Besluit van de Vlaamse regering over de wijze van verdeling
en de aanvraagprocedure om personeelsleden te krijgen die ten behoeve van het
basisonderwijs met verlof zijn voor de ondersteuning van de lokale
comités.
goedkeuringsdatum
17 JUNI 1997
publicatiedatum
B.S.12/07/1997
datum laatste wijziging
10/10/2000
De Vlaamse
regering,
Gelet op
het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997, inzonderheid op artikel 167;
Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister,
bevoegd voor de begroting, gegeven op 25 april 1997;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid, gemotiveerd door de
omstandigheid dat het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997 in werking
treedt op 1 september 1997.
Hetzelfde geldt voor
de eerste reeks uitvoeringsbesluiten.
Het is voor
de organisatie van het schooljaar 1997-1998 en voor de rechtszekerheid van
schoolbesturen, directies en personeelsleden essentieel dat zij zo snel
mogelijk uitsluitsel krijgen over de nieuw toe te passen regelgeving;
Gelet op het advies van de Raad van State gegeven
op 6 juni 1997 met toepassing van artikel 84, eerste lid, 2° van de
gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Gelet op het protocol van 27 mei 1997 houdende de conclusies van
de onderhandelingen gevoerd in de gemeenschappelijke vergadering van
Sectorcomité X en de onderafdeling "Vlaamse Gemeenschap" van afdeling 2
van het comité voor de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten;
Gelet op het protocol van 27 mei 1997 houdende de
conclusies van de onderhandelingen, gevoerd in het overkoepelend
onderhandelingscomité gesubsidieerd onderwijs;
Op voorstel van de Vlaamse minister van Onderwijs en
Ambtenarenzaken;
Na beraadslaging,
Besluit:
Artikel 1.
§ 1. Elke vakorganisatie,
aangesloten bij een in de Sociaal-Economische-Raad van Vlaanderen
vertegenwoordigde vakorganisatie, kan beschikken over personeelsleden uit het
onderwijs met verlof wegens opdracht, om de lokale comités van het
basisonderwijs te ondersteunen. De 15 hiertoe toegekende personeelsleden worden
verdeeld in verhouding tot het aantal leden van het bestuurs- en onderwijzend
personeel en het paramedisch personeel van het kleuter-, lager en
basisonderwijs van elke vakorganisatie die voor het jaar 1996 een
vakbondspremie genoten, tot het totaal aantal leden van deze
personeelscategorieën van alle vakorganisaties die deze vakbondspremie
genoten en die de gemeenschappelijke aanvraag, bedoeld in artikel 3,
ondertekenden.
§ 2. Als ten gevolge van de
berekening overeenkomstig § 1, de 15 personeelsleden niet verdeeld zijn,
worden de resterende eenheden verdeeld in volgorde van het grootste naar het
laagste cijfer na de komma verkregen bij de berekening overeenkomstig
1.
Art. 2.
§ 1. De vakorganisaties die
bij de verdeling overeenkomstig de berekening bedoeld in artikel 1 over geen
personeelslid kunnen beschikken, krijgen wel een personeelslid van de 15
toegekend.
§ 2. De resterende toe te
kennen personeelsleden worden verdeeld volgens de in artikel 1 bedoelde
verhouding onder de overblijvende vakverenigingen, met dien verstande dat de
leden van de vakverenigingen die reeds een personeelslid toegekend kregen
overeenkomstig § 1, niet meer meetellen voor het bepalen van de
verhouding.
Art. 3.
De in artikel 1 bedoelde
vakorganisaties die wensen te beschikken over personeelsleden uit het onderwijs
met verlof wegens opdracht om de lokale comités van het basisonderwijs
te ondersteunen, dienen een gemeenschappelijke aanvraag in bij de minister van
Onderwijs, binnen 30 kalenderdagen na de publicatie van dit besluit in het
Belgisch Staatsblad.
Deze brief bevat het
voorstel tot verdeling van de hiervoorbedoelde personeelsleden en de
ledenaantallen waarop het voorstel is gebaseerd.
Art. 4.
De controle van de door de
vakorganisaties verstrekte gegevens betreffende het aantal leden kan worden
geverifieerd bij de commissie voor de vakbondspremies. Om het de commissie en
de vakorganisaties mogelijk te maken het aantal leden te tellen die een
vakbondspremie genieten, wordt voor het jaar 1996 op de aanvraag van de
vakbondspremie voor de in artikel een bedoelde personeelsleden, de vermelding
"Basisonderwijs" aangebracht.
Art. 5.
De minister van Onderwijs, of
zijn hiertoe gedelegeerde, deelt binnen dertig werkdagen na ontvangst van de in
artikel 3 bedoelde brief, de verdeling mee van het aantal personeelsleden aan
de vakorganisaties die de aanvraag ondertekenden
Art. 6.
Dit besluit treedt in werking op
1 september 1997.
Art. 7.
De Vlaamse minister, bevoegd voor
het onderwijs, is belast met de uitvoering van dit besluit.