Gesubsidieerde personeelsleden van de inrichtingen gesubsidieerd door de Staat overeenkomstig de wet van 29 mei 1959 tot wijziging van sommige bepalingen van de onderwijswetgeving. Afwezigheden van lange duur gewettigd door familiale redenen. Wet van 4 augustus 1978 tot economische heroriëntering. Gelijke behandeling van mannen en vrouwen ten aanzien van de arbeidsvoorwaarden

  • referentie
    NO/205/CR/SH/AS/MPV
  • publicatiedatum
    09/02/1982
  • datum laatste wijziging
    06/10/2000
  • wettelijke basis
  • opheffing
    omzendbrief 2-5-1979

Ingevolge het KB van 12-7-1983 (wijziging aan KB 14-4-1977) wordt de duur waarvoor de afwezigheid kan worden bekomen en de leeftijd van het kind waarop de afwezigheid alleszins een einde neemt, verhoogd met twee jaar.

Tevens kan op verzoek van het personeelslid en met inachtneming van een opzeggingstermijn van drie en een halve maand, voor het verstrijken ervan met het akkoord van de inrichtende macht een einde worden gemaakt aan een aan de gang zijnde periode van afwezigheid.
Deze termijn dient verlengd te worden met de duur van de jaarlijkse vakantie die in de opzeggingsperiode valt.
(zie omzendbrief van 17-10-1983, kenmerk NO/201/CR/SH/AS/ID)

Bij koninklijk besluit van 14 april 1977 (B.S. 29-4-1977), zoals het aangevuld werd bij het koninklijk besluit van 31 januari 1979 (B.S. 16-3-1979), werden de afwezigheden van lange duur gewettigd door familiale redenen gereglementeerd voor de gesubsidieerde vrouwelijke personeelsleden van de inrichtingen gesubsidieerd door de Staat overeenkomstig de wet van 29 mei 1959 tot wijziging van sommige bepalingen van de onderwijswetgeving.

...

Ingevolge de bepalingen van titel V (Gelijke behandeling van mannen en vrouwen ten aanzien van de arbeidsvoorwaarden, de toegang tot het arbeidsproces, de beroepsopleiding en de promotiekansen en ten aanzien van de toegang tot een zelfstandig beroep) van de wet van 4 augustus 1978 tot economische heroriëntering, werden voormelde artikelen door volgende teksten vervangen (K.B. 23-6-1981 - B.S. 30-7-1981 - Uitwerking 1-8-1981) : ... zie Codificatie Wetgeving, deel PERS/gesub.ond.

Op grond van deze laatste teksten kan voortaan zowel aan de vrouwelijke als aan de mannelijke personeelsleden de machtiging verleend worden afwezig te zijn om zich aan hun eigen kinderen te wijden of aan een kind dat zij hebben opgenomen na een adoptieakte of een overeenkomst van pleegvoogdij te hebben ondertekend.

...

In verband met de hier bedoelde afwezigheden vestig ik nog de aandacht op het volgende :

1. Voor zover de inrichtende macht de vereiste toelating verleent, kan een personeelslid de toepassing van het koninklijk besluit van 14 april 1977, zoals het gewijzigd werd, bekomen voor het verzorgen van de opvoeding van ieder van de erin bedoelde kinderen.

Het zou inderdaad onbillijk zijn indien deze sociale maatregel slechts voor één kind zou worden toegekend.

Hij werd immers getroffen ten voordele van het kind zodat het met de ratio legis van het koninklijk besluit overeenstemt dat een personeelslid tijdens zijn loopbaan meermaals van de geboden mogelijkheid kan gebruik maken.

2. De afwezigheid van lange duur gewettigd door familiale redenen kan slechts worden toegestaan aan het personeelslid dat in dienstactiviteit is.

Een personeelslid dat ter beschikking gesteld is zal op deze mogelijkheid geen beroep kunnen doen, zolang het niet werd opgeroepen voor het vervullen van een ambt.

3. Voor hetzelfde kind moet de afwezigheid een doorlopende periode omvatten, d.i. zonder tussenliggende perioden van diensthernemingen.

4. De machtiging om afwezig te zijn kan worden verleend zodra een kind werd opgenomen ingevolge de ondertekening van een adoptieakte of een overeenkomst van pleegvoogdij, het is niet nodig dat de procedure die leidt tot de adoptie of de pleegvoogdij daadwerkelijk voltooid is.

De huidige omzendbrief vervangt de omzendbrief van 2 mei 1979, kenmerk NO/205/CR/SH/AS, betreffende hetzelfde onderwerp. Ik zou U dankbaar zijn hem ter visering voor te leggen aan alle personeelsleden op wie hij van toepassing is (personeelsleden thans verbonden aan de inrichting en die er later in dienst zullen treden).