Lerarenplatform in het basisonderwijs

  • referentie
    Bao/2018/01
  • publicatiedatum
    09/05/2018
  • datum laatste wijziging
    27/02/2024
  • wettelijke basis
    Decreet basisonderwijs van 25 februari 1997, hoofdstuk IX, afdeling 3quater
  • opheffing
  • contactpersoon
    Voor vragen over personeel: Annick Waegeman, 02/553.93.42,
  • contactpersoon
    Voor vragen over de monitor lerarenplatform: Vicky D’havé, 02/553.94.03,
  • contactpersoon
    Voor andere vragen: Johan Heymans, 02/553.92.02,
  • De lerarenplatformen in het basisonderwijs worden na het schooljaar 2023-2024 voortgezet zonder einddatum. De leerkrachten die in het lerarenplatform werken, krijgen een aanstelling vanaf 1 september tot het einde van het schooljaar. Ze worden prioritair ingezet voor reguliere vervangingen of voor het wegwerken van de leerachterstand.

1. Inleiding

Tijdens het schooljaar 2018-2019 werd een ‘pilootproject lerarenplatform’ opgezet om meer tijdelijke leerkrachten werkzekerheid en een opdracht die voldoende substantieel is te bieden.

Het pilootproject lerarenplatform startte op 1 oktober 2018. Het werd aanvankelijk telkens met een schooljaar verlengd en sinds het schooljaar 2021-2022 met drie schooljaren. Op deze maatregel staat sinds 1 januari 2024 geen einddatum meer, zodat het lerarenplatform ook na het schooljaar 2023-2024 zal verder lopen. Inhoudelijk zijn er geen wijzigingen aangebracht aan deze regelgeving.

Dit zijn de belangrijkste principes voor de lerarenplatformen:

-De deelnemende samenwerkingsverbanden uit het basisonderwijs krijgen de mogelijkheid om een aantal leerkrachten een aanstelling te geven tot het einde van het schooljaar, op voorwaarde dat deze personeelsleden worden ingezet voor reguliere vervangingen van afwezigheden korter dan een schooljaar; of om aan leerkrachten een stabiele opdracht te geven, om zo een ander – meer ervaren – personeelslid in te zetten voor reguliere vervangingen korter dan een schooljaar;

-Het totaal aantal voltijds equivalenten (vte) voor alle platformen samen bedraagt 1621 vte;

-Tijdens hun aanstelling in het lerarenplatform moeten de personeelsleden ingezet worden voor reguliere vervangingen. Het inzetbaarheidspercentage moet op het niveau van het samenwerkingsplatform 80% bedragen;

-Als een personeelslid geen reguliere vervanging kan uitoefenen, moet het ingeschakeld worden voor het wegwerken van de leerachterstand of voor niet-reguliere vervangingen;

-Er geldt een malusregeling: als het bereikte inzetbaarheidspercentage op negatieve wijze afwijkt van het vooropgesteld inzetbaarheidspercentage van 80%, dan zal dit verschil worden verrekend op de middelen lerarenplatform die in het daarop volgend schooljaar worden toegekend aan het samenwerkingsplatform.

Opgelet: naast het lerarenplatform, waarmee reguliere vervangingen gedaan kunnen worden, blijft ook de gewone mogelijkheid tot vervanging en de vervanging van korte afwezigheden met vervangingseenheden bestaan, dit uiteraard binnen de geldende regelgeving.

2. Toepassingsgebied

Alle scholen van het gewoon en buitengewoon basisonderwijs kunnen deelnemen aan het lerarenplatform. Een voorwaarde voor deelname is wel dat de scholen deel uitmaken van een samenwerkingsplatform (zie 4).

Het lerarenplatform is beperkt tot de wervingsambten van het bestuurs- en onderwijzend personeel.

3. Samenwerkingsplatform lerarenplatform

De scholen van het basisonderwijs mogen enkel deelnemen aan het lerarenplatform als ze deel uitmaken van een samenwerkingsplatform lerarenplatform. Doel hiervan is voldoende schaalgrootte creëren.

Een samenwerkingsplatform lerarenplatform bestaat uit:

-een scholengemeenschap of

-meerdere scholengemeenschappen of

-een scholengemeenschap en één of meer scholen die niet tot een scholengemeenschap behoren of

-meerdere scholengemeenschappen en één of meer scholen die niet tot een scholengemeenschap behoren.

De lestijden voor het lerarenplatform worden samengelegd op het niveau van het samenwerkingsplatform. Deze lestijden kunnen niet worden overgedragen naar het volgende schooljaar of naar een ander samenwerkingsplatform.

De deelnemende scholen moeten in het bevoegde lokaal comité onderhandelen over:

  • de deelname aan het lerarenplatform;
  • de criteria van aanstelling van de betrokken personeelsleden (bv. de vervangingsnoden die er binnen het samenwerkingsplatform zijn, de ambten waarin personeelsleden worden aangesteld, de verdeling over de scholen van het samenwerkingsplatform…);
  • de criteria om de betrokken personeelsleden taken te laten vervullen voor het wegwerken van de leerachterstand of niet-reguliere vervangingen te laten doen;
  • de inzetbaarheid in de verschillende scholengemeenschappen als het samenwerkingsplatform bestaat uit meerdere scholengemeenschappen of in de scholen die niet behoren tot een scholengemeenschap.

Noot: de samenwerkingsplatformen lerarenplatform zijn niet noodzakelijk dezelfde als degene die gekozen zijn voor de vervangingen van korte afwezigheden.

4. Toekenning van de middelen

Het totale aantal beschikbare voltijdse equivalenten bedraagt 1621 voor alle deelnemende scholen van het basisonderwijs.

Alle deelnemende scholen ontvangen lestijden voor de aanstelling van leerkrachten in het lerarenplatform. Het volume van deze lestijden per deelnemende school wordt berekend a rato van het aandeel van de lestijden van het vorige schooljaar van de betreffende school ten opzichte van het totaal aantal lestijden van het vorige schooljaar van alle deelnemende scholen samen. Het aandeel lestijden van de school wordt vermenigvuldigd met 0,0320597.

Onder het totale aantal lestijden wordt verstaan de som van het totale aantal :

a) lestijden volgens de schalen;

b) SES-lestijden;

c) additionele lestijden volgens de schalen gebaseerd op de leerling-leerkracht ratio;

d) aanvullende lestijden voor het voeren van een gelijkekansenbeleid in het buitengewoon basisonderwijs;

e) aanvullende lestijden godsdienst, niet-confessionele zedenleer en cultuurbeschouwing.

Elke deelnemende school ontvangt een dienstbrief met het toegekende aantal lestijden voor de aanstelling van personeelsleden in het lerarenplatform. Deze lestijden moet de school samenleggen binnen het samenwerkingsplatform.

Voorbeeld

Een samenwerkingsplatform bestaat uit een scholengemeenschap van vier scholen.

School A had vorig schooljaar 785 lestijden volgens de schalen, 276 SES-lestijden, 8 additionele lestijden volgens de schalen gebaseerd op de leerling-leerkracht ratio en 32 aanvullende lestijden katholieke godsdienst. Dat zijn samen 1101 lestijden.

De ratio van 1 lestijd ten opzichte van het totaal aantal toegekende lestijden aan alle scholen vorig schooljaar is 0,0320597.

De 1101 lestijden vermenigvuldigd met deze ratio geven recht op 35,2977297 lestijden. Afgerond zijn dat 35 lestijden.

School B had vorig schooljaar 544 lestijden volgens de schalen, 4 additionele lestijden volgens de schalen gebaseerd op de leerling-leerkracht ratio en 26 aanvullende lestijden katholieke godsdienst. Dat zijn samen 574 lestijden.

De ratio van 1 lestijd ten opzichte van het totaal aantal toegekende lestijden aan alle scholen vorig schooljaar is 0,0320597.

De 574 lestijden vermenigvuldigd met deze ratio geven recht op 18,4022678 lestijden. Afgerond zijn dat 18 lestijden.

School C had vorig schooljaar 322 lestijden volgens de schalen en 22 GOK-lestijden. Dat zijn samen 344 lestijden.

De ratio van 1 lestijd ten opzichte van het totaal aantal toegekende lestijden aan alle scholen vorig schooljaar is 0,0320597.

De lestijden vermenigvuldigd met deze ratio geven recht op 11,0285368 lestijden. Afgerond zijn dat 11 lestijden.

School D had vorig schooljaar 431 lestijden volgens de schalen, 127 SES-lestijden en 26 aanvullende lestijden katholieke godsdienst. Dat zijn samen 584 lestijden.

De ratio van 1 lestijd ten opzichte van het totaal aantal toegekende lestijden aan alle scholen vorig schooljaar is 0,0320597.

De 584 lestijden vermenigvuldigd met deze ratio geven recht op 18,7228648 lestijden. Afgerond zijn dat 19 lestijden.

Deze vier scholen kunnen binnen het samenwerkingsplatform samen 83 lestijden aanwenden.

Het aantal beschikbare voltijdse equivalenten dat niet werd ingevuld omdat niet alle scholen deelnemen aan het lerarenplatform, wordt verdeeld over de deelnemende samenwerkingsplatformen.

Het volume van deze lestijden per deelnemend samenwerkingsplatform wordt berekend naar rato van het aandeel van de lestijden van het vorige schooljaar van de scholen van het betreffende samenwerkingsplatform ten opzichte van het totaal aantal lestijden van het vorige schooljaar van alle deelnemende scholen samen, waarbij onder het totale aantal lestijden wordt verstaan de som van het totale aantal:

1° lestijden volgens de schalen;

2° SES-lestijden;

3° additionele lestijden volgens de schalen gebaseerd op de leerling-leerkracht-ratio;

4° aanvullende lestijden voor het voeren van een gelijkekansenbeleid in het buitengewoon basisonderwijs;

5° aanvullende lestijden godsdienst, niet-confessionele zedenleer en cultuur-beschouwing.

5. Aanstelling van een personeelslid

5.1. Plaats van aanstelling

Een personeelslid in het lerarenplatform wordt aangesteld in één of meerdere van de deelnemende scholen van het samenwerkingsplatform. De deelnemende scholen moeten in het bevoegde lokaal comité onderhandelen over de criteria van aanstelling van de betrokken personeelsleden.

5.2. Wervingsambt

De aanstelling is alleen mogelijk in een wervingsambt van het bestuurs- en onderwijzend personeel.

De wervingsambten van het bestuurs- en onderwijzend personeel in het gewoon basisonderwijs zijn:

•Kleuteronderwijzer

•Onderwijzer

•Leermeester godsdienst

•Leermeester niet-confessionele zedenleer

•Leermeester lichamelijke opvoeding

De wervingsambten van het bestuurs- en onderwijzend personeel in het buitengewoon basisonderwijs zijn:

•Kleuteronderwijzer algemene en sociale vorming

•Onderwijzer algemene en sociale vorming

•Leermeester algemene en sociale vorming, specialiteit: lichamelijke opvoeding

•Leermeester algemene en sociale vorming, spec. Compensatietechniek-braille in type 6

•Leermeester niet-confessionele zedenleer

•Leermeester godsdienst

5.3. Duur van de aanstelling

Het personeelslid in het lerarenplatform krijgt een aanstelling die ten vroegste aanvangt op 1 september en uiterlijk eindigt op het einde van het schooljaar.

5.4. Tijdelijke aanstelling

De aanstelling van een personeelslid in het lerarenplatform is een tijdelijke aanstelling.

Op het personeelslid in het lerarenplatform zijn, naargelang het geval, de bepalingen van toepassing van het decreet van 27 maart 1991 betreffende de rechtspositie van sommige personeelsleden van het gesubsidieerd onderwijs en de gesubsidieerde centra voor leerlingenbegeleiding of van het decreet van 27 maart 1991 betreffende de rechtspositie van sommige personeelsleden van het gemeenschapsonderwijs. Met andere woorden, elke aanstelling en elk einde van een aanstelling gebeurt zoals beschreven in de decreten rechtspositie.

Dit betekent ook dat bij de invulling van de betrekkingen op 1 september de bepalingen van TADD van toepassing zijn. Het schoolbestuur moet de betrekkingen aanbieden aan de personeelsleden die het recht op TADD verworven hebben.

Het personeelslid kan uiteraard beslissen om een betrekking in het lerarenplatform al dan niet te aanvaarden.

De betrekking komt niet in aanmerking voor vacantverklaring en het schoolbestuur kan in geen geval een personeelslid vast benoemen, affecteren, of muteren in deze betrekkingen. In deze betrekkingen kan evenmin worden gereaffecteerd of wedertewerkgesteld.

Aandacht: het personeelslid verwerft dienstanciënniteit op basis van de betrekking waarin hij is aangesteld in het lerarenplatform. De dienstanciënniteit wordt dus niet opgebouwd op basis van de betrekkingen waarin het personeelslid reguliere vervangingen uitoefent.

Voorbeeld

Een onderwijzer wordt in het lerarenplatform aangesteld in een school van scholengemeenschap A tot het einde van het schooljaar. Hij/zij doet een reguliere vervanging in de periode januari-maart als onderwijzer in scholengemeenschap B. De dienstanciënniteit wordt berekend op basis van de aanstelling als onderwijzer in scholengemeenschap A.

5.5. Volume van de aanstelling

5.5.1. Bij de eerste invulling bij het begin van het schooljaar

Aangezien het lerarenplatform tot doel heeft dat tijdelijke personeelsleden een voldoende grote tewerkstelling krijgen, moet het personeelslid bij de eerste invulling van het lerarenplatform bij het begin van het schooljaar voor ten minste een halftijdse opdracht aangesteld worden in de scholen die deel uitmaken van het samenwerkingsplatform. De halftijdse opdracht kan bestaan uit lestijden voor het lerarenplatform enerzijds en andere lestijden als vastbenoemde of tijdelijke anderzijds.

Voorbeeld

Een tijdelijk personeelslid heeft een opdracht van 8/24 op basis van het gewone lestijdenpakket. Daarnaast krijgt het personeelslid een bijkomende opdracht van 4/24 in het lerarenplatform.

5.5.2. Bij wijzigingen in de loop van het schooljaar

Het volume van de aanstelling in het lerarenplatform kan wijzigen in de loop van het schooljaar. Het personeelslid kan bijvoorbeeld gedeeltelijk een vacante betrekking opnemen. In dat geval is het mogelijk om minder dan een halftijdse betrekking te blijven uitoefenen in het lerarenplatform.

Voorbeeld 1

Een personeelslid in het lerarenplatform heeft een opdracht van 16/24 in het lerarenplatform. Op 1 januari 2019 wordt het personeelslid voor 12/24 vast benoemd in een andere betrekking.

Om tot een voltijdse betrekking te komen behoudt het personeelslid een opdracht van 12/24 in het lerarenplatform.

Een ander personeelslid kan een opdracht van 4/24 opnemen in het lerarenplatform, ook als hij geen andere opdracht heeft. In dat geval geldt de voorwaarde van halftijdse aanstelling niet.

Als het personeelslid verkiest om het oorspronkelijk volume van opdracht te behouden (16/24), kan het personeelslid nog een opdracht van 4/24 behouden in het lerarenplatform. In het lerarenplatform kan dan een ander personeelslid aangesteld worden met een opdracht van 12/24.

Voorbeeld 2

Een personeelslid in het lerarenplatform heeft een opdracht van 12/24 in het lerarenplatform. Op 1 januari 2019 wordt het personeelslid voor 6/24 vast benoemd in een andere betrekking.

Het personeelslid heeft dan een betrekking met een totale opdracht van 18/24.

Als het personeelslid echter verkiest om een halftijdse opdracht te behouden (12/24), komt er een opdracht vrij in het lerarenplatform van 6/24. Een ander personeelslid kan dan voor een opdracht van 6/24 worden aangesteld in het lerarenplatform, ook als hij geen andere opdracht heeft. In dat geval geldt de voorwaarde van halftijdse aanstelling niet.

Voorbeeld 3

Een personeelslid in het lerarenplatform heeft een opdracht van 12/24 in het lerarenplatform. Op 1 januari 2019 krijgt het personeelslid een opdracht van 18/24 in een school buiten het samenwerkingsplatform. Daarnaast behoudt het een opdracht van 6/24 in het lerarenplatform. In dat geval geldt de voorwaarde van halftijdse aanstelling niet meer.

5.6. Bezoldiging tijdens de aanstelling

Het personeelslid dat een aanstelling krijgt in het lerarenplatform ontvangt daarvoor een bezoldiging voor het toegekende volume, voor de volledige duur van de aanstelling. Ook wanneer het personeelslid een reguliere vervanging uitoefent in dezelfde of in een andere school van het samenwerkingsplatform, blijft de bezoldiging diegene van het lerarenplatform.

Wanneer de uitgeoefende vervanging qua volume groter is dan de aanstelling in het lerarenplatform, ontvangt het personeelslid voor het bijkomende volume een bezoldiging overeenkomstig de gewone vervangingsregels.

6. Taken van het personeelslid in het lerarenplatform

6.1. Reguliere vervangingen

Een personeelslid in het lerarenplatform wordt ingezet voor reguliere vervangingen in opdrachten in wervingsambten zoals vermeld in 5.2.

Onder reguliere vervanging wordt begrepen:

a) een vervanging van een afwezigheid van minder dan een schooljaar die voldoet aan volgende voorwaarden:

-het te vervangen personeelslid is aangesteld in een gefinancierde of gesubsidieerde betrekking in het onderwijs;

-het personeelslid dat afwezig is, kan worden vervangen volgens de gangbare financierings- en subsidiëringsregels;

b) een vervanging van een korte afwezigheid waarvoor de school vervangingseenheden voor korte afwezigheden gebruikt.

Voorbeelden van reguliere vervangingen zijn:

  • iedere afwezigheid van tien aaneensluitende werkdagen of meer;
  • iedere afwezigheid, ook die van minder dan tien aaneensluitende werkdagen, in een school of vestigingsplaats van een school
    • in het gewoon basisonderwijs: als u in een vestigingsplaats per onderwijsniveau minder dan 72 lestijden inricht in het ambt van onderwijzer of kleuteronderwijzer;
    • in het buitengewoon basisonderwijs: als u in een vestigingsplaats per onderwijsniveau minder dan 66 lestijden inricht in het ambt van onderwijzer ASV of kleuteronderwijzer ASV;
  • iedere afwezigheid wegens omstandigheidsverlof n.a.v. de bevalling van de echtgenote of samenwonende partner;
  • iedere afwezigheid wegens de opname van verlofweken van postnatale rust;
  • korte afwezigheden op basis van het besluit van de Vlaamse Regering van 29 mei 2009 betreffende de vervangingen van korte afwezigheden.

Het is ook mogelijk om het personeelslid in het lerarenplatform een stabiele opdracht te geven en een andere, vastbenoemde leerkracht de reguliere vervangingen te laten doen. In dat geval neemt de vastbenoemde leerkracht een verlof tijdelijk andere opdracht of een afwezigheid voor verminderde prestaties.

Let op:
1)Wanneer een personeelslid uit het lerarenplatform wordt ingezet voor een vervanging van een korte afwezigheid (VKA), dan kan dit alleen volgens de geldende regels met betrekking tot de toegelaten volumes van aanstelling in een VKA. Aangezien een VKA-aanstelling enkel kan gebeuren voor een halftijdse of voltijdse opdracht, moet het personeelslid in dat geval beschikbaar zijn voor een halftijdse of voltijdse opdracht
2) Wanneer een personeelslid uit het lerarenplatform wordt ingezet voor een VKA op basis van vervangingseenheden voor korte afwezigheden, dan gaat het om een reguliere vervanging in het kader van het lerarenplatform die in aanmerking komt voor het berekenen van het inzetbaarheidspercentage (zie 7).
Voor een correcte elektronische zending zie voorbeeld 3 onder 9.2.

6.2. Wegwerken van de leerachterstand

Tijdens de periodes waarin het personeelslid niet kan worden ingezet voor reguliere vervangingen in het lerarenplatform, vervult het personeelslid taken voor het wegwerken van de leerachterstand. Het personeelslid kan ook worden ingeschakeld voor niet-reguliere vervangingen.

De deelnemende scholen moeten in het bevoegde lokaal comité onderhandelen over de criteria om de betrokken personeelsleden taken te laten vervullen voor het wegwerken van de leerachterstand of niet-reguliere vervangingen te laten doen.

Het personeelslid in het lerarenplatform kan dus worden ingeschakeld voor niet-reguliere vervangingen, maar die tellen niet mee voor het berekenen van het inzetbaarheidspercentage (zie punt 7).

Voorbeelden van niet-reguliere vervangingen zijn vervangingen van :

  • afwezigheden van minder dan tien aaneensluitende werkdagen, behalve
    • bij omstandigheidsverlof naar aanleiding van de bevalling;
    • bij opname van verlofweken van postnatale rust;
    • bij vervroegde terugkeer van het afwezige personeelslid;
    • in een school of vestigingsplaats van een school
      • in het gewoon basisonderwijs: als u in een vestigingsplaats per onderwijsniveau minder dan 72 lestijden inricht in het ambt van onderwijzer of kleuteronderwijzer;
      • in het buitengewoon basisonderwijs: als u in een vestigingsplaats per onderwijsniveau minder dan 66 lestijden inricht in het ambt van onderwijzer ASV of kleuteronderwijzer ASV.

7. Inzetbaarheidspercentage

Bij de aanstelling van een personeelslid in een betrekking ter vervanging van een afwezig personeelslid, moet de school rekening houden met de bestaande regels van de rechtspositie (reaffectatieverplichtingen, voorrangsregels…). Deze regels blijven bestaan.

Weliswaar wordt verwacht dat de personeelsleden aangesteld in het lerarenplatform, op het niveau van het samenwerkingsplatform een inzetbaarheidspercentage van 80 procent bereiken.

Het inzetbaarheidspercentage is de verhouding tussen de totale duur van de uitgeoefende reguliere vervangingen, uitgedrukt in kalenderdagen, en de totale duur van de aanstelling, uitgedrukt in kalenderdagen, telkens vermenigvuldigd met de teller van de opdracht.

De berekeningsformule luidt als volgt:

=aantal uren VLP zonder DO * aantal kalenderdagen* 100

aantal uren titularis LPF * aantal kalenderdagen

waarbij VLP = reguliere vervangingen in het kader van het lerarenplatform

DO = dienstonderbrekingen

LPF = lerarenplatform

Bij deze berekeningsformule worden in de teller enkel de vervangingen geteld die effectief worden uitgeoefend. Periodes of volumes van dienstonderbreking tijdens vervangingen worden niet meegeteld.

In de noemer worden de uren aanstelling van de personeelsleden geteld die in het lerarenplatform zijn aangesteld als titularis (ook als zij een dienstonderbreking hebben). De personeelsleden die een titularis in het lerarenplatform vervangen in zijn/haar aanstelling in het lerarenplatform, worden niet meegeteld in de noemer.

Voorbeeld:

Een personeelslid is aangesteld in het lerarenplatform van 01-10-2018 tot en met 30-06-2019 voor 10/24. Hij doet een vervangingsopdracht in het lerarenplatform van 10-10-2018 tot en met 03-12-2018 (= 55 dagen) voor 5/24. Hij is afwezig wegens ziekte van 05-11-2018 tot en met 20-11-2018 (= 16 dagen). Hij wordt niet vervangen.

= 5u * (55-16=)39 kalenderdagen * 100

10u * 273 kalenderdagen

= 195 *100

2730

= 7,14%

Het personeelslid telt voor deze opdracht mee voor het inzetbaarheidspercentage voor 7,14%.

Het inzetbaarheidspercentage wordt berekend per samenwerkingsplatform en niet per personeelslid dat is aangesteld in het lerarenplatform. Het is dus mogelijk dat een individueel personeelslid minder of meer dan 80% van zijn aanstelling reguliere vervangingen doet.

Voor de berekening van het inzetbaarheidspercentage tellen de maanden juli en augustus niet mee.

Als het bereikte inzetbaarheidspercentage op negatieve wijze afwijkt van het vooropgestelde percentage van 80%, zal dit verschil - op negatieve wijze – worden verrekend op de middelen lerarenplatform die in voorkomend geval in het daarop volgend schooljaar worden toegekend aan het samenwerkingsplatform.

Het aantal lestijden dat wordt toegekend aan een samenwerkingsplatform wordt in dat geval verminderd met het aantal lestijden dat overeenkomt met het aantal dat nodig was om het vooropgestelde inzetbaarheidspercentage te bereiken.

Voorbeeld

Tijdens het schooljaar 2021-2022 krijgt een samenwerkingsplatform 200 lestijden lerarenplatform. Het bereikt een inzetbaarheidspercentage van 78%. Dat betekent dat er omgerekend gedurende 156 lestijden reguliere vervangingen waren.

In schooljaar 2022-2023 krijgt het samenwerkingsplatform 205 lestijden lerarenplatform toegekend. Daarvan worden echter nog lestijden afgetrokken omdat het schooljaar voordien de 80% niet gehaald was. De berekening daarvan gebeurt als volgt:

-0,80 x 200 = 160 (het aantal lestijden dat nodig was om 80% te bereiken voor schooljaar 2021-2022)

-160 (aantal lestijden bij 80%) – 156 (aantal gerealiseerde lestijden)= 4 lestijden

Van de voorziene 205 lestijden lerarenplatform voor schooljaar 2022-2023 worden dus 4 lestijden afgetrokken. Het samenwerkingsplatform kan tijdens het schooljaar 2022-2023 bijgevolg 205 -4 = 201 lestijden aanwenden.

Sinds 21 december 2018 kunnen directies en secretariaatsmedewerkers voor hun samenwerkingsplatform het inzetbaarheidspercentage van het lerarenplatform bekijken. Ze vinden er ook een overzicht van alle aanstellingen en vervangingsopdrachten in hun eigen school. Wekelijks zien ze de recentste gegevens.

Aanmelden gebeurt via Mijn Onderwijs. Gebruikers moeten toegang hebben tot het thema 'Personeel vertrouwelijk'. Meer info vindt u op de webpagina ‘Monitor lerarenplatform op Mijn Onderwijs, waar u ook een instructiefilmpje vindt.

8. Verloven en afwezigheden

Een personeelslid in het lerarenplatform kan een dienstonderbreking opnemen, op voorwaarde dat voldaan is aan de desbetreffende reglementering.

Het personeelslid in het lerarenplatform dat een dienstonderbreking opneemt kan worden vervangen in het lerarenplatform, op voorwaarde dat deze afwezigheid in aanmerking komt voor vervanging. Tijdens de vervanging wordt het nieuwe personeelslid dat is aangesteld in het lerarenplatform, zelf ook ingezet in reguliere vervangingen zoals beschreven onder punt 6.1.

Een personeelslid heeft in het lerarenplatform een opdracht van 16/24. Het personeelslid wordt ziek en krijgt ziekteverlof van 17 januari 2019 tot en met 8 maart 2019.

Het zieke personeelslid kan worden vervangen gedurende zijn afwezigheid. Een ander personeelslid krijgt een aanstelling in het lerarenplatform van 16/24 voor de duur van zijn afwezigheid.

9. Praktische schikkingen

9.1. Praktische schikkingen i.v.m. het samenwerkingsplatform

Een samenwerkingsplatform bestaat altijd uit één of meerdere scholengemeenschappen. Daarnaast kunnen één of meerdere individuele scholen die niet behoren tot een scholengemeenschap toetreden tot een samenwerkingsplatform.

Als u als individuele school toetreedt tot of uittreedt uit een samenwerkingsplatform, dan meldt u dit per mail aan scholen.basisonderwijs.agodi@vlaanderen.be.

Andere wijzigingen aan de samenstelling van het samenwerkingsplatform worden eveneens per mail gemeld aan scholen.basisonderwijs.agodi@vlaanderen.be.

9.2. Praktische schikkingen i.v.m. personeel

Algemeen:

  • Aanstellingen in het lerarenplatform (LPF) zijn steeds tijdelijke aanstellingen die u meldt met ATO 02 en de code oorsprong omkadering 25 (OOM 25).
  • Als een vastbenoemd personeelslid hierin aangesteld wordt, kan dat enkel via tijdelijk andere opdracht of een afwezigheid voor verminderde prestaties. In dat laatste geval mogen de aanstelling in het lerarenplatform alsook de vervangingsopdrachten niet gemeld worden met het kenmerk herintreder (herwaarderingscode 01).
  • Als een personeelslid uit het lerarenplatform zelf afwezig is en vervangen wordt binnen het lerarenplatform, meldt u de vervanger met ATO 01 en de code oorsprong omkadering 25.
  • De vervangingen (VLP) die personeelsleden uit het lerarenplatform doen, meldt u met ATO 01 en met de herwaarderingscode 06 (HER 06).
  • Opgelet: het personeelslid ontvangt zijn salaris op basis van de aanstelling in het lerarenplatform (LPF). Ook als hij een opdracht VLP krijgt, moet de LPF-aanstelling blijven lopen (fotoprincipe elektronische zendingen RL-1).
  • AGODI berekent de middelen voor volgend schooljaar op basis van de zendingen van de aanstellingen en de reguliere vervangingen die ze tot en met 30 juni van het lopende schooljaar ontvangt.

Voorbeeld 1

Tijdelijk personeelslid met vervangingsopdracht in de school van aanstelling LPF

Een tijdelijk onderwijzer krijgt een aanstelling in het lerarenplatform voor 24/24 vanaf 1 oktober 2018 tot einde schooljaar. Vanaf 8 oktober 2018 wordt hij halftijds aangesteld in de vervanging van een personeelslid dat afwezig is wegens ziekte tot en met 24 oktober 2018.

Elektronische melding:

Bericht geldig op 01/10/2018:

RL-1: 24u onderwijzer ATO 02 met OOM 25 t.e.m. 30/06/2019

Bericht geldig op 08/10/2018:

RL-1: 24u onderwijzer ATO 02 met OOM 25 t.e.m. 30/06/2019

RL-1: 12u onderwijzer ATO 01 met HER 06 t.e.m. 24/10/2018

Voorbeeld 2

Tijdelijk personeelslid met vervangingsopdracht in een andere school van het samenwerkingsplatform

Een tijdelijk onderwijzer krijgt een aanstelling in het lerarenplatform voor 24/24 vanaf 1 oktober 2018 tot einde schooljaar. Vanaf 8 oktober 2018 wordt hij halftijds in een andere school aangesteld in de vervanging van een personeelslid dat afwezig is wegens ziekte tot en met 24 oktober 2018.

Elektronische melding:

Bericht geldig op 01/10/2018 in school LPF:

RL-1: 24u onderwijzer ATO 02 met OOM 25 t.e.m. 30/06/2019

Bericht geldig op 08/10/2018 in andere school:

RL-1: 12u onderwijzer ATO 01 met HER 06 t.e.m. 24/10/2018

Voorbeeld 3

Tijdelijk personeelslid met vervangingsopdracht in de school van aanstelling LPF. De vervangingsopdracht is een vervanging korte afwezigheid (VKA)

Een tijdelijke kleuteronderwijzer krijgt een aanstelling in het lerarenplatform voor 12/24 vanaf 1 oktober 2018 tot einde schooljaar. Dat is haar enige aanstelling. Op 8 oktober 2018 wordt zij voltijds aangesteld in de vervanging van een personeelslid dat afwezig is wegens ziekte op 8 oktober 2018.

Elektronische melding:

Bericht geldig op 01/10/2018:

RL-1: 12u kleuteronderwijzer ATO 02 met OOM 25 t.e.m. 30/06/2019

Bericht geldig op 08/10/2018:

RL-1: 12u kleuteronderwijzer ATO 02 met OOM 25 t.e.m. 30/06/2019

RL-1: 12u kleuteronderwijzer ATO 01 met OOM 08 (VKA) en met HER 06 t.e.m. 08/10/2018

RL-1: 12u kleuteronderwijzer ATO 01 met OOM 08 (VKA) t.e.m. 08/10/2018

Voorbeeld 4

Tijdelijk personeelslid met combinatie van een aanstelling in het LPF en andere lestijden doet een vervangingsopdracht in de school van aanstelling LPF

Een tijdelijk onderwijzer ASV krijgt een aanstelling in het lerarenplatform voor 11/22 vanaf 1 oktober 2018 tot einde schooljaar. Daarnaast heeft hij nog een aanstelling in een vervanging voor 4/22 voor het volledige schooljaar. Vanaf 8 oktober 2018 wordt hij voor 18/22 aangesteld in de vervanging van een personeelslid dat afwezig is wegens ziekte tot en met 24 oktober 2018.

Elektronische melding:

Bericht geldig op 01/09/2018:

RL-1: 4u onderwijzer ASV ATO 01 t.e.m. 30/06/2019

Bericht geldig op 01/10/2018:

RL-1: 4u onderwijzer ASV ATO 01 t.e.m. 30/06/2019

RL-1: 11u onderwijzer ASV ATO 02 met OOM 25 t.e.m. 30/06/2019

Bericht geldig op 08/10/2018:

RL-1: 4u onderwijzer ASV ATO 01 t.e.m. 30/06/2019

RL-1: 11u onderwijzer ASV ATO 02 met OOM 25 t.e.m. 30/06/2019

RL-1: 7u onderwijzer ASV ATO 01 t.e.m. 24/10/2018

RL-1: 11u onderwijzer ASV ATO 01 met HER 06 t.e.m. 24/10/2018

Voorbeeld 5

Voltijds vastbenoemd personeelslid heeft een aanstelling in het LPF en doet een vervangingsopdracht in de school van aanstelling LPF

Een voltijds vastbenoemde kleuteronderwijzer krijgt vanaf 1 oktober 2018 een aanstelling in het lerarenplatform voor 24u. Zij neemt daarvoor 24u verlof tijdelijk andere opdracht. Vanaf 8 oktober 2018 wordt zij halftijds aangesteld in de vervanging van een personeelslid dat afwezig is wegens ziekte tot en met 24 oktober 2018.

Elektronische melding:

Bericht geldig op 01/10/2018:

RL-1: 24u kleuteronderwijzer ATO 04 t.e.m. 31/12/2999 met dienstonderbreking 019 verlof TAO voor 24u t.e.m. 31/08/2019

RL-1: 24u kleuteronderwijzer ATO 02 met OOM 25 met aanduiding TAO t.e.m. 31/08/2019

Bericht geldig op 08/10/2018:

RL-1: 24u kleuteronderwijzer ATO 04 t.e.m. 31/12/2999 met dienstonderbreking 019 verlof TAO voor 24u t.e.m. 31/08/2019

RL-1: 24u kleuteronderwijzer ATO 02 met OOM 25 met aanduiding TAO t.e.m. 31/08/2019

RL-1: 12u onderwijzer ATO 01 met HER 06 t.e.m. 24/10/2018

Voorbeeld 6

Tijdelijk personeelslid met aanstelling in het LPF is zelf afwezig

Een tijdelijk onderwijzer A krijgt een aanstelling in het lerarenplatform voor 12/24 vanaf 1 oktober 2018 tot einde schooljaar. Vanaf 7 januari 2019 wordt hij voor 12/24 aangesteld in dezelfde school in de vervanging van een personeelslid dat afwezig is wegens ouderschapsverlof tot en met 30 juni 2019. De tijdelijk onderwijzer A in het LPF wordt ziek van 16 januari 2019 t.e.m. 22 maart 2019.

De school kan ervoor kiezen om onderwijzer A enkel te vervangen in de reguliere vervangingsopdracht of zowel in het LPF als in de reguliere vervangingsopdracht. Hier wordt hij gedurende die afwezigheid vervangen in het lerarenplatform en de reguliere vervanging door onderwijzer B.

Elektronische melding onderwijzer A :

Bericht geldig op 01/10/2018:

RL-1: 12u onderwijzer ATO 02 met OOM 25 t.e.m. 30/06/2019

Bericht geldig op 07/01/2019:

RL-1: 12u onderwijzer ATO 02 met OOM 25 t.e.m. 30/06/2019

RL-1: 12u onderwijzer ATO 01 met HER 06 t.e.m. 30/06/2019

Bericht geldig op 16/01/2019:

RL-2: dienstonderbreking 001 (ziekteverlof) t.e.m. 22/03/2019

Elektronische melding onderwijzer B :

Bericht geldig op 16/01/2019:

RL-1: 12u onderwijzer ATO 01 met OOM 25 t.e.m. 22/03/2019 ter vervanging van onderwijzer A

RL-1: 12u onderwijzer ATO 01 met HER 06 t.e.m. 22/03/2019 ter vervanging van onderwijzer A

10. Bijlagen