Besluit van de Vlaamse regering betreffende de
programmatie- en de rationalisatienormen in het gewoon
basisonderwijs.
goedkeuringsdatum
17 JUNI 1997
publicatiedatum
B.S.19/07/1997
datum laatste wijziging
28/08/2024
COORDINATIE
(1)
B.Vl.R. van 14/12/2001 (B.S. 15/02/2002)
(2)
B.Vl.R. van 05/12/2003 (B.S. 05/02/2004)
(3)
B.Vl.R. van 16/05/2008 (B.S. 04/09/2008)
(4)
B.Vl.R. van 12/10/2012 (B.S. 04/12/2012)
(5)
B.Vl.R. van 05/07/2024 (B.S. 28/08/2024)
detail
Besluit van de Vlaamse Regering over de taalafdeling Nederlands-Vlaamse Gebarentaal
;
De Vlaamse regering,
Gelet op het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997,
inzonderheid op de artikelen 102, 110, § 1, 113, 114, 120, 125, 180 en
183;
Gelet op het protocol nr. 253 van 27 mei
1997 houdende de conclusies van de onderhandelingen die gevoerd werden in de
gemeenschappelijke vergadering van het Sectorcomité X en van de
onderafdeling "Vlaamse Gemeenschap" van afdeling 2 van het comité voor
de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten.
Gelet op het protocol nr. 37 van 27 mei 1997 houdende de
conclusies van de onderhandelingen die gevoerd werden in het overkoepelend
onderhandelingscomité;
Gelet op het
akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 25 april
1997;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid,
gemotiveerd door de omstandigheid dat het decreet basisonderwijs van 25
februari 1997 in werking treedt op 1 september 1997.
Hetzelfde geldt voor de eerste reeks bijhorende
uitvoeringsbesluiten.
Het is voor de organisatie
van het schooljaar 1997-1998 en voor de rechtszekerheid van schoolbesturen,
directies en personeelsleden essentieel dat zij zo snel mogelijk uitsluitsel
krijgen over de nieuw toe te passen regelgeving;
Gelet op het advies van de Raad van State gegeven op 2 juni 1997
met toepassing van artikel 84, eerste lid, 2° van de gecoördineerde
wetten op de Raad van State;
Op voorstel van de
minister van Onderwijs en Ambtenarenzaken;
Na
beraadslaging,
Besluit :
HOOFDSTUK 1. - Algemeen
Artikel 1.
Dit besluit is van toepassing
op het gewoon basisonderwijs gefinancierd of gesubsidieerd door de Vlaamse
Gemeenschap.
Art. 2.
Voor de toepassing van dit
besluit wordt verstaan onder :
1° t.e.m.
3°
[...]
4° het decreet : het
decreet basisonderwijs van 25
februari 1997;
5° leerling :
leerling die voldoet aan de bepalingen van de artikelen
20 en 21 van het
decreet of daar op grond van artikel 23 of 24 van afwijkt;
6° minister : de Vlaamse minister, bevoegd voor het onderwijs;
[6°bis taalafdeling Nederlands-Vlaamse Gebarentaal: de taalafdeling Nederlands-Vlaamse Gebarentaal, vermeld
in artikel 3, 52°bis/2, van het decreet;]
7° vrije keuzeschool : school opgericht op
grond van artikel 25, §
1 van het decreet basisonderwijs.
HOOFDSTUK 2. - Programmatie
Afdeling 1. - Oprichting van een
school
Art. 3.
[
Met
toepassing van
artikel 102
van het decreet kan
een school tijdens haar eerste zes bestaansjaren worden gefinancierd of
gesubsidieerd als ze de programmatienormen bereikt zoals aangegeven in de
onderstaande tabel :
| Categorie A : gemeenten met minder dan 75
inwoners per km2 | Categorie B : gemeenten met 75 tot 500
inwoners per km2 | Categorie C : gemeenten met meer dan 500
inwoners per km2 |
Eerste bestaansjaar | 25 | 37 | 50 |
Tweede bestaansjaar | 40 | 60 | 80 |
Derde bestaansjaar | 55 | 82 | 110 |
Vierde bestaansjaar | 60 | 89 | 120 |
Vijfde bestaansjaar | 65 | 97 | 130 |
Zesde bestaansjaar | 70 | 105 | 140] |
]
Afdeling 2. -
[ Oprichting van een taalafdeling Nederlands-Vlaamse gebarentaal]
Art. 4
[
Conform artikel 112bis van het decreet kan een school die voldoet aan de normen, vermeld in artikel 3 of
6 van dit besluit, vanaf 1 september een taalafdeling Nederlands-Vlaamse Gebarentaal oprichten en worden
gefinancierd of gesubsidieerd als ze op de eerste schooldag van oktober van het oprichtingsjaar de programmatienormen, vermeld in het derde en het vierde lid, bereikt.
Voor een verdere financiering of subsidiëring moet de taalafdeling in het tweede en derde bestaansjaar telkens op
de eerste schooldag van oktober van het lopende schooljaar de programmatienormen, vermeld in het derde of
vierde lid, bereiken.
Als er bij de oprichting, vermeld in het eerste lid, nog geen taalafdeling Nederlands-Vlaamse Gebarentaal in een
school van die groep binnen de provincie bestaat, is de norm 6.
Als er bij de oprichting, vermeld in het eerste lid, al een taalafdeling Nederlands-Vlaamse Gebarentaal in een
school van die groep binnen de provincie bestaat, is de norm 18.
]
Art. 5.
[...]
[Afdeling 3. - Oprichting van een
vestigingsplaats]
[
Art. 5bis.
[...]
]
HOOFDSTUK 3. - Rationalisatie
Art. 6.
§ 1.
[Om,
met toepassing van de artikelen 108bis, § 1 en § 3, 110, § 1 en
§ 4, en 120 van het
decreet, na het zesde bestaansjaar van de school nog gefinancierd of
gesubsidieerd te blijven, moeten scholen en vestigingsplaatsen op de teldag,
zoals gedefinieerd in artikel 114 van het decreet, de
rationalisatienormen bereiken zoals aangegeven in de onderstaande tabel
:]
| | Gemeente met minder dan 75
inwoners per km2 | | | Gemeente met 75 tot 500 inwoners
per km2 | | | Gemeente met meer dan 500 inwoners
per km2 | |
| K | L | Basis | K | L | Basis | K | L | Basis |
School | 14 | 14 | 24 (10) | 20 | 50 | 60 (16) | 50 | 120 | 140 (20) |
Geïsoleerde
school | 8 | 10 | 16 (6) | 12 | 14 | 24 (10) | 20 | 50 | 60 (16) |
Vestigingsplaats | 10 | 10 | 16 (8) | 20 | 25 | 40 (16) | 20 | 25 | 40 (16) |
Geïsoleerde
vestigingsplaats | 6 | 8 | 12 (6) | 12 | 14 | 24 (10) | 12 | 14 | 24 (10) |
§ 2. De getallen tussen
haakjes duiden aan hoeveel leerlingen er ten minste in elk onderwijsniveau
moeten zijn.
De normen voorzien voor
geïsoleerde scholen en vestigings- plaatsen gelden, in toepassing van
artikel 189 van het
decreet, enkel voor gefinancierde of gesubsidieerde scholen of
vestigingsplaatsen die op 1 september 1997 geïsoleerd zijn.
Art. 7.
[Om met toepassing van artikel 112bis en 120 van het decreet, na het derde bestaansjaar van de taalafdeling
Nederlands-Vlaamse Gebarentaal nog gefinancierd of gesubsidieerd te blijven, moet de taalafdeling NederlandsVlaamse Gebarentaal op de teldag, vermeld in artikel 114 van het decreet, de rationalisatienormen, vermeld in het
tweede of derde lid, bereiken.
Als er bij de oprichting, vermeld in artikel 4, nog geen taalafdeling Nederlands-Vlaamse Gebarentaal in een school
van die groep binnen de provincie bestaat, is de norm 6.
Als er bij de oprichting, vermeld in artikel 4, al een taalafdeling Nederlands-Vlaamse Gebarentaal in een school van
die groep binnen de provincie bestaat, is de norm 12.
]
HOOFDSTUK 4. - Sancties
Art. 8.
Onverminderd de toepassing
van artikel 174 van het
decreet worden de misbruiken bij het tellen van de regelmatige leerlingen voor
rationalisatie en programmatienormen die vastgesteld zijn door
[het Agentschap voor Onderwijsdiensten]
met toepassing van artikel 177,
§ 1, 9° van het decreet, bij aangetekend schrijven
meegedeeld aan het betrokken schoolbestuur. De mededeling bevat een verwijzing
naar de mogelijke sancties.
Art. 9.
§ 1. Binnen een termijn
van 30 kalenderdagen na de betekening van het aangetekend schrijven kan het
schoolbestuur bij
[het Agentschap voor Onderwijsdiensten]
een verweerschrift indienen.
De betekening wordt geacht te gebeuren de derde werkdag na het
versturen van het aangetekend schrijven. De herfstvakantie, kerstvakantie,
krokusvakantie, paasvakantie en zomervakantie schorten de termijn van 30
kalenderdagen op.
§ 2. Na ontvangst van het
verweerschrift, en uiterlijk na 60 kalenderdagen na de betekening van het
aangetekend schrijven bedoeld in § 1 legt
[het Agentschap voor Onderwijsdiensten]
desgevallend een dossier met een voorstel tot sanctie voor aan de
minister.
Art. 10.
Binnen een termijn van drie
maanden na de betekening van de in artikel 8 bedoelde aangetekende brief, neemt
de Minister een beslissing omtrent een sanctie. Die beslissing wordt bij
aangetekend schrijven meegedeeld aan het betrokken schoolbestuur.
Na de termijn van drie maanden kan er geen
sanctie meer worden opgelegd.
HOOFDSTUK 5. - Slotbepalingen
Art. 11.
De opheffingsbepaling van
artikel 183, 4° van het decreet treedt in werking op 1 september 1997.
Art. 12.
Dit besluit treedt in werking
op 1 september 1997.
Art. 13.
De Vlaamse minister, bevoegd
voor het onderwijs, is belast met de uitvoering van dit besluit.