[OPGEHEVEN]
Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de
subsidiëring van onderzoeks- en innovatie-infrastructuur in
Vlaanderen
goedkeuringsdatum
26 OKTOBER 2007
publicatiedatum
B.S.11/12/2007
datum laatste wijziging
30/07/2018
COORDINATIE
(1)
B.Vl.R. van 24/04/2015 (B.S. 28/05/2015)
(2)
B.Vl.R. van 08/06/2018 (B.S. 30/07/2018)
De Vlaamse Regering,
Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der
instellingen, inzonderheid op de artikelen 20 en 87, § 1;
Gelet op het decreet van 19 maart 2004 betreffende de
rechtspositieregeling van de student, de participatie in het hoger onderwijs,
de integratie van bepaalde afdelingen van het hoger onderwijs voor sociale
promotie in de hogescholen en de begeleiding van de herstructurering van het
hoger onderwijs in Vlaanderen, inzonderheid op artikel VI.9.8. tot en met
VI.9.16., toegevoegd bij decreet van 22 december 2006;
Gelet op de adviezen van de Inspectie van Financiën, gegeven
op 28 februari 2007 en 12 september 2007;
Gelet op
de akkoorden van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 22
maart 2007 en 27 september 2007;
Gelet op het
advies van het Instituut voor de aanmoediging van Innovatie door Wetenschap en
Technologie in Vlaanderen, gegeven op 19 april 2007;
Gelet op het advies van de Vlaamse Raad voor Wetenschapsbeleid,
gegeven op 20 april 2007;
Gelet op het advies nr.
43.361/1/V van de Raad van State, gegeven op 24 juli 2007, met toepassing van
artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op
de Raad van State;
Op voorstel van de Vlaamse
minister van Economie, Ondernemen, Wetenschap, Innovatie en Buitenlandse
Handel;
Na beraadslaging,
Besluit :
TITEL I. - Definities
Artikel 1.
Voor de toepassing van dit besluit wordt
verstaan onder :
1°
[associatie : de vereniging zonder winstoogmerk, vermeld in deel 2, titel 1, hoofdstuk 2, van de Codex Hoger Onderwijs van 11 oktober 2013;]
2°
[decreet van 30 april 2009 : het decreet van 30 april 2009 betreffende de organisatie en financiering van het wetenschaps- en innovatiebeleid;]
3° Herculesstichting
: het privaatrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap,
[vermeld in artikel 22/1 van het decreet van 30 april 2009]
;
4° hogeschool :
een hogeschool in de Vlaamse Gemeenschap;
5°
[middelzware onderzoeksinfrastructuur: de infrastructuur, vermeld in artikel 2, 16°, van het decreet van 30 april 2009;]
6° minister : de Vlaamse minister, bevoegd voor het
wetenschaps- en innovatiebeleid;
7°
onderzoeksinfrastructuur : faciliteiten en bronnen die het verrichten van
grensverleggend en strategisch basisonderzoek bevorderen, daaronder ondermeer
begrepen wetenschappelijke infrastructuur, collecties, natuurlijke habitats,
corpora en databanken, met inbegrip van de digitale ontsluiting
ervan;
8° strategisch onderzoekscentrum : één
van de volgende onderzoekscentra :
a) het Interuniversitair
Micro-Elektronica Centrum,
b) het Vlaams Instituut voor
Biotechnologie,
c) het Vlaams Instituut voor Technologisch
Onderzoek,
d) het Interdisciplinair instituut voor BreedBand
Technologie;
9° universiteit : een universiteit in de
Vlaamse Gemeenschap;
10°
[zware onderzoeksinfrastructuur: de infrastructuur, vermeld in artikel 2, 17°, van het decreet van 30 april 2009.]
TITEL II. - Herculesfinanciering
HOOFDSTUK 1. - Algemene bepaling
Art. 2.
Deze titel is van toepassing op de
investeringsinitiatieven die in aanmerking wensen te komen voor
subsidiëring door de Herculesstichting overeenkomstig
[artikel 22/1, § 1, eerste lid, 1°, van het decreet van 30 april 2009]
.
HOOFDSTUK 2. - Selectie van
investeringsinitiatieven inzake middelzware
onderzoeksinfrastructuur
Afdeling 1. -
Herculesverdeelsleutel
Art. 3.
De Herculesverdeelsleutel, als
vermeld in
[artikel 22/3, § 1, van het decreet van 30 april 2009]
, wordt bepaald als volgt
:
(S BOF/S BOF + S IOF x (BOF-sleutel)) + ( S IOF/S BOF + S IOF
x (IOF-sleutel))
waarbij :
1° S BOF gelijk
is aan het globale bedrag van de overheidstoelage voor de Bijzondere
Onderzoeksfondsen, na aftrek van de voorafnames als vermeld in artikel 3,
§ 1, en 4, § 1, van het besluit van de Vlaamse Regering van 8
september 2000 betreffende de financiering van de Bijzondere Onderzoeksfondsen
aan de universiteiten in de Vlaamse Gemeenschap;
2° S IOF
gelijk is aan de globale dotatie voor de subsidiëring van de
Industriële Onderzoeksfonsen, als vermeld in artikel 4 van het besluit van
de Vlaamse Regering van 8 december 2006 betreffende de ondersteuning van de
Industriële Onderzoeksfondsen in 2006 en 2007;
3°
BOF-sleutel gelijk is aan de verdeelsleutel, als vermeld in artikel 3, §
2, van het in 1° vermelde besluit van de Vlaamse
Regering;
4° IOF-sleutel gelijk is aan de verdeelsleutel,
als vermeld in hoofdstuk 3, afdeling 1, van het besluit van de Vlaamse Regering
van 8 december 2006 betreffende de ondersteuning van de Industriële
Onderzoeksfondsen in 2006 en 2007.
S BOF, S IOF, BOF-sleutel
en IOF-sleutel zijn de bedragen, respectievelijk de sleutels die van toepassing
zijn in het begrotingsjaar waarvoor de Herculesverdeelsleutel wordt
berekend.
Afdeling 2. - Aanvragers van de
subsidie
Art. 4.
De subsidieaanvragen betreffende
investeringsinitiatieven inzake middelzware onderzoeksinfrastructuur worden
ingediend door het bestuur of de besturen van één of meer bij een
associatie aangesloten universiteit(en) of
hogescho(o)l(en).
Afdeling 3. -
Selectieprocedure
Art. 5.
§ 1. De associatiebesturen
organiseren associatiebrede oproepen voor investeringsinitiatieven voor
middelzware onderzoeksinfrastructuur.
§ 2.
[...]
Art. 6.
§ 1. De selectiecriteria
worden vastgesteld in het algemeen onderzoeks- en samenwerkingsreglement van de
associatie, als vermeld in
[artikel II.12, van de Codex Hoger Onderwijs van 20 december 2013]
.
De selectiecriteria, evenals alle wijzigingen daarvan,
worden aan de minister en de Herculesstichting meegedeeld.
§ 2. Voor de toetsing aan het
selectiecriterium,
[vermeld in artikel 22/3, § 2, tweede lid, 3°, van het decreet van 30 april 2009]
, wordt erop toegezien dat het voor de voorgenomen
investering opgemaakte investeringsplan ten minste volgende elementen omvat :
1° een beschrijving van de voorgenomen investering;
2° een beschrijving van de kwaliteit van de infrastructuur
waarin de onderzoeksinfrastructuur desgevallend wordt gehuisvest;
3° een schatting van de financiële, personele en
materiële kosten;
4° een gedetailleerd gebruiksplan
dat betrekking heeft op de afschrijvingsperiode van de
onderzoeksinfrastructuur;
5° een redelijke inschatting van
de mate waarin de onderzoeksinfrastructuur bijdraagt tot belangrijke
wetenschappelijke, technologische of maatschappelijke ontwikkelingen of
innovatie;
6° een beschrijving van de kostenstructuur en
een opgave van de financieringswijzen en de desbetreffende
waarborgen.
B.Vl.R.
van 24-4-2015
Art. 7.
[
De investeringsinitiatieven worden geselecteerd als volgt :
1° selectieprocedure op het niveau van elke associatie :
a) aanvragers dienen hun aanvraag in bij een associatie op een daartoe door de associatie ter beschikking gesteld elektronisch formulier;
b) de associaties plegen overleg om te komen tot een maximale samenwerking;
c) de aanvragen worden beoordeeld overeenkomstig de regeling van het algemeen onderzoeks- en samenwerkingsreglement van de associatie;
d) elke associatie stelt een indicatieve lijst met voor subsidiëring voorgestelde aanvragen op, met dien verstande dat :
1) de indicatieve lijst het bedrag waarover de associatie beschikt kan overschrijden met ten hoogste twee aanvragen of met ten hoogste 15 %;
2) aan de indicatieve lijst een kort motiveringsverslag betreffende elke behandelde aanvraag wordt toegevoegd, met daarbij in voorkomend geval een verantwoording van wijzigingen aan voor subsidiëring voorgestelde aanvragen ten opzichte van hetgeen initieel werd ingediend;
2° selectieprocedure op het niveau van de Herculesstichting :
a) de raad van bestuur van de Herculesstichting beoordeelt, per associatie, de indicatieve lijsten, met inachtneming van de selectiecriteria, vermeld in artikel 6, waarbij ook acht wordt geslagen op mogelijke noden of opportuniteiten op het vlak van instellings- of associatieoverschrijdende samenwerking of samenwerking met derden;
b) de raad van bestuur van de Herculesstichting bezorgt elk associatiebestuur bij aangetekend schrijven de onderdelen van de beoordeling die van toepassing zijn op de betrokken associatie;
c) de associatiebesturen beschikken over een vervaltermijn van dertig dagen, die de dag na de betekening van het aangetekend schrijven ingaat, om aan de raad van bestuur van de Herculesstichting een reactie of een verbetervoorstel over te maken;
d) de raad van bestuur van de Herculesstichting neemt een eindbeslissing op grond van de beoordeling, vermeld in punt b), en de eventueel tijdig overgemaakte reacties of verbetervoorstellen van de associatiebesturen.
]
Afdeling 4. - Overdraagbaarheid van onbestemde
middelen
Art. 8.
De aan een associatie toekomende
middelen voor middelzware onderzoeksinfrastructuur die na afloop van het
betrokken kalenderjaar niet zijn toegewezen overeenkomstig dit hoofdstuk,
kunnen met behoud van bestemming worden overgedragen naar de begroting van de
associatie van het daaropvolgende jaar.
HOOFDSTUK 3. - Selectie van
investeringsinitiatieven inzake zware
onderzoeksinfrastructuur
Afdeling 1. - Aanvragers van de
subsidie
Art. 9.
De subsidieaanvragen betreffende
investeringsinitiatieven inzake zware onderzoeksinfrastructuur worden ingediend
door een onderzoeksgroep of onderzoeksgroepen in de schoot van een bij een
associatie aangesloten universiteit of hogeschool, een strategisch
onderzoekscentrum, een instelling voor postinitieel onderwijs, een
samenwerkingsverband tussen voornoemde instanties of een samenwerkingsverband
tussen ten minste één der voornoemde instanties en
één of meer derden als vermeld in artikel 20.
De onderzoeksgroep of onderzoeksgroepen tonen bij de subsidieaanvraag aan dat
zij behoorlijk gemandateerd is of zijn door het bestuur van de betrokken
instantie of instanties.
Afdeling 2. - Commissie Hercules-Science en
Commissie Hercules-Invest
Art. 10.
§ 1. De minister richt een
Commissie Hercules-Science op, bestaande uit ten minste zes effectieve en zes
plaatsvervangende leden die internationale erkenning in hun onderzoeksdomein
genieten. Ten hoogste één derde van de effectieve en
plaatsvervangende leden gezamenlijk is op het ogenblik van de samenstelling in
België werkzaam
De leden van de commissie worden
zesjaarlijks aangesteld door de minister uit een dubbeltal, voorgedragen door
de raad van bestuur van de Herculesstichting.
Bij de
samenstelling van de commissie wordt gewaarborgd dat :
1°
ten minste één effectief en één plaatsvervangend
lid de industriële sector vertegenwoordigen;
2° de
effectieve en de plaatsvervangende leden verschillende wetenschappelijke
disciplines vertegenwoordigen.
§ 2. De commissie wordt beschouwd
als een adviesorgaan in de zin van het decreet van 15 juli 1997 houdende
invoering van een meer evenwichtige vertegenwoordiging van mannen en vrouwen in
adviesorganen.
§ 3. De minister duidt onder de
leden een voorzitter en een plaatsvervangend voorzitter
aan.
§ 4. De minister deelt de
aanstelling van de effectieve en plaatsvervangende leden en de aanduiding van
de voorzitter en van de plaatsvervangend voorzitter vooraf mee aan de Vlaamse
Regering.
Art. 11.
§ 1. De minister richt een
Commissie Hercules-Invest op, bestaande uit telkens één effectief
lid en één plaatsvervanger voorgedragen door de
Participatiemaatschappij Vlaanderen, het Departement Economie, Wetenschap en
Innovatie, respectievelijk de Herculesstichting. De voordrachten geschieden bij
dubbeltal.
De door de Herculesstichting voorgedragen leden
maken geen deel uit van de raad van bestuur of van het management van de
Herculesstichting.
De leden van de commissie worden
zesjaarlijks aangesteld door de minister.
§ 2. De commissie wordt beschouwd
als een adviesorgaan in de zin van het decreet van 15 juli 1997 houdende
invoering van een meer evenwichtige vertegenwoordiging van mannen en vrouwen in
adviesorganen.
§ 3. De minister duidt onder de
leden een voorzitter en een plaatsvervangend voorzitter
aan.
§ 4. De minister deelt de
aanstelling van de effectieve en plaatsvervangende leden en de aanduiding van
de voorzitter en van de plaatsvervangend voorzitter vooraf mee aan de Vlaamse
Regering.
Art. 12.
De Commissie Hercules-Science en
de Commissie Hercules-Invest stellen elk een reglement van orde vast, dat
slechts uitvoerbaar is na bekrachtiging door de minister.
De
commissies worden administratief ondersteund door de Herculesstichting, onder
de voorwaarden geregeld in de samenwerkingsovereenkomst tussen de Vlaamse
Regering en de Herculesstichting.
Afdeling 3. -
Selectieprocedure
Art. 13.
De Herculesstichting organiseert
een oproep voor initiatieven betreffende zware onderzoeksinfrastructuur
[...]
.
De oproep wordt gericht tot
:
1° de associatiebesturen en alle besturen van de
universiteiten en hogescholen die partner zijn bij een
associatie;
2° de strategische
onderzoekscentra;
3° de instellingen voor postinitieel
onderwijs.
Art. 14.
§ 1. De investeringsinitiatieven
worden geselecteerd overeenkomstig de in de hiernavolgende paragrafen
chronologisch beschreven procedure.
§ 2. De Commissie
Hercules-Science evalueert de wetenschappelijke kwaliteit van de aanvragen en
rangschikt de excellent bevonden aanvragen op grond van de hiernavolgende
selectiecriteria :
1° de wetenschappelijke kwaliteit en
relevantie van het door middel van de onderzoeksinfrastructuur uit te voeren
onderzoeksprogramma;
2° het belang van de
onderzoeksinfrastructuur voor het onderzoek binnen de betrokken
wetenschappelijke discipline;
3° het innoverend karakter
van het door middel van de onderzoeksinfrastructuur uit te voeren
onderzoeksprogramma;
4° de mate waarin de
onderzoeksinfrastructuur als logistiek knooppunt een grote reeks nieuwe
projecten kan genereren;
5° het technologisch vernieuwend
karakter van de onderzoeksinfrastructuur;
6° in geval de
onderzoeksinfrastructuur moet worden geconstrueerd : de technische haalbaarheid
van de onderzoeksinfrastructuur;
7° de kwaliteit en de
competentie van de betrokken onderzoeksgroep of -groepen, de wetenschappelijke
positie van de betrokken onderzoeksgroep of -groepen in internationale context,
alsook de betrokkenheid bij het beleid van internationale
onderzoeksinfrastructuren;
8° de mate waarin het voorstel
kan worden ingepast in het strategische onderzoeksbeleid van de betrokken
instelling of instellingen;
9° de mate waarin de
investering in de onderzoeksinfrastructuur bijdraagt tot de versteviging van de
Vlaamse of de regionale positie op het betreffende
onderzoeksdomein;
10° de mate waarin het voorstel
gealigneerd is op zowel binnen- als buitenlandse initiatieven en
infrastructuren binnen het betreffende
onderzoeksdomein;
11° de toegankelijkheid van de
onderzoeksinfrastructuur voor onderzoekers van buiten de onthaalinstelling, als
vermeld in artikel 19, § 1, alsook de kwaliteit van de
toegangsregeling.
De Commissie Hercules-Science laat zich bij
de beoordeling van de aanvraagdossiers bijstaan door peers die als autoriteit
in de betrokken vakgebieden worden erkend en niet werkzaam zijn in
België.
§ 3. De Commissie
Hercules-Invest gaat ten aanzien van de door de Commissie Hercules-Science
excellent bevonden aanvragen na of de opgemaakte investeringsplannen voldoende
realistisch en objectief zijn. De investeringsplannen omvatten daartoe ten
minste volgende elementen :
1° een beschrijving van de
voorgenomen investering;
2° een beschrijving van de wijze
waarop de infrastructuur verkregen wordt;
3° een
gebruiksplan;
4° een beschrijving van de kwaliteit van de
infrastructuur waarin de onderzoeksinfrastructuur desgevallend wordt
gehuisvest;
5° een schatting van de financiële,
personele en materiële kosten;
6° een sluitende
begroting.
De Commissie Hercules-Invest onderzoekt vervolgens
of er zich geen noden of opportuniteiten aandienen op het vlak van instellings-
of associatieoverschrijdende samenwerking of samenwerking met onderzoekscentra,
wetenschappelijke instellingen, of ondernemingen.
Op grond
van het onderzoek, vermeld in het eerste en het tweede lid, formuleert de
Commissie Hercules-Invest desgevallend een aanbeveling, die toegevoegd wordt
aan de lijst van de door de Commissie Hercules-Science excellent bevonden
aanvragen.
§ 4. - De raad van bestuur van de
Herculesstichting neemt een eindbeslissing, rekening houdend met de beginselen
als vermeld in deze paragraaf.
- De lijst van de door de
Commissie Hercules-Science excellent bevonden aanvragen kan slechts worden
bekrachtigd of afgewezen. Bij afwijzing worden de Commissie Hercules-Science en
de Commissie Hercules-Invest opnieuw bevraagd, desgevallend met uitdrukkelijke
opgave van de elementen die volgens de raad van bestuur nader moeten worden
onderzocht.
Indien de Commissie Hercules-Invest omtrent een
aanvraagdossier een aanbeveling heeft geformuleerd, handelt de raad van bestuur
van de Herculesstichting als volgt :
1° ofwel wordt de
aanbeveling verworpen, en wordt het dossier goedgekeurd;
2°
ofwel wordt de aanbeveling geheel of ten dele aanvaard, en wordt het dossier
goedgekeurd, met dien verstande dat de door de raad van bestuur opgelegde
voorwaarden op het vlak van financiering of samenwerking zullen gelden als
subsidiëringsvoorwaarden;
3° ofwel wordt de
aanbeveling geheel of ten dele aanvaard, en wordt het dossier slechts
goedgekeurd indien aan de raad van bestuur de nodige remediëringen worden
voorgelegd binnen een door de raad van bestuur bepaalde termijn, die niet
korter kan zijn dan tien kalenderdagen en zestig kalenderdagen niet mag
overschrijden.
HOOFDSTUK 4. - Subsidiëring
Afdeling 1. - Subsidiabele
kosten
Art. 15.
De subsidiabele kosten zijn deze
als vermeld in
[artikel 22/5 van het decreet van 30 april 2009]
, met dien verstande dat over de afschrijvingsperiode van de
onderzoeksinfrastructuur ten hoogste 15 procent van de subsidiëring
besteed kan worden aan :
1° herstellingskosten met
betrekking tot de onderzoeksinfrastructuur;
2° kosten voor
aanpassingen aan gebouwen en aansluitingskosten ten behoeve van de
onderzoeksinfrastructuur;
3° personele kosten voor het
permanente onderhoud en het bedienen van de
onderzoeksinfrastructuur.
Afdeling 2. -
Subsidiepercentage
Art. 16.
[Geselecteerde initiatieven voor middelzware onderzoeksinfrastructuur ontvangen onder de voorwaarden, vermeld in artikel 22/6 van het decreet van 30 april 2009, een subsidiëring ten bedrage van 100 % van de subsidiabele kosten.]
Art. 17.
[Geselecteerde initiatieven voor zware onderzoeksinfrastructuur ontvangen onder de voorwaarden, vermeld in artikel 22/6 van het decreet van 30 april 2009, een subsidiëring ten bedrage van 70 % van de subsidiabele kosten.]
De subsidiëring wordt echter
verhoogd tot 90 % in het geval het investeringsinitiatief uitgaat van een
onderzoeksgroep of onderzoeksgroepen in de schoot van meer dan
één aanvrager, voor zover in het aanvraagdossier wordt aangetoond
dat alle aanvragers ten minste de helft dragen van het bedrag dat zij zouden
moeten betalen, mocht de resterende 10 % van de subsidiabele kosten naar
evenredigheid worden verdeeld.
Indien ten minste 25 % van de
in aanmerking komende kosten ten laste worden genomen door een andere instantie
dan een universiteit of een hogeschool, wordt het door de universiteit of de
hogeschool zelf te financieren gedeelte voor 100 %
gesubsidieerd.
Afdeling 3. -
Betalingsmodaliteiten
Art. 18.
De raad van bestuur van de
Herculesstichting en de ontvangers van de subsidie sluiten een overeenkomst
omtrent de wijze waarop de subsidies worden uitbetaald, na goedkeuring van de
subsidiabele kosten.
Afdeling 4. -
Subsidiëringsvoorwaarden
Art. 19.
§ 1. De gesubsidieerde
onderzoeksinfrastructuur wordt beheerd door een onthaalinstelling die over een
zakelijk recht op de infrastructuur beschikt.
In het geval
van middelzware onderzoeksinfrastructuur is de onthaalinstelling
:
1° ofwel een associatie, een universiteit of een
hogeschool;
2° ofwel een behoorlijk gemandateerd orgaan van
de associatie, de universiteit of de hogeschool;
3° ofwel
een samenwerkingsverband tussen één of meer associaties,
universiteiten of hogescholen;
4° ofwel een vereniging,
stichting of vennootschap die door één of meer associaties,
universiteiten of hogescholen wordt gecontroleerd.
- In het
geval van zware onderzoeksinfrastructuur is de onthaalinstelling
:
1° ofwel een associatie, een universiteit, een
hogeschool, een strategisch onderzoekscentrum of een instelling voor
postinitieel onderwijs;
2° ofwel een behoorlijk
gemandateerd orgaan van de associatie, de universiteit, de hogeschool, het
strategisch onderzoekscentrum of een instelling voor postinitieel
onderwijs;
3° ofwel een samenwerkingsverband tussen
één of meer associaties, universiteiten of hogescholen,
strategische onderzoekscentra of een instelling voor postinitieel
onderwijs;
4° ofwel een vereniging, stichting of
vennootschap die door één of meer associaties, universiteiten,
hogescholen of strategische onderzoekscentra of door een instelling voor
postinitieel onderwijs wordt gecontroleerd.
Voor de
toepassing van het tweede lid, 4°, en het derde lid, 4°, wordt de
controle over een vereniging of stichting geacht samen te vallen met het bezit
van de meerderheid van de stemmen in de raad van bestuur. De controle over een
vennootschap wordt geïnterpreteerd in de zin die artikel 5 van het Wetboek
van vennootschappen daaraan geeft.
§ 2. De onthaalinstelling houdt
een logboek bij waarin wordt volgende elementen worden opgenomen
:
1° de gebruikers van de
onderzoeksinfrastructuur;
2° de aanwending van de
onderzoeksinfrastructuur;
3° de tijdsduur van het gebruik
van de onderzoeksinfrastructuur;
4° commentaren van de
gebruikers bij de efficiëntie en effectiviteit van de
onderzoeksinfrastructuur.
Art. 20.
Derden kunnen te allen tijde
participeren aan een gesubsidieerd investeringsinitiatief. Zij kunnen als
tegenprestatie voor een bepaalde financiële, personele of materiële
inbreng in het investeringsinitiatief een gelimiteerd recht van gebruik ten
aanzien van de onderzoeksinfrastructuur doen gelden.
Derden
kunnen nimmer begunstigde zijn van de subsidiëring in de zin van dit
besluit. Deze subsidiëring wordt nimmer doorgestort aan bedoelde derden of
aan een rechtspersoon waarin de subsidiegerechtigden samen met deze derden
participeren.
Afdeling 5. - Toezicht
Art. 21.
Indien de regeringscommissaris bij
een universiteit, de commissaris bij een hogeschool, of de regeringscommissaris
of commissaris, belast met het toezicht op de associatie, een overtreding
vaststelt van de in artikel 17 vermelde aanwendingsvereisten of van de in
artikel 19 en 20 vermelde subsidiëringsvoorwaarden, voegt hij bij het
beroepschrift een advies om toepassing te maken van
[...]
artikel 13
van de wet van 16 mei 2003 tot vaststelling van de algemene bepalingen die
gelden voor de begrotingen, de controle op de subsidies en voor de boekhouding
van de gemeenschappen en de gewesten, alsook voor de organisatie van de
controle door het Rekenhof.
HOOFDSTUK 5. - Evaluatie
Art. 22.
§ 1. De werking en de impact van het
Herculesmechanisme in termen van wetenschappelijke, economische en
maatschappelijke valorisatie worden vijfjaarlijks, en voor het eerst in 2012,
geëvalueerd door een panel van experts, waaronder vertegenwoordigers van
de industriële sector. De experts zijn extern aan alle bij het
Herculesmechanisme betrokken instanties.
De evaluatie betreft
ten minste :
1° de wetenschappelijke opbrengst van de
investering, gemeten aan de hand van onder meer wetenschappelijke doorbraken,
hoogwaardige publicaties, valorisatieresultaten en verworven industriële
projecten;
2° de effectiviteit van de investering, rekening
houdend met de gebruiksintensiteit van de onderzoeksinfrastructuur en de
verhouding van de gebruiksintensiteit tot de totale
gebruikskost;
3° de toegankelijkheid van de
onderzoeksinfrastructuur voor de onderzoekers, rekening houdend met de
bezettingsgraad van de infrastructuur, het aandeel van het gebruik door
onderzoekers uit de onthaalinstelling, en het gebruik door
derden;
4° de internationale betekenis van de investering
in de goedgekeurde onderzoeksinfrastructuur, rekening houdend met de mate
waarin de onderzoeksinfrastructuur wordt ingezet in internationale
onderzoeksprogramma's;
5° het instellings- en
associatieoverschrijdende karakter van de goedgekeurde aanvragen, rekening
houdend met het percentage van de goedgekeurde aanvragen dat gezamenlijk
gefinancierd wordt en met het percentage van de goedgekeurde aanvragen waarbij
een significant gedeelte van de gebruikstijd wordt ingenomen door
één of meer universiteiten of hogescholen buiten de
onthaalinstelling;
6° de financiële, personele en
materiële inbreng van derden in de
investeringsinitiatieven.
De evaluatie kan voorstellen
omvatten betreffende wenselijke bijstellingen aan de Herculesfinanciering
teneinde de doelmatigheid en efficiëntie ervan te
verbeteren.
§ 2. De onthaalinstellingen bezorgen
de in artikel 19, § 2, bedoelde logboeken aan het panel van
experts.
§ 3. De resultaten van de evaluatie
worden aan de Vlaamse Regering meegedeeld. De resultaten van de eerste
evaluatie worden meegedeeld vóór het einde van
2012.
TITEL III. - Bijzondere bepalingen betreffende specifieke
infrastructuurprojecten
Art. 23.
De Commissie Hercules-Science, als vermeld
in artikel 10, brengt, daartoe bevraagd, bij de minister advies uit over
:
1° aanvragen voor het creëren van
toegangsmogelijkheden tot onderzoeksinfrastructuren die niet in het Vlaamse
Gewest of in de Vlaamse Gemeenschap zelf kunnen worden uitgebouwd omwille van
de kostprijs ervan, of omwille van de beperkte kritische massa van de
onderzoeksgemeenschap;
2° de wenselijkheid van een
rechtstreekse Vlaamse participatie, in het bijzonder door middel van
cofinanciering, in initiatieven voor de ontwikkeling van nieuwe zware
onderzoeksinfrastructuur die redelijkerwijs slechts in een gemeenschaps- of
gewestoverschrijdende context kan worden
gefinancierd.
TITEL IV. - Inwerkingtreding en
uitvoeringsmachtiging
Art. 24.
Dit besluit heeft uitwerking met ingang
van 1 januari 2007.
Art. 25.
De minister is belast met de uitvoering
van dit besluit. Hij is ertoe gemachtigd om voor de toepassing van dit besluit
nadere regelen van louter procedurele aard vast te
stellen.