OPGEHEVEN : Ministerieel besluit tot oprichting van de
kwalificatiecommissie zoals voorzien in de artikelen 39, 40, 41 en 42 van het
koninklijk besluit van 28 juni 1978 houdende de omschrijving van de types en de
organisatie van het buitengewoon onderwijs en vaststellende de toelatings- en
behoudsvoorwaarden in de diverse niveaus van het buitengewoon
onderwijs.
goedkeuringsdatum
31 MAART 1980
publicatiedatum
B.S.21/06/1980
datum laatste wijziging
01/09/2014
COORDINATIE
opgeheven door Decr. 21-3-2014 - B.S. 28-8-2014
De Minister van Nationale Opvoeding,
Gelet op de wet van 6 juli 1970 op het
buitengewoon onderwijs;
Gelet op het koninklijk
besluit van 28 juni 1978 houdende de omschrijving van de types en de
organisatie van het buitengewoon onderwijs en vaststellende de toelatings- en
behoudsvoorwaarden in de diverse niveaus van het buitengewoon onderwijs,
inzonderheid de artikelen 39, 40, 41 en 42,
Besluit :
Artikel 1.
§ 1. De
kwalificatiecommissie beslist over de toekenning van het
kwalificatiegetuigschrift en is samengesteld uit :
a) de gemandateerde van de inrichtende macht, die als voorzitter
fungeert;
b) het inrichtingshoofd;
c) leden van het onderwijzend personeel;
d) leden die niet behoren tot de inrichting en deskundig zijn in
de kwalificaties, die ze moeten bekrachtigen.
§ 2. Het
lidmaatschap van de overlegcommissie en dat van de kwalificatiecommissie zijn
verenigbaar.
§ 3. De commissie
telt minimum vijf leden, de voorzitter niet meegerekend. Het aantal leden van
het onderwijzend personeel dient identiek te zijn aan het aantal leden gekozen
om hun deskundigheid.
§ 4. Het mandaat van
de leden is vernieuwbaar.
Art. 2.
Bij aanvang van het tweede
trimester van elk school-jaar stelt de
inrichtende macht de
kwalificatiecommissie samen.
Art. 3.
De commissie vergadert bij de
aanvang van het tweede trimester van het schooljaar om haar werkzaamheden te
regelen en de modaliteiten van de kwalificatieproef vast te leggen.
Art. 4.
De commissie beslist op het einde
van het vijfde leerjaar aan welke kandidaat het kwalificatiegetuigschrift wordt
uitgereikt.
Art. 5.
Deze beslissingen worden
getroffen bij eenvoudige meerderheid. Bij staking van stemmen wordt het
kwalificatiegetuigschrift afgeleverd.
Art. 6.
De beslissing van de commissie
inzake het al dan niet toekennen van het kwalificatiegetuigschrift steunt op :
a) de vaststelling of de kandidaat voldoet aan de
reglementaire toelatings- en overgangsvoorwaarden en de laatste twee leerjaren
in dezelfde afdeling heeft gevolgd;
b) de
evaluatie van het dagelijks werk en op een kwalificatieproef.
Art. 7.
De processen-verbaal worden door
alle commissieleden ondertekend en gedurende dertig jaar bewaard in het archief
van de inrichting.
Art. 8.
Dit besluit treedt in werking op
1 september 1978.