OPGEHEVEN : Besluit van de Vlaamse regering betreffende de toekenning
van extra lestijden voor scholen van het basisonderwijs in de rand- en
taalgrensgemeenten.
goedkeuringsdatum
19 JANUARI 1999
publicatiedatum
B.S.20/02/1999
datum laatste wijziging
19/02/2013
COORDINATIE
B.Vl.R. 4-5-2001 -
B.S. 16-6-2001
opgeheven door Decr. 21-12-2012 - B.S. 19-2-2013
De Vlaamse regering,
Gelet op het decreet
basisonderwijs van 25 februari 1997, inzonderheid op artikel 169 tot en met 171
en 180;
Gelet op het advies van de
onderwijsinspectie zoals bepaald in artikel 171, § 1 van het decreet
basisonderwijs;
Gelet op het akkoord van de
Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 22 juni 1998;
Gelet op het protocol nr. 304 van 7 juli 1998
houdende de conclusies van de onderhandelingen die gevoerd werden in de
gemeenschappelijke vergadering van het sectorcomité X en van
onderafdeling "Vlaamse Gemeenschap" van afdeling 2 van het comité voor
de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten;
Gelet op het protocol nr. 82 van 7 juli 1998 houdende de
conclusies van de onderhandelingen die gevoerd werden in het overkoepelend
onderhandelingscomité;
Gelet op de
beraadslaging van de Vlaamse regering, gegeven op 23 juli 1998, betreffende de
aanvraag om advies bij de Raad van State binnen een maand;
Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 1 december
1998 met toepassing van artikel 84, eerste lid, 1° van de
gecoördineerde wetten van de Raad van State;
Op voorstel van de Vlaamse minister van Onderwijs en
Ambtenarenzaken;
Na beraadslaging,
Besluit :
HOOFDSTUK I. - Algemeen
Artikel 1.
Dit besluit is van toepassing
op de door de Vlaamse Gemeenschap gefinancierde en gesubsidieerde
Nederlandstalige scholen van het basisonderwijs, die liggen in de gemeenten van
het Vlaams Gewest, genoemd in artikel 3, 1°, van de wet van 30 juli 1963
houdende taalregeling in het onderwijs en op de door de Vlaamse Gemeenschap
gefinancierde en gesubsidieerde Nederlandstalige scholen van het
basisonderwijs, die liggen in de gemeenten van het Vlaams Gewest, genoemd in
artikel 7 van de wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken,
gecoördineerd op 18 juli 1966.
Art. 2.
Dit tijdelijk project en de
extra lestijden hebben tot doel de integratie van het groot aantal anderstalige
leerlingen te bevorderen.
Art. 3.
Voor de toepassing van dit
besluit wordt verstaan onder :
1°
aanwendingsplan: plan waarin wordt beschreven op welke wijze de extra lestijden
worden aangewend;
2° decreet: het
decreet basisonderwijs van 25
februari 1997;
3° teldag: eerste
schooldag van februari;
4°
taalvaardigheidsonderwijs : onderwijs dat als doel heeft bij alle leerlingen de
vaardigheid te bevorderen om mondelinge en schriftelijke boodschappen te
begrijpen en te produceren, zodanig dat zij in voor hen relevante contexten
succesvol kunnen functioneren;
5°
intercultureel onderwijs : het geheel van globale maatregelen en specifieke
acties die een school onderneemt om al haar leerlingen vaardigheden en
kennisinhouden bij te brengen die nodig zijn om op een adequate en flexibele
wijze om te gaan met sociale en culturele diversiteit.
HOOFDSTUK II. - Toekenning van extra
lestijden
Art. 4.
Overeenkomstig
artikel 169 van het
decreet en binnen de vastgestelde begrotingskredieten kunnen extra lestijden
worden toegekend aan scholen, zoals bedoeld in artikel 1, die gelijktijdig aan
volgende voorwaarden voldoen :
[het schoolbestuur
dient vóór 20 augustus 2000 een aanvraag met aanwendingsplan
in;]
2° de onderwijsinspectie heeft geen negatief oordeel
uitgebracht over de aanwending van de met toepassing van dit besluit toegekende
extra lestijden in het voorafgaande schooljaar.
B.Vl.R.
van 4-5-2001
Art. 5.
In het aanwendingsplan moet
het schoolbestuur :
1° de behoefte aan extra
lestijden motiveren door een beschrijving te geven van de schoolpopulatie;
2° beschrijven op welke manier gewerkt wordt
op volgende actieterreinen :
taalvaardigheidsonderwijs Nederlands;
intercultureel onderwijs;
de betrokkenheid van de ouders.
3° voor elk van de drie
actieterreinen beschrijven :
hoe de extra lestijden worden ingezet om resultaten te
bereiken;
hoe het geheel van het lestijdenpakket in de school wordt
aangewend om resultaten te bereiken;
hoe het overleg binnen het schoolteam georganiseerd is en hoe
samengewerkt wordt met externe instanties;
hoe de school de werking en de resultaten
evalueert;
4° de verbintenis aangaan de
school te laten begeleiden door de pedagogische begeleiding, samen te werken
met het PMS-centrum en de leerkrachten te laten deelnemen aan nascholing
gericht op de actieterreinen.
Art. 6.
§ 1. Het departement
Onderwijs controleert de gegevens over de leerlingenaantallen en de vormelijke
vereisten voor de aanvraag en het aanwendingsplan.
§ 2. De inhoud van het
aanwendingsplan wordt beoordeeld door een beoordelingscommissie, samengesteld
uit leden van de onderwijsinspectie, leden van het departement en externe
deskundigen. Wil een school in aanmerking komen voor extra lestijden dan moet
het aanwendingsplan op grond van het vervullen van de voorwaarden, bedoeld in
artikel 5, gunstig beoordeeld worden.
Art. 7.
Als de kredieten die op de
begroting zijn uitgetrokken onvoldoende zijn om alle verantwoorde aanvragen te
honoreren, kent de beoordelingscommissie ze toe aan de scholen waarvan het
aanwendingsplan de beste beoordeling krijgt. De beoordelingscommissie motiveert
haar keuze.
Art. 8.
[§ 1. Onverminderd de
toepassing van artikel 4 worden de extra lestijden aan een school toegekend tot
30 juni 2002. Per schooljaar worden de extra lestijden toegekend op grond van
de leerlingencijfers berekend op de teldag van het betreffende
schooljaar.
§ 2. Als er in het tweede
jaar kredieten beschikbaar komen krachtens § 1 van dit artikel en van
artikel 9 kunnen aan de scholen, die krachtens artikel 7 geen extra lestijden
hebben gekregen, toch voor één schooljaar extra lestijden
toegekend worden. Dit gebeurt volgens de criteria van artikel
7.]
B.Vl.R.
van
4-5-2001
Art. 9.
De onderwijsinspectie
beoordeelt jaarlijks het gebruik van de met toepassing van dit besluit
toegekende extra-lestijden. Die beoordeling kan aanleiding geven tot de
maatregelen, bedoeld in artikel 11 tot en met 13.
Art. 10.
§ 1. Het aantal extra
lestijden per week wordt per school berekend op grond van het totaal aantal op
de teldag ingeschreven regelmatige leerlingen volgens onderstaande tabel :
aantal leerlingen | aantal extra lestijden |
35-89 | 6 |
90-149 | 12 |
150
en meer | 18 |
§ 2. De krachtens § 1
verkregen extra lestijden mogen vrij verdeeld worden over alle
leerlingengroepen van de school.
§ 3. De extra lestijden
mogen niet worden aangewend om klassen te
splitsen.
HOOFDSTUK III. - Stopzetting van de toekenning van de
extra lestijden en sancties
Art. 11.
Onverminderd de toepassing
van artikel 174 van het
decreet zal in de hierna vermelde gevallen de financiering of subsidiëring
onmiddellijk stop gezet worden :
1° als
blijkt dat het aanwendingsplan onjuiste gegevens bevat;
2° als vastgesteld wordt dat het aanwendingsplan niet
nageleefd wordt.
Art. 12.
§ 1. Onverminderd de
toepassing van artikel 11 zullen de overtredingen inzake de berekening en de
aanwending van de extra lestijden, vastgesteld door het departement Onderwijs,
bij aangetekend schrijven worden meegedeeld aan het schoolbestuur in kwestie.
De mededeling bevat tevens een verwijzing naar de mogelijke sancties.
§ 2. Binnen een termijn van
30 kalenderdagen na de betekening van het aangetekend schrijven kan het
schoolbestuur bij het departement een verweerschrift indienen.
Als betekeningsdatum geldt de derde werkdag na de dag waarop het
aangetekend schrijven ter post is afgegeven. De herfstvakantie, kerstvakantie,
krokusvakantie, paasvakantie en zomervakantie schorten de termijn van 30
kalenderdagen op.
Art. 13.
§ 1. Na ontvangst van het
verweerschrift en uiterlijk 60 kalenderdagen na de betekening van het
aangetekend schrijven legt het departement Onderwijs een dossier met een
voorstel tot sanctie voor aan de Vlaamse minister, bevoegd voor het onderwijs.
§ 2. De Vlaamse minister,
bevoegd voor het onderwijs, neemt vervolgens, krachtens
artikel 177, § 1,
11° van het decreet, een beslissing over een sanctie. Na een
termijn van drie maanden na de ontvangst van het verweerschrift kan geen
sanctie meer worden genomen.
§ 3. De beslissing wordt
bij aangetekend schrijven meegedeeld aan het schoolbestuur in
kwestie.
HOOFDSTUK IV. - Slotbepalingen
Art. 14.
Dit besluit treedt in werking
op 1 september 1998 met uitzondering van de artikelen 11 tot en met 13 die in
werking treden 10 dagen na bekendmaking in het Belgisch Staatsblad.
Art. 15.
De Vlaamse minister, bevoegd
voor het onderwijs, is belast met de uitvoering van dit besluit.