Besluit van de Vlaamse Regering betreffende transitieprojecten in de lerarenopleidingen

  • goedkeuringsdatum
    09 september 2016
  • publicatiedatum
    B.S.13/10/2016
  • zie ook
  • datum laatste wijziging
    10/10/2017

COORDINATIE

(1) B.Vl.R. van 08/09/2017 (B.S. 10/10/2017)

De Vlaamse Regering,

Gelet op de Codex Hoger Onderwijs van 11 oktober 2013, bekrachtigd bij het decreet van 20 december 2013, artikel II.116, vervangen bij het decreet van 18 december 2015;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 8 juli 2016;

Gelet op advies nr. 59.881/1/V van de Raad van State, gegeven op 31 augustus 2016, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2° van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Onderwijs;

Na beraadslaging,

Besluit :

HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen

Artikel 1.

In dit besluit wordt verstaan onder :

1° minister : de Vlaamse minister, bevoegd voor het onderwijs;

2° conceptnota : de conceptnota "lerarenopleidingen versterken : wervende en kwalitatieve lerarenopleidingen als basispijler voor hoogstaand onderwijs", zoals door de Vlaamse Regering goedgekeurd op 25 maart 2016, toegevoegd als bijlage 1;

3° initiële lerarenopleidingen : de geïntegreerde lerarenopleidingen en de specifieke lerarenopleidingen.

Art. 2.

Binnen de daartoe jaarlijks op de begroting uitgetrokken kredieten kunnen onder de voorwaarden vermeld in artikel 3 tot en met 11, transitieprojecten die de kwaliteit van de lerarenopleidingen verbeteren of de samenwerking tussen lerarenopleidingen bevorderen worden toegewezen.

HOOFDSTUK 2. - Bepaling van de beleidsprioriteiten

Art. 3.

De beleidsprioriteiten worden enerzijds bepaald in functie het verhogen van de kwaliteit van de initiële lerarenopleidingen en van hun afgestudeerden en anderzijds op basis van de transitie naar een nieuw organisatiemodel zoals beschreven in de conceptnota.

Volgende beleidsprioriteiten worden vastgelegd :

1° inhoud en kwaliteit van de vernieuwde lerarenopleidingen;

2° governance van de vernieuwde lerarenopleidingen;

3° professionalisering van lerarenopleiders met het oog op de vernieuwde opleidingen.

HOOFDSTUK 3. - Oproep tot en selectie van transitieprojecten

Art. 4.

De thema's, vermeld in artikel 3, worden bekendgemaakt aan alle mogelijke indieners. Het bericht vermeldt de vormelijke en inhoudelijke vereisten waaraan de voorstellen van transitieprojecten moeten voldoen.

Art. 5.

De projectvoorstellen worden op elektronische wijze ingediend vóór [1B.Vl.R. van 08/09/2017
B.S. 10/10/2017
...1B.Vl.R. van 08/09/2017
B.S. 10/10/2017
] 16 oktober 2016. Het voormelde model wordt bij de bekendmaking van de thema's voor de transitieprojecten meegedeeld.

Een transitieproject kan alleen ingediend worden door een samenwerkingsverband van initiële lerarenopleidingen. Een samenwerkingsverband bestaat uit minstens twee initiële lerarenopleidingen die tot een verschillend type onderwijsinstelling behoren. De volgende types onderwijsinstellingen komen in aanmerking : universiteit, hogeschool, centrum voor volwassenenonderwijs en ambtshalve geregistreerde instelling.

Art. 6.

De ingediende voorstellen worden beoordeeld op basis van de volgende criteria :

1° de relevantie ten aanzien van de vastgestelde thema's, binnen de contouren van de conceptnota;

2° de kwaliteit van het ingediende transitieproject, voornamelijk voor wat betreft de gebruikte methode, de verwachte output en de disseminatie naar andere initiële lerarenopleidingen toe;

3° de relevantie en de overdraagbaarheid van de resultaten voor andere initiële lerarenopleidingen toe;

4° de duurzaamheid van het project;

5° de partners waarmee samengewerkt wordt;

6° de regionale spreiding van de betrokken lerarenopleidingen.

Art. 7.

Een commissie, bestaande uit personeelsleden van de administratie en externen, samengesteld door de minister, maakt, vóór 20 november [1B.Vl.R. van 08/09/2017
B.S. 10/10/2017
20161B.Vl.R. van 08/09/2017
B.S. 10/10/2017
] een gemotiveerde rangschikking van de voorstellen op grond van de criteria, vermeld in artikel 6. Zij beoordeelt ook de aangevraagde financiële middelen. Per transitieproject kan maximaal 200.000 euro toegekend worden.

Art. 8.

De minister legt vóór 15 december [1B.Vl.R. van 08/09/2017
B.S. 10/10/2017
20161B.Vl.R. van 08/09/2017
B.S. 10/10/2017
] bij ministerieel besluit de transitieprojecten vast die voor financiering in aanmerking komen.

Art. 9.

De minister deelt vóór eind december de selectie van de goedgekeurde projecten mee aan de indieners van de transitieprojecten.

HOOFDSTUK 4. - Financiering en verslaggeving

Art. 10.

Bij de goedkeuring van de projecten kent de minister het budget ervoor toe, op voordracht van de commissie. Van deze financiële middelen wordt 80% uitbetaald bij de ondertekening van het ministerieel besluit en 20% na de goedkeuring van het eindverslag.

Art. 11.

De verslaggeving verloopt elektronisch en vóór 15 [1B.Vl.R. van 08/09/2017
B.S. 10/10/2017
juni1B.Vl.R. van 08/09/2017
B.S. 10/10/2017
] van het jaar dat volgt op de start van het project. De vormelijke en de inhoudelijke elementen van de verslaggeving worden bezorgd aan de goedgekeurde projecten.

HOOFDSTUK 5. - Slotbepalingen

Art. 12.

Dit besluit treedt in werking op 1 september 2016 en treedt buiten werking op 15 [1B.Vl.R. van 08/09/2017
B.S. 10/10/2017
juni 20181B.Vl.R. van 08/09/2017
B.S. 10/10/2017
] .

Art. 13.

De Vlaamse minister, bevoegd voor het onderwijs, is belast met de uitvoering van dit besluit.