Samenwerking tussen CLB's en zorgboerderij

1. Inleiding

Op 20 december 2013 keurde de Vlaamse Regering het besluit tot toekenning van subsidies aan land- of tuinbouwers voor de diversificatie naar zorgboerderijactiviteiten goed. Land- en tuinbouwers die voldoen aan de voorwaarden kunnen een subsidie ontvangen, in ruil voor het opvangen van zorgvragers. Het besluit maakt het mogelijk dat de Centra voor Leerlingenbegeleiding (CLB's) voor jongeren met leerplichtproblemen samenwerken met zorgboeren. Eén van de uitgangspunten daarbij is dat wanneer jongeren de kans krijgen om (onder toezicht en begeleiding van een land- of tuinbouwer) werk op te nemen dat zij als nuttig en dienstbaar ervaren, zij zichzelf zullen terugvinden en opnieuw perspectieven zullen ontdekken om iets van hun schoolcarrière te maken.

Opdat de land- of tuinbouwer een subsidie zou verkrijgen moet er een overeenkomst met de voorziening, in het geval van leerlingen uit onderwijs, CLB's, worden afgesloten. Deze overeenkomst wordt de zorgboerderijovereenkomst genoemd. Bij het toeleiden naar de zorgboerderij houden de CLB's rekening met onderstaande bepalingen.

2. Bepalingen

2.1. In aanmerking komende leerlingen

Een leerling komt voor een schoolvervangend traject bij de zorgboerderij in aanmerking voor zover hij ten minste het eerste leerjaar eerste graad van het secundair onderwijs heeft aangevat en de begeleiding kadert in de remediëring van problematische afwezigheden. Ook leerlingen die tijdelijk op school zijn uitgesloten komen in aanmerking.

Leerlingen die in het kader van hun opleiding stage willen lopen, komen niet in aanmerking voor zorgboerderijovereenkomsten. Voor dergelijke leerlingen wordt door de school een stageovereenkomst uitgewerkt, volgens de richtlijnen omschreven in de omzendbrieven SO/2015/01 - Leerlingenstages, observatieactiviteiten en praktijklessen op verplaatsing in het voltijds secundair onderwijs en BuSO OV4 en SO/2016/01 (BuSO) – Omzendbrief inzake leerlingenstages, sociaal-maatschappelijke trainingen, observatieactiviteiten en praktijklessen op verplaatsing in het buitengewoon secundair onderwijs van opleidingsvorm 1, 2 en 3.

2.2. Afsluiten zorgboerderijovereenkomst

Het Departement Landbouw en Visserij werkte een procedure uit om zorgboerderijovereenkomsten via een e-loket (zie: www.landbouwvlaanderen.be) op te maken en te registreren (zie http://lv.vlaanderen.be/nlapps/docs/default.asp?id=1263 ). De verwachte taken, afspraken en aandachtspunten van het CLB, de zorgboerderij en de leerling kunnen daar mee in opgenomen worden. Alleen een land- of tuinbouwer kan de zorgboerderijovereenkomst op het e-loket opstarten. Er zijn daarbij 2 scenario’s mogelijk waarbij het van belang is dat zowel de landbouwer als het CLB de zelfde versie van de overeenkomst ondertekenen via het e-loket. Ondertekenen gebeurt door via het e-loket op "indienen" te klikken.

1) Ofwel vult de landbouwer de overeenkomst volledig in en dient die vervolgens in. Nadien moet de overeenkomst ingediend worden door het CLB

2) Ofwel vult de landbouwer de overeenkomst nog niet volledig in en laat daarna het CLB de overeenkomst verder invullen. Daarna moet het CLB de overeenkomst indienen en tot slot moet de landbouwer die versie opnieuw indienen.

Voor leerlingen uit onderwijs kan enkel het CLB de overeenkomst afsluiten. Dit betekent niet dat de school geen betrokken partij is. Het CLB maakt immers met de school afspraken over de remediëring van de afwezigheden en bekijkt samen met de school wat er na het verblijf bij de zorgboerderij zal gebeuren.

Het gebeurt dat een leerling door meerdere voorzieningen wordt begeleid.

Wanneer een andere voorziening het initiatief tot het afsluiten van een zorgboerderijovereenkomst neemt, is het CLB niet verplicht om de zorgboerderijovereenkomst mee te tekenen.

Het is niet mogelijk om de zorgvrager via het e-loket de overeenkomst te laten ondertekenen. Om de leerling er persoonlijk betrokken bij te houden, tekent hij of zij best mee maar dan dient dit te gebeuren op een papieren versie van de overeenkomst die wordt afgedrukt vanuit het e-loket. Als de leerling minderjarig is, tekent zijn of haar vertegenwoordiger, zoals de ouders of wettelijke vertegenwoordiger.

2.3. Registratie op school tijdens het verblijf op de zorgboerderij

Volgens de richtlijnen in de omzendbrieven op afwezigheden staat de school in voor het bijhouden van de registratie van de afwezigheden op school. Voor een verblijf op de zorgboerderij wordt in de school de code O genoteerd.

De omzendbrieven waarvan hier sprake zijn de volgende:

- SO/2005/04 - Afwezigheden en in- en uitschrijvingen in het voltijds gewoon secundair onderwijs en het deeltijds secundair onderwijs (08/07/2005);

- SO/2002/05/buso - Afwezigheden en in- en uitschrijvingen in het buitengewoon secundair onderwijs. (15/08/2002);

- SO 70 - Aanwezigheid van leerlingen: aanwezigheidsregister, stamboekregister, individuele steekkaart en registratiefiche van de leerling (03/07/2000);

- BUSO 04 - Aanwezigheid van leerlingen: stamboekregister, individuele steekkaart, aanwezigheidsregister, en registratiefiche van de leerling. Maatregelen vanaf het schooljaar 2001-2002 voor het buitengewoon secundair onderwijs (01/09/2001).

Ook indien een leerling gedurende het traject bij de zorgboerderij ziek wordt, blijft de code ongewijzigd. Met de zorgboerderij wordt wel afgesproken dat ziektes onmiddellijk aan de begeleider worden gemeld.

De zorgboer houdt een registratie van aanwezigheden van de leerling bij door op het e-loket van het departement Landbouw en Visserij per kwartaal een aanwezigheidslijst in te vullen.

De landbouwer kan subsidies ontvangen voor het opvangen van zorgvragers op zijn bedrijf. Hiervoor is het van belang dat per kwartaal de aanwezigheden van de zorgvrager tijdig worden ingediend via het e-loket. De landbouwer of het CLB kunnen deze aanwezigheidslijst invullen en nadien moet de andere partij die aanwezigheidslijst bevestigen via het e-loket. Pas als beide partijen de aanwezigheidslijst hebben bevestigd, is de aanwezigheidslijst correct ingediend.

Binnen het kader van het e-loket is er slechts één organisatie die kan ondertekenen, maar het gebeurt dat aan het CLB wordt gevraagd om een zorgboerderijovereenkomst op papier mee te ondertekenen voor leerlingen die in een instelling Bijzondere Jeugdbijstand zijn opgenomen (zie ook punt 2). Op die manier krijgt het CLB de gelegenheid het verloop van de begeleiding bij de zorgboerderij te volgen. Deze leerlingen zijn, volgens de hierboven vermelde omzendbrieven op afwezigheden, op school geregistreerd onder de code R. Ook in die gevallen verandert het verblijf bij de zorgboerderij niets aan de op school geregistreerde code. De overeenkomst met de zorgboerderij wordt immers afgesloten op vraag van de instelling Bijzondere Jeugdbijstand.

2.4. Verwachte taken, afspraken en aandachtspunten

In de zorgboerderijovereenkomst kunnen de verwachte taken, afspraken en aandachtspunten voor de jongere, het CLB en de zorgboerderij in onderling overleg vastgelegd en beschreven worden.

De behoefte van de jongere staat daarbij centraal: afhankelijk van zijn/haar interesses en mogelijkheden worden de opdrachten op de zorgboerderij beschreven. In de meeste gevallen zullen de werkzaamheden bij de zorgboerderij lichte arbeidsactiviteiten zijn waarmee geen werkdruk en kwaliteitseis is gemoeid.

2.5. Verzekeringen

De zorgboer moet zich verzekeren voor de opvang van zorgvragers. Het CLB verifieert of de verzekering van de zorgboer voor de opvang van de zorgvrager in orde is.

Bovendien is het de contractuele verantwoordelijkheid van het CLB om te controleren of de polis van de school voldoende dekking biedt voor de risico's verbonden aan het verblijf van de leerling op de zorgboerderij.

Het CLB vraagt bij de school onderstaande punten na:

- de burgerlijke aansprakelijkheid

Deze verzekering dekt de aansprakelijkheid die de instelling kan oplopen voor schade die aan derden wordt veroorzaakt in het kader van het verblijf bij de zorgboer.

- de lichamelijke ongevallen

Deze verzekering dekt de kosten verbonden aan opgelopen lichamelijke letsels.

- de weg van en naar de zorgboerderij

De van toepassing zijnde schoolpolis (bij voorkeur het effectieve polisnummer) wordt vermeld op de zorgboerderijovereenkomst.

Indien de schoolpolis niet van toepassing kan zijn, vraagt het CLB aan de ouders van de leerling om een familiale verzekering af te sluiten, die de vermelde risico's dekt.

2.6. De verblijfsduur

Het besluit over de zorgboerderijen geeft jongeren vanaf de 1ste graad van het secundair onderwijs de kans om voor een overeengekomen periode bij een zorgboer te verblijven.

Het is niet de bedoeling dat jongeren door het traject bij de zorgboer hun kans op een kwalificatie verliezen. Om een re-integratie in onderwijs te bewerkstellingen en de kans op kwalificatie van de leerling niet te verliezen, is het belangrijk om de verblijfsduur bij de zorgboer te beperken. Overeenkomsten van onbepaalde duur zijn voor leerlingen die door CLB's worden doorverwezen, uitgesloten.

2.7. De frequentie van opvolgingscontacten en evaluaties

Het coachen en ondersteunen van de zorgboerderij bij zijn opdracht gebeurt aan de hand van evaluatiebesprekingen. Deze besprekingen gebeuren ter plaatse of telefonisch en bij voorkeur minstens per kwartaal. Van bij aanvang dient afgesproken te worden wie hiertoe het initiatief neemt en wie in deze evaluatiegesprekken betrokken wordt (school, CLB,…).

Vanuit kwaliteitsvol handelen wordt onderstaande aangeraden:

- tijdens de opstartfase altijd op het einde van de eerste week te evalueren;

- voor een verblijf van enkele weken minimum één maal per maand te evalueren;

- altijd te evalueren bij het afronden van een verblijf bij de zorgboer, ook wanneer een overeenkomst vroegtijdig wordt stopgezet;

- om bij een crisismoment zo snel mogelijk ter plaatste langs te gaan.

2.8. Vakantieperiodes van de scholen en overnachtingen

De vakantieperiodes van de scholen worden gerespecteerd. Indien een jongere toch een overeenkomst in de vakantie wenst, wordt er nagegaan of een andere organisatie de begeleiding tijdens de vakantieperiode kan opnemen.

De leerling is enkel tijdens de schooluren aanwezig op de zorgboerderij. Het is uitgesloten dat een leerling, die door het CLB naar een zorgboerderij wordt verwezen, bij de zorgboer overnacht.

2.9. Verloning en vergoeding van de leerlingen

De leerlingen krijgen voor het verblijf op de zorgboerderij geen loon of vergoeding.

2.10. Onkosten

Indien een zorgboerderij kosten maakt, zoals voor eten, drank en de verplaatsing van en naar het land-of tuinbouwbedrijf, en hij hiervoor een compensatie wenst, ziet het CLB er op toe dat hierover duidelijke afspraken zijn tussen de boerderij, de jongere en zijn ouders of wettelijke vertegenwoordiger.

3. Afstemmen van de hulpvraag op het aanbod van de zorgboerderij

De volgende instantie kan de CLB's ondersteunen in het vinden van een zorgboer:

Het steunpunt Groene Zorg:

VZW Steunpunt Groene Zorg

Diestsevest 40

3000 Leuven

Website: www.groenezorg.be – steunpuntgroenezorg@groenezorg.be

Het Steunpunt Groene Zorg vzw ondersteunt de samenwerking tussen CLB’s en zorgboerderijen. Zij organiseren daarvoor dienstverlening op maat (o.a. bij de voorbereiding en opmaak van een zorgboerderijovereenkomst), alsook infosessies voor CLB-medewerkers en vormingsactiviteiten voor zorgboerderijen.

4. Ondersteuning nodig bij e-loket

De volgende instantie kan u de nodige ondersteuning aanbieden rondom de werking van het e-loket:

Departement Landbouw en Visserij

Koning Albert II-laan 35, bus 40 - 1030 Brussel

Tel. 02 553 44 08

e-mail:zorgboerderijen@lv.vlaanderen.be

Zie ook: https://lv.vlaanderen.be/nl/subsidies/bedrijfssubsidies/zorgboerderijen