Afstand van wachtgeld of van wachtgeldtoelage bij terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking - Begrip "gelijkwaardige andere betrekking" om een einde te stellen aan een reaffectatie of wedertewerkstelling

Bij besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1992, bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 1 juli 1992, werd de terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking, de reaffectatie, de wedertewerkstelling en de toekenning van een wachtgeld of wachtgeldtoelage geregeld.

1. Afstand van wachtgeld of van wachtgeldtoelage bij terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking.

Hoofdstuk III. van Titel III. van voormeld besluit handelt over de afstand van wachtgeld of van wachtgeldtoelage. Uit de samenlezing van het enige artikel (art. 31) van dit hoofdstuk en van artikel 2bis van de wet van 10 januari 1974 tot regeling van de inaanmerkingneming van bepaalde diensten en van met dienstactiviteit gelijkgestelde perioden voor het toekennen en berekenen van pensioen ten laste van de Openbare Schatkist, blijkt het volgende :

1.1. Afstand van wachtgeld

1.1.1. Personeelslid dat volledig of gedeeltelijk ter beschikking is gesteld wegens ontstentenis van betrekking.

Het personeelslid dat volledig of gedeeltelijk ter beschikking is gesteld wegens ontstentenis van betrekking kan overeenkomstig artikel 31 tijdelijk afstand doen van het (de) wachtgeld(toelage) voor een gedeelte of voor het geheel van uren van terbeschikkingstelling.

Het personeelslid dat afstand doet van wachtgeld(toelage) :

- behoudt zijn recht op terbeschikkingstelling en

- wordt voor de duur van de afstand ontslagen van elke verplichting inzake reaffectatie en wedertewerkstelling.

Het moet echter wel zijn verplichtingen inzake reaffectatie nakomen indien er in de instelling of het centrum waar het werd ter beschikking gesteld of in de instelling van overname, een definitieve vacature in hetzelfde ambt moet worden toegewezen.

1.1.2. Verklaring van afstand

De verklaring van afstand moet vóór de terbeschikkingstelling of bij het begin van het school- of dienstjaar schriftelijk worden ingediend bij de instelling of het centrum. Zij wordt door de instelling of het centrum aan het werkstation gemeld met een formulier PERS 7.

De afstand heeft betrekking op :

- het volledige school- of dienstjaar of alleszins vanaf het begin van de terbeschikkingstelling;

- een gedeelte of op de totale opdracht.

1.2. Gevolgen voor het pensioen.

1.2.1. In aanmerking komende diensten.

Artikel 2bis van de wet van 10 januari 1974 (ingevoerd bij art. 51, W. 21-5-1991) bepaalt dat de tijd gedurende welke een lid van het personeel van het onderwijs of van het technisch personeel van de PMS-centra ter beschikking werd gesteld wegens ontstentenis van betrekking zonder wachtgeld(toelage) voor maximum een periode van vijf jaar in aanmerking komt voor de toekenning en voor de berekening van het rustpensioen.

Volgende situaties kunnen zich voordoen :

a) Terbeschikkingstelling wegens volledige ontstentenis van betrekking (TBSOB) zonder wachtgeld(toelage) (K.B. nr. 68 van 20-7-1982 tot regeling van de geldelijke toestand van de personeelsleden die in het Rijksonderwijs met een bijbetrekking zijn belast) : maximum vijf jaar telt mee voor de toekenning en de berekening van het pensioen op basis van de prestaties voorafgaand aan de TBSOB.

vb. Personeelslid TBSOB zonder wachtgeld gedurende 8j. : maximum 5j. komt in aanmerking op basis van de prestaties voorafgaand aan de TBSOB; de volgende 3j. telt niet mee.

b) Terbeschikkingstelling wegens volledige ontstentenis van betrekking met wachtgeld(toelage) :

1. Afstand van het (de) volledige wachtgeld(toelage) :

maximum 5j. telt mee op basis van de prestaties voorafgaand aan de TBSOB; de overige jaren tellen niet mee.

2. Afstand van een gedeeltelijk(e) wachtgeld(toelage) : maximum 5j. telt mee op basis van de prestaties voor de TBSOB; de overige jaren tellen mee op basis van de prestaties waarvoor een wedde(toelage) of een wachtgeld(toelage) bekomen wordt.

vb. 1) Personeelslid vastbenoemd voor een volledige betrekking (20/20) is gedurende 7j. volledig TBSOB en doet afstand van wachtgeld voor 6/20ste gedurende 7j. : maximum 5j. komt in aanmerking voor een volledige betrekking; de volgende 2j. komt in aanmerking voor 14/20ste.

vb. 2) Personeelslid vastbenoemd voor 18/20ste is gedurende 8j. volledig TBSOB en doet afstand van wachtgeld voor 7/20ste : maximum 5j. komt in aanmerking voor 18/20ste; de volgende 3j. komt in aanmerking voor 11/20ste.

c) Terbeschikkingstelling wegens gedeeltelijke ontstentenis van betrekking met wachtgeld(toelage) :

1. Afstand van het (de) volledige wachtgeld(toelage) of

2. Afstand van gedeeltelijk(e) wachtgeld(toelage) : maximum 5j. telt mee op basis van de prestaties voorafgaand aan de TBSOB; de overige jaren tellen mee op basis van de prestaties waarvoor een wedde(toelage) of een wachtgeld(toelage) bekomen wordt.

vb. 1) Personeelslid vastbenoemd voor een volledige betrekking (20/20) is gedurende 6j. gedeeltelijk TBSOB voor 7/20ste en doet volledig afstand van wachtgeld; maximum 5j. komt in aanmerking voor een volledige betrekking; het volgende jaar komt in aanmerking voor 13/20ste.

vb. 2) Personeelslid vastbenoemd voor een volledige betrekking (20/20) is gedurende 7j. gedeeltelijk TBSOB voor 8/20ste en doet afstand van wachtgeld voor 5/20ste : maximum 5j. komt in aanmerking voor een volledige betrekking; de volgende 2j. komt in aanmerking voor 15/20ste.

1.2.2. Vaststelling van het gemiddelde weddecijfer waarop het pensioen berekend wordt.

De gemiddelde wedde(toelage) die als basis dient voor de berekening van het pensioen zal in geval van TBSOB met gedeeltelijke of volledige afstand van wachtgeld(toelage) steeds vastgesteld worden op basis van de wedde(toelage) omgerekend naar een volledige betrekking, die het personeelslid genoten heeft gedurende de laatste vijf jaar van de loopbaan gedurende welke het een wedde(toelage) of een wachtgeld(toelage) genoot (art. 3, K.B. nr. 206 van 29-8-1983).

vb. Personeelslid vastbenoemd voor een volledige betrekking (20/20ste) is gedurende de periode van 1-9-1985/31-8-1992 (7j.) gedeeltelijk TBSOB voor 8/20ste en doet afstand van wachtgeld voor 5/20ste; hij wordt gepensioneerd op 1-9-1992 .

Het gemiddeld weddecijfer gedurende de laatste 5j. (1-9-1987/31-8-1992) wordt berekend op de werkelijk gedurende deze periode toegekende jaarwedde (weddeschalen van toepassing op 1-11-1991), maar dan omgezet naar een volledige betrekking.

N.B. 1) Valt een volledige TBSOB in de periode van 5j. vóór de oppensioenstelling, dan wordt de toegekende laatste activiteitswedde(toelage) gedurende de periode waarin de rechten op bevordering tot een hogere wedde behouden blijven, omgezet in de gemiddelde wedde(toelage) die het personeelslid zou genoten hebben indien het in dienstactiviteit was gebleven.

2) Alhoewel het gemiddelde weddecijfer op basis waarop het pensioen moet worden berekend steeds omgezet wordt naar volledige prestaties, hebben onvolledige diensten wel degelijk hun effect (duur der diensten telt slechts mee pro rata van de werkelijke prestaties) bij de vaststelling van het bedrag van het effectieve pensioen.

2. Begrip "gelijkwaardige andere betrekking" om een einde te stellen aan een reaffectatie of wedertewerkstelling.

Hoofdstuk VI. van Titel IV. van voormeld besluit handelt over de bestendigheid van reaffectatie en wedertewerkstelling. Het enige artikel van dit hoofdstuk, nl. artikel 41, bepaalt in § 2, 4de gedachtenstreep, het volgende :

"Art. 41, § 1. .....

§ 2. Aan een reaffectatie of wedertewerkstelling wordt slechts een einde gesteld :

- ......

- doordat het betrokken personeelslid zelf een gelijkwaardige andere betrekking opneemt of niet meer voor subsidiëring of voor bezoldiging in aanmerking komt;

- ......".

Voor de toepassing van het begrip "gelijkwaardige betrekking" in voormeld artikel 41, § 2, 4de gedachtenstreep, en enkel voor de toepassing van dit begrip in deze reglementaire bepaling, geldt het hierna vermelde overzicht.

Dit overzicht omvat 13 mogelijkheden waarbij rekening werd gehouden met de drie volgende criteria :

- reaffectatie (R) en wedertewerkstelling (WTW) gelijkwaardig of niet ?

- vacante (V) en niet-vacante (NV) betrekkingen gelijkwaardig of niet ?

- bezoldiging, d.i. de fictieve bezoldiging.

Toepassing art. 41, § 2, 4de gedachtenstreep, van het besluit van 29 april 1992 - TBSOB.

Wat moet worden verstaan onder "gelijkwaardige betrekking" ?

Kolom C bevat het antwoord op de vraag in elk van de aangehaalde gevallen.

A 

B 

C 

1. Zelfde ambt (R) 

Ander ambt (WTW) 

Neen 

2. Zelfde ambt (R) 

- vacante betrekking 

Zelfde ambt (R) 

- vacante betrekking 

Ja (*) 

3. Zelfde ambt (R) 

- vacante betrekking 

Zelfde ambt (R) 

- niet vacante betr. 

Neen 

4. Zelfde ambt (R) 

- niet vacante betr. 

Zelfde ambt (R) 

- niet vacante betr. 

Ja (*) 

(**) 

5. Zelfde ambt (R) 

- niet vacante betr. 

Zelfde ambt (R) 

- vacante betrekking 

Ja (*) 

6. Ander ambt (WTW) 

- vacante betrekking 

Zelfde ambt (R) 

- vacante betrekking 

Ja (*) 

7. Ander ambt (WTW) 

- niet vacante betr. 

Zelfde ambt (R) 

- vacante betrekking 

Ja (*) 

8. Ander ambt (WTW) 

- vacante betrekking 

Zelfde ambt (R) 

- niet vacante betr. 

Neen 

9. Ander ambt (WTW) 

- niet vacante betr. 

Zelfde ambt (R) 

- niet vacante betr. 

Ja (*) 

(**) 

10. Ander ambt (WTW) 

- vacante betrekking 

Ander ambt (WTW) 

- vacante betrekking 

Ja (*) 

11. Ander ambt (WTW) 

- vacante betrekking 

Ander ambt (WTW) 

- niet vacante betr. 

Neen 

12. Ander ambt (WTW) 

- niet vacante betr. 

Ander ambt (WTW) 

- vacante betrekking 

Ja (*) 

13. Ander ambt (WTW) 

- niet vacante betr. 

Ander ambt (WTW) 

- niet vacante betr. 

Ja (*) 

(**) 

Verklaringen :

A = betrekking waarin het personeelslid gereaffecteerd of wedertewerkgesteld werd.

B = andere betrekking die het personeelslid zelf wenst op te nemen.

C = B gelijkwaardig aan A.

(*) onder voorwaarde dat de bezoldiging op maandbasis in B minstens gelijk is aan de bezoldiging die in A genoten werd.

(**) onder voorwaarde dat de tijdsduur van B minstens gelijk is aan deze van A.

Deze omzendbrief dient ter visering voorgelegd te worden aan alle personeelsleden op wie hij van toepassing is. Een afschrift ervan dient te worden overhandigd aan de personeelsleden die ter beschikking gesteld worden en afstand wensen te doen van wachtgeld of van wachtgeldtoelage.