OPGEHEVEN : Koninklijk besluit nr. 76 betreffende de
terbeschikkingstelling wegens persoonlijke aangelegenheden voor de
personeelsleden van het Gesubsidieerd onderwijs.
goedkeuringsdatum
20 JULI 1982
publicatiedatum
B.S.29/07/1982
datum laatste wijziging
25/11/2009
COORDINATIE
B.Vl.R.
31-3-2006 - B.S. 19-4-2006
opgeheven door B.Vl.R. 16-10-2009 -
B.S. 25-11-2009
BOUDEWIJN, Koning der Belgen,
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 2 februari 1982 tot
toekenning van bepaalde bijzondere machten aan de Koning, inzonderheid op
artikel 1, 5° en 7° , en 3, §§ 1 en 2;
Gelet
op de dringende noodzakelijkheid;
Gelet op het
advies van de Raad van State;
Op de voordracht
van Onze Ministers van Onderwijs en op het advies van Onze in Raad vergaderde
Ministers,
Hebben Wij besloten en besluiten Wij
:
Artikel 1.
De bepalingen van dit besluit
zijn toepasselijk op de gesubsidieerde personeelsleden van de overeenkomstig de
wet van 29 mei 1959 tot wijziging van sommige bepalingen van de
onderwijswetgeving, door de Staat gesubsidieerde inrichtingen, indien ze :
- hetzij gelijkgesteld zijn met de definitief
erkende personeelsleden;
- hetzij vastbenoemd zijn
en hun benoeming erkend is, waar deze erkenning bestaat.
Art. 2.
De in artikel 1 bedoelde
personeelsleden kunnen, op hun verzoek en met toestemming van de inrichtende
overheid waaronder ze ressorteren, een terbeschikingstelling wegens
persoonlijke aangelegenheden bekomen. Deze terbeschikkingstelling wordt hun
verleend volgens de regels die ter zake van toepassing zijn op het personeel
van het Rijksonderwijs.
Art. 3.
Het personeelslid dat voormelde
terbeschikkingstelling bekomt, behoudt, zonder dat daartoe nieuwe
administratieve handelingen noodzakelijk zijn, wanneer het zijn functie weer
opneemt, de voordelen die het vanwege de Staat kan genieten op grond van de
gelijkstelling met de definitief erkende personeelsleden, van de vaste
benoeming of van de erkenning van de vaste benoeming die het genoot
vóór de terbeschikkingstelling.
Art. 4.
Dit besluit treedt in werking op
1 september 1982.
Art. 5.
Onze Ministers van Onderwijs
zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
- (1):
Opgeheven, voor zover het betrekking
heeft op de in artikel 1, van het B.Vl.R. 31-3-2006, vermelde personeelsleden
van de hogescholen (B.Vl.R. 31-3-2006; Art. 23)