Besluit van de Vlaamse Regering houdende diverse dringende maatregelen in onderwijs
ingevolge COVID-19 en tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 4 september 2020 tot
toekenning van extra werkingsbudget voor de scholen van het gewoon en buitengewoon basis- en secundair
onderwijs, de CLB ’s en de internaten omwille van de genomen maatregelen en hieraan verbonden extra
onkosten gemaakt door de scholen tegen verspreiding van COVID-19 voor de periode september – december 2020
goedkeuringsdatum
30 OKTOBER 2020
publicatiedatum
B.S.23/11/2020
datum laatste wijziging
03/01/2023
COORDINATIE
(1)
B.Vl.R. van 02/09/2022 (B.S. 27/12/2022)
Rechtsgronden
Dit besluit is gebaseerd op:
- het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997, artikel 15 en 76;
- de codex secundair onderwijs van 17 december 2010, artikel 37, 294 en 336;
- het decreet van 9 maart 2018 betreffende het deeltijds kunstonderwijs, artikel 73 § 3 en 135;
Vormvereisten
De volgende vormvereisten zijn vervuld:
- De inspectie van financiën heeft advies gegeven op 26 oktober 2020
- de minister, bevoegd voor de begroting, heeft zijn akkoord gegeven op 29 oktober 2020
Motivering
Dit besluit is gebaseerd op de volgende motieven: de aanhoudende Covid-19-pandemie verplicht ons ertoe ook
voor het schooljaar 2020-2021 een aantal regels tijdelijk te wijzigen. Deze maatregelen zijn hoogdringend omdat er zo
snel mogelijk duidelijkheid moet worden gegeven aan onderwijsinstellingen, personeelsleden en lerenden.
De wijzigingen hebben betrekking op:
- Een beperkte verlenging van de herfstvakantie in het basisonderwijs, het secundair onderwijs, het deeltijds
kunstonderwijs en het volwassenenonderwijs. Dit biedt virologische voordelen alsook een adempauze aan de
schoolteams. Dit kan niet leiden tot een vermindering van in de regelgeving vastgelegde rechten van leerlingen of
personeelsleden.
- Attestwijziging in de loop van het schooljaar 2021-2022 bij het verslag voor toegang tot een individueel aangepast
curriculum in een school voor gewoon onderwijs of tot het buitengewoon onderwijs.
Wanneer de Nationale Veiligheidsraad tot een algemene lockdown beslist of wanneer er veiligheidsmaatregelen
genomen worden die ervoor zorgen dat externe diagnostische centra in de loop van het schooljaar 2020-2021 niet in de
mogelijkheid zijn om tijdig classificerende diagnoses af te leveren, zou kunnen blijken dat een leerling verkeerd is
georiënteerd. Daarom worden doorheen schooljaar 2021-2022 attestwijzigingen mogelijk gemaakt zodat die leerlingen
naar een ander type of opleidingsvorm kunnen overgaan;
- De stageduur in opleidingsvorm 3.
Door de corona-crisis is ook voor het gehele schooljaar 2020-2021 een afwijking nodig op de minimale stageduur;
- De overdracht van het krediet voor voordrachtgevers naar het volgend schooljaar.
Het dko-decreet maakt mogelijk dat academies max. 5% van hun lestijden kunnen omzetten naar een krediet om
voordrachtgevers in te zetten; mits een akkoord in het lokaal onderhandelingscomité kan dit percentage worden
overschreden Naar aanleiding van de coronapandemie werd bepaald dat academies het voorziene krediet voor
voordrachtgevers dat ze door omstandigheden niet konden opgebruiken in het schooljaar 2019-2020 eenmalig volledig
mochten overdragen naar het schooljaar 2020-2021. Normaal gezien is die overdracht beperkt tot maximaal de helft van
die middelen. De middelen worden in 2 schijven uitbetaald (november en februari); terugvordering is niet evident.
Daarom wordt de beperking van de overdracht tot de helft van de middelen tijdelijk opgeheven vanaf code geel;
- De toekenning van middelen aan MPI-GO en internaten en IPO
- In het besluit van de Vlaamse Regering van 4 september 2020 tot toekenning van extra werkingsbudget voor de
scholen van het gewoon en buitengewoon basis- en secundair onderwijs, de CLB ’s en de internaten; De verplichting
om toelating te vragen aan de Vlaamse regering om leerlingen van academies tijdelijk onder te brengen in gebouwen
buiten de bestaande vestigingsplaats (bijvoorbeeld om een grotere ruimte te hebben voor groepsmusiceren) wordt
vervangen door de verplichting om dit ter mededeling voor te leggen bij het Agentschap voor Onderwijsdiensten.
Initiatiefnemer
Dit besluit wordt voorgesteld door de Vlaamse minister van Onderwijs, Sport, Dierenwelzijn en Vlaamse Rand;
Na beraadslaging,
DE VLAAMSE REGERING BESLUIT:
Artikel 1.
In afwijking van artikel 4, punt 2°, van het besluit van de Vlaamse Regering van 17 april 1991 tot
organisatie van het schooljaar in het basisonderwijs en in het deeltijds onderwijs georganiseerd, erkend of
gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap, loopt ingevolge de coronapandemie de herfstvakantie in het
schooljaar 2020-2021 van maandag 2 november tot en met de datum die door de minister van Onderwijs is vastgelegd
conform artikel 12.
Deze verlenging van de herfstvakantie kan nooit tot gevolg hebben dat in de regelgeving vastgelegde rechten van
leerlingen, verminderd worden ten opzichte van een schooljaar met een herfstvakantie van normale duur.
Art. 2.
In afwijking van artikel 7, punt 1°, van het besluit van de Vlaamse Regering van 31 augustus 2001 houdende de organisatie van het schooljaar in het secundair onderwijs, loopt ingevolge de coronapandemie
de herfstvakantie in het schooljaar 2020-2021 van maandag 2 november tot en met de datum die door de minister van
Onderwijs is bepaald conform artikel 12.
Deze verlenging van de herfstvakantie kan nooit tot gevolg hebben dat in de regelgeving vastgelegde rechten van
leerlingen, verminderd worden ten opzichte van een schooljaar met een herfstvakantie van normale duur.
Art. 3.
In afwijking van artikel 8ter, 2°, van het Besluit van de Vlaamse Regering van 21 september 2007 tot
regeling van een aantal aangelegenheden voor de Centra voor Volwassenenonderwijs in uitvoering van het decreet van
15 juni 2007 betreffende het volwassenenonderwijs, loopt ingevolge de coronapandemie de herfstvakantie in het
schooljaar 2020-2021 van maandag 2 november tot en met de datum die door de minister van Onderwijs is bepaald
conform artikel 12.
De lestijden van de geplande lessen op de extra vakantiedagen van de verlengde herfstvakantie in 2020 worden
niet meegeteld voor de berekening van de maximale afwijking van 8% bij de aanwending van de onderwijstijd.
Art. 4.
In afwijking van artikel 11 van het Besluit van de Vlaamse Regering van 3 juli 2009 met betrekking tot de
prestatieregeling en de jaarlijkse verlofdagen en feestdagen van de personeelsleden van de Centra voor Basiseducatie,
heeft een personeelslid ook recht op de extra vakantiedagen van de verlengde herfstvakantie in 2020.
De lestijden van de geplande lessen op de extra vakantiedagen worden niet meegeteld voor de berekening van de
maximale afwijking van 8% bij de aanwending van de onderwijstijd.
Art. 5.
In afwijking van artikel 3, 5°, c), van het besluit van de Vlaamse Regering van 13 februari 2015 tot bepaling
van de inhoud van het gemotiveerd verslag en van het attest bij het verslag voor toegang tot een individueel aangepast
curriculum in een school voor gewoon onderwijs of tot het buitengewoon onderwijs, kan in het schooljaar 2021-2022
[en schooljaar 2022-2023]
de
ingangsdatum van een attestwijziging ook in de loop van dat schooljaar.
Deze afwijking is op voorwaarde van een algemene lockdown of de veiligheidsmaatregelen die ervoor zorgen dat
externe diagnostische centra in de loop van het schooljaar 2020-2021
[en schooljaar 2021-2022]
niet in de mogelijkheid zijn om tijdig
classificerende diagnoses af te leveren.
Art. 6.
In afwijking van artikel 1, § 3 van het besluit van de Vlaamse Regering van 30 augustus 2016 betreffende
de organisatie van stages en sociaal-maatschappelijke trainingen in het buitengewoon secundair onderwijs, dient voor
het schooljaar 2020-2021 niet voldaan te worden aan de minimale duur van de verplichte individuele leerlingenstage
tijdens de kwalificatiefase in opleidingsvorm 3.
Art. 7.
In afwijking van het laatste lid van artikel 41 van het besluit van de Vlaamse Regering van
4 mei 2018 betreffende het opleidingsaanbod, de organisatie, de personeelsformatie, de inning van het inschrijvingsgeld
en de certificering van het deeltijds kunstonderwijs kan een academie alle niet in het schooljaar 2020-2021 opgebruikte
middelen voor voordrachtgevers overdragen naar het krediet van het volgende schooljaar indien de veiligheidsmaatregelen voordrachten onmogelijk maken.
Art. 8.
In afwijking van artikel 26, punt 2°, van het besluit van de Vlaamse Regering van 4 mei 2018 betreffende
het opleidingsaanbod, de organisatie, de personeelsformatie, de inning van het inschrijvingsgeld en de certificering van
het deeltijds kunstonderwijs, loopt ingevolge de coronapandemie de herfstvakantie in het schooljaar 2020-2021 van
maandag 2 november tot en met de datum die door de minister van Onderwijs is bepaald conform artikel 12.
Deze verlenging van de herfstvakantie kan nooit tot gevolg hebben dat in de regelgeving vastgelegde rechten van
leerlingen, verminderd worden ten opzichte van een schooljaar met een herfstvakantie van normale duur.
Art. 9.
In artikel 2 van het besluit van de Vlaamse Regering van 4 september 2020 tot toekenning van extra
werkingsbudget voor de scholen van het gewoon en buitengewoon basis- en secundair onderwijs, de CLB ’s en de
internaten omwille van de genomen maatregelen en hieraan verbonden extra onkosten gemaakt door de scholen tegen
verspreiding van COVID19 voor de periode september – december 2020, wordt het vijfde streepje vervangen door wat
volgt:
“- een extra bedrag t.b.v. maximaal 2.083.000 euro voor:
1° internaten vermeld in de artikelen III.21 en III.35, van de Codificatie sommige bepalingen voor het onderwijs
van 28 oktober 2016, voor wat betreft hun openstelling op schooldagen;
2° internaten buitengewoon onderwijs vermeld in hoofdstuk 4, afdeling 1, onderafdeling 2, van dezelfde
codificatie.
3° internaten met permanente openstelling vermeld in hoofdstuk 6, van dezelfde codificatie.”
Art. 10.
In artikel 3 van hetzelfde besluit, wordt de vijfde paragraaf vervangen door wat volgt:
Ҥ 5. Er wordt voorzien in een extra budget van maximaal 2.083.000 euro voor de organisatie van uitzonderlijke
opvang in de instellingen, vermeld in artikel 2, vierde streepje.
Het bedrag per instelling wordt berekend door per halve schooldag het aantal aanwezige internen te
vermenigvuldigen met 50 euro.
De meerkosten dienen te worden verantwoord naar AGODI toe.”
Art. 11.
Binnen de machtiging gegeven aan de Vlaamse Regering in artikel 135 van het Decreet van
9 maart 2018 betreffende het deeltijds kunstonderwijs kunnen academies, als beslissingen, richtlijnen of veiligheidsmaatregelen in het kader van de coronapandemie dit vereisen, in het schooljaar 2020-2021 de tijdelijke onderbrenging
van leerlingen in gebouwen buiten de bestaande vestigingsplaats melden aan het Agentschap van Onderwijsdiensten
zonder dat de Vlaamse Regering hiervoor toelating moet geven. De onderbrenging eindigt uiterlijk op 31 augustus 2021.
Art. 12.
In afwijking van de besluiten vermeld in artikelen 1,2,3,4 en 8, bepaalt de Vlaamse minister van Onderwijs
de einddatum van de Herfstvakantie in 2020 bij Ministerieel Besluit.
Art. 13.
Dit besluit treedt in werking op de datum van de goedkeuring.
De artikelen 7 en 9 hebben uitwerking met ingang van 1 oktober 2020.
Art. 14.
De Vlaamse minister, bevoegd voor het onderwijs, is belast met de uitvoering van dit besluit.