Koninklijk besluit tot vaststelling van de sancties bedoeld
in artikel 9 van de wet van 15 juli 1983 houdende oprichting van de Nationale
Dienst voor Leerlingenvervoer.
goedkeuringsdatum
16 APRIL 1985
publicatiedatum
B.S.25/04/1985
datum laatste wijziging
01/01/2017
COORDINATIE
(1)
B.Vl.R. van 14/12/2001 (B.S. 09/04/2002)
detail
Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van sommige bepalingen inzake onderwijs, wat de invoering van de euro betreft ;
(2)
B.Vl.R. van 28/10/2016 (B.S. 29/12/2016)
detail
Gecodificeerde decreten sommige bepalingen voor het onderwijs ;
BOUDEWIJN,
Koning der Belgen,
Aan allen die nu zijn en
hierna wezen zullen, Onze Groet,
Gelet op de wet
van 15 juli 1983 houdende oprichting van de Nationale Dienst voor
Leerlingenvervoer, inzonderheid op artikel 9;
Gelet op het akkoord van Onze Minister van Begroting, gegeven op
20 maart 1985,
Gelet op het advies van de Raad
van State;
Op de voordracht van Onze Ministers
van Onderwijs,
Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
HOOFDSTUK I. - Definities
Artikel 1.
Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :
1. de wet : de wet van
15 juli 1983
houdende oprichting van de Nationale Dienst voor Leerlingenvervoer;
2. het leerlingenvervoer : alle vervoer in de zin
van artikel 2 van de
wet;
3. de inbreuk : de organisatie van ander
leerlingenvervoer dan door de Nationale Dienst, zodra deze in zodanig vervoer
voorziet;
4. de Minister : de bevoegde Minister
van Onderwijs;
5. de inrichtende macht : de
inrichtende macht van de school waar de vervoerde leerlingen zijn ingeschreven.
HOOFDSTUK II. - Strafrechtelijke
sancties
Art. 2.
Dit hoofdstuk is van toepassing op elke persoon die leerlingenvervoer
organiseert in een overeenkomstig artikel 13 van de wet bij ministerieel besluit
omschreven zone.
Art. 3.
De inbreuk wordt beteugeld met een geldboete van minimum
[500
euro]
en maximaal
[1.000
euro]
.
HOOFDSTUK III. - Administratieve
sancties
Art. 4.
Dit hoofdstuk is van toepassing op de door de Staat
[...]
gesubsidieerde
onderwijsinrichtingen ten voordele waarvan leerlingenvervoer wordt
georganiseerd in een overeenkomstig artikel 13 van de wet bij ministerieel besluit
omschreven zone.
Art. 5.
Voor de toepassing van de administratieve sancties moet de
inbreuk, ter plaatse vastgesteld worden door twee ambtenaren, aangeduid door de
Minister of de persoon die hij afvaardigt.
Art. 6.
§ 1. Binnen de tien werkdagen wordt door de in artikel 5 van
dit besluit bedoelde ambtenaren een proces-verbaal van de vastgestelde inbreuk
opgesteld en aan de Minister overgezonden.
§ 2. Een afschrift van het proces-verbaal wordt bij
aangetekend schrijven aan de inrichtende macht met ontvangstmelding betekend
ten laatste de dertigste dag die volgt op de datum van het
proces-verbaal.
Art. 7.
§ 1. De betekening wordt vergezeld door de vordering van een
boete waarvan het bedrag niet minder dan
[500
euro]
mag zijn zonder de
[1000
euro]
te overschrijden. De Minister bepaalt het bedrag van de
boete. De inrichtende macht heeft de mogelijkheid om binnen de tien werkdagen
protest aan te tekenen tegen het proces-verbaal.
§ 2. Ingeval de inbreuk zich herhaalt wordt de opgelegde
boete verdubbeld en worden de werkingstoelagen met betrekking tot het lopend
schooljaar waarin de inbreuk werd vastgesteld, afgeschaft.
§ 3. De boete dient binnen de zestig kalenderdagen te rekenen
vanaf de vordering, betaald te worden.
§ 4. De inning van de boeten en de reeds uitbetaalde
werkingstoelagen kan aangerekend worden op het bedrag van de werkingstoelagen
van het volgend schooljaar en indien het bedrag onvoldoende is op de
werkingstoelagen van het latere
schooljaar.
HOOFDSTUK IV. - Slotbepalingen.
Art. 8.
Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad
wordt bekendgemaakt.
Art. 9.
Onze Ministers van Onderwijs zijn ieder wat hem betreft, belast
met de uitvoering van dit besluit.