OPGEHEVEN : Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de
waarborgen in het kader van de inhaalbeweging voor schoolinfrastructuur
Vlaanderen
goedkeuringsdatum
05 OKTOBER 2007
publicatiedatum
B.S.12/11/2007
datum laatste wijziging
28/08/2009
COORDINATIE
opgeheven
door B.Vl.R. 29-5-2009 - B.S. 28-8-2009
De Vlaamse Regering,
Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der
instellingen, inzonderheid op artikel 20;
Gelet op
het decreet van 7 mei 2004 houdende bepalingen inzake kas-, schuld- en
waarborgbeheer van de Vlaamse Gemeenschap en van het Vlaamse Gewest,
inzonderheid de artikel 6 tot 10;
Gelet op het
decreet van 7 juli 2006 betreffende de inhaalbeweging voor
schoolinfrastructuur, inzonderheid op de artikelen 37 en 38;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën van 28
juni 2007;
Gelet op het akkoord van de Vlaamse
minister, bevoegd voor de Begroting, gegeven op 19 juli 2007;
Gelet op het advies met nummer 43.456/1/V van de Raad van State,
gegeven op 4 september 2007, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste
lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van
State;
Op voordracht van de Vlaamse minister van
Onderwijs;
Na beraadslaging,
Besluit :
HOOFDSTUK I. - Gemeenschapswaarborg voor de
terugbetaling van bepaalde leningen aangegaan door de
DBFM-vennootschap
Artikel 1.
§ 1. De gemeenschapswaarborg wordt op de
wijze bepaald in dit besluit verleend aan de leningen aangegaan door de
DBFM-vennootschap ter financiering van het DBFM-programma. De terugbetaling van
zichtrekeningen, converteerbare leningen en achtergestelde leningen kunnen niet
vallen onder deze waarborg.
Het totaal van de leningen waarvoor
conform dit hoofdstuk een waarborgbesluit wordt afgeleverd, mag niet meer
bedragen dan de limiet zoals vastgesteld door het Vlaams
Parlement.
§ 2. De waarborg voor de leningen voor de
realisatie van het DBFM-programma van de DBFM-vennootschap dekt maximaal 100%
van het kapitaalgedeelte van de lening, en 100% van de conform § 3
bepaalde interesten, van toepassing voor de beëindiging van het contract.
Verwijlinteresten, vergoedingen voor wederbelegging en alle andere kosten
toegepast bij de opeisbaarheid van het krediet worden niet gewaarborgd. De
waarborg voor de leningen van de DBFM-vennootschap heeft bovendien enkel
betrekking op het effectief uitstaand verlies, nadat alle zakelijke en
persoonlijke zekerheden, waarover de financier beschikt ter dekking van de
gewaarborgde lening, door de financier zijn uitgewonnen.
§ 3. De toepasselijke rentevoet voor het
bepalen van de in § 2 bedoelde interesten, is de contractuele rentevoet,
in voorkomend geval beperkt tot de rentevoet voor lineaire obligaties,
uitgegeven door de Belgische Staat met een duurtijd gelijk aan 30 jaar zoals
gepubliceerd op Reuters pagina SRF/OLOYIELD, vastgesteld op opnamedatum van de
initiële lening.
Art. 2.
Voor iedere initiële lening of
leningsopname zal er op voordracht van het departement Financiën en
Begroting een waarborgbesluit worden uitgevaardigd door de Vlaamse minister van
onderwijs.
Het waarborgbesluit zal het gewaarborgde bedrag, de
wijze waarop de lineaire obligatie op 30 jaar wordt bepaald, de
aflossingsformule en het bankrekeningnummer waarop de waarborgpremie zoals
bepaald in artikel 4 moet betaald worden, bevatten.
De
aflossingsformule wordt bepaald op basis van een lening met constante
annuïteiten, postnumerando betaald, met een looptijd van 30 jaar en een
rentevoet op 30 jaar zoals bepaald in artikel 1 § 3, op
opnamedatum.
Bij herfinanciering van de initiële lening
gaat dit waarborgbesluit over op de nieuwe lening en zal er geen nieuw
waarborgbesluit uitgevaardigd worden.
Art. 3.
Indien beroep wordt gedaan op de waarborg
zal het maximale bedrag dat wordt uitgekeerd op volgende wijze worden bepaald
:
- Het kapitaal dat kan worden betaald is maximaal gelijk aan
het uitstaand kapitaal in het jaar van aanvraag tot uitbetaling, zoals berekend
in de aflossingsformule in artikel 2.
- De interest die kan
worden betaald is maximaal gelijk aan het interestgedeelte van de
aflossingsformule bepaald in artikel 2. De periode waarop deze interest
betrekking heeft neemt aanvang op datum van de eerste niet volledige
rentebetaling en loopt tot de datum van effectieve uitbetaling van de
waarborg.
Art. 4.
De toekenning van de gemeenschapswaarborg
is afhankelijk van het betalen van de bijdrage, zoals voorzien in artikel 8 van
het decreet van 7 mei 2004 houdende bepalingen inzake kas-, schuld- en
waarborgbeheer van de Vlaamse Gemeenschap en het Vlaamse
Gewest.
De berekening van de waarborgpremie zal gebeuren op
basis van de aflossingsformule in artikel 2. Bij herfinanciering is geen nieuwe
waarborgpremie verschuldigd.
HOOFDSTUK II. - Gemeenschapswaarborg voor de betaling
van het gedeelte van de beschikbaarheidsvergoeding voor het gesubsidieerd
onderwijs dat niet in aanmerking komt voor een DBFM-toelage, REG-toelage of
pilootproject-toelage
Art. 5.
§ 1. De gemeenschapswaarborg wordt op de
wijze bepaald in dit besluit verleend aan de DBFM-vennootschap voor de
terugbetaling van het gedeelte van de beschikbaarheidsvergoeding voor het
gesubsidieerd onderwijs dat ingevolge artikel 19 van het decreet van 7 juli
2006 betreffende de inhaalbeweging voor schoolinfrastructuur niet in aanmerking
komt voor een DBFM-toelage en dat evenmin in aanmerking komt voor een toelage
zoals bedoeld in artikel 3 van het decreet betreffende energieprestaties in
schoolgebouwen (REG-toelage) of in artikel 5 van hetzelfde decreet
(Pilootproject-toelage).
§ 2. De waarborg voor terugbetaling van
het gedeelte van de beschikbaarheidsvergoeding dat niet in aanmerking komt voor
toelagen zoals bepaald in § 1 van dit artikel, dekt maximaal 100% van dit
bedrag. De waarborg heeft echter enkel betrekking op het effectief uitstaand
verlies, nadat alle zakelijke en persoonlijke zekerheden, waarover de
DBFM-vennootschap beschikt ter dekking van dit bedrag, door de
DBFM-vennootschap zijn uitgewonnen of de oninbaarheid ervan vaststaat.
Verwijlinteresten en alle andere kosten, waaronder de invorderingskosten,
worden niet gewaarborgd.
Art. 6.
§ 1. Op basis van de door AGIOn
overgemaakte periodieke informatie vaardigt de Vlaamse minister van onderwijs
binnen de perken van de machtiging, hem verleend door het Vlaams Parlement, op
voordracht van het Departement van Financiën en Begroting een
waarborgbesluit uit dat, onverminderd de desgevallend contractueel voorziene
prijsherzieningen, per overeenkomst het gewaarborgde bedrag omvat.
§ 2. Op basis van de door AGIOn
overgemaakte periodieke informatie verklaart het Departement van Financiën
en Begroting de in het waarborgbesluit opgenomen overeenkomsten voor
waarborg-uitvoering vatbaar, na aftrek van de door AGIOn opgegeven
minwaarde.
Art. 7.
Voor de toekenning van de
gemeenschapswaarborg voor de terugbetaling van het gedeelte van de
beschikbaarheidsvergoeding dat niet in aanmerking komt voor toelagen zoals
bepaald in artikel 5 § 1 van dit besluit is geen waarborgpremie zoals
bepaald in artikel 8 van het decreet van 7 mei 2004 houdende bepalingen inzake
kas-, schuld- en waarborgbeheer van de Vlaamse Gemeenschap en het Vlaamse
Gewest verschuldigd.
HOOFDSTUK III. - Gemeenschappelijke bepalingen
betreffende de waarborgen in het kader van de inhaalbeweging voor
schoolinfrastructuur vlaanderen
Art. 8.
De onder toepassing van de waarborg
gebrachte verbintenissen worden geacht als opeisbaar te zijn gesteld op het
ogenblik dat :
- voor wat de waarborg voor terugbetaling van
het gedeelte van de beschikbaarheidsvergoeding dat niet in aanmerking komt voor
toelagen zoals bepaald in artikel 6 § 1 betreft, de inrichtende macht niet
tot die betaling is overgegaan zoals vastgesteld conform hetgeen bepaald is in
de overeenkomst bedoeld in artikel 7 van het decreet van 7 juli 2006
betreffende de inhaalbeweging voor schoolinfrastructuur
- voor
wat de gewaarborgde leningen van de DBFM-vennootschap betreft, de betrokken
financier de leningsovereenkomst formeel heeft opgezegd én de
DBFM-vennootschap heeft aangemaand over te gaan tot integrale terugbetalingen
van de totale verbintenissen die voortvloeien uit die
overeenkomst.
Art. 9.
§ 1. De Vlaamse minister van Onderwijs
beslist over de betaalbaarstelling van een afgeroepen waarborg, na beoordeling
van de afroep door AGIOn.
De beslissing om niet over te gaan
tot betaalbaarstelling van het bedrag waarvoor de waarborg werd afgeroepen, kan
door de Vlaamse minister worden genomen wanneer :
a. aan de
voorwaarden voor het onder de waarborg brengen van de verbintenis niet is
voldaan;
b. de waarborghouder onjuiste verklaringen heeft
afgelegd;
c. de waarborghouder in strijd heeft gehandeld met
het Decreet, de overeenkomst bedoeld in artikel 7 van het decreet van 7 juli
2006 betreffende de inhaalbeweging voor schoolinfrastructuur of de beslissing
tot toekenning van de waarborg.
Een beslissing waarin de
(gedeeltelijke) voorlopige betaalbaarstelling van de afroep van de waarborg
wordt geweigerd, wordt gemotiveerd en vermeldt in elk geval de redenen waarom
niet tot de voorlopige betaling van het bedrag waarvoor de waarborg was
afgeroepen wordt overgegaan.
§ 2. Ingeval beslist wordt om de afroep
van de waarborg voorlopig betaalbaar te stellen, gaat de Vlaamse Gemeenschap
binnen de 2 maand na de datum waarop die beslissing is genomen, ten
provisionele titel, over tot de betaling van het bedrag van de afroep, door
overmaking van dit bedrag op de bankrekening van de waarborghouder aangegeven
op het verzoek. Deze betaling ten provisionele titel geschiedt onder voorbehoud
van een eventuele herroeping. In voorkomend geval zal de uitbetaling van de
waarborg aan de DBFM-vennootschap aangerekend worden op de kredieten van het
beleidsdomein onderwijs.
§ 3. De betaalbaarstelling van een
waarborg en elke provisionele betaling die daarop volgt, bevrijden resp. de
inrichtende machten en de DBFM-vennootschap niet van hun verbintenissen
tegenover de waarborghouders, die voortvloeien uit de overeenkomsten in
kwestie.
§ 4. Onverminderd andere wettelijke,
reglementaire en contractuele bepalingen zal, in geval van uitwinning van een
waarborg, de Vlaamse Gemeenschap conform artikel 10 van het decreet van 7 mei
2004 houdende bepalingen inzake kas-, schuld- en waarborgbeheer van de Vlaamse
Gemeenschap en het Vlaamse Gewest, de uitgewonnen waarborg - desgevallend
verhoogd met de verwijlinteresten - terugvorderen bij de gewaarborgde debiteur.
De verwijlinteresten worden met terugwerkende kracht berekend aan de wettelijke
rentevoet vanaf de datum van de uitbetaling van de
waarborg.
Art. 10.
§ 1. De DBFM-vennootschap is ertoe
gehouden de modaliteiten inzake waarborg-verlening opgenomen in dit besluit en
in de overeenkomst bedoeld in artikel 11 over te nemen in de door haar
aangegane financieringsovereenkomsten en ze door de betrokken externe
financiers te laten aanvaarden.
§ 2. Onverminderd de gevallen, voorzien
in artikel 7 van het decreet van 7 mei 2004 houdende bepalingen inzake kas-,
schuld- en waarborgbeheer van de Vlaamse Gemeenschap en het Vlaamse Gewest is
het de DBFM-vennootschap verboden, op straffe van verval van de waarborg van
rechtswege, om enige wijziging of aanvulling aan de rechten of verplichtingen
met betrekking tot de gewaarborgde gedeelte van de beschikbaarheidsvergoeding
of lening aan te brengen, zonder hiervoor de voorafgaande en schriftelijke
toestemming te hebben ontvangen van de Vlaamse minister van onderwijs, op
voordracht van het Departement van Financiën en Begroting. Indien de
wijziging of aanvulling een uitbreiding van de waarborg met zich kan
meebrengen, kan deze slechts worden doorgevoerd na een aangepast
waarborgbesluit te hebben ontvangen uitgevaardigd door de minister, bevoegd
voor het Onderwijs, binnen de perken van de machtiging, hem verleend door het
Vlaams Parlement, op voordracht van het Departement van Financiën en
Begroting.
Art. 11.
§ 1. De nadere modaliteiten van de
waarborgverlening worden opgenomen in de overeenkomst bedoeld in artikel 7 van
het decreet van 7 juli 2006 betreffende de inhaalbeweging voor
schoolinfrastructuur.
§ 2. Deze overeenkomst kan onder meer de
volgende aangelegenheden nader regelen :
1° de wijze van
afroeping van de waarborg en nadere modaliteiten inzake de opeisbaarheid van de
onder waarborg gebrachte verbintenissen, de (provisionele) betaalbaarstelling
van het bedrag waarvoor de waarborg werd afgeroepen en de gevallen waarin en
wijze waarop tot herroeping van een provisionele betaling kan worden
overgegaan;
2° de beoordeling van de afroeping door AGIOn,
die minstens moet nagaan of de afroep formeel voldoet aan de voorgeschreven
voorwaarden. AGIOn verifieert tevens of de berekeningwijze van het bedrag van
de afroep juist berekend en derhalve gerechtvaardigd is;
3°
de nadere verplichtingen van de waarborghouder en de
DBFM-vennootschap;
4° de nadere controlebevoegdheden van de
overheid inzake waarborgen.
Art. 12.
Dit besluit treedt in werking op 1 januari
2008.
Art. 13.
De Vlaamse minister van onderwijs is
bevoegd voor de uitvoering van dit besluit.