1.
Voorbeschouwingen
De wet- en regelgeving op het zelfstandig ondernemerschap is ten gevolge van de staatshervorming niet langer een federale maar een gewestbevoegdheid. Dit betekent dat de Vlaamse overheid bevoegd is voor de toepassing in het Vlaams Gewest van de programmawet van 10 februari 1998 “tot bevordering van het zelfstandig ondernemerschap” en het koninklijk besluit van 21 oktober 1998 tot uitvoering van deze wet. De Vlaamse overheid is eveneens bevoegd voor het opleggen van vereisten van beroepsbekwaamheid voor de uitoefening van gereglementeerde beroepen (zie de bijlage).
De Vlaamse Regering heeft beslist dat de basiskennis bedrijfsbeheer niet langer bewezen moet worden voor het uitoefenen van een zelfstandige activiteit. Deze beslissing gaat in op 1 september 2018. Vanaf dan is het in het Vlaams Gewest dus niet meer nodig om bij een ondernemingsloket aan te tonen dat men kennis heeft van bedrijfsbeheer, bijvoorbeeld aan de hand van een “getuigschrift over de basiskennis van het bedrijfsbeheer”.
De andere gewestoverheden van ons land hebben echter tot op heden niet beslist om deze voorwaarden op te heffen. Voor het opstarten van een zaak in het Brussels of Waals Gewest is het bezit van het getuigschrift bedrijfsbeheer dus wel nog noodzakelijk.
De opleiding Bedrijfsbeheer kan blijvend ingericht worden door de Centra voor Volwassenenonderwijs. Wel wordt verwacht van de Centra voor Volwassenenonderwijs dat ze de cursisten duidelijk informeren over de waarde van het getuigschrift vanaf 1 september 2018: namelijk dat het beschikken over het getuigschrift basiskennis bedrijfsbeheer niet langer een voorwaarde is om te kunnen starten met een eigen zaak in Vlaanderen.
2.
Programma-modaliteiten
In aansluiting op het programma van de basiskennis van het bedrijfsbeheer zoals vastgelegd in bovenvermeld koninklijk besluit, is voor alle Centra voor Volwassenenonderwijs die hun cursisten de beheerskennis willen bijbrengen een nieuw, rond competenties uitgewerkt, programma van toepassing dat minimaal dient aangeboden te worden. Dit programma is van toepassing op alle cursisten die vanaf 1 september 2008 starten met de opleiding bedrijfsbeheer in het secundair volwassenenonderwijs.
Zonder het belang van de cursus te willen minimaliseren, moet bedrijfsbeheer in elk geval worden benaderd als een “elementaire kennis in de materie”, wat trouwens het uitgangspunt is van de federale wetgeving.
Verder moet er voor een goed begrip de aandacht op worden gevestigd dat de programmaonderdelen betreffende de specifieke wetgevingen en vergunningen dienen aangepast aan de voor het beroep in kwestie noodzakelijke kennis.
De leerkrachten worden dus verzocht zoveel mogelijk rekening te houden met de samenstelling van hun klasgroep.
PROGRAMMA
Competentie 1: Als ondernemer een ondernemingsplan opstellen |
| 1. de keuze maken om zich al dan niet als zelfstandig ondernemer te vestigen |
1 | Facetten van de vaardigheden en attitudes bij het ondernemerschap |
2 | Risico's, opportuniteiten, voor- en nadelen bij het ondernemerschap |
3 | Informatie en ondersteuning voor startende ondernemers |
4 | Faillissement: begrip en gevolgen |
| 2. juridische vormen en startersvoorwaarden nagaan |
5 | Wettelijke verplichtingen bij het starten van een eigen zaak |
6 | Het sociaal statuut van de ondernemer |
7 | Verschillende rechtsvormen van een onderneming: kenmerken |
8 | Huwelijksstelsels: soorten en kenmerken |
9 | Handelshuurcontract: toelichting inhoud |
10 | Verplichte verzekeringen: soorten en risicodekking |
11 | Aanvullende verzekeringen: soorten en risicodekking |
12 | Wettelijke verplichtingen inzake milieu |
13 | Seveso-inrichtingen: begrip |
14 | HACCP: begrip |
15 | Vergunning voor een handelsvestiging |
16 | De wet op handelspraktijken en op de voorlichting en de bescherming van de consument |
17 | Steunmaatregelen bij opstarten zaak en aanwerving personeel |
18 | Kredietverlening door handelaars: verkoop op afbetaling en verkoop op termijn |
19 | Kredietverlening door financiële instellingen: kaskrediet |
| 3. Een marktonderzoek opzetten |
20 | Assortimentsstudie met inbegrip van voorraad |
21 | Concurrentiestudie |
22 | Leveranciersstudie |
23 | Verkoopplaats |
24 | Distributiekanalen |
25 | Publiciteit en promotie: enkele aspecten |
| 4. Een financieel plan opzetten |
26 | Kosten: begrippen |
27 | Kostprijsberekening |
28 | Verkoopprijs: elementen + berekening |
29 | Omzetberekening |
30 | Break-even punt: begrip |
31 | Cashflow: begrip |
32 | Vaste activa: begrip en financieringsvorm bij aankoop |
Competentie 2: Als ondernemer het administratief luik van een onderneming behartigen |
| 1. Boekhoudkundige en fiscale aspecten van een onderneming leren kennen |
33 | Boekhouding als beleidsinstrument: nut |
34 | Rubrieken van de eenvoudige balans en resultatenrekening |
35 | Wettelijke bepalingen van de boekhoudreglementering voor zeer kleine - en kleine ondernemingen |
36 | Factuur en creditnota: opstellen en berekenen |
37 | Betalingsdocumenten: gebruik |
38 | BTW-mechanisme |
39 | Fiscaal statuut van de zelfstandige |
40 | Vennootschapsbelasting & voorafbetaling: principes |
41 | Fiscaal statuut van de werknemer: soorten inkomsten |
42 | Bedrijfsvoorheffing: principe |
43 | Aftrekbaarheid van kosten: principe voor zelfstandige en werknemer |
Competentie 3: als ondernemer het commerciële luik van de onderneming behartigen |
| 1.Aan- en verkopen |
44 | Een verkoopgesprek |
45 | Verkoopovereenkomst: kenmerken en voorwaarden |
46 | Klanten- en leveranciersbeheer: opvolgen betalingen en inningen |
3.
Lesvolume
In het secundair volwassenenonderwijs bedraagt het lesvolume van de opleiding bedrijfsbeheer minimaal 140 lestijden.
4.
Vrijstellingen
In de modulaire opleidingen kunnen vrijstellingen worden verleend volgens de terzake geldende reglementering.
5.
Bijlage