OPGEHEVEN : Decreet betreffende het onderwijs. (uittreksel)

  • goedkeuringsdatum
    05 JULI 1989
  • publicatiedatum
    B.S.25/08/1989
  • datum laatste wijziging
    01/09/2009

COORDINATIE

Decr. 17-7-1991 - B.S. 31-8-1991

opgeheven door Decr. 8-5-2009 - B.S. 28-8-2009

De Vlaamse Raad heeft aangenomen en wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt :

...

HOOFDSTUK III. - Inspectie van de Vlaamse Gemeenschap

Art. 21.

§ 1. Er wordt een Inspectie voor Onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap, hierna onderwijsinspectie te noemen, georganiseerd.

Onverminderd de aan de onderwijsinspectie bij toepassing van artikel 24 van de wet van 29 mei 1959 tot wijziging van sommige bepalingen van de onderwijswetgeving toegekende bevoegdheden is zij ten opzichte van de onderwijsinstellingen van het Gemeenschapsonderwijs en het gesubsidieerd officieel en vrij onderwijs belast met de controle op de naleving van de in artikel 6 van dezelfde wet gestelde voorwaarden. Ten opzichte van de onderwijsinstellingen van het Gemeenschapsonderwijs is zij eveneens belast met de controle over de onderwezen vakken, het peil der studiën, de toepassing van de taalwetgeving, de hygiëne en de bewoonbaarheid der lokalen, het didactisch materiaal en de schooluitrusting.

De onderwijsinspectie is niet bevoegd voor de controle over de gebruikte pedagogische methodes.

§ 2. Kunnen tot de onderwijsinspectie toetreden de leden behorende tot de categorieën van het bestuurs- en onderwijzend personeel en de leden van pedagogische begeleidingsdiensten van het Gemeenschapsonderwijs en het gesubsidieerd vrij en officieel onderwijs.

De Regering bepaalt de personeelsformatie en het administratief en geldelijk statuut van de leden van de onderwijsinspectie. Dit administratief statuut bepaalt de voorwaarden waaronder de vastbenoemde leden van de inspectiediensten voor onderwijs, bestaand op het ogenblik van het van kracht worden van dit artikel kunnen overgedragen worden naar de onderwijsinspectie. Bij die overgang behouden zij ten minste de wedde en de dienst- en ambtsanciënniteit die zij zouden verkregen hebben indien zij in hun dienst van herkomst hun ambt hadden blijven uitoefenen.

De vastbenoemde leden van de inspectiediensten voor onderwijs, bestaand op het ogenblik van het van kracht worden van dit artikel en die niet worden overgedragen naar deze onderwijsinspectie behouden ten minste de wedde en de dienst-en ambtsanciënniteit die zij zouden verkregen hebben indien zij in hun dienst van herkomst hun ambt hadden blijven uitoefenen, ongeacht in welke hoedanigheid zij worden tewerkgesteld. Deze tewerkstelling geschiedt in een ambt met gelijkwaardige taken.

(voetnoot 1)

...

- (1): Opgeheven met uitzondering voor wat de toepassing betreft op het hoger onderwijs van het lange type (Decr. 17-7-1991; Art. 116)