Besluit van de Vlaamse regering betreffende de personeelsformatie in het gewoon basisonderwijs.

  • goedkeuringsdatum
    17 JUNI 1997
  • publicatiedatum
    B.S.12/09/1997
  • zie ook
  • datum laatste wijziging
    01/12/2023

COORDINATIE

(1) B.Vl.R. van 22/09/1998 (B.S. 10/11/1998)

(2) B.Vl.R. van 23/02/1999 (B.S. 31/03/1999)

(3) B.Vl.R. van 11/01/2002 (B.S. 20/02/2002)

(4) B.Vl.R. van 05/12/2003 (B.S. 10/02/2004)

(5) B.Vl.R. van 30/09/2005 (B.S. 16/11/2005) detail
Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 17 juni 1997 betreffende de personeelsformatie in het gewoon basisonderwijs
;

(6) B.Vl.R. van 30/09/2005 (B.S. 07/02/2006) detail
Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 17 juni 1997 betreffende de personeelsformatie in het gewoon basisonderwijs en tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 december 2003 betreffende ICT-coördinatie in het onderwijs
;

(7) B.Vl.R. van 20/01/2006 (B.S. 04/04/2006)

(8) B.Vl.R. van 01/09/2006 (B.S. 24/11/2006)

(9) B.Vl.R. van 26/01/2007 (B.S. 01/03/2007)

(10) B.Vl.R. van 19/07/2007 (B.S. 27/08/2007)

(11) B.Vl.R. van 16/05/2008 (B.S. 04/09/2008)

(12) B.Vl.R. van 05/09/2008 (B.S. 08/10/2008) detail
Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 17 juni 1997 betreffende de personeelsformatie in het gewoon basisonderwijs
;

(13) B.Vl.R. van 05/09/2008 (B.S. 21/10/2008) detail
Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 maart 2004 betreffende de puntenenveloppen voor de scholengemeenschappen basisonderwijs en het besluit van de Vlaamse Regering van 17 juni 1997 betreffende de personeelsformatie in het gewoon basisonderwijs
;

(14) B.Vl.R. van 10/10/2008 (B.S. 26/11/2008)

(15) B.Vl.R. van 26/11/2010 (B.S. 18/01/2011)

(16) B.Vl.R. van 23/09/2011 (B.S. 11/10/2011)

(17) B.Vl.R. van 12/10/2012 (B.S. 04/12/2012)

(18) B.Vl.R. van 21/03/2014 (B.S. 16/04/2014)

(19) B.Vl.R. van 03/07/2015 (B.S. 16/07/2015) detail
Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 17 juni 1997 betreffende de personeelsformatie in het gewoon basisonderwijs m.b.t. de definitie van anderstalige nieuwkomers en m.b.t. het omzetten van lestijden in uren kinderverzorging
;

(20) B.Vl.R. van 03/07/2015 (B.S. 04/08/2015) detail
Besluit van de Vlaamse Regering tot fusie van het intern verzelfstandigd agentschap Agentschap voor Hoger Onderwijs, Volwassenenonderwijs en Studietoelagen en het intern verzelfstandigd agentschap Agentschap voor Kwaliteitszorg in Onderwijs en Vorming
;

(21) B.Vl.R. van 04/12/2015 (B.S. 29/12/2015)

(22) B.Vl.R. van 13/05/2016 (B.S. 01/07/2016)

(23) B.Vl.R. van 08/09/2017 (B.S. 11/10/2017)

(24) B.Vl.R. van 07/09/2018 (B.S. 05/10/2018)

(25) B.Vl.R. van 26/10/2018 (B.S. 22/11/2018)

(26) B.Vl.R. van 15/03/2019 (B.S. 18/04/2019)

(27) B.Vl.R. van 03/05/2019 (B.S. 01/08/2019)

(28) B.Vl.R. van 18/09/2020 (B.S. 14/10/2020)

(29) B.Vl.R. van 26/02/2021 (B.S. 19/04/2021)

(30) B.Vl.R. van 09/07/2021 (B.S. 09/08/2021) detail
Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van diverse besluiten, wat betreft de organisatie van het schooljaar in het basisonderwijs, de personeelsformatie in het gewoon basisonderwijs, de puntenenveloppen voor de scholengemeenschappen basisonderwijs, het ondersteuningsaanbod voor gelijke onderwijskansen in het buitengewoon basisonderwijs, en de Rijdende kleuterschool Vlaanderen
;

(31) B.Vl.R. van 07/05/2021 (B.S. 25/05/2021) detail
Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van diverse besluiten van de Vlaamse Regering naar aanleiding van de reorganisatie van ICT binnen het beleidsdomein Kanselarij, Bestuur, Buitenlandse Zaken en Justitie
;

(32) B.Vl.R. van 12/11/2021 (B.S. 20/12/2021) detail
Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van de regels voor de toekenning van extra ICT-middelen 2021 voor de scholen in het buitengewoon secundair onderwijs OV1 en OV2 ,de centra voor deeltijds beroepssecundair onderwijs en de centra voor de vorming van zelfstandigen en kleine en middelgrote ondernemingen, tot toekenning van extra middelen aan de Centra voor Leerlingenbegeleiding, in het kader van de uitvoering van het plan “Van kwetsbaar naar weerbaar” en tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 17 juni 1997 betreffende de personeelsformatie in het gewoon basisonderwijs, wat betreft de verhoging van het aantal uur kinderverzorging
;

(33) B.Vl.R. van 22/04/2022 (B.S. 22/09/2022) detail
Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van maatregelen uit cao V voor de basiseducatie, cao VI voor het hoger onderwijs en cao XII voor de andere onderwijsniveaus die uitwerking hebben op 1 september 2021 en 1 januari 2022
;

(34) B.Vl.R. van 09/09/2022 (B.S. 14/12/2022) detail
Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van dringende maatregelen om het lerarenambt in het basis- en secundair onderwijs te herwaarderen
;

(35) B.Vl.R. van 10/02/2023 (B.S. 15/05/2023) detail
Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 17 juni 1997 betreffende de personeelsformatie in het gewoon basisonderwijs en het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2021 over het geïntegreerde ondersteuningsaanbod gelijke onderwijskansen in het secundair onderwijs en tot wijziging van diverse besluiten van de Vlaamse Regering, wat betreft studieaanbod, studietoelagen en projectsubsidiëring contractuelen
;

(36) B.Vl.R. van 15/09/2023 (B.S. 01/12/2023) detail
Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van maatregelen over het lerarenambt
;

De Vlaamse regering,

Gelet op het decreet betreffende het basisonderwijs van 25 februari 1997 inzonderheid op de artikelen 128, 130, § 2, 131, 132, 135, 136, 137, 138, 139, 141 § 2, 145, 146 § 2, 156, 180, 183, 6°, 194 en 195, 6°;

Gelet op het protocol nr. 260 van 27 mei 1997 houdende de conclusies van de onderhandelingen die gevoerd werden in de gemeenschappelijke vergadering van het sectorcomité X en van onderafdeling "Vlaamse Gemeenschap" van afdeling 2 van het comité voor de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten;

Gelet op het protocol nr. 44 van 27 mei 1997 houdende de° conclusies van de onderhandelingen die gevoerd werden in het overkoepelend onderhandelingscomité;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 2 mei 1997;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid, gemotiveerd door de omstandigheid dat het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997 in werking treedt op 1 september 1997.

Hetzelfde geldt voor de eerste reeks bijhorende uitvoeringsbesluiten.

Het is voor de organisatie van het schooljaar 1997-1998 en voor de rechtszekerheid van schoolbesturen, directies en personeelsleden essentieel dat zij zo snel mogelijk uitsluitsel krijgen over de nieuw toe te passen regelgeving;

Gelet op het advies van de Raad van State gegeven op 2 juni 1997 met toepassing van artikel 84, eerste lid, 2° van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Onderwijs en Ambtenarenzaken;

Na beraadslaging,

Besluit :

HOOFDSTUK I. - Algemeen

Artikel 1.

Dit besluit is van toepassing op het gewoon basisonderwijs, gefinancierd of gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap.

Art. 2.

Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :

1° [10B.Vl.R. van 19/07/2007
B.S. 27/08/2007
...10B.Vl.R. van 19/07/2007
B.S. 27/08/2007
]

2° [21B.Vl.R. van 04/12/2015
B.S. 29/12/2015
anderstalige nieuwkomer: de anderstalige nieuwkomer, vermeld in artikel 3, 4° quater, van het decreet;21B.Vl.R. van 04/12/2015
B.S. 29/12/2015
]

3° [10B.Vl.R. van 19/07/2007
B.S. 27/08/2007
...10B.Vl.R. van 19/07/2007
B.S. 27/08/2007
]

4° cursus : minimum twee tot maximum drie lestijden bestemd voor één van de erkende godsdiensten, niet-confessionele zedenleer of cultuurbeschouwing;

5° decreet : het decreet betreffende het basisonderwijs van 25 februari 1997.

[9B.Vl.R. van 26/01/2007
B.S. 01/03/2007
5°bis : gewezen anderstalige nieuwkomer : leerling die op 1 oktober van het lopende schooljaar in het voorgaande schooljaar een anderstalige nieuwkomer was en onthaalonderwijs heeft genoten; 9B.Vl.R. van 26/01/2007
B.S. 01/03/2007
]

6° [10B.Vl.R. van 19/07/2007
B.S. 27/08/2007
...10B.Vl.R. van 19/07/2007
B.S. 27/08/2007
]

7° leerling : leerling die voldoet aan de bepalingen van de artikelen 20 en 21 van het decreet of daar op grond van artikel 23 of 24 van afwijkt;

8° minister : de Vlaamse minister bevoegd voor Onderwijs;

[1B.Vl.R. van 22/09/1998
B.S. 10/11/1998

8°bis onthaalonderwijs : onderwijs aan anderstalige nieuwkomers ter bevordering van hun taalvaardigheid Nederlands en ter bevordering van hun sociale integratie.

[9B.Vl.R. van 26/01/2007
B.S. 01/03/2007

Onthaalonderwijs kan [12B.Vl.R. van 05/09/2008
B.S. 08/10/2008
voor de twee groepen van anderstalige nieuwkomers, bedoeld in 2°, eerste lid, a) en b),12B.Vl.R. van 05/09/2008
B.S. 08/10/2008
] bestaan uit twee periodes :

a) een onthaaljaar [19B.Vl.R. van 03/07/2015
B.S. 16/07/2015
met aanbieding van intensieve taalondersteuning Nederlands19B.Vl.R. van 03/07/2015
B.S. 16/07/2015
] aan de anderstalige nieuwkomer;

b) een vervolgjaar in de vorm van ondersteuning, begeleiding en opvolging van de gewezen anderstalige nieuwkomer.

9B.Vl.R. van 26/01/2007
B.S. 01/03/2007
] 1B.Vl.R. van 22/09/1998
B.S. 10/11/1998
]

9° [10B.Vl.R. van 19/07/2007
B.S. 27/08/2007
...10B.Vl.R. van 19/07/2007
B.S. 27/08/2007
]

[7B.Vl.R. van 20/01/2006
B.S. 04/04/2006
9°bis. [11B.Vl.R. van 16/05/2008
B.S. 04/09/2008
...11B.Vl.R. van 16/05/2008
B.S. 04/09/2008
] 7B.Vl.R. van 20/01/2006
B.S. 04/04/2006
]

10° teldag : dag waarop de leerlingen, met toepassing van het decreet moeten worden geteld;

11° telperiode : periode gedurende dewelke leerlingen, met toepassing van het decreet moeten worden geteld;

12° [11B.Vl.R. van 16/05/2008
B.S. 04/09/2008
...11B.Vl.R. van 16/05/2008
B.S. 04/09/2008
]

HOOFDSTUK II. - Directie

Afdeling A. - Beleidsondersteuning

Art. 3.

[2B.Vl.R. van 23/02/1999
B.S. 31/03/1999
...2B.Vl.R. van 23/02/1999
B.S. 31/03/1999
]

Afdeling B. - Directie met onderwijsopdracht

Art. 4.

§ 1. [24B.Vl.R. van 07/09/2018
B.S. 05/10/2018
Met toepassing van artikel 130, § 2, van het decreet wordt de directeur in de volgende gevallen belast met een onderwijsopdracht van:

1° 10 lestijden in scholen met minder dan 20 leerlingen;

2° 6 lestijden in scholen met 20 tot en met 99 leerlingen.

24B.Vl.R. van 07/09/2018
B.S. 05/10/2018
]

§ 2. [24B.Vl.R. van 07/09/2018
B.S. 05/10/2018
In afwijking van paragraaf 1 wordt voor de scholen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest de directeur belast met een onderwijsopdracht van:

1° 10 lestijden in scholen met minder dan 20 leerlingen;

2° 6 lestijden in scholen met 20 tot en met 69 leerlingen.

24B.Vl.R. van 07/09/2018
B.S. 05/10/2018
]

§ 3. Voor de toepassing van § 1 en § 2 wordt rekening gehouden met de leerlingen uit het kleuteronderwijs en uit het lager onderwijs die in aanmerking komen voor de berekening van de lestijden volgens de schalen van het lopende schooljaar.

Afdeling C. - Bijzondere bepalingen inzake vrijwillige fusies

Art. 5.

§ 1. [11B.Vl.R. van 16/05/2008
B.S. 04/09/2008
Met toepassing van artikel 130, § 2, van het decreet behoudt de adjunct-directeur van een school die ontstaan is uit vrijwillige fusie, zoals bedoeld in artikel 129 van het decreet, gedurende het schooljaar van de fusie en de drie daaropvolgende schooljaren, de onderwijsopdracht waarmee hij belast was tijdens het schooljaar voorafgaand aan de fusie.

Na die periode van vier schooljaren is de adjunct-directeur niet langer belast met een onderwijsopdracht, op voorwaarde dat de school op de teldag ten minste 180 leerlingen telt.

11B.Vl.R. van 16/05/2008
B.S. 04/09/2008
]

§ 2. In afwijking van § 1 is de adjunct-directeur van een school ontstaan uit vrijwillige fusie in het tweetalig gebied Brussel-Hoofdstad vanaf het vierde schooljaar na de fusie niet langer belast met een onderwijsopdracht, op voorwaarde dat de school ten minste 100 leerlingen telt.

§ 3. Voor de toepassing van § 1, tweede lid en § 2 wordt rekening gehouden met de leerlingen uit het kleuteronderwijs en uit het lager onderwijs die in aanmerking komen voor de berekening van de lestijden volgens de schalen van het lopende schooljaar.

HOOFDSTUK III. - Onderwijzend personeel

Afdeling A. - [17B.Vl.R. van 12/10/2012
B.S. 04/12/2012
Basisomkadering17B.Vl.R. van 12/10/2012
B.S. 04/12/2012
]

[3B.Vl.R. van 11/01/2002
B.S. 20/02/2002

Art. 5bis.

[17B.Vl.R. van 12/10/2012
B.S. 04/12/2012

§ 1. Uit de basisomkadering van het kleuteronderwijs, verkregen volgens artikel 131 van het decreet, kunnen, in het kleuteronderwijs, betrekkingen worden ingericht :

1° in het ambt van kleuteronderwijzer;

2° in het ambt van leermeester lichamelijke opvoeding.

§ 2. De basisomkadering van het kleuteronderwijs, verkregen volgens artikel 131 van het decreet, wordt als volgt omgerekend naar de gefinancierde of gesubsidieerde voltijdse of deeltijdse betrekkingen van kleuteronderwijzer of leermeester lichamelijke opvoeding :

1° van de basisomkadering van het kleuteronderwijs worden de lestijden onderwijsopdracht die, in voorkomend geval, de directeur of de adjunct-directeur presteren in het kleuteronderwijs, afgetrokken;

2° de overige lestijden worden gedeeld door 24 tot op de eenheid voor het ambt van kleuteronderwijzer of leermeester lichamelijke opvoeding. Het quotiënt is gelijk aan het mogelijke aantal volledige betrekkingen.

§ 3. [29B.Vl.R. van 26/02/2021
B.S. 19/04/2021
Voor de schooljaren 2012-2013, 2013-2014, 2014-2015, 2015-2016, 2016-2017, 2017-2018, 2018-2019, 2019-2020, 2020-2021 met ingang van 1 januari 2021, 2021-2022, 2022-2023 en 2023-202429B.Vl.R. van 26/02/2021
B.S. 19/04/2021
] kan de basisomkadering van het kleuteronderwijs, mits er een tekort wordt vastgesteld aan kleuteronderwijzers met een vereist of een voldoende geacht bekwaamheidsbewijs of kleuteronderwijzers met een ander bekwaamheidsbewijs die de opleiding bachelor in het onderwijs : kleuteronderwijs volgen, worden ingericht in het ambt van kinderverzorger, na omzetting volgens de onderstaande tabel :

lestijden

uren kinderverzorger

1

2

2

3

3

5

4

6

5

8

6

10

7

11

8

13

9

14

10

16

11

17

12

19

13

21

14

22

15

24

16

25

17

27

18

29

19

30

20

32

§ 4. Uit de basisomkadering van het lager onderwijs, verkregen volgens artikel 131 van het decreet, kunnen, in het lager onderwijs, betrekkingen worden ingericht in de volgende ambten :

1° onderwijzer;

2° leermeester lichamelijke opvoeding;

3° leermeester godsdienst of niet-confessionele zedenleer.

§ 5. De basisomkadering van het lager onderwijs, verkregen volgens artikel 131 van het decreet, wordt als volgt omgerekend naar de gefinancierde of gesubsieerde voltijdse of deeltijdse betrekkingen van onderwijzer, leermeester lichamelijke opvoeding of leermeester godsienst of niet-confessionele zedenleer :

1° van de basisomkadering van het lager onderwijs worden, in voorkomend geval, de lestijden onderwijsopdracht afgetrokken die de directeur of de adjunct-directeur presteren in het lager onderwijs;

2° de overige lestijden worden gedeeld door 24 tot op de eenheid voor het ambt van onderwijzer, leermeester lichamelijke opvoeding of leermeester godsdienst of niet-confessionele zedenleer. Het quotiënt is gelijk aan het mogelijk aantal volledige betrekkingen.

§ 6. De onderwijsopdracht van de directeur of de adjunct-directeur van een basisschool kan geput worden uit de basisomkadering, toegekend volgens artikel 131 van het decreet.

§ 7. Ter uitvoering van artikel 173sexies van het decreet wendt een school voor gewoon basisonderwijs in zijn kleuteronderwijs minstens 7,7 % van de lestijden volgens de schalen verkregen volgens artikel 132 van het decreet aan voor het leergebied lichamelijke opvoeding en in zijn lager onderwijs minstens 1,2 %. Het aldus bekomen aantal lestijden wordt als volgt afgerond : als het eerste cijfer na de komma groter is dan vier, wordt er afgerond naar het hogere geheel getal. Als het eerste cijfer na de komma kleiner is dan of gelijk is aan vier wordt er afgerond naar het lagere geheel getal.

De lestijden bekomen door toepassing van het percentage 1,2 en de voorziene afronding moeten in het lager onderwijs aangewend worden om de werkdruk van het onderwijzend personeel te verminderen ten opzichte van de toestand voor de invoering van de aanvullende lestijden lichamelijke opvoeding in het lager onderwijs. Hiervoor moeten de criteria onderhandeld worden in het bevoegde lokaal comité.

17B.Vl.R. van 12/10/2012
B.S. 04/12/2012
] 3B.Vl.R. van 11/01/2002
B.S. 20/02/2002
]

Art. 6.

[17B.Vl.R. van 12/10/2012
B.S. 04/12/2012

§ 1. Met toepassing van artikel 133, § 2, van het decreet wordt het leerlingenkenmerk 2, vermeld in artikel 133, § 1, b), [27B.Vl.R. van 03/05/2019
B.S. 01/08/2019
vastgesteld aan de hand van de gegevens over de selectieve participatietoeslag, van de bevoegde dienst van de Vlaamse overheid, als vermeld in artikel 28, § 2, en artikel 31, § 2, van het decreet van 27 april 2018 tot regeling van de toelagen in het kader van het gezinsbeleid.27B.Vl.R. van 03/05/2019
B.S. 01/08/2019
] op basis van de beschikbare gegevens op 28 februari van het voorgaande schooljaar.

§ 2. Met toepassing van artikel 133, § 2, van het decreet worden het leerlingenkenmerk 1, vermeld in artikel 133, § 1, a), van het decreet, en het leerlingenkenmerk 3, vermeld in artikel 133, § 1, c), van het decreet, vastgesteld op basis van de gegevens, verzameld via een verklaring op erewoord van de ouders of voogd van de leerling.

Bij de verzameling van de gegevens vie de verklaring op erewoord wordt gebruikgemaakt van de vragen, vermeld in bijlage 1 bij het besluit van de Vlaamse Regering van 6 februari 2009 houdende de werkingsbudgetten in het basisonderwijs en de werkingsbudgetten in het secundair onderwijs.

De gegevens, verzameld voor leerlingenkenmerk 3, worden verwerkt op de wijze, vermeld in bijlage 2 bij het besluit van de Vlaamse Regering van 6 februari 2009 houdende de werkingsbudgetten in het basisonderwijs en de werkingsbudgetten in het secundair onderwijs.

Voor alle leerlingen die op de eerste schooldag van februari 2012 ingeschreven waren, zijn de gegevens over leerlingenkenmerk 1 en 3, die met het oog op de telling voor de berekening van het werkingsbudget verzameld zijn, van toepassing. Voor de leerlingen die nog niet ingeschreven waren, worden de gegevens over die kenmerken verzameld bij hun eerste inschrijving in een school, gefinancierd of gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap.

Wijzigingen in de gegevens van leerlingenkenmerk 1 en 3 kunnen uitsluitend worden aanvaard als er een nieuwe verklaring op erewoord van de ouders of voogd van de leerling is.

De verklaringen op erewoord die gebruikt worden om de gegevens voor leerlingenkenmerk 1 en 3 te verzamelen, worden ten minste vijftien jaar bewaard door de school.

§ 3. Met toepassing van artikel 140, § 1, 6°, zevende lid, van het decreet is het verblijf op zich in een centrum voor kinderzorg en gezinsondersteuning een voldoende bewijs.

§ 4. Met toepassing van artikel 140, § 1, 6°, zevende lid, van het decreet is het verblijf op zich in een tehuis voor kinderen van wie de ouders geen vaste verblijfplaats hebben, een voldoende bewijs.

§ 5. [35B.Vl.R. van 10/02/2023
B.S. 15/05/2023
...35B.Vl.R. van 10/02/2023
B.S. 15/05/2023
]

§ 6. Met toepassing van artikel 140, § 1, 6°, zevende lid, van het decreet wordt de indicator "de ouders behoren tot de trekkende bevolking", vermeld in artikel 140, § 1, 6°, d), van het decreet, vastgesteld op basis van een van de volgende attesten :

1° [35B.Vl.R. van 10/02/2023
B.S. 15/05/2023
...35B.Vl.R. van 10/02/2023
B.S. 15/05/2023
]

2° een kopie van de aanvraag tot vermindering van het kostgeld voor kinderen van wie de ouders geen vaste verblijfplaats hebben;

3° een kopie uit het handelsregister, waaruit blijkt dat beide ouders kermis- of circusexploitant of -artiest zijn;

4° een lidmaatschapskaart van de ouders van foorreiziger of kermisexploitant;

[26B.Vl.R. van 15/03/2019
B.S. 18/04/2019
4° bis een attest, afgeleverd door een instantie die onafhankelijk is van de school, waaruit blijkt dat beide ouders tot de beroepsgroep behoren van de binnenschippers of kermis- of circusexploitanten of -artiesten;26B.Vl.R. van 15/03/2019
B.S. 18/04/2019
]

5° een formulier dat ingevuld is door de VZW die door de Vlaamse Gemeenschap erkend is of door een specifieke dienst of cel van een stad of gemeente, waaruit blijkt dat de ouders tot de Roma of andere trekkende bevolking met een nomadische cultuur behoren (o.a. Rom, Voyageurs, Manoesj);

6° een document, opgesteld door een officiële instantie van het land van herkomst, waaruit blijkt dat de persoon Roma is. Bij documenten die opgesteld zijn in een andere taal dan het Nederlands, Frans, Engels of Duits, kan een Nederlandse vertaling gevraagd worden, opgesteld door een Belgische beëdigde vertaler;

7° gedurende de periode dat de asielprocedure loopt, een document dat bij de asielaanvraag gevoegd is, waarin verklaard wordt dat de aanvrager Roma is;

8° een verklaring van een asielcentrum dat de persoon bekendstaat als Roma;

9° een verklaring van de burgemeester dat het vermelde adres een terrein is dat specifiek bedoeld is voor de trekkende bevolking met een nomadische cultuur (o.a. Rom, Voyageurs, Manoesj).

De attesten die gebruikt worden om de gegevens te verzamelen, worden ten minste vijftien jaar bewaard door de school.

§ 7. [35B.Vl.R. van 10/02/2023
B.S. 15/05/2023
Met toepassing van artikel 140, § 1, 6°, van het decreet wordt de indicator leerlingen die een zorgthuis hebben als vermeld in artikel 140, § 1, 6°, e), van het decreet, vastgesteld door AGODI, de verwerkingsverantwoordelijke, op basis van de data van het agentschap Opgroeien, het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap of Fedasil.35B.Vl.R. van 10/02/2023
B.S. 15/05/2023
]

[35B.Vl.R. van 10/02/2023
B.S. 15/05/2023

Als er geen automatische data-uitwisseling met het agentschap Opgroeien of het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap plaatsvindt, wordt het voldoen aan de voormelde indicator leerlingen die een zorgthuis hebben voor de leerlingen, vermeld in artikel 3, 28°/1, a), van het decreet, vastgesteld op basis van een bewijs van het gebruik van een jeugdhulpverleningsbeslissing, vermeld in artikel 3, 28°/1, a), van het decreet.

Als er geen automatische data-uitwisseling met het agentschap Opgroeien plaatsvindt, wordt het voldoen aan de voormelde indicator leerlingen die een zorgthuis hebben, voor de leerlingen, vermeld in artikel 3, 28°/1, b), van het decreet, vastgesteld op basis van een bewijs van plaatsing als vermeld in artikel 3, 28°/1, b), van het decreet.

Als er geen automatische data-uitwisseling met Fedasil plaatsvindt, wordt het voldoen aan de voormelde indicator leerlingen die een zorgthuis hebben, voor de leerlingen, vermeld in artikel 3, 28°/1, c), van het decreet, vastgesteld op basis van een document dat is afgeleverd door een instantie die onafhankelijk is van de school.

De maximale bewaartermijnen voor gegevens vermeld in het eerste lid, die worden bewaard conform artikel 5, lid 1, e), van de Algemene Verordening Gegevensbescherming, worden vastgelegd in beheersregels als vermeld in artikel III.81, § 2, van het Bestuursdecreet van 7 december 2018.

35B.Vl.R. van 10/02/2023
B.S. 15/05/2023
]

De verklaringen op erewoord die gebruikt worden om de gegevens te verzamelen, worden ten minste vijftien jaar bewaard door de school.

17B.Vl.R. van 12/10/2012
B.S. 04/12/2012
] [17B.Vl.R. van 12/10/2012
B.S. 04/12/2012

Art. 6bis.

Met toepassing van artikel 140, § 1, 3°, van het decreet worden de vestigingsplaatsen in het Vlaamse Gewest gegeopositioneerd op basis van de geografische coördinaten, beschikbaar bij het Agentschap [22B.Vl.R. van 13/05/2016
B.S. 01/07/2016
...22B.Vl.R. van 13/05/2016
B.S. 01/07/2016
] [31B.Vl.R. van 07/05/2021
B.S. 25/05/2021
Digitaal31B.Vl.R. van 07/05/2021
B.S. 25/05/2021
] Vlaanderen, op de eerste schooldag van februari van het voorgaande schooljaar. Daarbij wordt gebruikgemaakt van de technische voorschriften van de CRAB-specificaties, vermeld in artikel 5 van het ministerieel besluit van 25 maart 2011 tot vaststelling van de CRAB-specificaties.

Indien de positie van een vestigingsplaats beschikbaar bij [22B.Vl.R. van 13/05/2016
B.S. 01/07/2016
het agentschap [31B.Vl.R. van 07/05/2021
B.S. 25/05/2021
Digitaal31B.Vl.R. van 07/05/2021
B.S. 25/05/2021
] Vlaanderen22B.Vl.R. van 13/05/2016
B.S. 01/07/2016
] zich niet ten minste op het perceel bevindt waar de vestigingsplaats ligt, wordt er in afwijking van het eerste lid, gewerkt met de geopositie van de betrokken vestigingsplaats zoals deze, beschikbaar is in de bestanden van het ministerie van onderwijs en vorming.

Met toepassing van artikel 140, § 1, 3°, van het decreet worden de vestigingsplaatsen in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest gegeopositioneerd op basis van de geografische coördinaten, beschikbaar bij de dienst van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest die bevoegd is voor geopositionering, op de eerste schooldag van februari van het voorgaande schooljaar.

Indien de positie van een vestigingsplaats beschikbaar bij de dienst van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest die bevoegd is voor geopositionering, zich niet ten minste op het perceel bevindt waar de vestigingsplaats ligt, wordt er in afwijking van het derde lid, gewerkt met de geopositie van de betrokken vestigingsplaats zoals deze, beschikbaar is in de bestanden van het ministerie van onderwijs en vorming.

17B.Vl.R. van 12/10/2012
B.S. 04/12/2012
]

Art. 7.

[14B.Vl.R. van 10/10/2008
B.S. 26/11/2008

§ 1. Met toepassing van artikel 141, § 2, van het decreet, kunnen de lestijden in het kleuteronderwijs [17B.Vl.R. van 12/10/2012
B.S. 04/12/2012
...17B.Vl.R. van 12/10/2012
B.S. 04/12/2012
] herberekend worden.

Het aantal regelmatige kleuters dat de school op de instapdatum méér telt ten opzichte van de teldag voor de berekening van de lestijden volgens de schalen wordt vermenigvuldigd met 1. Van dit getal worden de lestijden bekomen ten gevolge van eerdere herberekeningen tijdens het lopende schooljaar afgetrokken. Dit geeft het aantal lestijden bekomen ten gevolge van de herberekening.

§ 2. Het aantal lestijden, bekomen ten gevolge van de herberekening, wordt maar gefinancierd of gesubsidieerd tot 30 juni van het lopende schooljaar.

§ 3. [17B.Vl.R. van 12/10/2012
B.S. 04/12/2012
Uit de lestijden bekomen ten gevolge van de herberekening vermeld in § 1 en uit de lestijden bekomen ten gevolge van de herberekening vermeld in artikel 173quinquies/1, § 2, van het decreet, kunnen betrekkingen worden ingericht :

1° in het ambt van kleuteronderwijzer;

2° in het ambt van leermeester lichamelijke opvoeding;

3° [29B.Vl.R. van 26/02/2021
B.S. 19/04/2021
Voor de schooljaren 2012-2013, 2013-2014, 2014-2015, 2015-2016, 2016-2017, 2017-2018, 2018-2019, 2019-2020, 2020-2021 met ingang van 1 januari 2021, 2021-2022, 2022-2023 en 2023-202429B.Vl.R. van 26/02/2021
B.S. 19/04/2021
] na omzetting van de lestijden in het ambt van kinderverzorger, als er een tekort wordt vastgesteld aan kleuteronderwijzers met een vereist of een voldoende geacht bekwaamheidsbewijs of aan kleuteronderwijzers met een ander bekwaamheidsbewijs die de opleiding bachelor in het onderwijs : kleuteronderwijs volgen.

17B.Vl.R. van 12/10/2012
B.S. 04/12/2012
]

§ 4. De herberekende lestijden [17B.Vl.R. van 12/10/2012
B.S. 04/12/2012
...17B.Vl.R. van 12/10/2012
B.S. 04/12/2012
] die overeenkomstig § 3 niet worden aangewend in het ambt van kleuteronderwijzer worden samengeteld. Na het samentellen van deze herberekende lestijden worden ze omgezet volgens onderstaande tabel :

Herberekende lestijden

Uren Kinderverzorger

1

2

2

3

3

5

4

6

5

8

6

10

7

11

8

13

9

14

10

16

11

17

12

19

13

21

14

22

15

24

16

25

17

27

18

29

19

30

20

32

14B.Vl.R. van 10/10/2008
B.S. 26/11/2008
]

Art. 8

[22B.Vl.R. van 13/05/2016
B.S. 01/07/2016

§ 1. Met toepassing van artikel 141, § 3, van het decreet, kunnen de lestijden volgens de schalen in het kleuteronderwijs op 1 juni 2016 herberekend worden met het oog op de omkadering van het schooljaar 2016-2017.

Het aantal extra lestijden volgens de schalen waarop de school recht heeft, is 0,29116 lestijden maal (C + (D-C)), waarbij, als D-C negatief is dit gelijkgesteld wordt aan 0, waarbij :

1° C= de totale stijging op 1 juni 2016, ten opzichte van 1 februari 2016, van kleuters in de school die op 31 december van het lopende schooljaar jonger dan vijf jaar zijn en die op de eerste schooldag van februari 2016 gelijktijdig aan de volgende voorwaarden voldoen :

a) de kleuter is een nieuwkomer, dat wil zeggen dat hij pas vanaf 1 juli 2015 of later in België verblijft;

b) de kleuter heeft niet het Nederlands als thuistaal of moedertaal;

c) de kleuter beheerst onvoldoende de onderwijstaal om met goed gevolg de lessen te kunnen volgen;

d) de kleuter is maximaal negen maanden ingeschreven, vakantiemaanden juli en augustus niet inbegrepen, in een school met het Nederlands als onderwijstaal;

2° D= de totale stijging op 1 juni 2016, ten opzichte van 1 februari 2016, van kleuters in de school die voldoen aan het leerlingenkenmerk, vermeld in artikel 133, § 1, c), van het decreet.

De lestijden die verkregen worden op basis van de herberekening, worden als volgt afgerond: als het eerste cijfer na de komma groter is dan vier, wordt er afgerond naar het hogere gehele getal. Als het eerste cijfer na de komma kleiner is dan of gelijk is aan vier wordt er afgerond naar het lagere geheel getal.

§ 2. De lestijden die verkregen worden op basis van de herberekening, vermeld in paragraaf 1, worden gefinancierd of gesubsidieerd vanaf 1 september 2016 tot en met 30 juni 2017.

§ 3. Uit de lestijden die verkregen worden op basis van de herberekening, vermeld in paragraaf 1, kunnen betrekkingen worden ingericht in :

1° het ambt van kleuteronderwijzer;

2° het ambt van kinderverzorger mits er een tekort aan kleuteronderwijzers met het vereiste of het voldoende geachte bekwaamheidsbewijs wordt vastgesteld.

§ 4. De herberekende lestijden die met toepassing van paragraaf 3 niet worden aangewend in het ambt van kleuteronderwijzer, kunnen worden omgezet op de wijze, vermeld in de volgende tabel :

Herberekende lestijden

Uren Kinderverzorger

1

2

2

3

3

5

4

6

5

8

6

10

7

11

8

13

9

14

10

16

11

17

12

19

13

21

14

22

15

24

16

25

17

27

18

29

19

30

20

32

§ 5. De betrekkingen die worden ingericht op basis van herberekende lestijden komen niet in aanmerking voor vacantverklaring en het schoolbestuur kan in geen geval een personeelslid vast benoemen, affecteren of muteren in die betrekkingen.

§ 6. De lestijden die verkregen worden op basis van de herberekening, vermeld in paragraaf 1, moeten worden aangewend voor de taalondersteuning voor de kennis van het Nederlands van de anderstalige kleuters.

22B.Vl.R. van 13/05/2016
B.S. 01/07/2016
]

Art. 8 t.e.m. 14.

[17B.Vl.R. van 12/10/2012
B.S. 04/12/2012
...17B.Vl.R. van 12/10/2012
B.S. 04/12/2012
]

Afdeling B. - Aanvullende lestijden

Onderafdeling 1. - Aanvullende lestijden voor godsdienst, niet-confessionele zedenleer en cultuurbeschouwing voor het lager onderwijs

Art. 15.

§ 1. Met toepassing van artikel 138, § 1, 1° van het decreet worden wekelijks, aanvullend bij de lestijden volgens de schaal, twee lestijden gefinancierd of gesubsidieerd voor de cursussen in de erkende godsdiensten en voor de niet-confessionele zedenleer.

De teldag voor deze cursussen is de eerste schooldag van februari behalve voor de scholen die op basis van het decreet als teldag [3B.Vl.R. van 11/01/2002
B.S. 20/02/2002
de eerste schooldag van oktober3B.Vl.R. van 11/01/2002
B.S. 20/02/2002
] hebben.

§ 2. Voor de minder gevolgde cursussen godsdienst en niet-confessionele zedenleer wordt wekelijks de halve lestijd boven de twee lestijden of de derde lestijd als aanvullende lestijd gefinancierd of gesubsidieerd.

[16B.Vl.R. van 23/09/2011
B.S. 11/10/2011

§ 3. Een school waarvan alle leerlingen het voorgaande schooljaar op basis van artikel 29 van het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997 een vrijstelling hebben verkregen en waarvan er minstens één leerling geen vrijstelling ontvangt bij de start van het lopende schooljaar, heeft zowel voor de meest gevolgde cursus als voor de minder gevolgde cursussen de eerste schooldag van oktober van het lopende schooljaar als teldag.

16B.Vl.R. van 23/09/2011
B.S. 11/10/2011
]

Art. 16.

In scholen die geen cursus godsdienst of niet-confessionele zedenleer organiseren worden wekelijks twee aanvullende lestijden cultuurbeschouwing gesubsidieerd.

Art. 17.

Voor de meest gevolgde cursus wordt het aantal cursussen godsdienst, niet-confessionele zedenleer of cultuurbeschouwing per vestigingsplaats als volgt berekend :

Aantal leerlingen op de teldag

Aantal cursussen

tot en met 24 leerlingen

vanaf 25 leerlingen

vanaf 40 leerlingen

vanaf 55 leerlingen

vanaf 70 leerlingen

vanaf 90 leerlingen

vanaf 115 leerlingen

vanaf 140 leerlingen

vanaf 165 leerlingen

vanaf 190 leerlingen

vanaf 215 leerlingen

vanaf 240 leerlingen

vanaf 265 leerlingen

vanaf 290 leerlingen

vervolgens per groep van 30 leerlingen

1 cursus

2 cursussen

3 cursussen

4 cursussen

5 cursussen

6 cursussen

7 cursussen

8 cursussen

9 cursussen

10 cursussen

11 cursussen

12 cursussen

13 cursussen

14 cursussen

1 cursus meer.

Art. 18.

Elke cursus godsdienst, niet-confessionele zedenleer of cultuurbeschouwing omvat ten minste 2 en ten hoogste 3 lestijden.

Een minder gevolgde cursus godsdienst of niet-confessionele zedenleer bedraagt evenveel lestijden als de meest gevolgde cursus godsdienst of niet-confessionele zedenleer. De meest gevolgde en de minder gevolgde cursussen worden gelijktijdig georganiseerd.

Art. 19.

De minder gevolgde cursussen worden op dezelfde wijze georganiseerd als de meest gevolgde cursus. Per leerlingengroep, zoals georganiseerd voor de meest gevolgde cursus, mag de minder gevolgde cursus worden gesplitst indien deze cursus ten minste door een veelvoud van 5 leerlingen wordt gevolgd.

Art. 20.

§ 1. Zodra een leerling wordt ingeschreven voor een minder gevolgde cursus die nog niet wordt gefinancierd of gesubsidieerd op basis van de schoolbevolking op de teldag bedoeld in artikel 15, mag deze cursus onmiddellijk worden gefinancierd of gesubsidieerd op dezelfde wijze als bepaald in artikel 18.

§ 2. Minder gevolgde cursussen die gefinancierd of gesubsidieerd kunnen worden op basis van het aantal leerlingen op de teldag bedoeld in artikel 15, maar waarvoor geen leerlingen meer zijn ingeschreven, worden niet langer gefinancierd of gesubsidieerd.

[33B.Vl.R. van 22/04/2022
B.S. 22/09/2022
Onderafdeling 1bis. Lestijden voor aanvangsbegeleiding33B.Vl.R. van 22/04/2022
B.S. 22/09/2022
]

[33B.Vl.R. van 22/04/2022
B.S. 22/09/2022

Art. 20bis.

§1. Met toepassing van artikel 139septies decies, §4, van het decreet kunnen uit de lestijden die conform artikel 139septies decies, §2, van het decreet berekend worden, in het gewoon kleuteronderwijs in de volgende ambten betrekkingen worden ingericht:

1° in het ambt van kleuteronderwijzer;

2° in het ambt van leermeester lichamelijke opvoeding.

De lestijden worden op de volgende wijze omgerekend naar de gefinancierde of gesubsidieerde voltijdse of deeltijdse betrekkingen van kleuteronderwijzer of leermeester lichamelijke opvoeding: de lestijden worden gedeeld door 24 tot op de eenheid voor het ambt van kleuteronderwijzer of leermeester lichamelijke opvoeding. Het quotiënt is gelijk aan het mogelijke aantal volledige betrekkingen.

§2. Met toepassing van artikel 139septies decies, §4, van het decreet, kunnen, uit de lestijden die conform artikel 139septies decies, §2, van het decreet berekend worden, in het gewoon kleuteronderwijs betrekkingen worden ingericht in het ambt van kinderverzorger, na een omzetting conform de volgende tabel:

lestijdenuren kinderverzorger
12
23
35
46
58
610
711
813
914
1016
1117
1219
1321
1422
1524
1625
1727
1829
1930
2032

De omrekening van de uren naar gefinancierde of gesubsidieerde voltijdse of deeltijdse betrekkingen kinderverzorger gebeurt door de som van de uren die conform het eerste lid verkregen wordt, te delen door 32 tot op de eenheid. Het quotiënt is gelijk aan het mogelijke aantal volledige betrekkingen.

33B.Vl.R. van 22/04/2022
B.S. 22/09/2022
] [33B.Vl.R. van 22/04/2022
B.S. 22/09/2022

Art. 20ter.

Met toepassing van artikel 139septies decies, § 4, van het decreet kunnen, uit de lestijden die conform artikel 139septies decies, § 2, van het decreet berekend worden, in het gewoon lager onderwijs in de volgende ambten betrekkingen worden ingericht:

1° in het ambt van onderwijzer;

2° in het ambt van leermeester lichamelijke opvoeding;

3° in het ambt van leermeester godsdienst of niet-confessionele zedenleer.

De lestijden worden op de volgende wijze omgerekend naar de gefinancierde of gesubsidieerde voltijdse of deeltijdse betrekkingen van onderwijzer, leermeester lichamelijke opvoeding of leermeester godsdienst of niet-confessionele zedenleer: de lestijden worden gedeeld door 24 tot op de eenheid voor het ambt van onderwijzer, leermeester lichamelijke opvoeding of leermeester godsdienst of niet-confessionele zedenleer. Het quotiënt is gelijk aan het mogelijke aantal volledige betrekkingen.

33B.Vl.R. van 22/04/2022
B.S. 22/09/2022
] [33B.Vl.R. van 22/04/2022
B.S. 22/09/2022

Art. 20quater.

Met toepassing van artikel 139septies decies, § 4, van het decreet kunnen de lestijden die conform artikel 139septies decies, § 2, van het decreet berekend worden, in het gewoon basisonderwijs worden omgezet in punten, na omzetting conform de volgende tabel:

lestijdenpunten
14
27
311
414
518
621
725
828
932
1035
1139
1243
1346
1450
1553
1657
1760
1864
1967
2071
2174
2278
2381
2485

Uit de punten die conform het eerste lid worden verkregen, kunnen de volgende ambten worden ingericht:

1° het ambt van zorgcoördinator uit de categorie beleids- en ondersteunend personeel;

2° het ambt van ICT-coördinator uit de categorie beleids- en ondersteunend personeel;

3° het ambt van administratief medewerker uit de categorie beleids- en ondersteunend personeel;

4° vanaf 1 januari 2022 het ambt van beleidsondersteuner uit de categorie beleids- en ondersteunend personeel.

[36B.Vl.R. van 15/09/2023
B.S. 01/12/2023
5° vanaf 1 september 2023 het ambt van adjunct-directeur uit de categorie beleids- en ondersteunend personeel.36B.Vl.R. van 15/09/2023
B.S. 01/12/2023
]

De omrekening van punten naar de gefinancierde of gesubsidieerde betrekkingen van het beleids- en ondersteund personeel gebeurt conform artikelen 4quater, 4quinquies [36B.Vl.R. van 15/09/2023
B.S. 01/12/2023
, 4sexies en 4novies36B.Vl.R. van 15/09/2023
B.S. 01/12/2023
] van het besluit van de Vlaamse regering van 5 maart 2004 betreffende de puntenenveloppen voor de scholengemeenschappen basisonderwijs.

33B.Vl.R. van 22/04/2022
B.S. 22/09/2022
]

[33B.Vl.R. van 22/04/2022
B.S. 22/09/2022
Onderafdeling 1ter. Lestijden voor de kerntaak van het onderwijzend personeel33B.Vl.R. van 22/04/2022
B.S. 22/09/2022
]

[33B.Vl.R. van 22/04/2022
B.S. 22/09/2022

Art. 20quinquies.

§ 1. Met toepassing van artikel 139duodevicies, § 4, van het decreet kunnen, uit de lestijden die conform artikel 139duodevicies, § 2, van het decreet verkregen worden, in het gewoon kleuteronderwijs in de volgende ambten betrekkingen worden ingericht:

1° in het ambt van kleuteronderwijzer;

2° in het ambt van leermeester lichamelijke opvoeding. De lestijden worden op de volgende wijze omgerekend naar de gefinancierde of gesubsidieerde voltijdse of deeltijdse betrekkingen van kleuteronderwijzer of leermeester lichamelijke opvoeding: de lestijden worden gedeeld door 24 tot op de eenheid voor het ambt van kleuteronderwijzer of leermeester lichamelijke opvoeding. Het quotiënt is gelijk aan het mogelijke aantal volledige betrekkingen.

§ 2. Met toepassing van 139duodevicies, § 4, van het decreet kunnen, uit de lestijden die conform artikel 139duodevicies, § 2, van het decreet verkregen worden, in het gewoon lager onderwijs in de volgende ambten betrekkingen worden ingericht:

1° in het ambt van onderwijzer;

2° in het ambt van leermeester lichamelijke opvoeding;

3° in het ambt van leermeester godsdienst of niet-confessionele zedenleer.

De lestijden worden op de volgende wijze omgerekend naar de gefinancierde of gesubsidieerde voltijdse of deeltijdse betrekkingen van onderwijzer, leermeester lichamelijke opvoeding of leermeester godsdienst of niet-confessionele zedenleer: de lestijden worden gedeeld door 24 tot op de eenheid voor het ambt van onderwijzer, leermeester lichamelijke opvoeding of leermeester godsdienst of niet-confessionele zedenleer. Het quotiënt is gelijk aan het mogelijke aantal volledige betrekkingen.

§ 3. Met toepassing van artikel 139duodevicies, § 4 en § 6, van het decreet kunnen de lestijden die conform artikel 139duodevicies, § 2 van het decreet berekend worden, in het gewoon basisonderwijs worden omgezet in punten, na omzetting conform de volgende tabel:

lestijdenpunten
14
27
311
414
518
621
725
828
932
1035
1139
1243
1346
1450
1553
1657
1760
1864
1967
2071
2174
2278
2381
2485

Uit de punten die conform het eerste lid worden verkregen, kunnen de volgende ambten worden ingericht:

1° het ambt van zorgcoördinator uit de categorie beleids- en ondersteunend personeel;

2° het ambt van ICT-coördinator uit de categorie beleids- en ondersteunend personeel;

3° het ambt van administratief medewerker uit de categorie beleids- en ondersteunend personeel;

4° vanaf 1 januari 2022 het ambt van beleidsondersteuner uit de categorie beleids- en ondersteunend personeel.

De omrekening van punten naar de gefinancierde of gesubsidieerde betrekkingen van het beleids- en ondersteund personeel gebeurt conform artikelen 4quater, 4quinquies en 4sexies van het besluit van de Vlaamse regering van 5 maart 2004 betreffende de puntenenveloppen voor de scholengemeenschappen basisonderwijs.

33B.Vl.R. van 22/04/2022
B.S. 22/09/2022
]

[33B.Vl.R. van 22/04/2022
B.S. 22/09/2022
Onderafdeling 1quater. Lestijden samen school maken33B.Vl.R. van 22/04/2022
B.S. 22/09/2022
]

[33B.Vl.R. van 22/04/2022
B.S. 22/09/2022

Art. 20sexies.

§ 1. Met toepassing van artikel 139undevicies, § 6, van het decreet kunnen, uit de lestijden die conform artikel 139undevicies, § 2 of § 3, van het decreet verkregen worden, in het gewoon kleuteronderwijs in de volgende ambten betrekkingen worden ingericht:

1° in het ambt van kleuteronderwijzer;

2° in het ambt van leermeester lichamelijke opvoeding.

De lestijden worden op de volgende wijze omgerekend naar de gefinancierde of gesubsidieerde voltijdse of deeltijdse betrekkingen van kleuteronderwijzer of leermeester lichamelijke opvoeding: de lestijden worden gedeeld door 24 tot op de eenheid voor het ambt van kleuteronderwijzer of leermeester lichamelijke opvoeding. Het quotiënt is gelijk aan het mogelijke aantal volledige betrekkingen.

§ 2. Met toepassing van artikel 139undevicies, § 6, van het decreet kunnen, uit de lestijden die conform artikel 139undevicies, § 2 of § 3, van het decreet verkregen worden, in het gewoon lager onderwijs in de volgende ambten betrekkingen worden ingericht:

1° in het ambt van onderwijzer;

2° in het ambt van leermeester lichamelijke opvoeding;

3° in het ambt van leermeester godsdienst of niet-confessionele zedenleer.

De lestijden worden op de volgende wijze omgerekend naar de gefinancierde of gesubsidieerde voltijdse of deeltijdse betrekkingen van onderwijzer, leermeester lichamelijke opvoeding of leermeester godsdienst of niet-confessionele zedenleer: de lestijden worden gedeeld door 24 tot op de eenheid voor het ambt van onderwijzer, leermeester lichamelijke opvoeding of leermeester godsdienst of niet-confessionele zedenleer. Het quotiënt is gelijk aan het mogelijke aantal volledige betrekkingen.

§ 3. Met toepassing van artikel 139undevicies, § 6, van het decreet kunnen, uit de lestijden die conform artikel 139undevicies, § 2 of § 3, van het decreet verkregen worden, in het gewoon kleuteronderwijs betrekkingen worden ingericht in het ambt van kinderverzorger, na de omzetting conform de volgende tabel:

lestijdenuren kinderverzorger
12
23
35
46
58
610
711
813
914
1016
1117
1219
1321
1422
1524
1625
1727
1829
1930
2032

De omrekening van de uren naar gefinancierde of gesubsidieerde voltijdse of deeltijdse betrekkingen kinderverzorger gebeurt door de som van de uren die conform het eerste lid worden verkregen, te delen door 32 tot op de eenheid. Het quotiënt is gelijk aan het mogelijke aantal volledige betrekkingen.

§ 4. Met toepassing van artikel 139undevicies, § 6, van het decreet kunnen de lestijden die conform artikel 139undevicies, § 2 of § 3, van het decreet verkregen worden, in het gewoon basisonderwijs worden omgezet in punten, na de omzetting conform de volgende tabel:

lestijdenpunten
14
27
311
414
518
621
725
828
932
1035
1139
1243
1346
1450
1553
1657
1760
1864
1967
2071
2174
2278
2381
2485

Uit de punten die conform het eerste lid verkregen worden, kunnen de volgende ambten worden ingericht:

1° het ambt van zorgcoördinator uit de categorie beleids- en ondersteunend personeel;

2° het ambt van ICT-coördinator uit de categorie beleids- en ondersteunend personeel;

3° het ambt van administratief medewerker uit de categorie beleids- en ondersteunend personeel;

4° vanaf 1 januari 2022 het ambt van beleidsondersteuner uit de categorie beleids- en ondersteunend personeel.

[36B.Vl.R. van 15/09/2023
B.S. 01/12/2023
5° vanaf 1 september 2023 het ambt van adjunct-directeur uit de categorie beleids- en ondersteunend personeel.36B.Vl.R. van 15/09/2023
B.S. 01/12/2023
]

De omrekening van punten naar de gefinancierde of gesubsidieerde betrekkingen van het beleids- en ondersteund personeel gebeurt conform artikelen 4quater, 4quinquies [36B.Vl.R. van 15/09/2023
B.S. 01/12/2023
, 4sexies en 4novies36B.Vl.R. van 15/09/2023
B.S. 01/12/2023
] van het besluit van de Vlaamse regering van 5 maart 2004 betreffende de puntenenveloppen voor de scholengemeenschappen basisonderwijs.

§ 5. Met toepassing van artikel 139undevicies, § 7, van het decreet worden de lestijden samen school maken aangewend op schoolniveau conform het afsprakenkader tussen de sociale partners.

33B.Vl.R. van 22/04/2022
B.S. 22/09/2022
]

[34B.Vl.R. van 09/09/2022
B.S. 14/12/2022
Onderafdeling 1quinquies. Omzetten van lestijden in punten bij lerarentekort 34B.Vl.R. van 09/09/2022
B.S. 14/12/2022
] (voetnoot 1)

[34B.Vl.R. van 09/09/2022
B.S. 14/12/2022

Artikel 20septies.

[36B.Vl.R. van 15/09/2023
B.S. 01/12/2023
Ter uitvoering van artikel 130, § 2, vijfde lid, van het decreet kunnen de vacante lestijden, vermeld in artikel 130, § 2, tweede lid, van het decreet, en ter uitvoering van artikel 153viciessexies, vierde lid, van het decreet kunnen de niet-vacante lestijden, vermeld in artikel 153viciessexies, eerste lid, van het decreet,36B.Vl.R. van 15/09/2023
B.S. 01/12/2023
] in het gewoon basisonderwijs worden omgezet in punten, na omzetting conform de volgende tabel:

lestijdenpunten
24
37
411
514
618
721
825
928
1032
1135
1239
1343
1446
1550
1653
1757
1860
1964
2067
2171
2274
2378
2481
2585

Uit de punten die conform het eerste lid worden verkregen, kunnen de volgende ambten worden ingericht:

1° het ambt van zorgcoördinator uit de categorie beleids- en ondersteunend personeel;

2° het ambt van ICT-coördinator uit de categorie beleids- en ondersteunend personeel;

3° het ambt van administratief medewerker uit de categorie beleids- en ondersteunend personeel;

4° vanaf 1 januari 2022 het ambt van beleidsondersteuner uit de categorie beleids- en ondersteunend personeel.

[36B.Vl.R. van 15/09/2023
B.S. 01/12/2023
5° vanaf 1 september 2023 het ambt van adjunct-directeur uit de categorie beleids- en ondersteunend personeel.36B.Vl.R. van 15/09/2023
B.S. 01/12/2023
]

De punten worden omgerekend naar gefinancierde of gesubsidieerde betrekkingen van het beleids- en ondersteund personeel conform artikel 4quater, 4quinquies [36B.Vl.R. van 15/09/2023
B.S. 01/12/2023
, 4sexies en 4novies36B.Vl.R. van 15/09/2023
B.S. 01/12/2023
] van het besluit van de Vlaamse regering van 5 maart 2004 betreffende de puntenenveloppen voor de scholengemeenschappen basisonderwijs.

34B.Vl.R. van 09/09/2022
B.S. 14/12/2022
]

Onderafdeling 2. - Aanvullende lestijden voor de opvang van anderstalige nieuwkomers

Art. 21.

§ 1. Met toepassing van artikel 138, § 1, 3° van het decreet kunnen in [9B.Vl.R. van 26/01/2007
B.S. 01/03/2007
het kleuteronderwijs en9B.Vl.R. van 26/01/2007
B.S. 01/03/2007
] het lager onderwijs per vestigingsplaats aanvullende lestijden voor de opvang van anderstalige nieuwkomers worden gefinancierd of gesubsidieerd.

[1B.Vl.R. van 22/09/1998
B.S. 10/11/1998

Deze lestijden kunnen worden gefinancierd of gesubsidieerd in scholen die aan de volgende voorwaarden voldoen :

1° [3B.Vl.R. van 11/01/2002
B.S. 20/02/2002
...3B.Vl.R. van 11/01/2002
B.S. 20/02/2002
]

2° [3B.Vl.R. van 11/01/2002
B.S. 20/02/2002
...3B.Vl.R. van 11/01/2002
B.S. 20/02/2002
]

3° het schoolbestuur organiseert voor elke anderstalige nieuwkomer een werkplan; in het werkplan wordt, uitgaande van de beginsituatie, een strategie uitgeschreven om de doelstellingen van het onthaalonderwijs zoals beschreven onder artikel 2, 8°bis te realiseren; de evaluatie van de verschillende stappen wordt eveneens opgenomen in het individueel werkplan;

4° het schoolbestuur gaat de verbintenis aan de leerkrachten te laten deelnemen aan nascholing gericht op onthaalonderwijs.

1B.Vl.R. van 22/09/1998
B.S. 10/11/1998
]

§ 2. [3B.Vl.R. van 11/01/2002
B.S. 20/02/2002
...3B.Vl.R. van 11/01/2002
B.S. 20/02/2002
]

Art. 22.

[18B.Vl.R. van 21/03/2014
B.S. 16/04/2014

§ 1. De aanvullende lestijden voor de opvang van anderstalige nieuwkomers kunnen per school of per scholengemeenschap berekend worden. Een school kan beide berekeningswijzen in één en hetzelfde schooljaar niet cumuleren. Het is wel mogelijk dat één of meerdere scholen van de scholengemeenschap op schoolniveau tellen, terwijl de overige scholen van de scholengemeenschap op scholengemeenschapsniveau tellen.

§ 2. Indien er gekozen wordt om te berekenen per school dient de school een minimum aantal anderstalige nieuwkomers te tellen om aanvullende lestijden te kunnen inrichten.

Voor autonome kleuterscholen of autonome lagere scholen met slechts één vestigingsplaats dienen er op de eerste schooldag van september of in de loop van het schooljaar in de school tenminste vier anderstalige nieuwkomers als regelmatige leerling ingeschreven te zijn.

Voor alle andere scholen dienen er op de eerste schooldag van september of in de loop van het schooljaar in de school tenminste zes anderstalige nieuwkomers als regelmatige leerling ingeschreven te zijn.

§ 3. Het aantal aanvullende lestijden voor de opvang van anderstalige nieuwkomers wordt voor een school, die voldoet aan paragraaf 2, als volgt bepaald :

1° er worden twee aanvullende lestijden gefinancierd of gesubsidieerd en bijkomend 1,5 aanvullende lestijden per anderstalige nieuwkomer;

2° bij reële stijging van vier anderstalige nieuwkomers worden bijkomend 1,5 lestijden per anderstalige nieuwkomer gefinancierd of gesubsidieerd;

3° zodra bij daling minder dan twee anderstalige nieuwkomers zijn ingeschreven, worden de aanvullende lestijden niet langer gefinancierd of gesubsidieerd.

§ 4. Indien er gekozen wordt om te tellen per scholengemeenschap dient de scholengemeenschap, op de eerste schooldag van september of in de loop van het schooljaar, tenminste twaalf anderstalige nieuwkomers, die als regelmatige leerling ingeschreven zijn in scholen die niet tellen volgens de principes van paragraaf 2 en 3, te tellen om aanvullende lestijden te kunnen inrichten.

§ 5. Het aantal aanvullende lestijden voor de opvang van anderstalige nieuwkomers wordt per school, die niet telt volgens de principes van paragraaf 2 en 3 en die behoort tot een scholengemeenschap die voldoet aan paragraaf 4, als volgt bepaald :

1° er worden 1,5 aanvullende lestijden per anderstalige nieuwkomer gefinancierd of gesubsidieerd;

2° bij reële stijging van vier anderstalige nieuwkomers worden bijkomend 1,5 lestijden per anderstalige nieuwkomer gefinancierd of gesubsidieerd;

3° zodra bij daling minder dan vier anderstalige nieuwkomers in de scholen van de scholengemeenschap, die niet tellen volgens de principes van paragraaf 2 en 3, zijn ingeschreven, worden de aanvullende lestijden niet langer gefinancierd of gesubsidieerd.

18B.Vl.R. van 21/03/2014
B.S. 16/04/2014
] [9B.Vl.R. van 26/01/2007
B.S. 01/03/2007

Art. 22bis.

§ 1. Tijdens het vervolgjaar, vermeld in artikel 2, 8°bis, b), worden voor de gewezen anderstalige nieuwkomers aanvullende lestijden toegekend.

§ 2. Het aantal aanvullende lestijden dat wordt toegekend is gelijk aan één per gewezen anderstalige nieuwkomer die ingeschreven is op de teldag van de eerste schooldag van oktober van het lopende schooljaar.

9B.Vl.R. van 26/01/2007
B.S. 01/03/2007
] [9B.Vl.R. van 26/01/2007
B.S. 01/03/2007

Art. 22ter.

De aanvullende lestijden, vermeld in artikel 22 en 22bis, worden uitsluitend aangewend voor de opvang, ondersteuning en begeleiding van anderstalige nieuwkomers en gewezen anderstalige nieuwkomers [18B.Vl.R. van 21/03/2014
B.S. 16/04/2014
of voor een organisatie van een taalbad, als vermeld in artikel 11ter, § 2, van het decreet18B.Vl.R. van 21/03/2014
B.S. 16/04/2014
] .

9B.Vl.R. van 26/01/2007
B.S. 01/03/2007
] [10B.Vl.R. van 19/07/2007
B.S. 27/08/2007

Art. 22quater.

Met toepassing van artikel 142, § 2, van het decreet kan het aantal aanvullende lestijden, vermeld in artikel 22 en 22bis, gedurende het volledige schooljaar worden overgedragen.

[18B.Vl.R. van 21/03/2014
B.S. 16/04/2014
Met toepassing van artikel 142, § 2, van het decreet kunnen de lestijden, vermeld in artikel 131 van het decreet, gedurende het volledige schooljaar overgedragen worden voor de organisatie van een taalbad, als vermeld in artikel 11ter, § 2, van het decreet.18B.Vl.R. van 21/03/2014
B.S. 16/04/2014
]

10B.Vl.R. van 19/07/2007
B.S. 27/08/2007
]

[4B.Vl.R. van 05/12/2003
B.S. 10/02/2004
Onderafdeling 3. - [17B.Vl.R. van 12/10/2012
B.S. 04/12/2012
...17B.Vl.R. van 12/10/2012
B.S. 04/12/2012
] 4B.Vl.R. van 05/12/2003
B.S. 10/02/2004
]

[4B.Vl.R. van 05/12/2003
B.S. 10/02/2004

Art. 23, Art. 23bis t.e.m. Art. 23quater

4B.Vl.R. van 05/12/2003
B.S. 10/02/2004
]

[17B.Vl.R. van 12/10/2012
B.S. 04/12/2012
...17B.Vl.R. van 12/10/2012
B.S. 04/12/2012
]

[5B.Vl.R. van 30/09/2005
B.S. 16/11/2005
Onderafdeling 4. - [17B.Vl.R. van 12/10/2012
B.S. 04/12/2012
...17B.Vl.R. van 12/10/2012
B.S. 04/12/2012
] 5B.Vl.R. van 30/09/2005
B.S. 16/11/2005
]

[5B.Vl.R. van 30/09/2005
B.S. 16/11/2005

Art. 23quinquies, Art. 23sexies Art. 23septies

[17B.Vl.R. van 12/10/2012
B.S. 04/12/2012
...17B.Vl.R. van 12/10/2012
B.S. 04/12/2012
]

5B.Vl.R. van 30/09/2005
B.S. 16/11/2005
]

[7B.Vl.R. van 20/01/2006
B.S. 04/04/2006
Onderafdeling 5. - [8B.Vl.R. van 01/09/2006
B.S. 24/11/2006
...8B.Vl.R. van 01/09/2006
B.S. 24/11/2006
] 7B.Vl.R. van 20/01/2006
B.S. 04/04/2006
]

[7B.Vl.R. van 20/01/2006
B.S. 04/04/2006

Art. 23octies t.e.m. 23decies.

[8B.Vl.R. van 01/09/2006
B.S. 24/11/2006
...8B.Vl.R. van 01/09/2006
B.S. 24/11/2006
]

7B.Vl.R. van 20/01/2006
B.S. 04/04/2006
]

[34B.Vl.R. van 09/09/2022
B.S. 14/12/2022
Afdeling B/1. Aanwending van lestijden om een gastleraar in te zetten34B.Vl.R. van 09/09/2022
B.S. 14/12/2022
]

[36B.Vl.R. van 15/09/2023
B.S. 01/12/2023
Onderafdeling 1. — Aanwending van lestijden om een gastleraar in te zetten als vermeld in artikel 141, § 4, van het decreet36B.Vl.R. van 15/09/2023
B.S. 01/12/2023
]

[36B.Vl.R. van 15/09/2023
B.S. 01/12/2023

Art. 23undecies.

Een school kan tijdens de schooljaren 2023-2024 en 2024-2025 lestijden aanwenden om een gastleraar in te zetten als vermeld in artikel 141, § 4, van het decreet, conform de volgende voorwaarden:

1° als de school lestijden aanwendt om een gastleraar in te zetten, bezorgt de school de volgende gegevens aan het Agentschap voor Onderwijsdiensten:

a) het aantal lestijden van de wekelijkse lesopdracht waarvoor ze de voormelde lestijden wil aanwenden;

b) de periode van aanwending van de voormelde lestijden;

2° de lestijden, vermeld in punt 1°, a), worden door het Agentschap voor Onderwijsdiensten omgezet in een krediet dat wordt vastgesteld op 54,31 euro per omgezette lestijd van de wekelijkse lesopdracht. Het voormelde krediet wordt gekoppeld aan de schommelingen van het indexcijfer van de consumptieprijzen conform de wet van 1 maart 1977 houdende inrichting van een stelsel waarbij sommige uitgaven in de overheidssector aan het indexcijfer van de consumptieprijzen van het Rijk worden gekoppeld. Het voormelde krediet wordt vanaf 1 januari 2023 gekoppeld aan de spilindex 123,14. De indexaanpassingen die na 1 oktober van het schooljaar worden doorgevoerd, hebben pas uitwerking met ingang van het daaropvolgende schooljaar;

3° het Agentschap voor Onderwijsdiensten kent het totale geïndexeerde krediet voor de aanwending van gastleraren, vermeld in punt 2°, toe aan de school in de vorm van een voorschot van 25% van het krediet in de loop van de maand november van het schooljaar in kwestie en het resterende saldo van 75% in de loop van de maand juni die daarop volgt;

4° de school kan het krediet dat door het Agentschap voor Onderwijsdiensten toegekend wordt, vermeld in punt 3°, alleen aanwenden voor het inzetten van gastleraren conform punt 1°.

36B.Vl.R. van 15/09/2023
B.S. 01/12/2023
]

[36B.Vl.R. van 15/09/2023
B.S. 01/12/2023
Onderafdeling 2. — Aanwending van lestijden om een gastleraar in te zetten via een dienstverleningsovereenkomst met een onderneming of een organisatie als vermeld in artikel 130bis van het decreet36B.Vl.R. van 15/09/2023
B.S. 01/12/2023
]

[36B.Vl.R. van 15/09/2023
B.S. 01/12/2023

Art. 23duodecies.

Een school kan lestijden aanwenden om een of meer gastleraren in te zetten als vermeld in artikel 130bis van het decreet, conform de volgende voorwaarden:

1° het schoolbestuur van de school sluit met een onderneming of een organisatie een dienstverleningsovereenkomst als vermeld in artikel 130bis van het decreet, met daarin de afspraken over de terbeschikkingstelling van een werknemer van de onderneming of de organisatie als gastleraar voor een welbepaalde opdracht en periode. Het schoolbestuur gebruikt het model dat is opgenomen in bijlage 2, die bij dit besluit is gevoegd, om de voormelde dienstverleningsovereenkomst te sluiten;

2° het schoolbestuur en de onderneming of de organisatie leggen op basis van de dienstverleningsovereenkomst, vermeld in punt 1°, de individuele lesopdracht van de werknemer vast in een deelovereenkomst conform het model van deelovereenkomst dat is opgenomen in het model van de dienstverleningsovereenkomst, vermeld in punt 1°;

3° als de school lestijden aanwendt voor een gastleraar als vermeld in artikel 130bis van het decreet, meldt de school aan het Agentschap voor Onderwijsdiensten de gegevens van het bedrijf of de organisatie waarmee ze een dienstverleningsovereenkomst heeft afgesloten en meldt de school aan het Agentschap voor Onderwijsdiensten het aantal lestijden en de periode van aanwending die zijn vastgelegd in de voormelde overeenkomst;

4° de lestijden die conform punt 3° worden gemeld, worden door het Agentschap voor Onderwijsdiensten omgezet in een krediet dat wordt vastgesteld op 54,31 euro per omgezette lestijd. Het voormelde krediet wordt gekoppeld aan de schommelingen van het indexcijfer van de consumptieprijzen conform de wet van 1 maart 1977 houdende inrichting van een stelsel waarbij sommige uitgaven in de overheidssector aan het indexcijfer van de consumptieprijzen van het Rijk worden gekoppeld. Het voormelde krediet wordt vanaf 1 januari 2023 gekoppeld aan de spilindex 123,14. De indexaanpassingen die na 1 oktober van het schooljaar worden doorgevoerd, hebben evenwel pas uitwerking met ingang van het daaropvolgende schooljaar;

5° het Agentschap voor Onderwijsdiensten kent het totale geïndexeerde krediet voor de aanwending van gastleraren, vermeld in punt 4°, toe aan het bedrijf of de organisatie, zoals opgenomen in de dienstverleningsovereenkomst, vermeld in punt 1°.

In het eerste lid wordt verstaan onder:

1° onderneming: een onderneming uit de publieke of private profit- of non-profitsector;

2° organisatie: een organisatie uit de publieke of private profit- of non-profitsector.

36B.Vl.R. van 15/09/2023
B.S. 01/12/2023
]

Afdeling C. - Bijzondere bepalingen voor kleuter- en lager onderwijs

Onderafdeling 1. Fusies

Art. 24.

[11B.Vl.R. van 16/05/2008
B.S. 04/09/2008
...11B.Vl.R. van 16/05/2008
B.S. 04/09/2008
]

Art. 25.

§ 1. Op basis van artikel 146 van het decreet krijgt de school die ontstaan is uit vrijwillige fusie bijkomende lestijden. Deze lestijden worden als volgt berekend :

X : het lestijdenpakket op basis van de reglementering in de veronderstelling dat de structuur van vóór de fusie behouden blijft.

Y : het lestijdenpakket op basis van de reglementering vertrekkende van de nieuwe structuur na de fusie.

Z : het verschil tussen X en Y.

X - Y = Z

§ 2. Het pakket bijkomende lestijden wordt éénmaal berekend en gespreid in de tijd en afnemend van jaar tot jaar toegekend :

- het schooljaar van de fusie : 100 % van Z

- het eerste schooljaar na de fusie : 75 % van Z

- het tweede schooljaar na de fusie : 50 % van Z

- het derde schooljaar na de fusie : 25 % van Z

- vanaf het vierde schooljaar na de fusie : 0 % van Z.

§ 3. De bijkomende lestijden worden niet langer gefinancierd of gesubsidieerd zodra de school opsplitst.

Onderafdeling 2. - Scholen verbonden aan een Centrum voor Kinderzorg en Gezinsondersteuning

Art. 26.

[11B.Vl.R. van 16/05/2008
B.S. 04/09/2008
...11B.Vl.R. van 16/05/2008
B.S. 04/09/2008
]

Onderafdeling 3. - Overeenkomsten inzake toelatingsbeleid

Art. 27.

[10B.Vl.R. van 19/07/2007
B.S. 27/08/2007
...10B.Vl.R. van 19/07/2007
B.S. 27/08/2007
]

[4B.Vl.R. van 05/12/2003
B.S. 10/02/2004
HOOFDSTUK IIIbis. - Paramedisch personeel4B.Vl.R. van 05/12/2003
B.S. 10/02/2004
]

[4B.Vl.R. van 05/12/2003
B.S. 10/02/2004

Art. 27bis.

Met toepassing van artikel 146bis van het decreet wordt in het kleuteronderwijs een urenpakket voor kinderverzorgers gefinancierd of gesubsidieerd.

4B.Vl.R. van 05/12/2003
B.S. 10/02/2004
] [4B.Vl.R. van 05/12/2003
B.S. 10/02/2004

Art. 27ter.

§ 1. Het urenpakket wordt ieder schooljaar per school berekend op basis van het aantal regelmatige kleuters op de eerste schooldag van februari van het voorgaande schooljaar en op basis van het aantal bijkomende vestigingsplaatsen kleuteronderwijs.

§ 2. In afwijking van § 1 wordt het urenpakket voor programmatiescholen en scholen in herstructurering berekend op basis van het aantal regelmatige kleuters op de eerste schooldag van oktober van het lopende schooljaar en op basis van het aantal bijkomende vestigingsplaatsen kleuteronderwijs.

4B.Vl.R. van 05/12/2003
B.S. 10/02/2004
] [4B.Vl.R. van 05/12/2003
B.S. 10/02/2004

Art. 27quater.

[32B.Vl.R. van 12/11/2021
B.S. 20/12/2021

§ 1 Scholen met minder dan 35 kleuters hebben recht op 4 uur.

§ 2. Het urenpakket wordt per school met 35 kleuters of meer als volgt berekend:

1° er worden 8 klokuren gefinancierd of gesubsidieerd;

2° per bijkomende schijf van 55 kleuters wordt 1 klokuur gefinancierd of gesubsidieerd;

3° daarbovenop wordt per gewogen kleuter 0,05999 uur gefinancierd of gesubsidieerd. Voor de berekening in dit punt 3° worden de kleuters als volgt gewogen: kleuters die aan een of meer van de leerlingenkenmerken, vermeld in artikel 133, § 1, van het decreet Basisonderwijs van 25 februari 1997, voldoen worden vermenigvuldigd met 1,2.

4° voor scholen bestaande uit meerdere vestigingsplaatsen kleuteronderwijs worden er per vestigingsplaats kleuteronderwijs bijkomend 2 klokuren gefinancierd of gesubsidieerd.

Het aldus bekomen aantal uren wordt als volgt afgerond: als het eerste cijfer na de komma groter is dan vier, wordt er afgerond naar het hogere geheel getal. Als het eerste cijfer na de komma kleiner is dan of gelijk is aan vier wordt er afgerond naar het lagere geheel getal.

32B.Vl.R. van 12/11/2021
B.S. 20/12/2021
] 4B.Vl.R. van 05/12/2003
B.S. 10/02/2004
] [4B.Vl.R. van 05/12/2003
B.S. 10/02/2004

Art. 27quinquies.

Uit het urenpakket worden de betrekkingen geput voor :

- het ambt van kinderverzorger.

4B.Vl.R. van 05/12/2003
B.S. 10/02/2004
] [4B.Vl.R. van 05/12/2003
B.S. 10/02/2004

Art. 27sexies.

De omrekening van het urenpakket naar gefinancierde of gesubsidieerde voltijdse of deeltijdse betrekkingen kinderverzorger gebeurt door de som van de uren verkregen overeenkomstig artikel 27quater van dit besluit te delen door 32 tot op de eenheid; het quotiënt is gelijk aan het mogelijk aantal volledige betrekkingen.

4B.Vl.R. van 05/12/2003
B.S. 10/02/2004
]

[4B.Vl.R. van 05/12/2003
B.S. 10/02/2004
HOOFDSTUK IIIter. - Beleids- en ondersteunend personeel4B.Vl.R. van 05/12/2003
B.S. 10/02/2004
]

[4B.Vl.R. van 05/12/2003
B.S. 10/02/2004
Afdeling A. - [13B.Vl.R. van 05/09/2008
B.S. 21/10/2008
...13B.Vl.R. van 05/09/2008
B.S. 21/10/2008
] 4B.Vl.R. van 05/12/2003
B.S. 10/02/2004
]

[4B.Vl.R. van 05/12/2003
B.S. 10/02/2004

Art. 27septies t.e.m. 27decies.

[13B.Vl.R. van 05/09/2008
B.S. 21/10/2008
...13B.Vl.R. van 05/09/2008
B.S. 21/10/2008
]

4B.Vl.R. van 05/12/2003
B.S. 10/02/2004
]

[4B.Vl.R. van 05/12/2003
B.S. 10/02/2004
Afdeling B. - [33B.Vl.R. van 22/04/2022
B.S. 22/09/2022
Administratie en beleidsondersteuning33B.Vl.R. van 22/04/2022
B.S. 22/09/2022
] 4B.Vl.R. van 05/12/2003
B.S. 10/02/2004
]

[4B.Vl.R. van 05/12/2003
B.S. 10/02/2004

Art. 27undecies.

Met toepassing van artikel 153novies van het decreet wordt aan iedere autonome kleuter-, lagere of basisschool een puntenenveloppe [33B.Vl.R. van 22/04/2022
B.S. 22/09/2022
voor administratieve en beleidsondersteuning33B.Vl.R. van 22/04/2022
B.S. 22/09/2022
] toegekend.

4B.Vl.R. van 05/12/2003
B.S. 10/02/2004
] [4B.Vl.R. van 05/12/2003
B.S. 10/02/2004

Art. 27duodecies.

[33B.Vl.R. van 22/04/2022
B.S. 22/09/2022

§ 1. Met toepassing van artikel 153sexies, § 1, van het decreet heeft elke school voor gewoon basisonderwijs recht op een basisenveloppe van negen punten voor administratieve en beleidsondersteuning.

§ 2. Per school voor gewoon basisonderwijs wordt naast de punten, vermeld in paragraaf 1, een bijkomend aantal punten voor administratieve en beleidsondersteuning toegekend dat berekend wordt door het gewogen aantal regelmatige leerlingen dat ingeschreven is op de teldag, of het gemiddelde aantal regelmatige leerlingen tijdens de telperiode die van toepassing is voor de berekening van de lestijden volgens de schalen, te vermenigvuldigen met de [36B.Vl.R. van 15/09/2023
B.S. 01/12/2023
puntenwaarde 0,3121936B.Vl.R. van 15/09/2023
B.S. 01/12/2023
] per leerling, waarbij de wegingscoëfficiënt voor een leerling lager onderwijs gelijk is aan 1 en de wegingscoëfficiënt voor een kleuter gelijk is aan 0,6636.

De punten, vermeld in het eerste lid, worden binnen een school afgerond naar het hogere gehele getal als het eerste cijfer na de komma groter is dan vier. Als het eerste cijfer na de komma kleiner is dan of gelijk is aan vier, wordt er afgerond naar het lagere gehele getal.

33B.Vl.R. van 22/04/2022
B.S. 22/09/2022
] 4B.Vl.R. van 05/12/2003
B.S. 10/02/2004
] [4B.Vl.R. van 05/12/2003
B.S. 10/02/2004

Art. 27terdecies.

[33B.Vl.R. van 22/04/2022
B.S. 22/09/2022

...

33B.Vl.R. van 22/04/2022
B.S. 22/09/2022
] 4B.Vl.R. van 05/12/2003
B.S. 10/02/2004
] [4B.Vl.R. van 05/12/2003
B.S. 10/02/2004

Art. 27quaterdecies.

Uit de puntenenveloppe verkregen volgens de artikelen 27duodecies [33B.Vl.R. van 22/04/2022
B.S. 22/09/2022
...33B.Vl.R. van 22/04/2022
B.S. 22/09/2022
] [33B.Vl.R. van 22/04/2022
B.S. 22/09/2022
kunnen de ambten van administratief medewerker [36B.Vl.R. van 15/09/2023
B.S. 01/12/2023
, beleidsondersteuner en adjunct-directeur36B.Vl.R. van 15/09/2023
B.S. 01/12/2023
] 33B.Vl.R. van 22/04/2022
B.S. 22/09/2022
] worden ingericht uit de categorie van beleids- en ondersteunend personeel.

4B.Vl.R. van 05/12/2003
B.S. 10/02/2004
] [4B.Vl.R. van 05/12/2003
B.S. 10/02/2004

Art. 27quindecies.

§ 1. De omrekening van punten naar de gefinancierde of gesubsidieerde voltijdse betrekkingen gebeurt als volgt :

1° indien een betrekking wordt ingericht die de weddenschaal 202 genereert, wordt voor een voltijdse betrekking 63 punten in rekening gebracht.

2° indien een betrekking wordt ingericht die de weddenschaal 158 genereert, wordt voor een voltijdse betrekking 82 punten in rekening gebracht.

[33B.Vl.R. van 22/04/2022
B.S. 22/09/2022
2° bis als een betrekking wordt ingericht die de weddeschaal 148 genereert, worden voor een voltijdse betrekking 85 punten in rekening gebracht;33B.Vl.R. van 22/04/2022
B.S. 22/09/2022
]

[36B.Vl.R. van 15/09/2023
B.S. 01/12/2023
2° ter als een betrekking wordt ingericht die de weddeschaal 413 genereert, worden voor een voltijdse betrekking 100 punten in rekening gebracht;36B.Vl.R. van 15/09/2023
B.S. 01/12/2023
]

3° indien een betrekking wordt ingericht die de weddenschaal 542 genereert, wordt voor een voltijdse betrekking 120 punten in rekening gebracht.

[33B.Vl.R. van 22/04/2022
B.S. 22/09/2022
3° bis als een betrekking wordt ingericht die de weddeschaal 501 genereert, worden voor een voltijdse betrekking 126 punten in rekening gebracht;33B.Vl.R. van 22/04/2022
B.S. 22/09/2022
]

4° indien een betrekking wordt ingenomen door een personeelslid dat ingevolge een beslissing van de administratieve gezondheidsdienst ter beschikking is gesteld wegens ontstentenis van betrekking en wedertewerkgesteld wordt als administratieve medewerker, worden voor een voltijdse betrekking 63 punten in rekening gebracht.

§ 2. Voor de aanwending in uren wordt de toegekende puntenenveloppe omgezet volgens de onderstaande tabel :

[33B.Vl.R. van 22/04/2022
B.S. 22/09/2022
[36B.Vl.R. van 15/09/2023
B.S. 01/12/2023
puntenwaarde638285100120126
aantal urenpuntenpuntenpuntenpuntenpuntenpunten
1222334
2455677
357781011
4799111314
591112141718
6111414172021
7121617192325
8141819222728
9162121253032
10182324283335
11192526313739
12212728334042
13233031364346
14253233394749
15263435425053
16283638445356
17303940475760
18324142506063
19334345536367
20354647566770
21374850587074
22395052617377
23405254647781
24425557678084
25445759698388
26465961728791
27476264759095
28496466789398
295166688197102
3053687183100105
3154717386103109
3256737689107112
3358757892110116
3460778094113119
3561808397117123
36638285100120126
36B.Vl.R. van 15/09/2023
B.S. 01/12/2023
] 33B.Vl.R. van 22/04/2022
B.S. 22/09/2022
] 4B.Vl.R. van 05/12/2003
B.S. 10/02/2004
]

HOOFDSTUK IV. - Sancties

Art. 28.

Onverminderd de toepassing van artikel 174 van het decreet worden de misbruiken bij het tellen van de regelmatige leerlingen voor het lestijdenpakket en de misbruiken bij het berekenen en aanwenden van het lestijdenpakket die vastgesteld worden door [17B.Vl.R. van 12/10/2012
B.S. 04/12/2012
het Agentschap voor Onderwijsdiensten17B.Vl.R. van 12/10/2012
B.S. 04/12/2012
] met toepassing van artikel 177, 9° en 10° van het decreet bij aangetekend schrijven meegedeeld aan het betrokken schoolbestuur. De mededeling verwijst naar de mogelijke sancties.

Art. 29.

§ 1. Binnen een termijn van 30 kalenderdagen na de betekening van het aangetekend schrijven kan het schoolbestuur bij [17B.Vl.R. van 12/10/2012
B.S. 04/12/2012
het Agentschap voor Onderwijsdiensten17B.Vl.R. van 12/10/2012
B.S. 04/12/2012
] een verweerschrift indienen.

De betekening wordt geacht te gebeuren de derde werkdag na het versturen van het aangetekend schrijven. De herfstvakantie, kerstvakantie, krokusvakantie, paasvakantie en zomervakantie schorten de termijn van 30 kalenderdagen op.

§ 2. Na ontvangst van het verweerschrift en uiterlijk 60 kalenderdagen na de betekening van het aangetekend schrijven legt [het Agentschap voor Onderwijsdiensten] desgevallend een dossier met een voorstel tot sanctie voor aan de minister.

Art. 30.

Binnen een termijn van drie maanden na de betekening van de in artikel 28 bedoelde aangetekende brief neemt de minister een beslissing omtrent een sanctie. Die beslissing wordt bij aangetekend schrijven meegedeeld aan het betrokken schoolbestuur.

Na de termijn van 3 maanden kan er geen sanctie meer worden opgesteld.

HOOFDSTUK V. - Slotbepalingen

[13B.Vl.R. van 05/09/2008
B.S. 21/10/2008

Art. 30bis.

[30B.Vl.R. van 09/07/2021
B.S. 09/08/2021
...30B.Vl.R. van 09/07/2021
B.S. 09/08/2021
]

13B.Vl.R. van 05/09/2008
B.S. 21/10/2008
] [13B.Vl.R. van 05/09/2008
B.S. 21/10/2008

Art. 30ter.

[30B.Vl.R. van 09/07/2021
B.S. 09/08/2021
...30B.Vl.R. van 09/07/2021
B.S. 09/08/2021
]

13B.Vl.R. van 05/09/2008
B.S. 21/10/2008
] [13B.Vl.R. van 05/09/2008
B.S. 21/10/2008

Art. 30quater.

§ 1. [30B.Vl.R. van 09/07/2021
B.S. 09/08/2021
De omrekening van punten verkregen conform artikel 194quater van het decreet naar de gefinancierde of gesubsidieerde voltijdse betrekkingen in het ambt van zorgcoördinator gebeurt als volgt:30B.Vl.R. van 09/07/2021
B.S. 09/08/2021
]

1° als een betrekking wordt ingericht die de weddenschaal 148 genereert, wordt voor een voltijdse betrekking 85 punten in rekening gebracht;

2° als een betrekking wordt ingericht die de weddenschaal 501 genereert, wordt voor een voltijdse betrekking 126 punten in rekening gebracht.

§ 2. Voor de aanwending in uren wordt de toegekende puntenenveloppe omgezet volgens de onderstaande tabel :

puntenwaarde

85

126

aantal uren

punten

punten

1

2

4

2

5

7

3

7

11

4

9

14

5

12

18

6

14

21

7

17

25

8

19

28

9

21

32

10

24

35

11

26

39

12

28

42

13

31

46

14

33

49

15

35

53

16

38

56

17

40

60

18

42

63

19

45

67

20

47

70

21

50

74

22

52

77

23

54

81

24

57

84

25

59

88

26

61

91

27

64

95

28

66

98

29

68

102

30

71

105

31

73

109

32

76

112

33

78

116

34

80

119

35

83

123

36

85

126]

13B.Vl.R. van 05/09/2008
B.S. 21/10/2008
]

Art. 31.

De opheffingsbepaling van artikel 183, 6° van het decreet treedt in werking op 1 september 1997 met uitzondering van de artikelen 18 en 18bis van het besluit van de Vlaamse regering van 1 april 1993 betreffende de organisatie van het gewoon kleuter- en lager onderwijs op basis van het lestijdenpakket.

Art. 32.

Dit besluit treedt in werking op 1 september 1997, met uitzondering van de artikelen 5 en 25 die uitwerking hebben met ingang van 1 september 1995.

Art. 33.

De Vlaamse minister, bevoegd voor het onderwijs, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Bijlage 1.

De lestijden volgens de schalen http://edulex.vlaanderen.be/edulex/ozb/13615_bijlage1.pdf (FORM001916)

[36B.Vl.R. van 15/09/2023
B.S. 01/12/2023

Bijlage 2.

Model van dienstverleningsovereenkomst als vermeld in artikel 23duodecies

36B.Vl.R. van 15/09/2023
B.S. 01/12/2023
]

- (1): Deze onderafdeling 1quinquies treedt buiten werking op 31/08/2025 (art. 25 van het BVR. 09/09/2022 (B.S. 14/12/2022)