OPGEHEVEN : Koninklijk besluit betreffende de bekwaamheidsbewijzen
vereist van de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel, van het
opvoedend hulppersoneel en van het paramedisch personeel der rijksinrichtingen
voor kleuter-, lager, buitengewoon, middelbaar, technisch, kunst- en
normaalonderwijs, alsmede der internaten die van deze inrichtingen
afhangen.
goedkeuringsdatum
22 APRIL 1969
publicatiedatum
B.S.01/05/1969
datum laatste wijziging
13/02/2017
(voetnoot 1)
(voetnoot 2)
(voetnoot 3)
(voetnoot 4)
(voetnoot 5)
(voetnoot 6)
(voetnoot 7)
COORDINATIE
K.B.
22-5-1970 - B.S. 16-10-1970
K.B. 3-6-1976 - B.S.
10-9-1976
K.B. 1-4-1977 - B.S.
20-4-1977
K.B. 21-10-1980 - B.S.
17-12-1980
B.Vl.R. 14-6-1989 - B.S.
31-8-1989
B.Vl.R. 27-6-1990 - B.S.
27-2-1991
B.Vl.R. 31-7-1990 - B.S.
29-3-1991
B.Vl.R. 31-7-1990 - B.S.
29-3-1991
B.Vl.R. 31-7-1990 - B.S.
27-4-1991
Decr. 28-4-1993 - B.S.
28-5-1993
Decr. 15-12-1993 - B.S.
1-3-1994
Decr. 13-7-1994 - B.S. 31-8-1994
Decr. 21-12-1994 - B.S.
16-3-1995
B.Vl.R. 9-5-1996 - B.S.
25-7-1996
B.Vl.R. 15-4-1997 - B.S.
10-7-1997
B.Vl.R. 9-2-2001 - B.S. 11-4-2001
Opgeheven door Decr. 23-12-2016 - B.S. 13-2-2017
BOUDEWIJN, Koning der Belgen,
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 22 juni 1964 betreffende het
statuut der personeelsleden van het Rijksonderwijs, zoals ze gewijzigd werd bij
de wet van 31 maart 1967;
Gelet op de wet van 29
mei 1959 tot wijziging van de wetgeving betreffende het bewaarschoolonderwijs,
het lager, middelbaar, normaal-, technisch en kunstonderwijs, inzonderheid op
artikel 10, § 1;
Gelet op het koninklijk
besluit van 22 maart 1969 tot vaststelling van het statuut van de leden van het
bestuurs- of onderwijzend personeel, van het opvoedend hulppersoneel, van het
paramedisch personeel der inrichtingen voor kleuter-, lager, buitengewoon,
middelbaar, technisch, kunst- en normaalonderwijs van de Staat, alsmede der
internaten die van deze inrichtingen afhangen, en van de leden van de
inspectiedienst die belast is met het toezicht op deze inrichtingen,
inzonderheid op de artikelen 18 en 33;
Gelet op
het advies van de Syndicale Raad van Advies;
Gelet op het advies van de Raad van State;
Op de voordracht van Onze Ministers van Nationale Opvoeding, van
Onze Minister van de Franse Cultuur en van Onze Minister van de Nederlandse
Cultuur,
Hebben Wij besloten
en besluiten Wij :
[...]
B.Vl.R.
van 9-2-2001
HOOFDSTUK II. - Bekwaamheidsbewijzen vereist van de
leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel
[...]
B.Vl.R.
van 9-2-2001
Art. 10.
De bekwaamheidsbewijzen
vereist voor de hierna vermelde ambten, die de leden van het bestuurs- en
onderwijzend personeel in het niet-universitair hoger onderwijs van de eerste
en de tweede graad mogen uitoefenen, worden vastgesteld als volgt :
1. Leraar algemene vakken :
het diploma van geaggregeerde voor het hoger secundair onderwijs,
aangevuld met twee jaar nuttige ervaring.
In de
lagere normaalscholen (tweede cyclus) :
a) het
diploma van geaggregeerde voor het hoger secundair onderwijs, aangevuld met
twee jaar nuttige ervaring,
of
b) het diploma van normaalschoolleraar, aangevuld met twee jaar
nuttige ervaring.
2. Leraar psychologie,
opvoedkunde en methodiek :
a) het diploma van
licentiaat in de opvoedkunde, aangevuld met twee jaar nuttige
ervaring,
of
b) het
diploma van licentiaat in de opvoedingswetenschappen, aangevuld met twee jaar
nuttige ervaring,
of
c) het diploma van licentiaat in de psycho-pedagogische
wetenschappen, aangevuld met twee jaar nuttige
ervaring,
of
d) het diploma van
normaalschoolleraar voor het onderwijs in de opvoedkunde en de methodiek,
aangevuld met twee jaar nuttige ervaring.
3.
Leraar zedenleer :
het diploma van geaggregeerde
(moraalwetenschap) voor het hoger secundair onderwijs, aangevuld met twee jaar
nuttige ervaring.
4. Leraar bijzondere vakken
(specialiteit lichamelijke opvoeding) :
het
diploma van geaggregeerde voor het hoger secundair onderwijs (lichamelijke
opvoeding), aangevuld met twee jaar nuttige ervaring.
5. Leraar bijzondere vakken (specialiteit tekenen en plastische
opvoeding) :
het diploma van geaggregeerde voor
het hoger secundair onderwijs aangevuld met het diploma van bekwaamheid tot het
geven van onderwijs in het tekenen aan de lagere normaalscholen of aan de
middelbare normaalscholen, uitgereikt overeenkomstig de bepalingen van het
koninklijk besluit van 28 april 1939, aangevuld met twee jaar nuttige ervaring.
6. Leraar bijzondere vakken (specialiteiten
muziek en muziekopvoeding) :
het diploma van
bekwaamheid tot het geven van zangonderwijs in de rijksinrichtingen voor het
middelbaar en normaalonderwijs van de derde graad, uitgereikt door de
examencommissie opgericht door de regering, aangevuld met twee jaar nuttige
ervaring.
7. Leraar bijzondere vakken
(specialiteit handenarbeid) :
het diploma van
geaggregeerde voor het hoger secundair onderwijs, aangevuld met het
bekwaamheidsdiploma voor middelbaar en voor normaalonderwijs, uitgereikt
overeenkomstig de bepalingen van het koninklijk besluit van 29 maart 1951 en
met twee jaar nuttige ervaring.
8. Leraar
bijzondere vakken (specialiteit steno-dactylografie) :
a) het diploma van geaggregeerde voor het lager secundair
onderwijs (secretariaat of handel), aangevuld met twee jaar nuttige
ervaring,
of
b) het
diploma van geaggregeerde voor het lager secundair onderwijs, aangevuld met
twee jaar nuttige ervaring en met het diploma van leraar stenografie en
dactylografie in de rijksinrichtingen voor middelbaar, technisch of
normaalonderwijs, uitgereikt door de examencommissie opgericht door de
regering,
of
c) het
diploma van onderwijzer aangevuld met twee jaar nuttige eraring en met het
hierboven vermeld diploma van leraar stenografie en dactylografie,
of
d) het diploma van een
hogere technische school of leergang van de eerste graad (secretariaat of
handel), aangevuld met twee jaar nuttige ervaring en met het hier bovenvermeld
diploma van leraar stenografie en dactylografie.
9. Leraar technische vakken (specialiteit snit en naad) :
a) het diploma van geaggregeerde voor het lager
secundair onderwijs (snit en naad), aangevuld met twee jaar nuttige
ervaring,
of
b) het
diploma van regentes in de nuttige handwerken, uitgereikt overeenkomstig de
bepalingen van het koninklijk besluit van 20 december 1932, aangevuld met twee
jaar nuttige ervaring.
10. Leraar technische
vakken (specialiteit huishoud- kunde) :
a) het
diploma van geaggregeerde voor het lager secundair onderwijs (huishoudkunde of
landbouwhuishoudkunde), aangevuld met twee jaar nuttige ervaring,
of
b) het diploma van
regentes in de huishoudkunde uitgereikt overeenkomstig de bepalingen van het
koninklijk besluit van 20 december 1932, aangevuld met twee jaar nuttige
ervaring.
11. Leraar technische vakken (andere
specialiteiten) :
a) het diploma van
geaggregeerde voor het hoger secundair onderwijs, aangevuld met twee jaar
nuttige ervaring,
of
b) het diploma van doctor, licentiaat of apotheker, [van architect
of industrieel ingenieur] aangevuld met twee jaar nuttige ervaring en met het
getuigschrift van pedagogische bekwaamheid bedoeld in artikel 16 van dit
besluit.
K.B.
van 21-10-1980
Voor vakken waarvoor geen opleiding verstrekt wordt in een
universiteit of gelijkgestelde inrichting, komen ook in aanmerking :
a) een bekwaamheidsbewijs van het hoger niveau
van de tweede graad, aangevuld met vier jaar nuttige ervaring en met het
hierboven vermeld getuigschrift van pedagogische bekwaamheid,
of
b) het diploma van een
hogere technische school of leergang van de eerste graad, aangevuld met zes
jaar nuttige ervaring en met het hierboven vermeld getuigschrift van
pedagogische bekwaamheid.
12. Praktijk leraar
(specialiteit snit en naad) :
a) het diploma van
geaggregeerde voor het lager secundair onderwijs (snit en naad), aangevuld met
drie jaar nuttige ervaring,
of
b) het diploma van regentes in de nuttige handwerken, uitgereikt
overeenkomstig de bepalingen van het koninklijk besluit van 20 december 1932,
aangevuld met drie jaar nuttige ervaring.
13.
Praktijkleraar (specialiteit huishoudkunde) :
a)
het diploma van geaggregeerde voor het lager onderwijs (huishoudkunde of
landbouwhuishoudkunde), aangevuld met drie jaar nuttige ervaring,
of
b) het diploma van
regentes in de huishoudkunde uitgereikt overeenkomstig de bepalingen van het
koninklijk besluit van 20 december 1932, aangevuld met drie jaar nuttige
ervaring.
14. Praktijkleraar (andere
specialiteiten) :
a) het diploma van
geaggregeerde voor het lager onderwijs, aangevuld met drie jaar nuttige
ervaring,
of
b) het
diploma van een hogere technische school of leergang van de eerste graad,
aangevuld met drie jaar nuttige ervaring en met het getuigschrift van
pedagogische bekwaamheid, bedoeld in artikel 16 van dit besluit,
of
c) een diploma van het
hoger kunstonderwijs met drie jaar nuttige ervaring en met het hierboven
vermeld getuigschrift van pedagogische bekwaamheid.
Voor vakken waarvoor geen opleiding wordt verstrekt in een
hogere technische school of leergang van de eerste graad, noch in het hoger
kunstonderwijs van de eerste graad, komen ook in aanmerking :
a) het diploma van een hogere secundaire technische school of
leergang, aangevuld met vijf jaar nuttige ervaring en met het hierboven vermeld
getuigschrift van pedagogische bekwaamheid,
of
b) een diploma van het hoger secundair
kunstonderwijs, aangevuld met vijf jaar nuttige ervaring en met het hierboven
vermeld getuigschrift van pedagogische bekwaamheid,
of
c) het brevet van een
hogere secundaire beroepsschool of -leergang, aangevuld met vijf jaar nuttige
ervaring en met het hierboven vermeld getuigschrift van pedagogische
bekwaamheid.
Voor vakken waarvoor geen opleiding
wordt verstrekt in een hogere secundaire technische school of -leergang, noch
in een hogere secundaire beroepsschool of leergang, noch in het hoger secundair
kunstonderwijs, komt ook in aanmerking het diploma van een lagere secundaire
technische school of leergang aangevuld met acht jaar nuttige ervaring en met
het hierboven vermeld getuigschrift van pedagogische bekwaamheid.
Voor vakken waarvoor geen opleiding wordt
verstrekt in een hogere secundaire beroepsschool of -leergang komt het brevet
van een lagere secundaire beroepsschool of -leergang, aangevuld met acht jaar
nuttige ervaring en met het hierboven vermeld getuigschrift van pedagogische
bekwaamheid, eveneens in aanmerking,
15. Leraar
technische vakken en beroepspraktijk (specialiteit snit en naad) :
a) het diploma van geaggregeerde voor het lager
secundair onderwijs (snit en naad), aangevuld met twee jaar nuttige
ervaring,
of
b) het
diploma van regentes in de nuttige handwerken uitgereikt overeenkomstig de
bepalingen van het koninklijk besluit van 20 december 1932, aangevuld met twee
jaar nuttige ervaring.
16. Leraar technische
vakken en bereoepspraktijk (specialiteit huishoudkunde) :
a) het diploma van geaggregeerde voor het lager secundair
onderwijs (huishoudkunde of landbouwhuishoudkunde), aangevuld met twee jaar
nuttige ervaring,
of
b) het diploma van regentes in de huishoudkunde uitgereikt
overeenkomstig de bepalingen van het koninklijk besluit van 20 december 1932,
aangevuld met twee jaar nuttige ervaring.
17.
Leraar technische vakken en beroepspraktijk (andere specialiteiten) :
a) het diploma van technisch ingenieur, aangevuld
met drie jaar nuttige ervaring en met het getuigschrift van pedagogische
bekwaamheid bedoeld in artikel 16 van dit besluit,
of
b) het diploma van
geaggregeerde voor het lager secundair onderwijs, aangevuld met drie jaar
nuttige ervaring,
of
c) het diploma van een hogere technische school of leergang van de
eerste graad, aangevuld met drie jaar nuttige ervaring en met het hierboven
vermeld getuigschrift van pedagogische bekwaamheid,
of
d) een diploma van het
hoger kunstonderwijs van de eerste graad, aangevuld met drie jaar nuttige
ervaring en met het bovenbedoeld getuigschrift van pedagogische
bekwaamheid.
Voor vakken waarvoor geen opleiding
wordt verstrekt in een hogere secundaire technische school of leergang, noch in
het hoger secundair kunstonderwijs, komen ook in aanmerking :
a) het diploma van een hogere secundaire technische school of
leergang, aangevuld met vijf jaar nuttige ervaring en met bovenbedoeld
getuigschrift van pedagogische bekwaamheid,
of
b) een diploma van hoger secundair
kunstonderwijs, aangevuld met vijf jaar nuttige ervaring en met bovenbedoeld
getuigschrift van pedagogische bekwaamheid.
18.
Leraar artistieke vakken : een diploma van het hoger kunstonderwijs, aangevuld
met zes jaar nuttige ervaring.
[Deze
bekwaamheidsbewijzen zijn niet nodig voor de artistieke vakken die worden
toegewezen aan personen die naam gemaakt hebben in hun beroep.]
Decr.
van 21-12-1994
[18bis. Lesgever : een diploma van het hoger kunstonderwijs.]
Decr.
van 15-12-1993
19. Assistent :
a) in een inrichting
voor kunstonderwijs : een diploma van het hoger kunstonderwijs, aangevuld met
twee jaar nuttige ervaring,
of
b)
in een inrichting voor technisch onderwijs : het diploma van technisch
ingenieur, aangevuld met twee jaar nuttige ervaring.
20. Werkleider : het diploma van technisch ingenieur,
aangevuld met twee jaar nuttige ervaring.
21.
Hoofd van een studiebureau : het diploma van technisch ingenieur, aangevuld met
vier jaar nuttige ervaring.
22. Geneeskundig
directeur : het diploma van doctor in de genees-, heel- en verloskunde.
[23. Begeleider bij de afdeling dans : een
diploma van het hoger kunstonderwijs. De vakken waarvoor geen opleiding wordt
verstrekt in het hoger kunstonderwijs kunnen worden toegekend aan personen die
naam gemaakt hebben in hun beroep zoals werd vastgesteld in artikel 15 van het
decreet betreffende het Onderwijs-V.
24.
Begeleider (niet-uitsluitend ambt) : een diploma van het hoger kunstonderwijs.
De vakken waarvoor geen opleiding wordt verstrekt in het hoger kunstonderwijs
kunnen worden toegekend aan personen die naam gemaakt hebben in hun beroep.]
Decr.
van 15-12-1993
[...]
B.Vl.R.
van 9-2-2001
Art. 12.
[...]
De nuttige ervaring bedoeld in artikel 10, litterae 1, 2, 3, 4, 5,
6, 7, 8, 9, 10, 11, 15 en 16, moet bestaan in de tijd doorgebracht in een ambt
van de categorie bestuurs- en onderwijzend personeel, vanaf de leeftijd van 25
jaar.
De nuttige ervaring bedoeld in artikel 10,
litterae 12, 13, 14 en 17 moet bestaan in de uitoefening gedurende twee jaar,
vanaf de leeftijd van 25 jaar, van een ambt van de categorie bestuurs- en
onderwijzend personeel in de uitoefening gedurende de overige jaren van een vak
of beroep in de specialiteit van het onderwijzen vak.
[...]
B.Vl.R.
van 9-2-2001
- (1):
Voor zover het bekwaamheidsbewijzen
vaststelt, opgeheven wat de instellingen en de personeelsleden betreft, waarop
het Besluit van de Vlaamse Regering; Art. 21; dd. 14-6-1989, van toepassing
is.
- (2):
Voor zover het bekwaamheidsbewijzen
vaststelt, opgeheven wat de instellingen en de personeelsleden betreft, waarop
het Besluit van de Vlaamse Regering; Art. 15; dd. 27-6-1990, van toepassing
is.>
- (3):
Voor zover het bekwaamheidsbewijzen
vaststelt, opgeheven wat de instellingen en de personeelsleden betreft, waarop
het Besluit van de Vlaamse Regering; Art. 17, 1° , dd. 31-7-1990, van
toepassing is.
- (4):
Voor zover het bekwaamheidsbewijzen
vaststelt, opgeheven wat de instellingen, instituten, semi-internaten en
personeelsleden betreft, waarop het Besluit van de Vlaamse Regering; Art. 19,
dd. 31-7-1990, van toepassing is.
- (5):
Voor zover het bekwaamheidsbewijzen
vaststelt, opgeheven wat de instellingen en de personeelsleden betreft, waarop
het Besluit van de Vlaamse Regering; Art. 17, 2° , dd. 31-7-1990, van
toepassing is.
- (6):
Houdt op van toepassing te zijn op het hoger onderwijs met volledig leeplan (Decr. 13-7-1994; Art. 366, 7°
)
- (7):
Opgeheven, voor zover het betrekking
heeft op de hogescholen (B.Vl.R. 9-5-1996; Art. 2, 28°
)