OPGEHEVEN : Ministerieel besluit houdende oprichting van de overlegcommissie ter uitvoering van artikel 26 van het koninklijk besluit van 28 juni 1978 houdende de omschrijving van de types en de organisatie van het buitengewoon onderwijs en vaststellende de toelatings- en behoudsvoorwaarden in de diverse niveaus van het buitengewoon onderwijs.

  • goedkeuringsdatum
    31 MAART 1980
  • publicatiedatum
    B.S.24/06/1980
  • datum laatste wijziging
    01/09/2014

COORDINATIE

opgeheven door Decr. 21-3-2014 - B.S. 28-8-2014

De Minister van Nationale Opvoeding,

Gelet op de wet van 6 juli 1970 op het buitengewoon onderwijs;

Gelet op het koninklijk besluit van 28 juni 1978 houdende de omschrijving van de types en de organisatie van het buitengewoon onderwijs en vaststellende de toelatings- en behoudsvoorwaarden in de diverse niveaus van het buitengewoon onderwijs, inzonderheid artikel 26,

Besluit :

Artikel 1.

In iedere inrichting voor buitengewoon secundair onderwijs wordt een overlegcommissie opgericht.

Art. 2.

Deze commissie heeft ondermeer als opdracht :

a) permanente contacten tot stand te brengen en te onderhouden tussen de schoolgemeenschap en het arbeidsmilieu;

b) de inrichtende macht van de inrichting te adviseren inzake :

- de keuze van de afdelingen en van de te gebruiken grondstoffen, de technieken en de technische uitrusting van de werkhuizen;

- de stages van de leerlingen;

- de plaatsing van de afgestudeerde leerlingen.

Art. 3.

§ 1. De overlegcommissie is minstens samengesteld uit :

1°één afgevaardigde van de inrichtende macht;

2° het inrichtingshoofd;

3° ten minste drie personen die niet tot de inrichting behoren en op competente wijze het economisch en sociaal leven van de streek vertegenwoordigen, aangeduid door de inrichtende macht;

4° ten minste drie leden die behoren tot het bestuurs- en het onderwijzend personeel, het opvoedend hulppersoneel, het medisch, het paramedisch, psychologisch en sociaal personeel van de school, aangeduid door de personeelsleden.

§ 2. De commissie wordt voorgezeten door de gemandateerde van de inrichtende macht.

§ 3. De secretaris wordt aangesteld door de leden van de overlegcommissie.

Art. 4.

De overlegcommissie wordt om de zes jaar opnieuw samengesteld. Het mandaat van de leden is vernieuwbaar.

Art. 5.

De overlegcommissie vergadert minstens eenmaal per schooljaar, dit bij voorkeur gedurende het eerste trimester.

Art. 6.

De adviezen van de commissie worden getroffen bij eenvoudige meerderheid. Alle leden der commissie zijn stemgerechtigd. Bij staking der stemmen is de stem van de voorzitter beslissend.

Art. 7.

De overlegcommissie kan slechts op geldige wijze be-raadslagen en beslissen indien meer dan de helft van de leden aanwezig is.

Ingeval de overlegcommissie bijeengeroepen wordt en het vereiste aantal leden niet aanwezig is, kan ze, na een nieuwe oproep, beraadslagen en beslissen over alle zaken die een tweede maal op de agenda zijn ingeschreven, welke ook het aantal aanwezige leden is.

De resoluties worden aangenomen bij meerderheid van de stemmen. Bij gelijkheid van stemmen wordt de resolutie ver-worpen.

Art. 8.

Van iedere vergadering dienen notulen opgesteld en bewaard te worden in het archief van de inrichting.

Art. 9.

Dit besluit treedt in werking op 1 september 1978.