OPGEHEVEN : Besluit van de Vlaamse regering betreffende het
tijdelijk project voor de informatisering van de centra voor
leerlingenbegeleiding.
goedkeuringsdatum
12 JANUARI 2001
publicatiedatum
B.S.22/03/2001
datum laatste wijziging
03/09/2009
COORDINATIE
opgeheven
door B.Vl.R. 3-7-2009 - B.S. 3-9-2009
De Vlaamse regering,
Gelet op het decreet
van 1 december 1998 betreffende de centra voor leerlingenhegeleiding,
inzonderheid op de artikelen 82 tot 84;
Gelet op het akkoord
van de Vlaamse minister, bevoegd voor begroting, gegeven op 14 december
2000;
Gelet op het verzoek om spoedbehandeling, gemotiveerd
door de omstandigheid dat het uitwerken en implementeren van het
informatiseringsproject onmiddellijk moet kunnen starten teneinde de centra toe
te laten om vanaf het schooljaar 2001-2002 op een uniforme wijze te registreren
en om dit te kunnen realiseren de centra, rekening houdend met de voorwaarden
gesteld in het ontwerpbesluit, met ingang van 1 januari 2001 dringend de nodige
software moeten laten ontwikkelen en de benodigde hardware aankopen, zodat ze
uiterlijk op l september 2001 voldoende zijn uitgerust om effectief te starten
met de registratie van hun activiteiten;
Gelet op het advies
van de Raad van State, gegeven op 21 december 2000, met toepassing van artikel
84, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van
State;
Op voorstel van de Vlaamse minister van Welzijn,
Gezondheid en Gelijke Kansen en van de Vlaamse minister van Onderwijs en
Vorming;
Na beraadslaging,
Besluit :
Artikel 1.
Voor de toepassing van dit besluit dient te
worden verstaan onder :
1° centra : de centra voor
lecrlingenbegeleiding bedoeld in het decreet van 1 december 1998 betreffende de
centra voor leerlingenbegeleiding;
2° centrumnet : de
centrumnetten zoals bedoeld in artikel 2, 6°, van hetzelfde
decreet;
3° informatiseringstoelagen : de
informatiseringstoelagen bedoeld in het besluit van de Vlaamse regering van 15
december 2000 betreffende informatiseringstoelagen voor de centra voor
leerlingenbegeleiding.
Art. 2.
Er wordt een tijdelijk project voor de
informatisering van de centra voor leerlingenbegeleiding opgestart dat beoogt
door middel van informatiseringstoelagen de geïntegreerde
multidisciplinaire werking van de centra te ondersteunen. Dit tijdelijk project
eindigt uiterlijk op 31 december 2003.
Art. 3.
Alle centra, die gefinancierd of gesubsidieerd
worden door de Vlaamse Gemeenschap, kunnen deelnemen aan het tijdelijk project,
indien zij uiterlijk op 1 maart 2001 aan het departement Onderwijs,
schriftelijk meedelen dat zij aanspraak wensen te maken op de
informatiseringstoelage.
De deelnemende centra dienen uiterlijk
op 1 april 2001 bij de commissie bedoeld in artikel 5, § 1 een
informaticaplan in waaruit blijkt hoe zij, met inachtname van artikel 6, de
doelstelling bedoeld in artikel 2 zullen realiseren. Deze commissie brengt
hierover uiterlijk op 15 mei 2001 een advies uit aan de minister bevoegd voor
het Onderwijs, die de informaticaplannen goedkeurt.
Art. 4.
De drie centrumnetten stellen gezamenlijk
minimumstandaarden op waaraan de hard- en software van alle centra die
deelnemen aan het tijdelijk project dient te voldoen om een maximale
eenvormigheid inzake registratie en uitwisselbaarheid van gegevens m.b.t.
leerlingenbegeleiding te kunnen realiseren.
Deze
minimumstandaarden worden uiterlijk op 1 april 2001 voorgelegd aan de commissie
bedoeld in artikel 5, § 1. Deze commissie brengt hierover uiterlijk op 15
mei 2001 een advies uit aan de minister bevoegd voor het Onderwijs, die de
minimumatandaarden goedkeurt. De commissie houdt in haar advies rekening met
:
- de coherentie van de minimumstandaarden;
-
de flexibiliteit van de minimumstandaarden in functie van toekomstgerichte
ontwikkelingen;
- de realiseerbaarbeid op korte, middellange en
lange termijn.
Art. 5.
§ 1. De informaticaplannen bedoeld in
artikel 3 en de minimumstandaarden bedoeld in artikel 4, worden voor advies
voorgelegd aan een commissie die als volgt is samengesteld
:
1° twee vertegenwoordigers van het departement
Onderwijs;
2° twee vertegenwoordigers van het departement
Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur;
3° twee
vertegenwoordigers van de CLB-inspectie;
4° twee
vertegenwoordigers van elk centrumnet.
Deze commissie brengt
advies uit over :
1° de realiseerbaarheid van de ingediende
informaticaplannen;
2° de mate waarin
geïnformatiseerde gegevens over de centra heen uitwisselbaar
zijn;
3° de afstemming van de geïnformatiseerde
gegevens inzake overdracht naar derden en naar het departement
Onderwijs;
4° de coherentie, eenvormigheid en flexibiliteit
van de minimumstandaarden.
§ 2. Als de commissie negatief adviseert over
een informaticaplan, dient het betrokken centrum dit plan binnen de twintig
kalenderdagen volgend op het negatief advies, te herwerken en opnieuw voor
advies voor te leggen. Na een tweede negatief advies worden de uitbetaalde
bedragen van de eerste schijf van de informatiseringstoelage onmiddellijk
teruggevorderd en vervalt de uitbetaling van de tweede en derde schijf van de
informatiseringstoelage definitief. Zolang het eerste advies niet positief is,
worden de tweede en derde schijf van de informatiseringstoelage niet
uitbetaald.
Art. 6.
§ 1. De informatiseringstoelagen moeten in
eerste instantie worden aangewend voor de aankoop van een geïntegreerd
pakket met het oog op de ondersteuning van een geautomatiseerd
registratiesysteem voor leerlingenbegeleiding. Voor dit geintegreerd pakket
wordt door centra van al de centrumnetten een gezamenlijke offerte
uitgeschreven conform de bepalingen van artikel 4. Ieder centrum draagt naar
rato van zijn lineair omkaderingsgewicht bij tot de aankoop van dit
geïntegreerd pakket.
§ 2. De informatiseringstoelagen kunnen
bijkomend worden aangewend voor :
1° de aankoop of huur van
de volgende hardwareproducten :
a)
computers;
b) netwerkinfrastructuur;
c)
contract voor dienstverlening naverkoop;
d)
printers;
e) scanners;
f) modems;
g) ISDN-kaart;
2° de aankoop of huur van
de volgende soitwareproducten
a) systeemsoftware;
b) telecomsoftware;
c) bureauticapakketten :
basissoftwarepakketten voor tekstverwerking, rekenbladen, databanken,
presentatiepakketten.
§ 3. De informatiseringstoelagen kunnen
eveneens worden gebruikt ter vergoeding van tijdens het schooljaar 1999-2000
door de PMS- en MST-centra gemaakte kosten indien deze aantoonbaar werden
ingezet voor de ondersteuning van de centra en binnen de doelstellingen van dit
project.
Art. 7.
Het tijdelijk project wordt administratief en
financieel beheerd door het departement Onderwijs van het Ministerie van de
Vlaamse Gemeenschap.
Art. 8.
De centra rapporteren uiterlijk op 31 december
2003 over de aanwending van de informatiseringstoelagen aan het departement
Onderwijs.
Tussentijdse evaluatierapporten worden bezorgd
:
- uiterlijk op 30 september 2001;
-
uiterlijk op 30 september 2002.
Art. 9.
De Vlaamse minister, bevoegd voor
Gezondheidsbeleid, en de Vlaamse minister, bevoegd voor het Onderwijs, zijn
belast met de uitvoering van dit besluit.