Besluit van de Vlaamse Regering tot erkenning van de beroepskwalificatie stratenmaker

  • goedkeuringsdatum
    22 mei 2015
  • publicatiedatum
    B.S.30/09/2015
  • datum laatste wijziging
    30/09/2015

De Vlaamse Regering,

Gelet op het decreet van 30 april 2009 betreffende de kwalificatiestructuur, artikel 12, vervangen bij het decreet van 1 juli 2011;

Gelet op het erkenningsadvies van het Agentschap voor Kwaliteitszorg in Onderwijs en Vorming, gegeven op 7 april 2015;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 28 april 2015;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Onderwijs en de Vlaamse minister van Werk, Economie, Innovatie en Sport;

Na beraadslaging,

Besluit :

Artikel 1.

De beroepskwalificatie van stratenmaker, ingeschaald op niveau 3 van de Vlaamse kwalificatiestructuur, wordt erkend. De beschrijving, opgenomen in de bijlage die bij dit besluit is gevoegd, omvat de definitie en de bijbehorende competenties.

Art. 2.

De Vlaamse minister, bevoegd voor het onderwijs, en de Vlaamse minister, bevoegd voor het tewerkstellingsbeleid, zijn, ieder wat hem of haar betreft, belast met de uitvoering van dit besluit. Brussel, 22 mei 2015.

BIJLAGE

Beschrijving van de beroepskwalificatie van stratenmaker (m/v) (BK0186) als vermeld in artikel 1.

1. GLOBAAL

a. Titel

`Stratenmaker (m/v)'

b. Definitie

`De stratenmaker brengt wegverhardingen bestaande uit losse elementenbedekkingen aan teneinde bestratingen aan te leggen, te onderhouden en/of te herstellen.'

c. Niveau

3

d. Jaartal

2015

2. COMPETENTIES

2.1 Opsomming competenties

BASISACTIVITEITEN

Werkt in teamverband (co 01442)

- Communiceert effectief en efficiënt

- Wisselt informatie uit met collega's en verantwoordelijken

- Overlegt over de voorbereiding, uitvoering en afwerking van de opdracht

- Rapporteert aan leidinggevenden

- Werkt efficiënt samen met collega's

- Volgt aanwijzingen van verantwoordelijken op

- Past zich flexibel aan (verandering van collega's, ...)

Werkt met oog voor kwaliteit (co 01443)

- Evalueert de eigen werkzaamheden kwalitatief en kwantitatief, en stuurt desnoods bij

- Gaat zuinig om met materialen, gereedschappen en tijd en vermijdt verspilling

- Houdt zich aan de regels voor traceerbaarheid van producten en uitgevoerde werken door het bijhouden van de etiketten en markering van de gebruikte materialen

Werkt met oog voor welzijn, veiligheid en milieu (co 01444)

- Herkent en signaleert gevaarlijke situaties, neemt gepaste maatregelen bij ongelukken en meldt ongevallen en incidenten volgens interne procedures

- Past de voorschriften met betrekking tot netheid en hygiëne toe

- Werkt ergonomisch

- Controleert de aanwezigheid van en gebruikt PBM's en CBM's (1) volgens de specifieke voorschriften

- Ziet er op toe dat veiligheids- en milieuvoorschriften worden gerespecteerd

- Herkent, voorkomt en beschermt tegen specifieke risico's zoals gevaarlijke en schadelijke stoffen (cement en hulpstoffen, kwartsstof, asbesthoudende producten, ...), lawaai, brand en explosies

- Sorteert afval volgens de richtlijnen en vraagt om informatie in geval van twijfel

- Gebruikt water voor taken en schoonmaak efficiënt

Gebruikt machines en gereedschappen (co 01445)

- Selecteert te gebruiken machines en gereedschappen

- Controleert de machines en gereedschappen voor gebruik

- Gebruikt machines en gereedschappen op een veilige en efficiënte manier

- Onderhoudt en reinigt de machines en gereedschappen na gebruik

Bereidt de eigen werkzaamheden voor (co 01446)

- Ontvangt en begrijpt de uit te voeren opdracht

- Verzamelt de nodige documenten voor de opdracht

- Plant de eigen werken en bepaalt de werkvolgorde

- Kiest de geschikte machine en machine-uitrusting

Richt de mobiele bouwplaats in (co 01447)

- Controleert of er zich binnen de werkzone geen voorwerpen, ondergrondse leidingen, kabels, buizen, hoogspanningskabels of ander hindernissen bevinden

- Richt de eigen werkplek en de mobiele bouwplaats in volgens voorschriften en/of instructies en houdt daarbij rekening met de veiligheid, de algemene bouwplaats-organisatie, de verkeerssituatie, de logische werkvolgorde en het tijdstip van de werken

- Plaatst en controleert de elektriciteits-, verlichtings- en veiligheidsvoorzieningen en de aanwezigheid van tijdelijke wegmarkeringen

- Voorziet de nodige ruimte voor het stallen van de wegenbouwmachines op de mobiele bouwplaats

- Begeleidt het laden en lossen van de wegenbouwmachines

- Begeleidt de bevoorrading en de opslag van materialen, materieel en gereedschappen op de mobiele bouwplaats

- Slaat materialen, materieel en gereedschappen op de mobiele bouwplaats op

Signaleert de werken op een veilige wijze (co 01448)

- Houdt rekening met de wettelijke verplichtingen en lokale procedures

- Controleert de aanwezigheid van tijdelijke wegmarkeringen

- Bakent de aangepaste rijvakken af

- Stelt de vaste en mobiele signalisatie op

- Voert onderhoud en controles van de signalisatie en verlichting uit

- Breekt de signalisatie en verlichting af

- Meldt af en geeft de bouwplaats vrij na afronding van de werkzaamheden

Communiceert met helpers, collega's en leidinggevenden (co 01449)

- Communiceert vooraf over de werkopdracht

- Communiceert tijdens de werkopdracht met genormaliseerde hand- en armseinen

- Communiceert tijdens de werkopdracht met aangepaste communicatiemiddelen

Voert kwaliteitscontroles uit of laat die uitvoeren (co 01450)

- Voert visuele controles uit

- Brengt geplaatste of verwerkte materialen in gereedheid om externe kwaliteitscontrole op uit te laten voeren

- Stuurt indien nodig de werkzaamheden bij

Vervult administratieve taken (co 01451)

- Vult werkblad en andere administratieve documenten in

- Bewaart en let op de aanwezigheid van keuringsdocumenten

Rondt de werkzaamheden af (co 01452)

- Ruimt het gehanteerde gereedschap, materieel en de machines zorgvuldig op, reinigt en onderhoudt ze

- Controleert bij het verlaten van de bouwplaats de algemene en specifieke signalisatie

- Verwijdert bij het verlaten van de bouwplaats vuil, modder en eventueel afval

SPECIFIEKE ACTIVITEITEN

Bereidt de bestratingswerken voor (co 01453)

- Controleert de benodigde gereedschappen, materialen, hulpmiddelen, machines

- Verwijdert obstakels

- Breekt bestaande bestrating uit

- Sorteert, stockeert en recupereert bestratingselementen, boordstenen, sloopafval volgens de richtlijnen

Bereidt het baanbed voor (co 01454)

- Zet helling, hoogte, richting en aslijn van de bestrating uit volgens plan en werktekening

- Zet hoeken en bogen uit

Brengt stabilisatie- en egalisatielagen aan (co 01455)

- Hoogt het uitgegraven baanbed op

- Stabiliseert het bed van bestrating eventueel extra

- Besproeit het bed van de bestrating of van de extra stabilisatie- en egalisatielagen

- Verdicht het bed van de bestrating of de extra stabilisatie- en egalisatielagen

- Meet het bereikte peil na

Plaatst trottoirbanden, boord- en gootstenen (co 01456)

- Bereidt de plaatsing voor

- Zet helling, hoogte en richting uit

- Graaft de sleuf voor het stellen van de boord- en gootstenen

- Brengt een bescherming aan

- Voert de stabilisatie- en egalisatielagen uit

- Plaatst trottoirbanden, boord- en gootstenen, manueel en machinaal

- Werkt trottoirbanden, boord- en gootstenen af

Plaatst greppels en straatkolken (co 01457)

- Bepaalt de plaats van de straatkolken volgens plan

- Graaft de put uit waarin de straatkolk geplaatst zal worden

- Plaatst de straatkolk

- Sluit de straatkolk aan op het rioleringsnet

- Plaatst dekselranden en deksels

- Legt de greppel aan

- Voorziet uitzettingsvoegen

- Giet de uitzettingsvoegen dicht

Bestraat (manueel en machinaal, al dan niet met vlijen) (co 01458)

- Spant de draad

- Plaatst hoogte- en naaldstenen

- Effent het bed van de bestrating

- Brengt het bestratingsmateriaal op maat door knippen, snijden of splitten

- Reit alvorens te vlijen de baan af met afreilat

- Vlijt de bestrating manueel en machinaal

- Plaatst de bestrating manueel volgens legpatroon, met behulp van een straathamer, truweel, ...

Voert rotondes, kruispunten, ontmoetingen en aansluitingen van straten uit (co 01459)

- Zet rotondes, kruispunten en aansluitingen uit

- Voert de voorbereidende graafwerken uit

- Zet de bedding, de hoogtelijnen en de profielen uit

- Brengt de stabilisatie- en egalisatielagen aan

- Brengt, indien nodig, de wapening aan

- Brengt de verharding aan

- Werkt rotondes, kruispunten en aansluitingen af

Plaatst wegtoebehoren (co 01460)

- Assembleert en plaatst vangrails

- Voert verkeersgeleiders, snelheidsremmers en verkeersdrempels uit

- Plaatst straatmeubilair

Voert herstellingen, heraanleg en onderhoud van bestratingen uit (co 01461)

- Verwijdert en recupereert het oude wegdek

- Brengt, indien nodig, stabilisatie- en egalisatielagen en wapening aan

- Brengt manueel of machinaal nieuwe steenverhardingen aan

Werkt de bestrating af (co 01462)

- Veegt puin en ruimt op

- Brengt de voegspecie aan in de voegen

- Ruimt overbodige specie op

- Trilt of wals het wegdek zorgvuldig af

- Controleert de vlakheid, de hellingsgraad en het profiel van de bestrating

2.2 Beschrijving van de competenties/activiteiten aan de hand van de descriptorelementen

2.2.1 Kennis

- Basiskennis rekenen (inhoudsmaten, soortelijk gewicht, volumes, ...)

- Basiskennis van elektriciteit (begrippen en eenheden)

- Basiskennis van specifieke risico's van asbest, kwartsstof en andere gevaarlijke producten

- Basiskennis van de kwaliteitsproeven en het gehanteerde instrumentarium (bv. drukproeven op wegdek, ...)

- Basiskennis van de reglementering inzake speciale controles door erkende controleorganismen

- Basiskennis van de invloed van de densiteit van het verkeer en de wieldruk (bv. om verzakkingen te voorkomen, ...)

- Kennis van milieuzorgsystemen en -voorschriften in functie van de eigen werkzaamheden

- Kennis van de bouwplaatsorganisatie

- Kennis veiligheids-, gezondheids-, hygiëne- en welzijnsvoorschriften

- Kennis van zichtverbeterende systemen op bedrijfsvoertuigen op tijdelijke en mobiele bouwplaatsen

- Kennis van specifieke risico's van elektriciteit, lawaai, trillingen, brand en explosies

- Kennis van veilige en ergonomische hef-, til- en werktechnieken

- Kennis van het te gebruiken hijsmateriaal

- Kennis van PBM's en CBM's (2)

- Kennis van het gebruik van aangepast knie- en rugbeschermers bij het bestraten

- Kennis van (veiligheids)pictogrammen

- Kennis van de voorschriften rond afvalbeheer

- Kennis van een geoptimaliseerd verbruik en recuperatie van water, materialen en energie

- Kennis van werkdocumenten, het werkblad en andere administratieve documenten

- Kennis van het standaardbestek, technische voorschriften en aanbevelingen in functie van de eigen werkzaamheden

- Kennis van de nomenclatuur van de weg (schematisch overzicht van de meest voorkomende wegonderdelen in bovenaanzicht en dwarsdoorsnede)

- Kennis van de functie van de onderdelen van een wegconstructie : ondergrond, onderfundering, fundering, stabilisatie- en egalisatielagen en verhardingen

- Kennis van de wegcategorieën (hoofd- en primaire wegen I & II, secundaire en lokale wegen, landbouwwegen, ...)

- Kennis van controle- en meetmethoden en -instrumenten

- Kennis van kwaliteitsnormen, waarden en toleranties

- Kennis van keuringen, BENOR en/of COPRO-merken (3) en producten onderworpen aan voorafgaande controles

- Kennis van de gebruikelijke vakterminologie, legende, schaalaanduidingen, symbolen

- Kennis van de technische voorschriften voor de te gebruiken materialen

- Kennis van aanduidingen van toegangswegen en stapelplaatsen op een plan

- Kennis van de veiligheidsvoorschriften bij de levering van groot materiaal

- Kennis van de regels en voorschriften ter bescherming van opgeslagen materialen en materieel

- Kennis van de maatregelen en voorzorgen om schade aan installaties of nutsleidingen te voorkomen

- Kennis van de preventiemaatregelen ter bescherming, instandhouding en integriteit van bestaande constructies en werken (geodetische palen, waterpasverkenmerken, grenspalen, merktekens, beplantingen en beplantingswerken, ...)

- Kennis van de wettelijke bepalingen i.v.m. plaatsing en verwijdering van signalisatie van werken en verkeersbelemmeringen afhankelijk van het type wegen en lokale regelgeving

- Kennis van de betekenis van de verkeersborden en de andere signalisatiemiddelen (bv. hekken, bakens, verkeerskegels, aanduiding van begin en einde van de werken, ...)

- Kennis van de door een landmeter, werfleider of voorman gemeten en uitgezette wegdelen : straat, kantstenen, bocht, ...

- Kennis van de weersomstandigheden en/of kenmerken van de bouwplaats die de nauwkeurigheid van het meten en uitzetten in gevaar brengen (bv. inval van het zonlicht, obstakels bij het meten, ...)

- Kennis van planlezen (legende, schaalaanduidingen, symbolen, topografische en geografische aanduidingen, hellingsgraad, hoogte, richting en aslijn van de bestrating, ...)

- Kennis van de beschikbare online databanken voor digitale plannen

- Kennis van het gebruik van hoekregel, curvigraaf, prismakruis, waterpas, topografische instrumenten en zichtjes

- Kennis van de toepassingsmogelijkheden en bediening van GPS, totaalstation, theodoliet en hoogte- en afstandsmeter bij wegenbouwwerken

- Kennis van apparatuur voor detectie van ondergrondse leidingen

- Kennis van lengte- en dwarsprofielen en het bijzonder bestek

- Kennis van de invloed van het type bestrating (klinkers, (beton)tegels, straatstenen, kasseien, ...) en de functie van het te bestraten oppervlak (rijweg, fietspad, voetgangerszone, ...) op het ophogen

- Kennis van afwateringssystemen

- Kennis van de verschillen tussen gebonden en ongebonden funderingslagen

- Kennis van de werking en eigenschappen van hydraulische bindmiddelen

- Kennis van de verschillende verdichtingstechnieken (stampen, trillen, walsen, ...)

- Kennis van de verdichtingsmachines (explosiestamper, trilplaat, walsen, ...)

- Kennis van knip- en snijmachines

- Kennis van de zetting van een verhardingslaag

- Kennis van het nut en het doel van boordstenen

- Kennis van de geschikte graaf/laadmachines, gereedschappen en hulpstukken

- Kennis van het doel en de werking van de beschermingslagen en -folies (bv. tegen uitdroging, tegen opkomend water, ...)

- Kennis van de genormaliseerde hand- en armseinen

- Kennis van de implicaties van het gebruikte bestratingsmateriaal

- Kennis van de uitvoeringswijzes (gestabiliseerd zand, mortel, zavel, ...)

- Kennis van de verschillende types straatkolken

- Kennis van de risico's van ondiep uitgraven (bv. verzakkingen, slechte afwatering, ...)

- Kennis van de functie en de werking van greppels

- Kennis van het begrip aanslag

- Kennis van het begrip breekpunt

- Kennis van het doel, de noodzaak en plaatsing van uitzettingsvoegen

- Kennis van de eventuele gevolgen van uitzetting

- Kennis van de voegvullingsproducten

- Kennis van het handmatig straten met de straathamer of door middel van vlijen

- Kennis van de verschillen tussen handmatig en machinaal bestraten

- Kennis van de invloed van standaardisatie op (machinale) bestratingen (bestratingspatroon, kleur en type stenen vorm en afmetingen van de secties vs. de omvang van het project) - Kennis van welke hulpstukken bij welk verband horen

- Kennis van het bestratingsmaterieel (straathamer, laser, meet- en richtgereedschap : jalons, piketten, duimstok, meetlat, meetveer, meetband, meetwiel, ...)

- Kennis van de verschillende soorten kantopsluitingen (bv. trottoirband, opsluitband, verhoogde kantopsluiting, ...)

- Kennis van de verschillende soorten straatzand en hun eigenschappen : draagkracht, waterdoorlatendheid, ...

- Kennis van de verschillende soorten stabilisatie- en egalisatiemateriaal : steenslag, zandmengsels, ...

- Kennis van de plaatsing van verschillende types straatmeubilair (afvalbakken, glascontainers, zitbanken/tafels, (verkeers)palen, verdwijnpalen, fietsenstallingen, fietsoverkappingen, hekwerken en afsluitingen, plantenbakken,...)

- Grondige kennis van de verschillende verbanden (halfsteensverband, keperverband, elleboogverband, blokverband, visgraatverband, sierverbanden, ...)

- Grondige kennis van specifieke verbanden bij de plaatsing van mozaïekkeien : segmentverband, schubbenverband, waaierverband, schelpen- of pauwenstaartverband

- Grondige kennis van de bestratingselementen en hulpstukken (halve stenen, bisschopsmutsen, ...)

- Grondige kennis van de grondplannen, detailgegevens en werktekeningen

- Grondige kennis van de verschillende soorten wegprofielen (bv. tonrond wegprofiel, hangend dwarsprofiel, dakprofiel, gewijzigd dakprofiel, gewijzigd tonrondprofiel, profiel met verplaatste kruin, ...)

2.2.2 Vaardigheden

Cognitieve vaardigheden

- Het mondeling en/of schriftelijk kunnen rapporteren met de leidinggevende

- Het nauwgezet kunnen registreren van de uitgevoerde werkzaamheden

- Het efficiënt kunnen communiceren met collega's, klanten en derden : kunnen overleggen over de voorbereiding, uitvoering en afwerking van de opdracht en afstemmen van de eigen werkzaamheden op de activiteiten van anderen (bouwteam)

- Het kunnen communiceren met hand- en armseinen en aangepaste communicatiemiddelen

- Het kunnen controleren van de aanwezigheid van en kunnen gebruiken van PBM's en CBM's(4) volgens de specifieke voorschriften

- Het kunnen herkennen, voorkomen en beschermen tegen specifieke risico's van gevaarlijke stoffen (cement en hulpstoffen, kwartsstof, asbesthoudende producten, ...)

- Het kunnen herkennen, voorkomen en beschermen tegen specifieke risico's zoals elektriciteit, lawaai, trillingen, brand en explosies

- Het kunnen herkennen en signaleren van gevaarlijke situaties, nemen van gepaste maatregelen bij ongelukken en melden van ongevallen en incidenten

- Het kunnen opzoeken en raadplegen van beschikbare en betrouwbare informatiebronnen

- Het kunnen uitvoeren van de werkopdracht volgens de planning en timing

- Het kunnen bepalen van de benodigde materialen, gereedschappen en machines

- Het kunnen berekenen van de nodige volumes en hoeveelheden

- Het visueel kunnen controleren van de hoeveelheden, de kwaliteit en de houdbaarheid

- Het kunnen bepalen van de leveringsplaats van materialen en materieel : zo economisch mogelijk langsheen het uit te voeren traject of in een stockageruimte, in de voorgeschreven omstandigheden

- Het kunnen toepassen van de veiligheidsvoorschriften bij levering

- Het kunnen inrichten van de eigen werkplek volgens voorschriften en/of instructies en rekening houdend met de algemene bouwplaatsorganisatie en de logische werkvolgorde

- Het zorgzaam, efficiënt en veilig kunnen omgaan met materialen, gereedschappen en machines

- Het kunnen sorteren van afval (asbest, staal, beton, asfalt, ...) volgens de richtlijnen

- Het alert kunnen handelen bij het opmerken van gevaarlijke stoffen (asbest, ...) of situaties : direct de bouwplaatsleiding verwittigen en veiligheidszone(s) afbakenen

- Het eenduidig en zichtbaar kunnen aanbrengen van de voorgeschreven signalisatiemiddelen (borden, hekken, bakens, verkeerskegels, aanduiding van begin en einde van de werken, ...), deze kunnen onderhouden en verplaatsen bij voortgang van de werken

- Het kunnen aanbrengen en controleren van de gepaste verlichting

- Het kunnen vrijhouden van toegangen tot woningen en andere gebouwen doorheen het uitvoeren van de werkzaamheden

- Het kunnen verbeteren van de veiligheid aan de hand van een last-minute risicoanalyse

- Het kunnen begrijpen, controleren en gebruiken van de werkopdracht en de nodige werkdocumenten

- Het kunnen opvragen en consulteren van digitale plannen in online databanken

- Het kunnen lezen en begrijpen van de leidingplannen (met het ondergronds netwerk van kabels en nutsleidingen)

- Het kunnen informeren naar en controleren van de ondergrond, terreinomstandigheden en omgeving (eventuele ondergrondse en bovengrondse leidingen, kabels, buizen, ... en andere obstakels)

- Het kunnen detecteren van leidingen met aangepaste apparatuur

- Het kunnen lezen en begrijpen van situatieplan, plattegrond, dwars- en langsprofiel, detailgegevens, ...

- Het kunnen veilig, ordelijk, zuiver en toegankelijk houden van de mobiele bouwplaats

- Het kunnen melden van beschadigingen aan en/of onregelmatigheden in de signalisatie aan de verantwoordelijke

- Het kunnen klaarmaken van de materialen (bestrating, ...) om kwaliteitscontroles toe te laten

- Het kunnen terugplaatsen van gewijzigde signalisaties (bv. tijdens het werk wordt een verkeersbord verplaatst) in hun oorspronkelijke staat

- Het kunnen plaatsen en controleren van wegen, kantstroken en de andere toebehoren eens deze gemeten en uitgezet zijn door een landmeter, werfleider of voorman

- Het kunnen begrijpen van topografische aanduidingen : interpreteren van visuele coördinaten (zichtlatten, een door een werkdraad uitgezette richtlijn of andere) of de indicatoren van een laserontvanger

- Het kunnen uitzetten van de richtlijn met behulp van een werkdraad of zandstraal

- Het kunnen uitzetten van helling, hoogte, richting en aslijn van de bestrating volgens plan en werktekening

- Het kunnen uitzetten van (rechte, schuine, stompe) hoeken en bogen, eventueel met behulp van hoekregel, curvigraaf, prismakruis, waterpas en topografische instrumenten

- Het kunnen instellen of bijstellen van laserzendapparatuur

- Het kunnen verdichten van een egaal uitgespreid oppervlak

- Het kunnen verwittigen van de bevoegde verantwoordelijken bij het opgraven van kabels, geraamten, springtuigen, ...

- Het kunnen bepalen van de juiste verhoudingen van de te gebruiken zandsoorten

- Het kunnen aanpassen van de ophoging aan de aard van de bestrating en de functie van het te bestraten oppervlak

- Het kunnen nagaan van de aanwezigheid van afwateringssystemen in de ondergrond

- Het kunnen gebruiken van hydraulische bindmiddelen

- Het kunnen rekening houden met de zetting van een verhardingslaag

- Het kunnen berekenen van de hoogte van de straatlaag, rekening houdend met de steendikte

- Het kunnen selecteren van de meest geschikte gereedschappen of machines voor de uitgraving

- Het kunnen geven van duidelijke instructies aan de bediener van de hijsmachine

- Het op de juiste hoogte kunnen brengen van de geleiders

- Het kunnen bepalen van de exacte plaats van de straatkolken, rekening houdend met de geplaatste boordstenen

- Het kunnen berekenen van de aanslag (afstand bovenkant boordsteen en bovenkant straatkolk/greppel) op basis van de werktekeningen en detailgegevens

- Het kunnen bepalen van de plaats van de breekpunten, rekening houdend met de weghelling (vlak, hellend, grote helling)

- Het kunnen voorzien van uitzettingsvoegen

- Het kunnen bepalen of het gewicht en de bekbreedte van de straathamer afgestemd is op te leggen klinkers

- Het er op kunnen toezien dat het aantal handelingen met de steen zo laag mogelijk blijft

- Het kunnen maken van een keuze tussen machinaal of handmatig bestraten

- Het kunnen controleren van de plaatsing van de stenen (op dracht, vlak of horizontaal, onderling aansluitend met voldoende voegbreedte, met de holle kant tegen het gemaakte werk, ...)

Probleemoplossende vaardigheden

- Het kwalitatief en kwantitatief kunnen evalueren en desnoods bijsturen van zijn eigen werkzaamheden

- Het gepast kunnen reageren op vastgestelde problemen met betrekking tot kwaliteit, veiligheid, milieu, proces en techniek rekening houdend met de voorschriften/procedures

Motorische vaardigheden

- Het kunnen toepassen van de juiste ergonomische hef- en tiltechnieken

- Het kunnen stapelen van bouwstoffen

- Het kunnen aanhouden van de gepaste ergonomische houding tijdens het bestraten

- Het kunnen reinigen van het gebruikte gereedschap

- Het kunnen ophogen van het uitgegraven baanbed met de in de werkopdracht voorgeschreven materialen (zandcement, zand, ...)

- Het indien nodig kunnen uitvoeren van aanpassingen aan de afwatering

- Het kunnen aanbrengen van de stabiliseringslagen in de juiste hoeveelheid en de gewenste dikte

- Het kunnen hanteren van verdichtingsmachines (explosiestamper, trilplaat, ...)

- Het nauwgezet kunnen uitgraven van de uitgezette sleuven

- Het kunnen aanbrengen van een bescherming onder de fundering (bv. plastiekfolie, ...)

- Het kunnen bevestigen van de steldraad aan de uitzetpiketten aan de boordsteenzijde

- Het kunnen hanteren van de tangen en grijpers om de boordstenen te plaatsen

- Het machinaal kunnen plaatsen van de boordstenen

- Het kunnen gebruiken van de waterpas ter controle van de loodrechtheid van de plaatsing

- Het kunnen hanteren van een maatlat

- Het kunnen opvoegen van de boordstenen

- Het zo efficiënt mogelijk kunnen verwijderen van enkele boordstenen en gedeeltes van de funderingsvoet

- Het adequaat kunnen uitvoeren van het graaf- en aanvullingswerk, rekening houdend met de aanslag en de manier van aansluiting van de straatkolk op het afwateringssysteem - Het manueel kunnen neerlaten van de straatkolk in de uitgegraven put

- Het machinaal kunnen neerlaten van de straatkolk in de uitgegraven put

- Het kunnen aansluiten van de straatkolk op de riolering

- Het kunnen plaatsen van dekselranden en deksels

- Het kunnen uitzetten van de draad waarlangs bestraat zal worden

- Het kunnen plaatsen van de hoogte- en naaldstenen langs de uitgespannen draad

- Het kunnen knippen, snijden of splitten van het bestratingsmateriaal om het op maat te brengen

- Het kunnen hanteren van de straathamer bij plaatsing van straatstenen in een niet egaal afgereid straatbed

- Het zo laag mogelijk en constant kunnen houden van het aantal slagen van de straathamer

- Het egaal kunnen afreien van het straatbed bij vlijen

- Het kunnen plaatsen van straatstenen in een afgereid straatbed bij vlijen

- Het kunnen toepassen van hulpstukken en ze eventueel zelf kunnen maken

- Het kunnen aftrillen van het bestrate werk met de trilplaat of trilwals

- Het kunnen vullen van de voegen

- Het kunnen beschermen van eventuele ondergrondse en bovengrondse leidingen, kabels, buizen, ... en andere obstakels tegen beschadiging

- Het zeer nauwkeurig kunnen opstellen en aflezen van topografische instrumenten

2.2.3 Context

Omgevingscontext

- Dit beroep wordt uitgeoefend op mobiele bouwplaatsen in de wegenbouw.

- Dit beroep wordt meestal in team uitgeoefend, waarbij de nodige flexibiliteit belangrijk is om zich aan te passen aan wijzigingen van planning, omgeving, en klimatologische omstandigheden.

- De werkopdracht en het eindresultaat wordt strikt afgebakend en er heersen in veel gevallen strikte deadlines, wat resultaatgerichtheid, stressbestendigheid, concentratie, flexibiliteit en doorzettingsvermogen vraagt.

- De bouwsector kent veel reglementeringen, normen, aanbevelingen, codes van goede praktijk en technische voorlichtingsfiches inzake kwaliteit, veiligheid, gezondheid, hygiëne, welzijn, milieu en duurzaam bouwen.

- De situatie op de werkplek kan het dragen van lasten, contact met gevaarlijke producten en werken in moeilijke houdingen en omstandigheden impliceren.

- De werkplek kan impliceren dat er in de nabijheid van boven- en ondergrondse leidingen, het verkeer en andere gevaarlijke situaties gewerkt moet worden.

Handelingscontext

- Oog hebben voor kwaliteit en de tevredenheid van de opdrachtgever door met zorg, precisie en toewijding te werken.

- Aandacht hebben voor gevaarlijke situaties, veiligheidssignalisatie op de (mobiele) bouwplaats respecteren en PBM's en CBM's met zorg plaatsen, gebruiken en onderhouden.

- Aandacht hebben voor het toegankelijk blijven van woningen en openbare gebouwen en plaatsen.

- Omzichtig omgaan met grondstoffen en producten, rekening houdend met veiligheids-, en milieuvoorschriften.

- Het bijblijven met de (technologische) ontwikkelingen binnen de sector vergt leergierigheid en het volgen van (verplichte) opleidingen.

- Gedurende de werkzaamheden de omgeving en de bewegingen van wegenbouwmachines zeer oplettend opvolgen.

- Gedurende de werkzaamheden informatie uitwisselen en duidelijke instructies geven aan de bouwplaatsmachinist.

2.2.4 Autonomie

- Is zelfstandig in :

- het voorbereiden van de eigen werkzaamheden

- het bepalen van de werkvolgorde

- het inrichten van de eigen werkplek

- het controleren of er in veilige en ergonomische omstandigheden kan gewerkt worden

- de uitvoering en rapportering van de eigen werkzaamheden

- het controleren van de kwaliteit en kwantiteit van zijn werk

- het afronden van de werkzaamheden

- Is gebonden aan :

- het standaardbestek, de ontvangen werkopdracht, de uitvoeringsmethode en tijdsplanning

- klimatologische omstandigheden

- kwaliteits- en milieuvoorschriften

- codes van goede praktijk

- wettelijke en technische voorschriften

- veiligheids- en gezondheidsinstructies

- verkeersregels

- afspraken met collega's en derden, instructies van de leidinggevende, de bouwplaatsverantwoordelijke en/of opdrachtgever

- Doet beroep op :

- de leidinggevende voor de werkopdracht, gegevens, planning, leveringen, melden van problemen en gevaarlijke situaties en bijkomende instructies

- een meer bevoegd persoon indien hij een probleem niet opgelost krijgt of te maken krijgt met werkzaamheden die buiten zijn bevoegdheid vallen

- een bouwplaatsmachinist bij aan- en afvoer van materiaal en materieel en het uitvoeren van graafwerken

2.2.5 Verantwoordelijkheid

- Het werken in teamverband

- Het werken met oog voor kwaliteit

- Het werken met oog voor welzijn, veiligheid en milieu

- Het gebruiken van machines en gereedschappen

- Het voorbereiden van de eigen werkzaamheden

- Het inrichten van de mobiele bouwplaats

- Het signaleren van de werken op een veilige wijze

- Het communiceren met helpers, collega's en leidinggevenden

- Het uitvoeren of laten uitvoeren van kwaliteitscontroles

- Het vervullen van administratieve taken

- Het afronden van de werkzaamheden

- Het voorbereiden van de bestratingswerken

- Het plaatsen van wegtoebehoren

- Het voorbereiden van het baanbed

- Het aanbrengen van stabilisatie- en egalisatielagen

- Het plaatsen van trottoirbanden en boord- en gootstenen

- Het plaatsen van greppels en straatkolken

- Het bestraten

- Het uitvoeren van rotondes, kruispunten, ontmoetingen en aansluitingen van straten

- Het uitvoeren van speciale constructies en sierbestratingen en plaatsen van straatmeubilair

- Het uitvoeren van herstellingen, heraanleg en onderhoud van bestratingen

- Het afwerken van de bestrating

2.3 Vereiste attesten

2.3.1 Wettelijke attesten

Geen wettelijke attesten

2.3.2 Vereiste attesten

Er zijn geen verplichte attesten, maar voor het uitoefenen van bepaalde werkzaamheden en/of risicovolle taken zijn bepaalde attesten en/of certificaten vereist, zoals VCA, ...

Nota's

1 PBM's en CBM's = persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen

2 PBM's en CBM's = Persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen

3 Het BENOR-merk is een gedeponeerd collectief conformiteitsmerk dat eigendom is van het NBN (Bureau voor Normalisatie). COPRO is aangeduid door het NBN als sectororganisme voor de BENOR-certificatie van een reeks bouwproducten voor de wegenbouw.

4 PBM's en CBM's = persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen