OPGEHEVEN : Decreet houdende organisatie van de Vlaamse
interuniversitaire samenwerking.
goedkeuringsdatum
21 DECEMBER 1976
publicatiedatum
B.S.16/03/1977
datum laatste wijziging
27/02/2014
COORDINATIE
Decr. 9-4-1992 - B.S. 16-5-1992
Decr. 22-12-1995 - B.S. 1-2-1996
Decr. 14-7-1998 - B.S. 29-8-1998
Decr. 19-3-2004 -
B.S. 10-6-2004
Decr. 23-6-2006 - B.S.
20-11-2006
Decr. 29-6-2007 - B.S.
20-7-2007
opgeheven door Decr. 20-12-2013 - B.S. 27-2-2014
BOUDEWIJN, Koning der Belgen,
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
De cultuurraad voor de Nederlandse
Cultuurgemeenschap heeft aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt :
Artikel 1.
Door de instellingen, aangeduid
in artikel 2, wordt onder de benaming Vlaamse Interuniversitaire Raad een
instelling van openbaar nut opgericht waarvan de statuten moeten voldoen aan de
voorwaarden bepaald in dit decreet.
Binnen de
perken gesteld door artikel 59bis, § 2 van de Grondwet, verstrekt deze
instelling adviezen en doet zij voorstellen aan de Minister tot wiens
bevoegdheid het universitair onderwijs of het wetenschapsbeleid behoort.
Daarenboven kan zij overleg onder de universitaire instellingen organiseren.
Het overleg, de adviezen en voorstellen betreffen
alle aangelegenheden die de samenwerking onder de Vlaamse universitaire
instellingen aanbelangen.
De bevoegde Minister
brengt [het Vlaams Parlement] op de hoogte van de ontvangst van alle adviezen
en voorstellen.
Decr.
van 23-6-2006
Art. 2.
De Vlaamse Interuniversitaire
Raad bestaat uit [de volgende]² leden die de universiteiten en
universitaire instellingen vertegenwoordigen :
a)
de Rijksuniversiteit te Gent;
de Katholieke
Universiteit te Leuven,
de Vrije Universiteit
Brussel,
[en de Universiteit Antwerpen,]¹
worden ieder vertegenwoordigd door twee leden :
de rector en een ander lid, dat door de raad van beheer [of de Raad]¹ van
de universiteit wordt afgevaardigd;
[b) het
Universitair Centrum Limburg,
en de Katholieke
Universiteit Brussel te Brussel, worden ieder vertegenwoordigd door
één lid : de rector.]¹
De
leden niet-rectoren worden aangesteld voor een periode van vier jaar. Zij zijn
herbenoembaar. Hun mandaat eindigt door de herroeping van hun voordracht door
de instelling die zij vertegenwoordigen.
[ ]¹ Decr. 22-12-1995; [
]² Decr.
van 14-7-1998
Art. 3.
In de schoot van de Vlaamse
Interuniversitaire Raad kiezen de leden, voor de duur van twee jaar, een
voorzitter, [drie] ondervoorzitters en een secretaris. Zij zijn herkiesbaar.
[Vier van deze personen moeten respectievelijk de
in artikel 2, a) genoemde instellingen vertegenwoordigen. De vijfde persoon
vertegenwoordigt één van de in artikel 2, b) genoemde
instellingen.]
Decr.
van 22-12-1995
Art. 4.
De Raad kan slechts beraadslagen,
indien ten minste vijf van de acht in artikel 2 genoemde instellingen
vertegenwoordigd en ten minste zes leden van de Raad aanwezig zijn.
Beslissingen worden genomen met een meerderheid
gevormd door twee derde van het aantal stemmen van de aanwezige leden.
Aan voorstellen of adviezen van de Raad kunnen
minderheidsnota's worden toegevoegd.
Art. 5.
Een afgevaardigde van de
ministers tot wier bevoegdheid het universitair onderwijs of het
wetenschapsbeleid behoort, kan de vergaderingen van de Raad bijwonen.
Art. 6.
De Vlaamse Interuniversitaire
Raad bepaalt zijn reglement van orde en zijn vestigingsplaats.
De Koning keurt ze goed.
Art. 7.
[§ 1.] Onder alle in dit
decreet vernoemde universiteiten en universitaire instellingen dient een
overeenkomst gesloten, waarbij bepaald wordt dat de werking van de Vlaamse
Interuniversitaire Raad zal mogelijk gemaakt worden door jaarlijkse eigen
bedragen waarvan de bedragen proportioneel zullen zijn met de door de Staat
verleende werkingstoelagen.
De overeenkomst dient
gesloten voor een periode van negen jaar. Zij wordt na deze periode telkens met
drie jaar verlengd. Ter gelegenheid van de verlenging is zij voor wijzigingen
vatbaar.
De overeenkomst, alsook alle wijzigingen
ervan, worden goedgekeurd door de ministers die het universitair onderwijs en
het wetenschapsbeleid onder hun bevoegdheid hebben.
[§ 2.
[[...]].]
[§ 3.] De werkingsmiddelen van
de Vlaamse Interuniversitaire Raad kunnen verhoogd worden door toelagen vanwege
de overheid, door schenkingen en giften en door welkdanige inkomsten
voortkomend uit zijn werking of zijn patrimonium.
Decr. 19-3-2004; [[ ]] Decr.
van 29-6-2007
Art. 8.
Elk jaar brengt de Raad uiterlijk
op 1 maart bij [het Vlaams Parlement] verslag uit over de werkzaamheden van de
instelling.
Decr.
van 23-6-2006