Besluit van de Vlaamse Regering tot erkenning van de beroepskwalificatie zorgkunde

  • goedkeuringsdatum
    08 juli 2016
  • publicatiedatum
    B.S.21/10/2016
  • datum laatste wijziging
    21/10/2016

DE VLAAMSE REGERING,

Gelet op het decreet van 30 april 2009 betreffende de kwalificatiestructuur, artikel 12, vervangen bij het decreet van 1 juli 2011;

Gelet op het erkenningsadvies van het Agentschap voor Hoger Onderwijs, Volwassenenonderwijs, Kwalificaties en Studietoelagen, gegeven op 17 juni 2016;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 29 juni 2016;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Onderwijs en de Vlaamse minister van Werk, Economie, Innovatie en Sport;

Na beraadslaging,

Besluit :

Artikel 1.

De beroepskwalificatie van zorgkundige, ingeschaald op niveau 4 van de Vlaamse kwalificatiestructuur, wordt erkend. De beschrijving opgenomen in de bijlage die bij dit besluit is gevoegd, omvat de definitie en de bijbehorende competenties.

Art. 2.

De Vlaamse minister, bevoegd voor het onderwijs, en de Vlaamse minister, bevoegd voor het tewerkstellingsbeleid, zijn, ieder wat hem of haar betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Bijlage

Beschrijving van de beroepskwalificatie van zorgkundige (0243) als vermeld in artikel 1

1. GLOBAAL

a. Titel

Zorgkundige

b. Definitie

De zorgkundige volgt onder toezicht van een verpleegkundige de gezondheidstoestand van de cliënt op, begeleidt deze bij de activiteiten van het dagelijks leven en staat in voor lichaamsverzorging, comfortzorg, preventie, gezondheidsopvoeding en logistieke ondersteuning teneinde de cliënt op efficiënte en kwaliteitsvolle wijze te ondersteunen en te verzorgen, waarbij rekening gehouden wordt met zijn/haar welzijn.

c. Niveau

4

d. Jaartal

2016

2. COMPETENTIES

2.1. Opsomming competenties

BASISACTIVITEITEN algemene activiteiten

Werkt volgens de wettelijke reglementeringen en procedure(s) (co 02066)

- Verleent zorg binnen de grenzen van het wetgevende en professionele kader

- Werkt volgens afspraken en visie van de organisatie en actuele evidence based protocollen (veiligheid, toezicht naleven ...)

- Voert gedelegeerde handelingen uit die aansluiten bij zijn/haar competentieniveau en wettelijk beroepsdomein

Handelt volgens de professionele gedragscode (co 02067)

- Handelt volgens de professionele (gedrags-)code (beroepsgeheim, privacy van de cliënt, scheiding beroepscontext-privé, ...)

- Bouwt een professionele zorgrelatie op empathische wijze op met respect voor de medische, fysieke, sociale, culturele en spirituele achtergrond van de cliënt

- Creëert een veilige omgeving voor de cliënt

- Benadert de cliënt op holistische wijze

- Toont een groot verantwoordelijkheidszin

- Respecteert de zakelijke omgangsvormen

- Verzorgt de persoonlijke hygiëne en zorgt voor een verzorgd voorkomen

Waarborgt de zorg aan de hand van de kwaliteitsnormen (co 02068)

- Hanteert een systematische aanpak voor het oplossen van problemen in alle mogelijke professionele situaties binnen de grenzen van de eigen bevoegdheid

- Verleent zorg conform de professionele aanbevelingen, de (evidence based) protocollen en institutionele procedure

- Werkt volgens de basisprincipes* (hygiëne en aseptie, comfort, beleving, zelfzorg en inspraak, veiligheid, ergonomie, economie en ecologie)

*Verpleegkundige basisprincipes van Prof. Grypdonck, 1987 volgens deze basisprincipes ( hygiëne en aseptie, comfort, zelfzorg en inspraak, beleving, veiligheid, ergonomie, economie en ecologie) wordt in de zorgverlening gewerkt

Werkt samen met het interdisciplinair* team (J150101 Id17297-c)

- Onderhoudt een efficiënte communicatie met andere zorgverleners om zorgoverdracht te optimaliseren waarbij hij/zij een respectvolle houding aanneemt, luistert en samen werkt met de andere teamleden

- Bespreekt de algemene zorg van de cliënt met andere zorgververleners (arts, verpleegkundige, (interdisciplinair) team)

- Verwoordt de bezorgdheden en noden van de cliënten* en/of zorgverleners bij de besluitvorming van het interdisciplinair team

- Draagt bij tot de continuïteit van de (interdisciplinaire) zorgverlening of de interdisciplinaire samenwerking in het kader van de zorgprocessen

- Kent de taken en rollen van andere disciplines in de zorgsector en weet wanneer op wie een beroep gedaan kan worden

- Werkt mee in het interdisciplinair team aan preventie-acties

- Communiceert patiëntengegevens met andere zorgverleners via elektronische of digitale netwerken

*Interdisciplinair team : er zijn in een team een veelheid aan disciplines aanwezig, waarbij de zorgverleners van elke beroepsgroep zowel eigen taken heeft als taken die ze gemeenschappelijk hebben met andere beroepsgroepen

*Cliënt : is in dit dossier een algemene term om de verschillende personen (patiënt, mantelzorger, zorgvrager, kind en/of ouders, bewoner, wettelijke vertegenwoordiger, sociaal netwerk cliënt,, ...) en/of groepen (organisatie, doelgroep...) die een hulpvraag/-behoefte hebben te benoemen

Werkt samen met de cliënt en communiceert professioneel binnen een cliëntgerichte zorgrelatie (J150101 Id14037-c/38677-c)

- Gaat op empathische wijze om met de cliënt waarbij de nodige afstand bewaard wordt om een professionele relatie te behouden

- Maakt afspraken met de cliënt aangaande de uitvoering van de hulpvraag

- Luistert actief zonder een waardeoordeel te vellen, rekening houdend met de geschiedenis en eigenheid van de cliënt en vergewist zich ervan dat hij/zij de cliënt correct begrepen heeft

- Past zijn/ haar taalgebruik aan in functie van de cliënt, zowel naar inhoud als naar vorm

- Geeft advies en informatie aan de cliënt

- Ondersteunt en begeleidt de cliënt in moeilijke momenten

- Ondersteunt de cliënt bij vragen rond levenskwaliteit

- Is in staat adequaat om te gaan met agressie, grensoverschrijdend gedrag vanwege de cliënt

Ondersteunt en bevordert empowerment* en zelfredzaamheid van de cliënt (J150101 Id17979-c)

- Bepaalt in overleg met de cliënt de zelfredzaamheidsdoelen en voert ze uit conform het zorgplan

- Past aangereikte methoden (hulpmiddelen, paramedische adviezen, gesprekstechnieken, ...) toe om zelfredzaamheid van de cliënt te ondersteunen, te versterken of te herstellen

- Respecteert en ondersteunt de draagkracht en draaglast van de cliënt en zijn omgeving binnen de individuele zorg

- Herkent weerstanden van de cliënt en gaat hier mee om

* Empowerment is een proces van zelfversterking dat cliënten een actieve rol geeft in hun eigen zorgproces en leven

Ontwikkelt de eigen deskundigheid (co 01052)

- Schoolt zich professioneel bij

- Vindt vormingsorganisaties en - programma's terug

- Reflecteert over het eigen handelen en stuurt bij

- Staat open voor en gaat constructief om met feedback

- Gaat op constructieve wijze om met de grenzen van zijn beroepsdomein in functie van zijn eigen competenties

- Roept hulp in van het interdisciplinaire team indien noodzakelijk

- Wisselt kennis uit met alle zorgverleners

- Gebruikt de taal die men in het kader van het beroep hanteert op voldoende deskundige wijze zowel mondeling als schriftelijk

- Presteert onder druk, tijdens of na tegenslag of teleurstelling

Draagt bij tot de ontwikkeling van het beroep (co 02069)

- Werkt volgens actuele (evidence based*) ontwikkelde protocollen binnen de organisatie/voorziening

- Volgt de toegewezen stagiair op en schept een gunstige leerklimaat in functie van de leerdoelen en leermogelijkheden van de stagiair

- Fungeert als rolmodel voor de stagiair in opleiding

*Evidence based is het gewetensvol, expliciet en oordeelkundig gebruik van het huidige beste bewijsmateriaal om cliënten te verzorgen. zorg aan de persoon

Plant en organiseert de zorg van de cliënt conform het zorgplan (co 02070)

- Schat de individuele zorgbehoeften in, binnen zijn bevoegdheden, aan de hand van de gegevens verkregen uit verschillende bronnen (zorgdossier ...)

- Bepaalt de individuele zorgprioriteiten in samenwerking met de verpleegkundige en de cliënt

- Gebruikt het zorgplan op reguliere basis, in samenwerking met andere leden van het zorgteam en met de cliënt

- Plant efficiënt en op systematische wijze (stappen van probleemoplossing) de individuele zorg van de cliënten conform het individuele zorgplan rekening houdend met de prioriteiten, de continuïteit van de zorg, geplande onderzoeken, tijdsbesteding ...

Voert de basiszorg uit volgens het zorgplan van de cliënt met ADL-dysfunctie (J150101 Id17979-c/7923-c)

- Verleent basiszorg (zorg en nazorg) en past deze aan in functie van de individuele noden en gewoonten van de cliënt

- Voert de kwalitatieve basiszorg in de verschillende zorgcontexten uit volgens de door de verpleegkundige opgestelde zorgplanningen

- Voert de basiszorg op structurele en systematische wijze uit

- Observeert en herkent de veranderingen (psychisch, fysiek, sociaal...) in de gezondheidstoestand van de cliënt

- Bewaakt het algemeen comfort en de veiligheid van de cliënt

- Ruimt al het materiaal op en laat de kamer/leefruimte netjes achter rekening houdend met de verwachtingen en mogelijkheden van de cliënt

Voert de basiszorg en gedelegeerde verpleegkundige handelingen* uit volgens de richtlijnen en onder supervisie van de verpleegkundige aan een cliënt met ADL-disfunctie (J150101 Id17759-c/25378-c/38663-c)

- Verleent basiszorg conform de professionele en organisatorische procedures en past deze aan in functie van de individuele noden en gewoonten van de cliënt

- Voert de kwalitatieve zorg uit volgens het zorgplan

- Voert de gedelegeerde verpleegkundige handelingen uit binnen de toegestane wetgevende bepalingen en binnen een gestructureerde equipe

- Voert de basiszorg op structurele en systematische wijze uit bij de verschillende doelgroepen

- Bewaakt het algemeen comfort en de veiligheid van de cliënt

- Biedt comfortzorg bij de toegewezen palliatieve en terminale zorg

- Dient de laatste zorg toe aan de overleden cliënt

- Ruimt al het materiaal op en laat de kamer/leefruimte netjes achter, rekening houdend met de verwachtingen en mogelijkheden van de cliënt

*Voert als zorgkundige de verpleegkundige activiteiten uit conform het `K.B. van 12 januari 2006 besluit tot vaststelling van de verpleegkundige activiteiten die de zorgkundigen mogen uitvoeren en de voorwaarden waaronder de zorgkundigen deze handelingen mogen stellen'

Neemt preventieve maatregelen ter voorkoming van primaire, secundaire en tertiaire letsels tijdens de basiszorg (J150101 Id7923-c)

- Inventariseert de risicofactoren voor primaire, secundaire en tertiaire letsels bij cliënten

- Past de nodige maatregelen toe ter voorkoming van primaire, secundaire en tertiaire letsels bij cliënten

- Past de nodige maatregelen toe om infecties en besmettingen te voorkomen

- Geeft informatie over het treffen van preventieve maatregelen (hulpmiddelen, ondersteunende middelen, ...)

- Ondersteunt het aanwenden van preventiemiddelen

- Volgt cliënten met een verhoogd risico op

- Doet voorstellen voor het aanpassen van de leefruimte om de veiligheid en ergonomie te verhogen

Voert EHBO uit bij noodsituaties (co 02071)

- Herkent levensbedreigende situaties en grijpt in conform de voorgeschreven procedure

- Zorgt voor veiligheid van de cliënt

- Alarmeert interne verantwoordelijken of externe hulpdiensten volgens de ernst en toestand van de cliënt

- Past de noodzakelijke eerste hulp toe

- Voert BLS (basic life support) met en zonder AED (automatische externe defibrillator) uit

Evalueert de zorg en rapporteert in het zorgdossier (J150101 Id17297-c/38663-c)

- Rapporteert op nauwkeurige en gestructureerde wijze de wijzigingen en/of gerealiseerde vooruitgang in het zorgdossier

- Deelt en rapporteert zijn observaties, interventies alsook de reacties (psychosociale, fysieke en psychische) van de cliënt conform de voorschriften

- Evalueert samen met de verpleegkundige de zorg op een continue systematische manier in relatie tot de geplande doelstellingen met inspraak van de cliënt en stuurt, in overleg, bij indien nodig

- Wisselt informatie uit met betrekking tot de behandeling van de cliënt met de verschillende betrokkenen (verzorgende, verpleegkundige, artsen, ...) om de kwaliteit van de zorg te verbeteren overige taken

Voert logistieke taken uit (J150101 Id16311-c/17086-c/18075-c/20810-c/5806-c)

- Zorgt voor de voorbereiding, bedeling en het afruimen van de maaltijden

- Voert patiëntenvervoer uit

- Helpt mee om een optimaal woon- en leefklimaat voor de cliënt te bekomen

- Voert elementaire huishoudelijke taken uit

- Onderhoudt de logistieke ruimten (reinigen, desinfecteren, ontsmetten...)

- Onderhoudt het zorgmateriaal en controleert de goede werking (reinigen, desinfecteren, ontsmetten, eenvoudig steriliseren...)

Regelt ontspannings- en vrijetijdsactiviteiten volgens de verwachtingen en noden van de cliënt en stimuleert de cliënt om deel te nemen (J150101 Id21893-c)

- Brengt een aangename sfeer aangepast aan de doelgroep

- Organiseert en begeleidt ontspannings- en vrijetijdsactiviteiten

- Bespreekt met andere zorgverleners de behoeften aan activiteiten

- Ondersteunt de animator tijdens ontspannings- en vrijetijdsactiviteiten

- Legt de nadruk op het welbevinden van de persoon met een zorgbehoefte

- Betrekt de omgeving van de persoon met een zorgbehoefte bij het sociale leven

2.2. Beschrijving competenties/activiteiten adhv de descriptorelementen

2.2.1. Kennis

- Basiskennis van contexten (residentiële zorg, thuisverpleging, thuiszorg, gehandicaptenzorg, ziekenhuissector, palliatieve zorg, revalidatie, ...)

- Basiskennis van anatomie en fysiologie

- Basiskennis van geneesmiddelen

- Basiskennis van voedings- en dieetleer (malnutritie, nutritionele interventies, ...)

- Basiskennis van vitale en fysieke parameters

- Basiskennis preventie van veneuze en arteriële aandoeningen in de onderste ledematen

- Basiskennis preventie bij decubitus

- Basiskennis preventie bij incontinentie gerelateerde vochtletsels

- Basiskennis van preventie van droge huid, jeuk en irritatie

- Basiskennis van preventie van valincidenten

- Basiskennis van preventie van mondproblemen

- Basiskennis van preventie van scheurwonden (skintears, ...)

- Basiskennis van blaassondes en katheters

- Basiskennis van stomata

- Basiskennis van de geriatrische cliënt

- Basiskennis van dementie

- Basiskennis van kraamzorg

- Basiskennis van het zieke kind

- Basiskennis van de meest voorkomende psychische aandoeningen

- Basiskennis van de meest voorkomende beperkingen bij personen met een handicap

- Basiskennis van palliatieve en terminale zorg

- Basiskennis van de meest voorkomende chronische aandoeningen

- Basiskennis van diabetes (diabetesvoet, ...)

- Basiskennis van vrijheidsbeperkende maatregelen

- Basiskennis van regelgeving en het deontologisch kader met betrekking tot de uitoefening van het beroep (Het KB van 12/01/2006 besluit tot vaststelling van de verpleegkundige activiteiten die de zorgkundigen mogen uitvoeren en de voorwaarden waaronder de zorgkundigen deze handelingen mogen stellen, rechten van de patiënt, beroepsgeheim, gecoördineerde wet op de gezondheidsberoepenwet van 10 mei 2015, ...)

- Basiskennis van instellingen en verpleeg- en zorgkundige beroepsorganisaties binnen de zorg

- Basiskennis van de begrippen zorgvisie en zorgprocessen

- Basiskennis van planning en organisatie van (zorgkundige) taken

- Basiskennis van bedrijfseigen software en dagelijkse administratie

- Basiskennis van de opmaak van een zorgplan

- Basiskennis van rapportering

- Basiskennis van teamwork en interdisciplinair werken

- Basiskennis van empowerment

- Basiskennis van de holistische visie

- Basiskennis van animatie-, ontspannings- en vrijetijdsactiviteiten

- Basiskennis over diversiteit (diverse sociale, etnische, religieuze of filosofische achtergrond, gender, seksuele geaardheid, ...)

- Basiskennis van algemene vaardigheden rekenen

- Basiskennis van eenvoudige sterilisatietechnieken

- Basiskennis van basisschoonmaaktechnieken, -producten, -materialen

- Basiskennis van kenmerken van textiel

- Basiskennis van was- en droogmachines

- Basiskennis van het was- en droogprocessen

- Basiskennis van strijktechnieken

- Kennis van de verpleegkundige basisprincipes (hygiëne en aseptie, comfort, zelfzorg en inspraak, beleving, veiligheid, ergonomie, economie en ecologie)

- Kennis van beschermingsmaatregelen

- Kennis van cliëntgerichte en teamgerelateerde sociale vaardigheden en communicatietechnieken (empathisch handelen, actief luisteren, conflictbeheersing, gesprekstechnieken, relationele vaardigheden, samenwerkingsvormen, ...)

- Kennis van vakterminologie

- Kennis van verzorgingstechnieken

- Kennis van de gedelegeerde verpleegkundige handelingen (vermeld in de wetgeving van 12 januari 2006 en aangepaste versies)

- Kennis van ADL-functies en dysfuncties

- Kennis van verplaatsingstechnieken

- Kennis van ADL- hulpmiddelen

- Kennis van (verzorgings-)materialen

- Kennis van EHBO (behandeling bij bloedingen, verwondingen, verstikking, vergiftiging, verdrinking, insectenbeten, orthopedische letsels, ...)

- Kennis van BLS en AED

- Kennis van gebruik van protocollen (verpleegkundige en verzorgende handelingen, (zieken)huisinfecties, preventieve maatregelen, ...)

- Kennis van ontsmettingsprocedures

- Kennis van soorten afval en afvalsortering

- Kennis van basismethoden voor (zelf-)reflectie

- Kennis van Standaardnederlands (kan zichzelf vloeiend en spontaan uitdrukken zonder daarvoor aantoonbaar naar woorden te moeten zoeken. Zij/hij kan een conversatie voeren met de cliënt en kan efficiënt rapporteren aan andere zorgverleners. Kan korte verslagen en mededelingen noteren)

2.2.2. Vaardigheden

Cognitieve vaardigheden

- Het kunnen verlenen van zorg binnen de grenzen van het wetgevende en professionele kader

- Het kunnen werken volgens afspraken en visie van de organisatie en actuele evidence based protocollen (veiligheid, toezicht naleven ...)

- Het kunnen handelen volgens de professionele (gedrags-)code (beroepsgeheim, privacy van de cliënt, scheiding beroepscontext-privé, ...)

- Het kunnen opbouwen van een professionele zorgrelatie op empathische wijze met respect voor de medische, fysieke, sociale, culturele en spirituele achtergrond van de cliënt

- Het kunnen benaderen van de cliënt op holistische wijze

- Het kunnen tonen van een groot verantwoordelijkheidszin voor eigen werk

- Het kunnen respecteren van de zakelijke omgangsvormen

- Het kunnen verlenen van zorg conform de professionele aanbevelingen, de (evidence based) protocollen en institutionele procedures

- Het kunnen werken volgens de basisprincipes ( hygiëne en aseptie, comfort, beleving, zelfzorg en inspraak, veiligheid, ergonomie, economie en ecologie)

- Het kunnen onderhouden van een efficiënte communicatie met andere zorgverleners om zorgoverdracht te optimaliseren waarbij hij/zij een respectvolle houding aanneemt, luistert en samen werkt met de andere teamleden

- Het kunnen bespreken van de algemene zorg van de cliënt met andere zorgververleners (arts, verpleegkundige, (interdisciplinair) team)

- Het kunnen verwoorden van de bezorgdheden en noden van de cliënten en/of zorgverleners bij de besluitvorming van het interdisciplinair team

- Het kunnen bijdragen tot de continuïteit van de (interdisciplinaire) zorgverlening of de interdisciplinaire samenwerking in het kader van de zorgprocessen

- Het kunnen herkennen van de taken en rollen van andere disciplines in de zorgsector en weet wanneer op wie een beroep gedaan kan worden

- Het kunnen meewerken in het interdisciplinair team aan preventie-acties

- Het kunnen communiceren van patiëntengegevens met andere zorgverleners via elektronische of digitale netwerken

- Het op empathische wijze kunnen omgaan met de cliënt waarbij de nodige afstand bewaard wordt om een professionele relatie te behouden

- Het kunnen maken van afspraken met de cliënt aangaande de uitvoering van de hulpvraag

- Het actief kunnen luisteren zonder een waardeoordeel te vellen, rekening houdend met de geschiedenis en eigenheid van de cliënt en zich ervan kunnen vergewissen dat hij/zij de cliënt correct begrepen heeft

- Het kunnen aanpassen van zijn/ haar taalgebruik in functie van de cliënt, zowel naar inhoud als naar vorm

- Het kunnen ondersteunen en begeleiden van de cliënt in moeilijke momenten

- Het kunnen ondersteunen van de cliënt bij vragen rond levenskwaliteit

- Het kunnen bepalen van de zelfredzaamheidsdoelen in overleg met de cliënt en ze kunnen uitvoeren conform het zorgplan

- Het kunnen toepassen van aangereikte methoden (paramedische adviezen, gesprekstechnieken...) om de zelfredzaamheid van cliënt te ondersteunen, te versterken of te herstellen

- Het kunnen respecteren en ondersteunen van de draagkracht en draaglast van de cliënt en zijn omgeving binnen de individuele zorg

- Het zich professioneel kunnen bijscholen

- Het kunnen terugvinden van vormingsorganisaties en - programma's

- Het kunnen reflecteren over het eigen handelen en dit kunnen bijsturen

- Het kunnen openstaan voor en het constructief kunnen omgaan met feedback

- Het op constructieve wijze kunnen omgaan met de grenzen van zijn/haar beroepsdomein en in functie van zijn/haar competenties

- Het kunnen uitwisselen van kennis met alle zorgverleners

- Het kunnen gebruiken van de taal die men in het kader van het beroep hanteert op voldoende deskundige wijze zowel mondeling als schriftelijk

- Het kunnen werken volgens de actuele (evidence based) ontwikkelde protocollen binnen organisatie/voorziening op

- Het kunnen aanpassen van taalgebruik aan de doelgroep

- Het kunnen opvolgen van toegewezen stagiair in opleiding en het kunnen scheppen van een gunstige leerklimaat in functie van de leerdoelen en leermogelijkheden van de stagiair

- Het kunnen fungeren als rolmodel voor de stagiair in opleiding

- Het kunnen inschatten van de individuele zorgbehoeften, binnen zijn bevoegdheden, aan de hand van de gegevens verkregen uit verschillende bronnen (zorgdossier ...)

- Het kunnen bepalen van de individuele zorgprioriteiten in samenwerking met de verpleegkundige en de cliënt

- Het kunnen gebruiken van het zorgplan op reguliere basis, in samenwerking met andere leden van het zorgteam en met de cliënt

- Het efficiënt kunnen plannen van de individuele zorg van de cliënten op systematische wijze (stappen van probleemoplossing) conform het individuele zorgplan rekening houdend met de prioriteiten, de continuïteit van de zorg, geplande onderzoeken, tijdsbesteding ...

- Het kunnen verlenen van basiszorg (zorg en nazorg) en past deze aan in functie van de individuele noden en gewoonten van de cliënt

- Het kunnen uitvoeren van de basiszorg op structurele en systematische wijze bij de verschillende doelgroepen

- Het kunnen uitvoeren van de kwalitatieve basiszorg in de verschillende zorgcontexten volgens de door de verpleegkundige opgestelde zorgplanningen

- Het kunnen observeren en herkennen van de veranderingen (psychisch, fysiek, sociaal...) in de gezondheidstoestand van de cliënt

- Het kunnen bewaken van het algemeen comfort en de veiligheid van de cliënt

- Het kunnen opruimen van al het materiaal en het netjes kunnen achterlaten van de kamer/leefruimte rekening houdend met de verwachtingen en mogelijkheden van de cliënt

- Het kunnen uitvoeren van de gedelegeerde verpleegkundige handelingen binnen de toegestane wetgevende bepalingen en binnen een gestructureerde equipe

- Het kunnen aanbieden van comfortzorg bij de toegewezen palliatieve en terminale zorg

- Het kunnen inventariseren van de risicofactoren voor primaire, secundaire en tertiaire letsels bij cliënten

- Het kunnen toepassen van de nodige maatregelen ter voorkoming van primaire, secundaire en tertiaire letsels bij cliënten

- Het kunnen toepassen van de nodige maatregelen om infecties en besmettingen te voorkomen

- Het kunnen geven van informatie over het treffen van preventieve maatregelen (hulpmiddelen, ondersteunende middelen, ...

- Het kunnen ondersteunen van het aanwenden van preventiemiddelen

- Het kunnen doen van voorstellen voor het aanpassen van de leefruimte om de veiligheid en ergonomie te verhogen

- Het kunnen herkennen van levensbedreigende situaties en het kunnen ingrijpen conform de voorgeschreven procedure

- Het kunnen zorgen voor veiligheid van de cliënt

- Het kunnen alarmeren van de interne verantwoordelijken of externe hulpdiensten volgens de ernst en toestand van de cliënt

- Het schriftelijk of volgens elektronische weg in het zorgdossier kunnen rapporteren op nauwkeurige en gestructureerde wijze wat betreft de wijzigingen en/of gerealiseerde vooruitgang

- Het kunnen delen en rapporteren van zijn/haar observaties, interventies alsook de reacties (psychosociale, fysieke en psychische) van de cliënt conform de voorschriften

- Het samen met de verpleegkundige kunnen evalueren en bijsturen van de zorg op een continue systematische manier in relatie tot de geplande doelstellingen en met inspraak van de cliënt

- Het kunnen uitwisselen van informatie met betrekking tot de behandeling van de cliënt met verschillende betrokkenen (verzorgende, verpleegkundige, artsen, ...) om de kwaliteit van de zorg te verbeteren

- Het kunnen meehelpen om een optimaal woon- en leefklimaat voor de cliënt te bekomen

- Het kunnen brengen van een aangename sfeer aangepast aan de doelgroep

- Het kunnen organiseren en begeleiden van ontspanning en vrijetijdsactiviteiten

- Het kunnen bespreken met andere zorgverleners van de behoeften aan activiteiten van de cliënt

- Het kunnen ondersteunen van de animator tijdens de ontspannings- en vrijetijdsactiviteiten

- Het kunnen nadruk leggen op het welbevinden van de persoon met een zorgbehoefte

- Het kunnen betrekken van de omgeving van de cliënt bij het sociale leven

Probleemoplossende vaardigheden

- Het kunnen hanteren van een systematische aanpak voor het oplossen van problemen in alle mogelijke professionele situaties binnen de grenzen van de eigen bevoegdheden

- Het kunnen herkennen van weerstanden van de cliënt en hiermee kunnen omgaan

- Het op een adequate manier kunnen omgaan met agressie, grensoverschrijdend gedrag vanwege de cliënt

- Het kunnen hulp inroepen van het interdisciplinaire team

- Het kunnen presteren onder druk, tijdens of na tegenslag of teleurstelling

- Het kunnen opvolgen van cliënten met een verhoogd risico

Motorische vaardigheden

- Het kunnen uitvoeren van basiszorg

- Het kunnen verlenen van zorg

- Het kunnen uitvoeren van gedelegeerde handelingen die aansluiten bij zijn competentieniveau en wettelijk beroepsdomein

- Het kunnen creëren van een veilige omgeving voor de cliënt

- Het kunnen verlenen van zorg aan een overledene

- Het kunnen toepassen van de noodzakelijke eerste hulp

- Het kunnen uitvoeren van BLS (basic life support) met en zonder AED (automatische externe defibrillator)

- Het kunnen verzorgen van de persoonlijke hygiëne en zorgt voor een verzorgd voorkomen

- Het kunnen toepassen van aangereikte hulpmiddelen om de zelfredzaamheid van cliënt te ondersteunen, te versterken of te herstellen

- Het kunnen opruimen van al het materiaal en het netjes kunnen achterlaten van de kamer/leefruimte rekening houdend met de verwachtingen en mogelijkheden van de cliënt

- Het kunnen zorgen voor de voorbereiding, bedeling en het afruimen van de maaltijden

- Het kunnen uitvoeren van patiëntenvervoer

- Het kunnen uitvoeren van elementaire huishoudelijke taken

- Het kunnen onderhouden van de logistieke ruimten (reinigen, desinfecteren, ontsmetten...)

- Het kunnen onderhouden van het zorgmateriaal en het kunnen controleren van de goede werking (reinigen, desinfecteren, ontsmetten, eenvoudig steriliseren...)

2.2.3. Context

Omgevingscontext

- Dit beroep vereist dat in het kader van het zorgproces de rollen, verschillen en grenzen van iedere partner, herkend en gerespecteerd worden, zowel binnen het eigen vakgebied als ten aanzien van andere vakgebieden

- Het beroep van zorgkundige wordt uitgeoefend in uiteenlopende contexten

- Dit beroep wordt hoofdzakelijk uitgeoefend binnen onregelmatige werktijden

- Dit beroep wordt uitgeoefend in teamverband en/of multidisciplinair, waarbij de nodige flexibiliteit belangrijk is

- De werkopdrachten worden afgebakend in de tijd

- Het beroep vereist een behandeling op maat volgens de noden van de cliënt waarbij de cliënt op een holistische wijze benaderd wordt

- De sector kent reglementeringen wat betreft veiligheid, gezondheid, hygiëne, welzijn, milieu, ...

- Sommige activiteiten kunnen gezondheidsrisico's inhouden voor de beroepsuitoefenaar en zijn/haar omgeving. Het naleven van de veiligheidsvoorschriften en het dragen van persoonlijke beschermingsmiddelen is verplicht

- De uitoefening van het beroep vereist een stressbestendige houding

- Bij de beroepsuitoefening moet men zich bewust de van de effecten van de eigen verbale, non-verbale en digitale communicatie en de invloed hiervan op de cliënt

- De uitoefening van het beroep vraagt verantwoordelijkheidszin

- Bij dit beroep wordt er door alle zorgkundigen meegebouwd aan een cultuur van collegialiteit, welzijn, respect binnen de professionele relaties

Handelingscontext

- De zorgkundige moet op constructieve en transparante wijze informatie uitwisselen met de andere actoren

- De zorgkundige is zich constant bewust van de impact van zijn handelingen op de cliënt

- De zorgkundige kan zich aanpassen aan en flexibel opstellen bij wisselende werkomstandigheden

- De zorgkundige moet steeds het zorgplan, regelgeving en kwaliteitseisen respecteren

- De zorgkundige moet bijblijven met de ontwikkelingen binnen de sector, dit vergt levenslang leren en het volgen van (verplichte) opleidingen

- De zorgkundige moet planmatig kunnen denken, prioriteiten stellen en zijn werkzaamheden organiseren

- De zorgkundige moet discreet handelen conform de beroepsethiek en organisatiegebonden gedragscode

- De zorgkundige toont zin voor initiatief binnen de wettelijke bepalingen tijdens bepaalde situaties, problemen, opdrachten,...

- De zorgkundige moet kwaliteitsvol handelen

- De zorgkundige moet op holistische wijze cliëntgericht werken

- De zorgkundige moet het positief imago van zijn/haar onderneming uitstralen

- De zorgkundige moet op empathische wijze omgaan met de cliënt

- De zorgkundige dient consequent en gefocust te werken

- De zorgkundige moet zich bewust zijn dat gemaakte fouten gevolgen kunnen hebben die een impact kunnen hebben op het fysiek en psychisch welzijn van de cliënt

- De zorgkundige maakt van de zorgmomenten zinvolle contactmomenten

- De zorgkundige neemt een voorbeeldfunctie op binnen het zorggebeuren

2.2.4. Autonomie

Is zelfstandig in

- Het uitvoeren van beroepsspecifieke handelingen en de door de regelgeving beschreven technische verpleegkundige activiteiten conform de gemaakte afspraken met de verpleegkundige en het zorgplan

- Het informeren, adviseren van de cliënt over de mogelijke functionele aanpassingen

- Het rapporteren van de basiszorg binnen het zorgplan

- Het uitvoeren van huishoudelijke taken

- Het uitvoeren van logistieke taken

- Het evalueren van het eigen werk

- Het verstrekken van informatie aangaande preventieve maatregelen voor de cliënt conform het zorgplan

- Het regelen van ontspannings- en vrijetijdsactiviteiten conform de behoeften en mogelijkheden van de cliënt

- Het up-to-date houden van de eigen kennis

Is gebonden aan

- Het ontvangen en uitvoeren van opdrachten toegewezen door de verantwoordelijke/verpleegkundige

- De procedures aangaande de uit te voeren taken

- Het beleid van de organisatie

- Tijdsplanning, veiligheids-, gezondheids-, kwaliteits- en milieuvoorschriften en procedures

- De organisatiegebonden gedragscode

- De regelgevingen

Doet beroep op

- De verantwoordelijke/verpleegkundige voor de opdracht, gegevens en bijkomende instructies

- Het interdisciplinair team, cliënt, collega's, ...voor advies en samenwerking

2.2.5. Verantwoordelijkheid

- Werkt volgens de wettelijke reglementeringen en procedure(s)

- Handelt volgens de professionele gedragscode

- Waarborgt de zorg aan de hand van de kwaliteitsnormen

- Werkt samen met het interdisciplinair team

- Werkt samen met de cliënt en communiceert professioneel binnen een cliëntgerichte zorgrelatie

- Ondersteunt en bevordert empowerment en zelfredzaamheid van de cliënt

- Ontwikkelt de eigen deskundigheid

- Draagt bij tot de ontwikkeling van het beroep

- Plant en organiseert de zorg van de cliënt conform het zorgplan

- Voert de basiszorg uit volgens het zorgplan van de cliënt met ADL-dysfunctie

- Voert de basiszorg en gedelegeerde verpleegkundige handelingen uit volgens de richtlijnen en onder supervisie van de verpleegkundige aan een cliënt met ADL-disfunctie

- Neemt preventieve maatregelen ter voorkoming van primaire, secundaire en tertiaire letsels tijdens de basiszorg

- Voert EHBO uit bij noodsituaties

- Evalueert de zorg en rapporteert in het zorgdossier

- Voert logistieke taken uit

- Regelt ontspannings- en vrijetijdsactiviteiten volgens de verwachtingen en noden van de cliënt en stimuleert de cliënt om deel te nemen

2.3. Attesten

2.3.1. Wettelijke Attesten

attest EHBO

visum Zorgkundige

2.3.2. Vereiste Attesten

Geen vereisten.

2.3.3. Instapvoorwaarden

Geen vereisten.