

- Kennis van het gescheiden rioleringsstelsel (verplichte scheiding tussen regen- en afvalwater)

- Kennis van bovengrondse afvoer van regenwater

- Kennis van de functie van de verschillende rioolputten, hulpstukken en aansluitingen

- Kennis van welke materialen welke dichting vergen en de verschillende dichtingstechnieken

- Kennis van welke rioolputten welk soort afdekking vereisen

- Kennis van welk buizenmateriaal volgens de normen een speciale aanvullings- of verdichtingstoepassing vergt (bv. kennis van de bijzondere gevoeligheden van PVC-buizen voor bovenbelasting en verkeersdruk)

- Kennis van de verschillende verdichtingstechnieken (stampen, trillen, ...)

- Kennis van de verdichtingsmachines (explosiestamper, trilplaat, ...)

- Kennis van specifieke veiligheidsvoorschriften bij het afronden van de werkzaamheden

2.2.2. Vaardigheden

Cognitieve vaardigheden

- Het mondeling en/of schriftelijk kunnen rapporteren met de leidinggevende

- Het nauwgezet kunnen registreren van de uitgevoerde werkzaamheden

- Het efficiënt kunnen communiceren met collega's, klanten en derden: kunnen overleggen over de voorbereiding, uitvoering en afwerking van de opdracht en afstemmen van de eigen werkzaamheden op de activiteiten van anderen (bouwteam)

- Het kunnen communiceren met hand- en armseinen en aangepaste communicatiemiddelen

- Het kunnen controleren van de aanwezigheid van en kunnen gebruiken van PBM's en CBM's (3) (3 PBM's en CBM's = persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen) volgens de specifieke voorschriften

- Het kunnen herkennen, voorkomen en beschermen tegen specifieke risico's van gevaarlijke stoffen (cement en hulpstoffen, kwartsstof, asbesthoudende producten, ...)

- Het kunnen herkennen, voorkomen en beschermen tegen specifieke risico's zoals elektriciteit, lawaai, trillingen, brand en explosies

- Het kunnen herkennen en signaleren van gevaarlijke situaties, nemen van gepaste maatregelen bij ongelukken en melden van ongevallen en incidenten

- Het kunnen opzoeken en raadplegen van beschikbare en betrouwbare informatiebronnen

- Het kunnen begrijpen, controleren en gebruiken van de werkopdracht en de nodige werkdocumenten

- Het kunnen uitvoeren van de werkopdracht volgens de planning en timing

- Het kunnen bepalen van de benodigde materialen, gereedschappen en machines

- Het kunnen berekenen van de nodige volumes en hoeveelheden

- Het visueel kunnen controleren van de hoeveelheden, de kwaliteit en de houdbaarheid

- Het kunnen bepalen van de leveringsplaats van materialen en materieel: zo economisch mogelijk langsheen het uit te voeren traject of in een stockageruimte, in de voorgeschreven omstandigheden

- Het kunnen toepassen van de veiligheidsvoorschriften bij levering

- Het kunnen inrichten van de eigen werkplek volgens voorschriften en/of instructies en rekening houdend met de algemene bouwplaatsorganisatie en de logische werkvolgorde

- Het zorgzaam, efficiënt en veilig kunnen omgaan met materialen, gereedschappen en machines

- Het kunnen sorteren van afval volgens de richtlijnen

- Het alert kunnen handelen bij het opmerken van gevaarlijke stoffen (asbest e.a.) of situaties: direct de bouwplaatsleiding verwittigen en veiligheidszone(s) afbakenen

- Het kunnen eenduidig en zichtbaar aanbrengen van de voorgeschreven signalisatiemiddelen (borden, hekken, bakens, verkeerskegels, aanduiding van begin en einde van de werken, ...) deze kunnen onderhouden en verplaatsen bij voortgang van de werken

- Het kunnen aanbrengen en controleren van de gepaste verlichting

- Het kunnen veilig, ordelijk, zuiver en toegankelijk houden van de mobiele bouwplaats

- Het kunnen melden van beschadigingen aan en/of onregelmatigheden in de signalisatie aan de verantwoordelijke

- Het kunnen vrijhouden van toegangen tot woningen en andere gebouwen doorheen het uitvoeren van de werkzaamheden

- Het kunnen verbeteren van de veiligheid aan de hand van een last-minute risicoanalyse

- Het kunnen klaarmaken van de materialen (buizen, ...) om kwaliteitscontroles toe te laten

- Het kunnen klaarmaken van de rioolbuizen en rioolputten om inspecties uit te laten voeren

- Het kunnen controleren van de dichtingen

- Het kunnen melden van tekortkomingen en/of beschadigingen na visuele controles

- Het kunnen opvragen en consulteren van digitale plannen in online databanken

- Het kunnen lezen en begrijpen van de leidingplannen (met het ondergronds netwerk van kabels en nutsleidingen)

- Het kunnen informeren naar en controleren van de ondergrond, terreinomstandigheden en omgeving (eventuele ondergrondse en bovengrondse leidingen, kabels, buizen, ... en andere obstakels)

- Het kunnen detecteren van leidingen met aangepaste apparatuur

- Het kunnen lezen en begrijpen van het rioleringsplan

- Het kunnen uitzetten van de sleuven en rioolputten a.d.h.v. het rioleringsplan

- Het kunnen hanteren van het uitzetgereedschap

- Het kunnen interpreteren van de uitzetgegevens (plaats, richting, hoogte en hellingsgraad voor de buizen en putten)

- Het kunnen beoordelen of het natuurlijk talud behouden kan blijven of dat er een veilig talud aangelegd moet worden

- Het er op kunnen toezien dat er steeds volgens het uitzetwerk en stroomopwaarts wordt gegraven

- Het kunnen scheiden en stapelen van verschillende soorten grond

- Het kunnen bepalen van wanneer de bodem van een sleuf of put onvoldoende stabiel is en bemaling noodzakelijk is

- Het kunnen geven van instructies bij het betonstorten voor funderingen

- Het kunnen begeleiden van een bouwplaatsmachinist

- Het kunnen bepalen welke hijsvoorzieningen er in sleuf en bouwput moeten worden gebruikt

- Het kunnen beoordelen wanneer een volgende laag in een sleuf aangebracht kan worden

- Het kunnen voorkomen van beschadiging van de leidingen bij het verwijderen van beschoeiingen

- Het kunnen terugplaatsen van gewijzigde signalisatie in hun oorspronkelijke staat

- Het kunnen achterlaten van de bouwplaats conform de eisen van de opdrachtgever

Probleemoplossende vaardigheden

- Het kwalitatief en kwantitatief kunnen evalueren en desnoods bijsturen van zijn eigen werkzaamheden

- Het gepast kunnen reageren op vastgestelde problemen met betrekking tot kwaliteit, veiligheid, milieu, proces en techniek rekening houdend met de voorschriften/procedures

Motorische vaardigheden

- Het kunnen toepassen van de juiste ergonomische hef- en tiltechnieken

- Het kunnen stapelen van bouwstoffen

- Het kunnen aanbrengen van de aangewezen beschoeiing

- Het kunnen assisteren bij het aanbrengen van beschoeiing door de bouwplaatsmachinist

- Het kunnen plaatsen van stempels tussen de beschoeiingswanden

- Het kunnen manueel graven

- Het kunnen manueel afvoeren van de aarde die uit de sleuven komt

- Het kunnen plaatsen van pompen en bemalingssystemen

- Het kunnen voorzien van een fundering in de putbodems

- Het kunnen aanmaken van mortel en beton

- Het kunnen verrichten van het metselwerk aan riolen en rioolputten

- Het kunnen verrichten van metselwerk bij herstellingen aan riolen en rioolputten

- Het kunnen schoonmaken en controleren van buizen en onderdelen

- Het kunnen op maat brengen van buizen

- Het kunnen ontbramen van op lengte gezaagde buizen

- Het kunnen bewerken van de buis bij gladheid

- Het kunnen aanslaan van buizen en putten

- Het kunnen laten hijsen en verplaatsen van de buizen en putten in de sleuf of bouwput

- Het in de mof kunnen drukken van de spie of ineenschuiven van overschuifmoffen

- Het kunnen maken van juiste verbindingen met de voorziene hulpstukken

- Het kunnen aanbrengen van bijkomende voorzieningen, zoals reukafsluiters

- Het kunnen boren van gaten in buizen om aansluitingen mogelijk te maken

- Het kunnen aanbrengen van mortel aan de binnenkant van de putten

- Het kunnen cementeren van wanden van rioolputten

- Het kunnen schoonmaken van het binnenmetselwerk van de putten om waterdichtheid te garanderen

- Het kunnen uitvoeren van dichtingen

- Het kunnen aanbrengen van de voorgeschreven deksels

- Het kunnen trillen van de verschillende lagen om de sleuf te verdichten met het gepaste gereedschap of machines

- Het zorgvuldig kunnen uitvoeren van het verdichtingswerk met speciale aandacht voor en controle ter voorkoming van eventuele verzakkingen

- Het kunnen uitvoeren van visuele controles

- Het kunnen herstellen van gedecteerde tekortkomingen aan buizen en rioolputten

- Het kunnen ontstoppen van buizen en rioolputten

- Het kunnen uitvoeren van periodiek onderhoud en reinigingen aan riolen en rioolputten

- Het kunnen reinigen van het gebruikte gereedschap

2.2.3. Context

Omgevingscontext

- Dit beroep wordt uitgeoefend in de wegen- en waterbouw, waar vaak sprake is van mobiele bouwplaatsen.

- Dit beroep wordt meestal in team uitgeoefend, waarbij de nodige flexibiliteit belangrijk is om zich aan te passen aan wijzigingen van planning, omgeving, en klimatologische omstandigheden.

- De werkopdracht en het eindresultaat wordt strikt afgebakend en er heersen in veel gevallen strikte deadlines, wat resultaatgerichtheid, stressbestendigheid, concentratie, flexibiliteit en doorzettingsvermogen vraagt.

- De bouwsector kent veel reglementeringen, normen, aanbevelingen, codes van goede praktijk en technische voorlichtingsfiches inzake kwaliteit, veiligheid, gezondheid, hygiëne, welzijn, milieu en duurzaam bouwen.

- De situatie op de werkplek kan het dragen van lasten, contact met gevaarlijke producten en werken in moeilijke houdingen en omstandigheden impliceren.

- De werkplek kan impliceren dat er in de nabijheid van boven- en ondergrondse leidingen, het verkeer en andere gevaarlijke situaties gewerkt moet worden.

Handelingscontext

- Oog hebben voor kwaliteit en de tevredenheid van de opdrachtgever door met zorg, precisie en toewijding te werken.

- Aandacht hebben voor gevaarlijke situaties, veiligheidssignalisatie op de (mobiele) bouwplaats respecteren en PBM's en CBM's met zorg plaatsen, gebruiken en onderhouden.

- Aandacht hebben voor het toegankelijk blijven van woningen en openbare gebouwen en plaatsen is noodzakelijk.

- Omzichtig omgaan met grondstoffen en producten, rekening houdend met veiligheids-, en milieuvoorschriften.

- Het bijblijven met de (technologische) ontwikkelingen binnen de sector vergt leergierigheid en het volgen van (verplichte) opleidingen.

- Gedurende de werkzaamheden de omgeving en de bewegingen van de bouwplaatsmachines zeer oplettend opvolgen.

- Gedurende de werkzaamheden informatie uitwisselen en duidelijke instructies geven aan de bouwplaatsmachinist.

2.2. 4.

Autonomie

- Is zelfstandig in :

- het voorbereiden van de eigen werkzaamheden

- het bepalen van de werkvolgorde

- het inrichten van de eigen werkplek

- het controleren of er in veilige omstandigheden kan gewerkt worden

- de uitvoering en rapportering van de eigen werkzaamheden

- het controleren van de kwaliteit en kwantiteit van zijn werk

- het afronden van de werkzaamheden

- Is gebonden aan :

- het standaardbestek, de ontvangen werkopdracht, de uitvoeringsmethode en tijdsplanning

- klimatologische omstandigheden - kwaliteits- en milieuvoorschriften

- lokale, regionale en federale reglementeringen

- codes van goede praktijk

- wettelijke en technische voorschriften

- veiligheids- en gezondheidsinstructies

- verkeersregels

- afspraken met collega's en derden, instructies van de leidinggevende, de bouwplaatsverantwoordelijke en/of opdrachtgever

- Doet beroep op :

- de leidinggevende voor de werkopdracht, gegevens, planning, leveringen, melden van problemen en gevaarlijke situaties en bijkomende instructies

- de bouwplaatsmachinist bij hijswerkzaamheden, het graven van sleuven en putten

- een meer bevoegd persoon indien hij een probleem niet opgelost krijgt of te maken krijgt met werkzaamheden die buiten zijn bevoegdheid vallen

- (onderhouds)technieker en/of derden bij storingen, technische interventies, controles en/of onderhoud aan machines (trilapparatuur,...)

2.2.5. Verantwoordelijkheid

- Het werken in teamverband

- Het werken met oog voor kwaliteit

- Het werken met oog voor welzijn, veiligheid en milieu

- Het gebruiken van machines en gereedschappen

- Het voorbereiden van de eigen werkzaamheden

- Het inrichten van de mobiele bouwplaats

- Het op een veilige wijze signaleren van de werken

- Het communiceren met helpers en leidinggevenden

- Het uitvoeren of laten uitvoeren van kwaliteitscontroles

- Het voorbereiden van graafwerkzaamheden

- Het uitvoeren van sleuven en bouwputten

- Het voorbereiden van de buizen en de plaatsing

- Het plaatsen en verbinden van rioolleidingen

- Het plaatsen en aansluiten van prefab rioolputten

- Het uitvoert en aansluiten van in situ rioolputten

- Het aanvullen en verdichten van sleuven en bouwputten

- Het onderhouden, reinigen en herstellen

- Het vervullen van administratieve taken

- Het afronden van de werkzaamheden

2.3. Vereiste attesten

2.3.1. Wettelijke attesten

Geen wettelijke attesten

2.3.1. Vereiste attesten

Er zijn geen verplichte attesten, maar voor het uitoefenen van bepaalde werkzaamheden en/of risicovolle taken zijn bepaalde attesten en/of certificaten vereist, zoals VCA, ...