DE VLAAMSE REGERING,
Gelet op het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997, artikel 130, § 2, het laatst gewijzigd bij het decreet van 6 juli 2012, artikel 125septies, § 2, 3°, ingevoegd bij het decreet van 10 juli 2003, artikel 125duodecies, § 2, 3°, ingevoegd bij het decreet van 10 juli 2003, en artikel 172sexies, ingevoegd bij het decreet van 27 juni 2018;
Gelet op de Codificatie sommige bepalingen voor het onderwijs van 28 oktober 2016, bekrachtigd bij het decreet van 23 december 2016, artikel V.2, V.4, V.47, § 2 en V.48;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 27 juni 1990 betreffende de bekwaamheidsbewijzen, de salarisschalen, en de bezoldigingsregeling in het gewoon basisonderwijs;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 31 juli 1990 betreffende de bekwaamheidsbewijzen, de salarisschalen en de bezoldiging in het buitengewoon onderwijs;
Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 17 juni 1997 betreffende de personeelsformatie in het gewoon basisonderwijs;
Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 17 juni 1997 betreffende de personeelsformatie in het buitengewoon basisonderwijs;
Gelet op besluit van de Vlaamse regering van 5 maart 2004 betreffende de puntenenveloppen voor de scholengemeenschappen basisonderwijs;
Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 5 juni 2018;
Gelet op protocol nr. 99 van 6 juli 2018 houdende de conclusies van de onderhandelingen die werden gevoerd in de gemeenschappelijke vergadering van Sectorcomité X, van onderafdeling Vlaamse Gemeenschap van afdeling 2 van het Comité voor de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten en van het overkoepelend onderhandelingscomité bedoeld in het decreet van 5 april 1995 tot oprichting van onderhandelingscomités in het vrij gesubsidieerd onderwijs;
Gelet op advies nr. 63.885/1/V van de Raad van State, gegeven op 23 augustus 2018, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op voorstel van de Vlaamse minister van Onderwijs;
Na beraadslaging,
Besluit :
ART 2.
Artikel 15bis van het besluit van de Vlaamse Regering van 27 juni 1990 betreffende de bekwaamheidsbewijzen, de salarisschalen, en de bezoldigingsregeling in het gewoon basisonderwijs, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 14 juli 2004 en vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 4 september 2015, wordt vervangen door wat volgt:
"Art. 15bis. De bekwaamheidsbewijzen en salarisschalen, vermeld in de bijlage die bij dit besluit is gevoegd, treden in werking op 1 september 2018.".
ART 3.
Bijlage I bij hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 4 september 2015, wordt vervangen door de bijlage die als bijlage 1 bij dit besluit is gevoegd.
ART 4.
Artikel 13bis van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 21 november 2003 en gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 9 november 2007 en 10 juli 2015, wordt opgeheven.
ART 5.
Artikel 15quinquies van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 15 juni 2018, wordt ingetrokken.
ART 6.
Artikel 19bis van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 28 november 2003 en vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 4 september 2015, wordt vervangen door wat volgt:
"Art. 19bis. De bekwaamheidsbewijzen en salarisschalen, vermeld in bijlage I, die bij dit besluit is gevoegd, treden in werking op 1 september 2018.".
ART 7.
Bijlage I bij hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 4 september 2015, wordt vervangen door de bijlage die als bijlage 2 bij dit besluit is gevoegd.
ART 10.
Artikel 4 van het besluit van de Vlaamse regering van 5 maart 2004 betreffende de puntenenveloppen voor de scholengemeenschappen basisonderwijs, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 5 september 2008, wordt vervangen door wat volgt:
"Art. 4. Met toepassing van artikel 125septies, § 2, 3°, en 125duodecies, § 2, 3°, van het decreet worden, bij het tellen van de leerlingen om te voldoen aan de norm van scholengemeenschap en voor de puntenenveloppe ter ondersteuning van de werking van de scholengemeenschap, de volgende coëfficiënten toegepast:
1° de coëfficiënt 1,2 wordt toegepast op leerlingen van de scholen die in een gemeente liggen met een bevolkingsdichtheid van minder dan 200 inwoners per km2;
2° de coëfficiënt 2,1 wordt toegepast op leerlingen van:
a) een school voor buitengewoon basisonderwijs type 5;
b) een school voor buitengewoon basisonderwijs die verbonden is aan een internaat buitengewoon Onderwijs als vermeld in deel III, hoofdstuk 4, afdeling 1, onderafdeling 2, van de Codificatie sommige bepalingen voor het onderwijs van 28 oktober 2016;
c) een school voor buitengewoon basisonderwijs met een semi-internaat van het gemeenschapsonderwijs als vermeld in het koninklijk besluit van 21 augustus 1978 houdende organisatie van de semi-internaten in het buitengewoon onderwijs van de Staat en tot vaststelling van de personeelsnormen;
d) een school voor buitengewoon basisonderwijs met 850 of meer gewogen leerlingen;
3° de coëfficiënt 1,9 wordt toegepast op leerlingen van scholen voor buitengewoon basisonderwijs die geen leerlingen zijn als de leerlingen, vermeld in punt 2°.
Voor de weging van de leerlingen, vermeld in het eerste lid, 2°, d), gelden de volgende coëfficiënten:
coëfficiënten:
Coëfficiënt |
Leerlingen |
|
|
3 |
die in het schooljaar 2014-2015 in het kader van geïntegreerd onderwijs begeleid zijn door een school die minstens 10 leerlingen begeleidde Er wordt per school telkens gekeken naar het aantal GON-leerlingen op de eerste schooldag van oktober van 2014. |
5 |
type basisaanbod, type 1 en type 8 |
7,1 |
type 3 en type 9 |
8,1 |
type 6 |
8,9 |
type 2 en type 7 |
10 |
type 4 |
.".