[OPGEHEVEN:]
Besluit van de Vlaamse regering betreffende de erkenning,
de financiering en subsidiëring van scholen in het gewoon en buitengewoon
basisonderwijs.
goedkeuringsdatum
08 JULI 1997
publicatiedatum
B.S.30/08/1997
datum laatste wijziging
01/09/2018
COORDINATIE
(1)
B.Vl.R. van 11/06/2004 (B.S. 16/11/2004)
(2)
Decr. van 23/03/2018 (B.S. 16/04/2018)
De Vlaamse regering,
Gelet op het decreet betreffende het basisonderwijs van 25
februari 1997, inzonderheid op de artikelen 63 en 68, § 2;
Gelet op het protocol nr. 254 van 27 mei 1997
houdende de conclusies van de onderhandelingen die gevoerd werden in de
gemeenschappelijke vergadering van het sectorcomité X en van
onderafdeling "Vlaamse Gemeenschap" van afdeling 2 van het comité voor
de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten;
Gelet op het protocol nr. 38 van 27 mei 1997 houdende de
conclusies van de onderhandelingen die gevoerd werden in het overkoepelend
onderhandelingscomité;
Gelet op het
akkoord van de Vlaamse minister bevoegd voor de begroting, gegeven op 12 juni
1997;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid,
gemotiveerd door de omstandigheid dat het decreet basisonderwijs van 25
februari 1997 in werking treedt op 1 september 1997.
Hetzelfde geldt voor de eerste reeks bijhorende
uitvoeringsbesluiten.
Het is voor de organisatie
van het schooljaar 1997-1998 en voor de rechtszekerheid van schoolbesturen,
directies en personeelsleden essentieel dat zij zo snel mogelijk uitsluitsel
krijgen over de nieuw toe te passen regelgeving;
Gelet op het advies van de Raad van State gegeven op 23 juni 1997
met toepassing van artikel 84, eerste lid, 2° van de gecoördineerde
wetten op de Raad van State;
Op voorstel van de
Vlaamse minister van Onderwijs en Ambtenarenzaken;
Na beraadslaging,
Besluit :
HOOFDSTUK I. - Algemeen
Artikel 1.
Dit besluit is van toepassing
op het gewoon en buitengewoon basisonderwijs.
Art. 2.
Voor de toepassing van dit
besluit wordt verstaan onder de minister : de Vlaamse minister bevoegd voor het
onderwijs.
HOOFDSTUK II. - Erkenning
Art. 3.
§ 1. Een schoolbestuur dat
voor een school de erkenning wil verkrijgen, dient uiterlijk op 1
[mei]
een aanvraag in bij het departement.
§ 2. De minister legt het
aanvraagmodel vast.
Art. 4.
§ 1. De onderwijsinspectie
stelt na de indiening van de aanvraag ter plaatse een onderzoek in naar het
vervullen van de erkenningsvoorwaarden bepaald in
artikel 62 van het
decreet basisonderwijs van 25 februari 1997.
§ 2. Na het onderzoek
bezorgt de onderwijsinspectie een rapport, met een advies omtrent de erkenning,
aan de minister.
Art. 5.
Een school wordt door de
minister erkend, na advies van de onderwijsinspectie. De erkenning wordt
schriftelijk meegedeeld aan het betrokken schoolbestuur en gaat in bij de
aanvang van het schooljaar volgend op de aanvraag tot erkenning.
HOOFDSTUK III. - Aanvraag en toekenning van
financiering en subsidiëring
Art. 6.
§ 1. Een schoolbestuur dat
voor een school financiering of subsidiëring wil verkrijgen, dient
uiterlijk op 1
[mei]
een aanvraag in bij het
departement.
§ 2. De minister legt het
aanvraagmodel vast.
Art. 7.
[Voor een
school die al erkend is, gaat het departement na of de programmatienorm bereikt
is. Voor scholen voor gewoon basisonderwijs, die opgericht worden vanaf 1
september 2003, gaat het departement eveneens na of aan de bepalingen inzake de
afstand, zoals bepaald in artikel 102 van het decreet
basisonderwijs van 25 februari 1997, voldaan
is.]
Art. 8.
§ 1.
[Voor een school die nog niet erkend is, gelden de artikelen
3, 4 en 5 en gaat het departement na of de vereiste programmatienorm bereikt
is. Voor scholen voor gewoon basisonderwijs, die opgericht worden vanaf 1
september 2003, gaat het departement eveneens na of aan de bepalingen inzake de
afstand, zoals bepaald in artikel 102 van
het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997, voldaan
is.]
§ 2. De minister beslist op
advies van de onderwijsinspectie of de school kan erkend worden en op advies
van het departement of de school bovendien gefinancierd of gesubsidieerd kan
worden.
Art. 9.
De opname in de
financierings- of subsidiëringsregeling wordt schriftelijk meegedeeld aan
het betrokken schoolbestuur en gaat in bij de aanvang van het schooljaar
volgend op de aanvraag tot financiering of subsidiëring.
HOOFDSTUK IV. - Overgangs- en
inwerkingtredingsbepalingen
Art. 10.
Dit besluit treedt in werking
op 1 september 1997.
Art. 11.
De Vlaamse minister, bevoegd
voor het onderwijs is belast met de uitvoering van dit besluit.