OPGEHEVEN : Koninklijk besluit nr. 66 tot vaststelling van de wijze waarop de ambten van het administratief personeel en het opvoedend hulppersoneel worden bepaald in de inrichtingen voor buitengewoon onderwijs met uitzondering van de internaten of semi-internaten.

  • goedkeuringsdatum
    20 JULI 1982
  • publicatiedatum
    B.S.29/07/1982
  • datum laatste wijziging
    01/09/2009

COORDINATIE

K.B. nr. 463, 25-9-1986 - B.S. 18-10-1986

Wet 1-8-1988 - B.S. 2-9-1988

B.Vl.R. 24-5-1989 - B.S. 5-9-1989

Decr. 5-7-1989 - B.S. 25-8-1989

Decr. 31-7-1990 - B.S. 18-8-1990

Decr. 28-4-1993 - B.S. 28-5-1993

B.Vl.R. 7-12-1994 - B.S. 9-3-1995

Decr. 25-2-1997 - B.S. 17-4-1997

Decr. 14-7-1998 - B.S. 29-8-1998

B.Vl.R. 14-6-2002 - B.S. 14-11-2002

Decr. 7-7-2006 - B.S. 31-8-2006

B.Vl.R. 13-7-2007 - B.S. 27-8-2007

opgeheven door Decr. 8-5-2009 - B.S. 28-8-2009

BOUDEWIJN, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 2 februari 1982 tot toekenning van bepaalde bijzondere machten aan de Koning, inzonderheid de artikelen 1, 5°, en 3, § 2;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Gelet op het advies van de Raad van State;

Op voordracht van Onze Ministers van Onderwijs en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers,

Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

HOOFDSTUK I. - Algemeenheden

Artikel 1.

§ 1. Het volume van de georganiseerde betrekkingen van het administratief en opvoedend hulppersoneel in de Rijksinrichtingen en van de weddetoelagen in de gesubsidieerde inrichtingen voor buitengewoon onderwijs, met uitzondering van de internaten en semi-internaten, wordt per inrichting en voor elk schooljaar bepaald volgens de normen van onderhavig besluit.

§ 2. De wervingsambten kunnen zowel voltijds als deeltijds toegewezen worden.

§ 3. Overeenkomstig titel V van de wet van 4 augustus 1978 tot economische heroriëntering zijn alle ambten in dezelfde mate toegankelijk zo voor vrouwen als voor mannen.

§ 4. [De leerlingen die in aanmerking komen zijn regelmatige leerlingen overeenkomstig de bepalingen van het koninklijk besluit van 28 juni 1978 houdende de omschrijving van de types en de organisatie van het buitengewoon onderwijs en vaststellende de toelatings- en behoudsvoorwaarden in de diverse niveaus van het buitengewoon onderwijs en die als regelmatige leerlingen ingeschreven waren op 1 februari van het voorafgaande schooljaar.

In afwijking hiervan is 1 oktober van het lopende schooljaar de tellingsdatum :

- voor nieuwe onderwijsinstellingen die worden opgericht of die in de toelageregeling opgenomen worden;

- voor bestaande onderwijsinstellingen die bij een herstructurering betrokken zijn, hetzij door een fusie, hetzij door de oprichting of de opname in de toelageregeling, de afschaffing of de omvorming van een type in het buitengewoon basisonderwijs, van een opleidingsvorm of een niveau.

Bij oprichting of opname in de toelageregeling, uitgezonderd de oprichting of de opname in de toelageregeling van een niveau, is de tellingsdatum 1 oktober van het lopende schooljaar en van de twee daaropvolgende schooljaren.

Bij oprichting of opname in de toelageregeling van een niveau of in geval van een fusie, afschaffing of omvorming is de tellingsdatum 1 oktober van het lopende schooljaar.

Deze tellingsdatum geldt telkens voor de onderwijsinstelling in kwestie in haar geheel.]

B.Vl.R. van 7-12-1994

§ 5. [...]

Decr. van 31-7-1990

Art. 2. en 3.

[...]

Decr. van 31-7-1990

Art. 4 en 5.

[...]

B.Vl.R. van 14-6-2002

HOOFDSTUK II. - Buitengewoon Basisonderwijs

Art. 6. en 7.

[...]

Decr. van 25-2-1997

HOOFDSTUK III - Buitengewoon Secundair Onderwijs

Art. 8.

Het volume van de door het Rijk georganiseerde of gesubsidieerde betrekkingen in de wervingsambten van het administratief personeel en het opvoedend hulppersoneel op niveau van het secundair onderwijs wordt vastgesteld door een urenpakket.

Art. 9.

Er wordt per inrichting een ambt van opvoeder-huismeester opgericht of gesubsidieerd. Dit ambt valt buiten het urenpakket.

Art. 10.

§ 1. De georganiseerde of gesubsidieerde betrekkingen van studiemeester-opvoeder in een externaat en van het administratief personeel worden verrekend binnen een urenpakket, dat wordt verkregen door het hiernavolgende toepasselijke richtgetal te vermenigvuldigen met 38 :

Richtgetal

80 leerlingen

1

160 leerlingen

2

240 leerlingen

3

320 leerlingen

4

400 leerlingen

5

500 leerlingen

6

600 leerlingen

7

760 leerlingen

8

920 leerlingen

9

1.080 leerlingen

10

1.240 leerlingen

11

1.400 leerlingen

12

1.560 leerlingen

13

1.720 leerlingen

14

1.880 leerlingen

15

2.040 leerlingen

16

en een richtgetal 16, te vermeerderen met één per bijkomende reeks van 160 leerlingen.

§ 2. De betrekkingen worden toegewezen in de volgende van de richtgetallen aan het personeel dat het ambt van studiemeester-opvoeder in een externaat uitoefent, met uitzondering van de 3e en 14e betrekking die voorbehouden zijn aan het ambt van klerk-typist en de 8e en 11e betrekking die voorbehouden zijn aan het ambt van opsteller.

§ 3. Per inrichting kan een ambt van directiesecretaris worden georganiseerd of gesubsidieerd door omvorming van de 4e toegekende voltijdse betrekking.

HOOFDSTUK IV. - Slotbepalingen

Art. 11.

Artikel 2 van het koninklijk besluit van 2 december 1969 tot vaststelling van de normen voor de oprichting van betrekkingen van rekenplichtig correspondent en geselecteerd rekenplichtig correspondent en de Rijksonderwijsinrichtingen wordt opgeheven.

Art. 12.

Jaarlijks bepaalt de Koning, bij een in Ministerraad overlegd besluit, in functie van de budgettaire mogelijkheden, het percentage van de ambten die worden toegekend bij toepassing van artikel 7.

Art. 13.

Onze Ministers van Onderwijs zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

- (1): Opgeheven voor het basisonderwijs (Decr. 25-2-1997; Art. 182, 9°)

- (2): De Vlaamse Regering is gemachtigd dit besluit te wijzigen of op te heffen. (Decr. 7-7-2006; Art. III.38)

- (3): Dit besluit wordt opgeheven voor het buitengewoon secundair onderwijs, met uitzondering van artikel 10 dat van kracht blijft voor de toepassing van artikel 96 en 98 van het decreet van 14 juli 1998. (B.Vl.R. 13-7-2007; Art. 5)