Lerarenplatform in het secundair onderwijs

  • referentie
    SO/2018/01
  • publicatiedatum
    29/06/2018
  • datum laatste wijziging
    04/06/2020
  • contact
    Contactinformatie
  • contact
  • contactpersoon
    Katrien Vanbiervliet, 02/553 91 08
  • In de maand juni 2020 mogen in het secundair onderwijs uitzonderlijk reguliere vervangingen worden toegestaan wanneer de afwezigheid start op of na 1 juni. Het is dus ook mogelijk om een leerkracht aangesteld in het lerarenplatform hiervoor in te zetten.

SO/2018/01

1. Inleiding

Tijdens het schooljaar 2018-2019 werd een ‘pilootproject lerarenplatform’ opgezet om meer tijdelijke leerkrachten werkzekerheid en een opdracht die voldoende substantieel is te bieden. De deelnemende samenwerkingsplatformen uit het basis- en het secundair onderwijs krijgen de mogelijkheid om een aantal leerkrachten een aanstelling te geven tot het einde van het schooljaar, op voorwaarde dat deze personeelsleden:

•worden ingezet voor reguliere vervangingen van afwezigheden korter dan een schooljaar;

•of zelf een stabiele opdracht krijgen, en een ander – meer ervaren – personeelslid dan wordt ingezet voor reguliere vervangingen korter dan een schooljaar.

Deze maatregel geeft uitvoering aan de maatregelen opgenomen in punt 3.3.1 van het protocol van 23 maart 2018 van de onderhandelingen die gevoerd werden betreffende een akkoord van sectorale sociale programmatie voor de jaren 2015-2019 voor de sector “Onderwijs” van de Vlaamse Gemeenschap tussen de Vlaamse Regering en de representatieve vakorganisaties ACOD, FCSOD en VSOA (cao XI).

Het pilootproject lerarenplatform startte op 1 oktober 2018. Via onderwijsdecreet XXIX werd het met één schooljaar verlengd.

Opgelet: naast het pilootproject lerarenplatform, waarmee reguliere vervangingen gedaan kunnen worden, blijft ook de gewone mogelijkheid tot vervanging bestaan, dit uiteraard binnen de geldende regelgeving.

2. Toepassingsgebied

Een aantal geselecteerde projectscholen van het gewoon, buitengewoon en deeltijds beroepssecundair onderwijs (zie 3.1 ) kunnen deelnemen aan het pilootproject lerarenplatform. Het lerarenplatform is beperkt tot de wervingsambten van het bestuurs- en onderwijzend personeel.

3. Pilootproject lerarenplatform

3.1. Pilootproject

Tijdens het schooljaar 2018-2019 werd een pilootproject ‘lerarenplatform’ opgezet om tijdelijk aangestelde personeelsleden werkzekerheid te bieden en een opdracht die voldoende substantieel is. Via onderwijsdecreet XXIX werd het met één schooljaar verlengd.

Het pilootproject start op 1 oktober en loopt tot het einde van het schooljaar. In de cao werd geopteerd voor een pilootproject om na te kunnen gaan of deze maatregel daadwerkelijk tijdelijk aangestelde personeelsleden meer werkzekerheid biedt.

Het pilootproject lerarenplatform wordt opgevolgd en gemonitord in de gemeenschappelijke vergadering van Sectorcomité X, van onderafdeling Vlaamse Gemeenschap van afdeling 2 van het Comité voor de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten en van het overkoepelend onderhandelingscomité met de overheid en de sociale partners. Op basis van de monitoring zal beslist worden of het lerarenplatform in de daaropvolgende schooljaren wordt verdergezet en of er bijsturingen en aanpassingen nodig zijn.

3.2. Selectie van de scholen

In het secundair onderwijs kunnen tijdens het schooljaar 2019-2020 slechts een aantal projectscholen deelnemen binnen het voorziene aantal voltijdse equivalenten. Een voorwaarde voor deelname is dat de scholen deel uitmaken van een samenwerkingsplatform (zie 4.). Doel hiervan is voldoende schaalgrootte creëren om dit project te laten slagen.

De selectie van de samenwerkingsplatformen die mogen deelnemen gebeurt door de Vlaamse Regering op voorstel van de gemeenschappelijke vergadering van Sectorcomité X, van onderafdeling Vlaamse Gemeenschap van afdeling 2 van het Comité voor de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten en van het overkoepelend onderhandelingscomité met de overheid en de sociale partners op basis van volgende criteria:

  • evenredige spreiding over de netten volgens lesurenpakket;
  • geografische spreiding;
  • grootte van het samenwerkingsplatform;
  • de inhoud van de protocollen van de onderhandelingen(bv. visie, motivatie…).

De Vlaamse Regering keurde op 19 juli 2019 de lijst van de deelnemende samenwerkingsplatformen goed. Deze lijst is terug te vinden als bijlage 2 bij deze omzendbrief.

4. Samenwerkingsplatform lerarenplatform

De scholen van het secundair onderwijs mogen enkel deelnemen aan het pilootproject lerarenplatform als ze deel uitmaken van een samenwerkingsplatform.

Een samenwerkingsplatform bestaat uit:

-een scholengemeenschap of

-meerdere scholengemeenschappen of

-een scholengemeenschap en één of meer scholen die niet tot een scholengemeenschap behoren of

-meerdere scholengemeenschappen en één of meer scholen die niet tot een scholengemeenschap behoren.

De lesuren en uren-leraar voor het lerarenplatform worden samengelegd op het niveau van het samenwerkingsplatform. Deze lesuren en uren-leraar kunnen niet worden overgedragen naar het volgende schooljaar of naar een ander samenwerkingsplatform.

De deelnemende scholen moeten in het bevoegde lokaal comité onderhandelen over:

  • de deelname aan het lerarenplatform;
  • de criteria van aanstelling van de betrokken personeelsleden (bv. de vervangingsnoden die er binnen het samenwerkingsplatform zijn, de ambten waarin personeelsleden worden aangesteld, de verdeling over de scholen van het samenwerkingsplatform…);
  • de criteria van inzetbaarheid van de betrokken personeelsleden in pedagogisch zinvolle taken;
  • de inzetbaarheid in de verschillende scholengemeenschappen als het samenwerkingsplatform bestaat uit meerdere scholengemeenschappen of in de scholen die niet behoren tot een scholengemeenschap.

5. Toekenning van de middelen

De totale som van de uren-leraar en lesuren van alle deelnemende scholen mag niet meer bedragen dan 167.448 uren-leraar/lesuren. Het aantal beschikbare voltijdse equivalenten bedraagt 394,69 voor het secundair onderwijs.

Alle deelnemende scholen genereren lesuren of uren-leraar voor de aanstelling van personeelsleden in het lerarenplatform. Het volume van deze lesuren of uren-leraar per deelnemende school wordt berekend a rato van het aandeel van de lesuren of uren-leraar van vorig schooljaar van de betreffende school ten opzichte van het totaal aantal lesuren of uren-leraar van vorig schooljaar van alle deelnemende scholen samen. Het aandeel lesuren of uren-leraar van de school wordt vermenigvuldigd met 0,05060672.

Onder het totaal aantal lesuren of uren-leraar wordt verstaan de som van het totale aantal:

-uren-leraar voor de levensbeschouwelijke en de niet-levensbeschouwelijke vakken;

-uren-leraar geïntegreerd ondersteuningsaanbod;

-lesuren voor levensbeschouwing en niet-levensbeschouwing;

-lesuren geïntegreerd ondersteuningsaanbod.

Voorbeeld

School A had vorig schooljaar 1024 uren-leraar (inclusief levensbeschouwelijke vakken) en 32 GOK-uren. Dat zijn samen 1056 uren-leraar.

De ratio van één uur ten opzichte van het totaal aantal toegekende uren-leraar aan alle deelnemende scholen vorig schooljaar is 0,05060672.

De 1056 uren-leraar vermenigvuldigd met deze ratio genereren 53,44 uren-leraar. Afgerond zijn dat 53 uren-leraar.

Elke deelnemende school ontvangt een dienstbrief met het gegenereerde aantal uren-leraar/lesuren per school en het toegekende aantal uren-leraar/lesuren in het lerarenplatform. Dit is niet louter de som van de gegenereerde lesuren of uren-leraar per school, maar houdt ook rekening met de bonus-malus die op basis van het inzetbaarheidspercentage behaald werd (zie punt 8). Voor nieuwe lerarenplatformen wordt de bonus-malus van de stopgezette lerarenplatformen proportioneel in rekening gebracht.

Hiermee moet dus rekening gehouden worden bij de aanstelling van personeelsleden binnen het samenwerkingsplatform.

6. Aanstelling van een personeelslid

6.1. Plaats van aanstelling

  • Een personeelslid in het lerarenplatform wordt aangesteld in één of meerdere van de deelnemende instellingen van het samenwerkingsplatform. De deelnemende instellingen moeten in het bevoegde lokaal comité onderhandelen over de criteria van aanstelling van de betrokken personeelsleden.

6.2. Wervingsambt

De aanstelling is alleen mogelijk in een wervingsambt van het bestuurs- en onderwijzend personeel.

De wervingsambten van het bestuurs- en onderwijzend personeel in het gewoon secundair onderwijs zijn:

  • Leraar
  • Godsdienstleraar
  • Begeleider
  • Leraar niet-confessionele zedenleer

De wervingsambten van het bestuurs- en onderwijzend personeel in het buitengewoon secundair onderwijs zijn:

  • Leraar algemene en sociale vorming
  • Leraar algemene en sociale vorming, specialiteit: lichamelijke opvoeding
  • Leraar algemene en sociale vorming, compensatietechniek-braille in type 6
  • Leraar beroepsgerichte vorming
  • Leraar niet-confessionele zedenleer
  • Godsdienstleraar

6.3. Duur van de aanstelling

Het personeelslid in het lerarenplatform krijgt een aanstelling die ten vroegste aanvangt op 1 oktober en uiterlijk eindigt op het einde van het schooljaar.

6.4. Tijdelijke aanstelling

De aanstelling van een personeelslid in het lerarenplatform is een tijdelijke aanstelling.

Op het personeelslid in het lerarenplatform zijn, naargelang het geval, de bepalingen van toepassing van het decreet van 27 maart 1991 betreffende de rechtspositie van sommige personeelsleden van het gesubsidieerd onderwijs en de gesubsidieerde centra voor leerlingenbegeleiding of van het decreet van 27 maart 1991 betreffende de rechtspositie van sommige personeelsleden van het gemeenschapsonderwijs. Met andere woorden, elke aanstelling en elk einde van een aanstelling gebeurt zoals beschreven in de decreten rechtspositie.

De betrekking komt niet in aanmerking voor vacantverklaring en het schoolbestuur kan in geen geval een personeelslid vast benoemen, affecteren, of muteren in deze betrekkingen. In deze betrekkingen kan evenmin worden gereaffecteerd of wedertewerkgesteld.

Aandacht: het personeelslid verwerft dienstanciënniteit op basis van de betrekking waarin hij is aangesteld in het lerarenplatform. De dienstanciënniteit wordt dus niet opgebouwd op basis van de betrekkingen waarin het personeelslid reguliere vervangingen uitoefent.

Voorbeeld:

Een leraar wordt in het lerarenplatform aangesteld in een school van scholengemeenschap A tot het einde van het schooljaar. Hij/zij doet een reguliere vervanging in de periode januari-maart als leraar in scholengemeenschap B. De dienstanciënniteit wordt berekend op basis van de aanstelling als leraar in scholengemeenschap A.

6.5. Volume van de aanstelling

6.5.1. Bij de eerste invulling

Aangezien het doel van dit project is dat tijdelijke personeelsleden een voldoende grote tewerkstelling krijgen, moet het personeelslid bij de eerste invulling in het lerarenplatform voor ten minste een halftijdse opdracht worden aangesteld in de scholen die deel uitmaken van het samenwerkingsplatform. De halftijdse opdracht kan bestaan uit lesuren en uren-leraar voor het lerarenplatform enerzijds en andere lesuren en uren-leraar als vastbenoemde of tijdelijke anderzijds.

Voorbeeld

Een tijdelijk personeelslid heeft een opdracht van 4/20 op basis van uren-leraar uit het reguliere lesurenpakket. Daarnaast krijgt het personeelslid een bijkomende opdracht van 8/20 in het lerarenplatform.

6.5.2. Bij wijzigingen in de loop van het schooljaar

Het volume van de aanstelling in het lerarenplatform kan wijzigen in de loop van het schooljaar. Het personeelslid kan bijvoorbeeld gedeeltelijk een vacante betrekking opnemen. In dat geval is het mogelijk om minder dan een halftijdse betrekking te blijven uitoefenen in het lerarenplatform.

Voorbeeld 1

Een personeelslid in het lerarenplatform heeft een opdracht van 16/20 in het lerarenplatform. Op 1 januari 2019 wordt het personeelslid voor 12/20 vastbenoemd in een andere betrekking. In dat geval bedraagt zijn opdracht in het lerarenplatform nog slechts 4/20 als het personeelslid kiest voor het behoud van volume van de totale opdracht. In het lerarenplatform kan een ander personeelslid aangesteld worden met een opdracht van 12/20.

Het personeelslid kan er echter ook voor kiezen om 8/20 in het lerarenplatform te behouden waardoor hij voor de rest van het schooljaar een voltijdse aanstelling heeft. In het lerarenplatform kan dan een ander personeelslid aangesteld worden met een opdracht van 8/20, ook als dat personeelslid geen andere opdracht heeft. In dat geval geldt de voorwaarde van halftijdse aanstelling niet.

Voorbeeld 2

Een personeelslid in het lerarenplatform heeft een opdracht van 10/20 in het lerarenplatform. Op 1 januari 2019 wordt het personeelslid voor 5/20 vastbenoemd in een andere betrekking. In dat geval bedraagt zijn opdracht in het lerarenplatform nog slechts 5/20 als het personeelslid kiest voor het behoud van volume van de totale opdracht. In het lerarenplatform kan een ander personeelslid aangesteld worden met een opdracht van 5/20, ook als dat personeelslid geen andere opdracht heeft. In dat geval geldt de voorwaarde van halftijdse aanstelling niet.

Het personeelslid kan er echter ook voor kiezen om 10/20 in het lerarenplatform te behouden en heeft dan een betrekking met een totale opdracht van 15/20.

Voorbeeld 3

Een personeelslid in het lerarenplatform heeft een opdracht van 12/20 in het lerarenplatform. Op 1 januari 2019 krijgt het personeelslid een opdracht van 15/20 in een school buiten het samenwerkingsplatform. Daarnaast behoudt het een opdracht van 5/20 in het lerarenplatform. In dat geval geldt de voorwaarde van halftijdse aanstelling niet meer.

6.6. Bezoldiging tijdens de aanstelling

Het personeelslid dat een aanstelling krijgt in het lerarenplatform ontvangt daarvoor een bezoldiging voor het toegekende volume, voor de volledige duur van de aanstelling. Ook wanneer het personeelslid een reguliere vervanging uitoefent in dezelfde of in een andere school van het samenwerkingsplatform, blijft de bezoldiging diegene van het lerarenplatform.

Wanneer de uitgeoefende vervanging qua volume groter is dan de aanstelling in het lerarenplatform, ontvangt het personeelslid voor het bijkomende volume een bezoldiging overeenkomstig de gewone vervangingsregels.

7. Taken van het personeelslid in het lerarenplatform

7.1. Reguliere vervangingen

Een personeelslid in het lerarenplatform moet prioritair worden ingezet voor reguliere vervangingen.

Onder reguliere vervanging moet worden begrepen een vervanging van een afwezigheid van minder dan een schooljaar die voldoet aan volgende voorwaarden:

  • het te vervangen personeelslid is aangesteld in een gefinancierde of gesubsidieerde betrekking in het onderwijs;
  • het personeelslid dat afwezig is, kan worden vervangen volgens de gangbare financierings- en subsidiëringsregels

Voorbeelden van reguliere vervangingen zijn:

  • iedere afwezigheid van tien aaneensluitende werkdagen of meer die ten laatste aanvangt op 31 mei en die niet start in een periode van 14 kalenderdagen voor of tijdens de herfst-, kerst-, krokus- en paasvakantie;
  • iedere afwezigheid wegens omstandigheidsverlof n.a.v. de bevalling van de echtgenote of samenwonende partner die niet start in een periode van 14 kalenderdagen voor of tijdens de herfst-, kerst-, krokus- en paasvakantie;
  • iedere afwezigheid wegens de opname van verlofweken van postnatale rust die niet start in een periode van 14 kalenderdagen voor of tijdens de herfst-, kerst-, krokus- en paasvakantie.

Tijdens het schooljaar 2019-2020 mogen in de maand juni 2020 uitzonderlijk reguliere vervangingen worden toegestaan wanneer de afwezigheid start op of na 1 juni.Het is dus ook mogelijk om een leerkracht aangesteld in het lerarenplatform hiervoor in te zetten. Meer uitleg hierover kan u terugvinden in de omzendbrief‘Dringende en tijdelijke maatregelen voor het secundair onderwijs naar aanleiding van de coronacrisis’ (SO/2020/01).

Aangezien de maatregel over het omzetten van niet-ingevulde vervangingen altijd van toepassing is op reguliere vervangingen, kan een personeelslid uit het lerarenplatform ook worden ingezet in de vervangingseenheden zoals vermeld in punt 3.2 van de omzendbrief “Omzetting van niet-ingevulde vervangingen in het basis- en secundair onderwijs”. Het is ook mogelijk om het personeelslid in het lerarenplatform een stabiele opdracht te geven en een andere, vastbenoemde leerkracht de reguliere vervangingen te laten doen. In dat geval neemt de vastbenoemde leerkracht een verlof tijdelijk andere opdracht of een afwezigheid voor verminderde prestaties.

7.2. Zinvolle pedagogische taken

Tijdens de periodes waarin het personeelslid niet kan worden ingezet voor reguliere vervangingen in het lerarenplatform, wordt het personeelslid op basis van zijn bekwaamheidsbewijs ingezet in zinvolle pedagogische taken. Voorbeelden van zinvolle pedagogische taken zijn occasioneel lesgeven, co-teaching, peer learning, niet-reguliere vervangingen...

Als ervoor wordt geopteerd om een vastbenoemde leerkracht de reguliere vervangingen te laten doen, dan wordt die leerkracht in de periodes waarin hij geen reguliere vervanging doet, op basis van zijn bekwaamheidsbewijs ook ingezet in zinvolle pedagogische taken.

De deelnemende scholen moeten in het bevoegde lokaal comité onderhandelen over de criteria van inzetbaarheid van de betrokken personeelsleden in pedagogisch zinvolle taken.

Het personeelslid in het lerarenplatform kan dus worden ingezet voor niet-reguliere vervangingen, maar die tellen niet mee voor het berekenen van het inzetbaarheidspercentage (zie punt 8).

Voorbeelden van niet-reguliere vervangingen zijn vervangingen van :

-afwezigheden die een aanvang nemen in juni;

-afwezigheden van minder dan tien aaneensluitende werkdagen, behalve

  • bij omstandigheidsverlof naar aanleiding van de bevalling;
  • bij opname van verlofweken van postnatale rust;
  • bij vervroegde terugkeer van het afwezige personeelslid;

-afwezigheden die gestart zijn in een periode van 14 kalenderdagen voor of tijdens de herfst-, kerst-, krokus- en paasvakantie.

8. Inzetbaarheidspercentage

  • Bij de aanstelling van een personeelslid in een betrekking ter vervanging van een afwezig personeelslid, moet de school rekening houden met de bestaande regels van de rechtspositie (reaffectatieverplichtingen, voorrangsregels…). Deze regels blijven bestaan.
  • Weliswaar wordt verwacht dat de personeelsleden aangesteld in het lerarenplatform, op het niveau van het samenwerkingsplatform een inzetbaarheidspercentage van 85 procent bereiken.

Het inzetbaarheidspercentage is de verhouding tussen de totale duur van de uitgeoefende reguliere vervangingen, uitgedrukt in kalenderdagen, en de totale duur van de aanstelling, uitgedrukt in kalenderdagen, telkens vermenigvuldigd met de teller van de opdracht.

De berekeningsformule luidt als volgt:

=aantal uren VLP zonder DO * aantal kalenderdagen* 100

aantal uren titularis LPF * aantal kalenderdagen

waarbij VLP = vervangingen in het kader van het lerarenplatform

DO = dienstonderbrekingen

LPF = lerarenplatform

Bij deze berekeningsformule worden in de teller enkel de vervangingen geteld die effectief worden uitgeoefend. Periodes of volumes van dienstonderbreking tijdens vervangingen worden niet meegeteld.

In de noemer worden de uren aanstelling van de personeelsleden geteld die in het lerarenplatform zijn aangesteld als titularis (ook als zij een dienstonderbreking hebben). De personeelsleden die een titularis in het lerarenplatform vervangen in zijn/haar aanstelling in het lerarenplatform, worden niet meegeteld in de noemer.

Voorbeeld:

Een personeelslid is aangesteld in het lerarenplatform van 01-10-2018 tot en met 30-06-2019 voor 10/20. Hij doet een vervangingsopdracht in het lerarenplatform van 10-10-2018 tot en met 03-12-2018 (= 55 dagen) voor 5/21. Hij is afwezig wegens ziekte van 05-11-2018 tot en met 20-11-2018 (= 16 dagen). Hij wordt niet vervangen.

= 5u * (55-16=)39 kalenderdagen * 100

10u * 273 kalenderdagen

= 195 *100

2730

= 7,14%

Het personeelslid telt voor deze opdracht mee voor het inzetbaarheidspercentage voor 7,14%.

Het inzetbaarheidspercentage zal worden berekend per samenwerkingsplatform en niet per personeelslid dat is aangesteld in het lerarenplatform. Het is dus mogelijk dat een individueel personeelslid minder of meer dan 85% van zijn aanstelling reguliere vervangingen doet.

Voor de berekening van het inzetbaarheidspercentage tellen de maanden juli en augustus niet mee.

Als het bereikte inzetbaarheidspercentage op positieve of negatieve wijze afwijkt van het vooropgestelde percentage van 85%, zal dit verschil - op positieve of negatieve wijze – (bonus-malus) worden verrekend op de middelen lerarenplatform die in voorkomend geval in het daarop volgend schooljaar worden toegekend aan het samenwerkingsplatform.

Als het bereikte inzetbaarheidspercentage lager lag dan het vooropgestelde inzetbaarheidspercentage, wordt het aantal lesuren/uren-leraar dat wordt toegekend aan een samenwerkingsplatform verminderd met het aantal lesuren/uren-leraar dat overeenkomt met het aantal dat nodig was om het vooropgestelde inzetbaarheidspercentage te bereiken. Als het bereikte inzetbaarheidspercentage hoger lag dan het vooropgestelde inzetbaarheidspercentage, wordt het aantal lesuren/uren-leraar vermeerderd met het aantal lesuren/uren-leraar dat overeenkomt met het aantal dat het vooropgestelde inzetbaarheidspercentage overschreed.

Voorbeeld 1

Tijdens het schooljaar 2018-2019 krijgt een samenwerkingsplatform 144 lesuren lerarenplatform. Het bereikt een inzetbaarheidspercentage van 80%. Dat betekent dat er omgerekend gedurende 115 lesuren reguliere vervangingen waren.

In schooljaar 2019-2020 krijgt het samenwerkingsplatform 150 lesuren lerarenplatform toegekend. Daarvan worden echter nog lesuren afgetrokken omdat de 85% niet gehaald was. De berekening daarvan gebeurt als volgt:

0,85 x 144 = 122 (het aantal lesuren dat nodig was om 85% te bereiken)

122 (aantal lesuren bij 85%) – 115 (aantal gerealiseerde lesuren)= 7 lesuren

Van de voorziene 150 lesuren lerarenplatform voor schooljaar 2019-2020 worden dus 7 lesuren afgetrokken. Het samenwerkingsplatform kan tijdens het schooljaar 2019-2020 bijgevolg 150 -7 = 143 lesuren aanwenden.

Voorbeeld 2

Tijdens het schooljaar 2018-2019 krijgt een samenwerkingsplatform 144 lesuren lerarenplatform. Het bereikt een inzetbaarheidspercentage van 90%. Dat betekent dat er omgerekend gedurende 130 lesuren reguliere vervangingen waren.

In schooljaar 2019-2020 krijgt het samenwerkingsplatform 150 lesuren lerarenplatform toegekend. Daar worden echter nog lesuren bijgeteld omdat het inzetbaarheidspercentage 90% bedroeg in plaats van 85%. De berekening daarvan gebeurt als volgt:

0,85 x 144 = 122 (hat aantal lesuren dat nodig was om 85% te bereiken).

130 (aantal gerealiseerde lesuren ) – 122 (aantal lesuren bij 85%) = 8 lesuren.

Bij de voorziene 150 lesuren lerarenplatform voor schooljaar 2019-2020 worden dus 8 lesuren bijgeteld. Het samenwerkingsplatform kan tijdens het schooljaar 2019-2020 bijgevolg 150 + 8 = 158 lesuren aanwenden.

Sinds 21 december 2018 kunnen directies en secretariaatsmedewerkers voor hun samenwerkingsplatform het inzetbaarheidspercentage van het lerarenplatform bekijken. Ze vinden er ook een overzicht van alle aanstellingen en vervangingsopdrachten in hun eigen school. Wekelijks zien ze de recentste gegevens.

Aanmelden gebeurt via Mijn Onderwijs. Gebruikers moeten toegang hebben tot het thema 'Personeel vertrouwelijk'. Meer info vindt u in het instructiefilmpje.

9. Verloven en afwezigheden

Een personeelslid in het lerarenplatform kan een dienstonderbreking opnemen, op voorwaarde dat voldaan is aan de desbetreffende reglementering.

Het personeelslid in het lerarenplatform dat een dienstonderbreking opneemt, kan worden vervangen in het lerarenplatform, op voorwaarde dat deze afwezigheid in aanmerking komt voor vervanging. Tijdens de vervanging wordt het nieuwe personeelslid dat is aangesteld in het lerarenplatform, zelf ook ingezet in reguliere vervangingen zoals beschreven onder punt 7.

Een personeelslid heeft in het lerarenplatform een opdracht van 20/20. Het personeelslid wordt ziek en krijgt ziekteverlof van 17 januari 2019 tot en met 8 maart 2019.

Het zieke personeelslid kan worden vervangen gedurende zijn afwezigheid. Een ander personeelslid krijgt een aanstelling in het lerarenplatform van 20/20 voor de duur van zijn afwezigheid.

10. Praktische schikkingen i.v.m. personeel

Algemeen:

  • Aanstellingen in het lerarenplatform (LPF) zijn steeds tijdelijke aanstellingen die u meldt met ATO 02 en de code oorsprong omkadering 25 (OOM 25). Als een vast benoemd personeelslid hierin aangesteld wordt, kan dat enkel via tijdelijk andere opdracht. Als een personeelslid LPF zelf afwezig is en vervangen wordt binnen het lerarenplatform, meldt u de vervanger met ATO 01 en de code oorsprong omkadering 25.
  • De vervangingen die personeelsleden uit het lerarenplatform (VLP) doen, meldt u met ATO 01 en met de herwaarderingscode 06 (HER 06).

Uitzondering: een personeelslid uit het lerarenplatform aangesteld in vervangingseenheden door de omzetting van niet-ingevulde vervangingen, meldt u met ATO 02 en met de herwaarderingscode 06 (HER 06)

  • Opgelet: het personeelslid ontvangt zijn salaris op basis van de aanstelling in het lerarenplatform (LPF). Ook als hij een opdracht VLP krijgt, moet de LPF-aanstelling blijven lopen (fotoprincipe elektronische zendingen RL-1).

Voorbeeld 1

Tijdelijk personeelslid met vervangingsopdracht in de school van aanstelling LPF

Een tijdelijk leraar krijgt een aanstelling in het lerarenplatform voor 22/22 vanaf 1 oktober 2018 tot einde schooljaar. Vanaf 8 oktober 2018 wordt hij halftijds aangesteld in de vervanging van een personeelslid dat afwezig is wegens ziekte tot en met 24 oktober 2018.

Elektronische melding:

  • Bericht geldig op 01/10/2018:

RL-1: 22u leraar AV Frans 1e graad ATO 02 met OOM 25 t.e.m. 30/06/2019

  • Bericht geldig op 08/10/2018:

RL-1: 22u leraar AV Frans 1e graad ATO 02 met OOM 25 t.e.m. 30/06/2019

RL-1: 11u leraar AV Frans 1e graad ATO 01 met HER 06 t.e.m. 24/10/2018

Voorbeeld 2

Tijdelijk personeelslid met vervangingsopdracht in een andere school van het samenwerkingsplatform

Een tijdelijk leraar krijgt een aanstelling in het lerarenplatform voor 20/20 vanaf 1 oktober 2018 tot einde schooljaar. Vanaf 8 oktober 2018 wordt hij halftijds in een andere school aangesteld in de vervanging van een personeelslid dat afwezig is wegens ziekte tot en met 24 oktober 2018.

Elektronische melding:

  • Bericht geldig op 01/10/2018 in school LPF:

RL-1: 20u leraar AV Frans 3e graad ATO 02 met OOM 25 t.e.m. 30/06/2019

  • Bericht geldig op 08/10/2018 in andere school:

RL-1: 10u leraar TV Handelscorrespondentie Frans 2e graad ATO 01 met HER 06 t.e.m. 24/10/2018

Voorbeeld 3

Tijdelijk personeelslid met combinatie van een aanstelling in het LPF en andere uren-leraar doet een vervangingsopdracht in de school van aanstelling LPF

Een tijdelijk godsdienstleraar Roomskatholieke godsdienst krijgt een aanstelling in het lerarenplatform voor 11/22 vanaf 1 oktober 2018 tot einde schooljaar. Daarnaast heeft hij nog een aanstelling in een vervanging voor 4/22 leraar AV Nederlands voor het volledige schooljaar. Vanaf 8 oktober 2018 wordt hij voor 18/22 aangesteld in de vervanging van een godsdienstleraar Roomskatholieke godsdienst, die afwezig is wegens ziekte tot en met 24 oktober 2018.

Elektronische melding:

  • Bericht geldig op 01/09/2018:

RL-1: 4u leraar AV Nederlands 1e graad ATO 01 t.e.m. 30/06/2019

  • Bericht geldig op 01/10/2018:

RL-1: 4u leraar AV Nederlands 1e graad ATO 01 t.e.m. 30/06/2019

RL-1: 11u godsdienstleraar Roomskatholieke godsdienst 1e graad ATO 02 met OOM 25 t.e.m. 30/06/2019

  • Bericht geldig op 08/10/2018:

RL-1: 4u leraar AV Nederlands 1e graad ATO 01 t.e.m. 30/06/2019

RL-1: 11u godsdienstleraar Roomskatholieke godsdienst 1e graad ATO 02 met OOM 25 t.e.m. 30/06/2019

RL-1: 11u godsdienstleraar Roomskatholieke godsdienst 1e graad ATO 01 met HER 06 t.e.m. 24/10/2018

RL-1: 7u godsdienstleraar Roomskatholieke godsdienst 1e graad ATO 01 t.e.m. 24/10/2018

Voorbeeld 4

Voltijds vast benoemd personeelslid heeft een aanstelling in het LPF en doet een vervangingsopdracht in de school van aanstelling LPF

Een voltijds vast benoemde leraar BGV krijgt vanaf 1 oktober 2018 een aanstelling in het lerarenplatform voor 24u. Zij neemt daarvoor 24u verlof tijdelijk andere opdracht. Vanaf 8 oktober 2018 wordt zij halftijds aangesteld in de vervanging van een personeelslid dat afwezig is wegens ziekte tot en met 24 oktober 2018.

Elektronische melding:

  • Bericht geldig op 01/09/2018:

RL-1: 24u leraar BGV ATO 04 t.e.m. 31/12/2999

  • Bericht geldig op 01/10/2018:

RL-1: 24u leraar BGV ATO 04 t.e.m. 31/12/2999 met dienstonderbreking 019 verlof TAO voor 24u t.e.m. 30/06/2019

RL-1: 24u leraar BGV ATO 02 met OOM 25 met aanduiding TAO t.e.m. 30/06/2019

  • Bericht geldig op 08/10/2018:

RL-1: 24u leraar BGV ATO 04 t.e.m. 31/12/2999 met dienstonderbreking 019 verlof TAO voor 24u t.e.m. 30/06/2019

RL-1: 24u leraar BGV ATO 02 met OOM 25 met aanduiding TAO t.e.m. 30/06/2019

RL-1: 12u leraar BGV ATO 01 met HER 06 t.e.m. 24/10/2018

Voorbeeld 5

Tijdelijk personeelslid met aanstelling in het LPF is zelf afwezig

Een tijdelijk leraar PV Mechanica A krijgt een aanstelling in het lerarenplatform voor 29/29 vanaf 1 oktober 2018 tot einde schooljaar. Vanaf 7 januari 2019 wordt hij voor 20/29 aangesteld in dezelfde school in de vervanging van een personeelslid dat afwezig is wegens ouderschapsverlof tot en met 30 juni 2019. Leraar A wordt zelf ziek van 16 januari 2019 t.e.m. 22 maart 2019.

De school kan ervoor kiezen om leraar A enkel te vervangen in de reguliere vervangingsopdracht of zowel in het LPF als in de reguliere vervangingsopdracht. Hier wordt hij gedurende die afwezigheid vervangen in het lerarenplatform én de reguliere vervanging door leraar B.

Elektronische melding leraar A :

  • Bericht geldig op 01/10/2018:

RL-1: 29u leraar PV Mechanica 3e graad ATO 02 met OOM 25 t.e.m. 30/06/2019

  • Bericht geldig op 07/01/2019:

RL-1: 29u leraar PV Mechanica 3e graad ATO 02 met OOM 25 t.e.m. 30/06/2019

RL-1: 20u leraar PV Mechanica 2e graad ATO 01 met HER 06 t.e.m. 30/06/2019

  • Bericht geldig op 16/01/2019:

RL-2: dienstonderbreking 001 (ziekteverlof) t.e.m. 22/03/2019

Elektronische melding leraar B :

  • Bericht geldig op 16/01/2019:

RL-1: 21u leraar TV Mechanica 2e graad ATO 01 met OOM 25 t.e.m. 22/03/2019 ter vervanging van leraar A (opm. De opdracht van aanstelling in het LPF hoeft immers niet noodzakelijk identiek te zijn aan die van het personeelslid dat hij vervangt)

RL-1: 20u leraar PV Mechanica 2e graad ATO 01 met HER 06 t.e.m. 22/03/2019 ter vervanging van leraar A

Voorbeeld 6

Tijdelijk personeelslid met vervangingsopdracht in de school van aanstelling LPF. De vervangingsopdracht is een aanstelling in vervangingseenheden (omzetting niet-ingevulde vervangingen).

Een tijdelijk leraar krijgt een aanstelling in het lerarenplatform voor 20/20 vanaf 1 oktober 2018 tot einde schooljaar. Vanaf 11 maart tot en met 29 maart 2019 wordt zij voltijds aangesteld in vervangingseenheden.

Elektronische melding:

  • Bericht geldig op 01/10/2018:

RL-1: 20u leraar AV Wiskunde ATO 02 met OOM 25 t.e.m. 30/06/2019

  • Bericht geldig op 11/03/2019:

RL-1: 20u leraar AV Wiskunde 3e graad ATO 02 met OOM 25 t.e.m. 30/06/2019

RL-1: 21u leraar AV Wiskunde 2e graad ATO 02 met OOM 26 en HER 06 t.e.m. 29/03/2019

11. Bijlage